Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
"...l"*-' -.... *....,-?,'..<.
^.r
fr
»Bo»iw 4»",
f- bnorman en jtw4eg> .
Fa vit de verte, zie ik je st£aki bg Kras?"
.
- ,8*attig,-a«erlipc' .bier hoor! Bediening door kelnerinnen! De zag er
«ea pe*r o«d« kennisjei, dié.. ;..." ? , .. < . '
'Ik kon niet hooien wat P» verder zelde ; je Pji is nog niet frisch",
?pHÉc d» ood« heer, i* dat on een maaier van doen van een man met
gx$M hMMtiOm Ucntv»»rdig« woorden tot zijn spriög in 't veld vaneen'
ODB te ?preken.
Dat i* «en prachtig* wagen", riep ik eensklaps. ?
Hoed af !" eehreeuwde nujn gastheer, «dat is de triomfwagen van het
?tedeiyk bestanr van 1885, let vooral op de ins«riptiën.J'
'Ik aanschouwde onzen waardigen burgemeester, de wethouders, de
liden van -den gemeenteraad in groot pontificaal, en ik las luide:
^Overdekte groenmarkt" ......
;npat opschrift ii aangebracht ter herinnering aan het feit dat die markt
rtett verresen ia."
Bertaat dieijo^niety" .
Neen, wij hebben in de laatste een wen te veel aan schulden af te doen
geoad." Ik las verder: Belasting op het inkomen", Aanbouwsel munt»
toren en aaBplakhorden-quaeatie," Haven-meester-vraagstuk" nieuw
beursgebouw",.....
Pat ia ook nooit verrezen," merkte de oude heer op; wy zijn hst nooit
oneer elkander eens kuanen wordfea en JIB reed» aaa plan nuwi»er
zevenIwnderd twee^n-negentig."
'' van gronden", epeld*5ik,^I)üiawater<maa$8obappij
ScbiWeracbtigetoestanden in de nienwe wijken", dempings-evolutiën",
Eere-schuld?tondjeB".,...
D» lui bjebbeh in hun t^d heel wat afgewerkt," zeide de oude heer,
goedkeurend knikkende, en' ze hebben goed gewerkt ook! 't Waren
bolleboozen boor en .'t was «en kranige tijd."
?: " Ik btgrjjp all* inseriptiën niet even goed."
Dat ia ook overbodig; werden sommige zaken in 1885 soms wél goed
begrepen? Ik won, je wijzer hebben, jongentje!"
Komt «r nog veel?"
.De optocht duurt drie maal vier en twintig unr achtereen; het laatste
nummer van ' het programma is het mooiste, dan krijg je alle. oorlogs
schepen en monitors te zien, die op- de Lands-werf gebouwd zijn, benevens
bet centraal-station, alles op rollen, getrokken door geconserveerde
aapjespaarden. Dit onderdeel van den optocht wordt gecommandeerd
door den heer Heemskerk, die nog altijd Minister is."
Nog altijd?" riep ik verbaasd.
,Ja, en 't zonderlingste is, dat men hem niet eena beeft belioeven te
consêrveeren en dat bij bet nog wel tweehonderd jaren kan uithouden; hij
heelt zich, 195 jaar geleden, nog t wee extra-linker-handen aangeschaft."
- " Ik begreep niet wat de man bedoelde. Mijnheer," zeide ik, ik dank;
ii zeer voor de mir betoonde gastvrijheid, maar vergun my thans, dat ik
ouj verwijder, ik wensen pa te gaan opzoeken."
Waarachtig niet, , je blijft, denk, je dat ik in mijn eentje naar dien
bti oerden boel wil blijven kijken?" '
En daareven hebt u alles even mooi gevonden."
De man werd; boos, wj| kregen ruzie en werden handgemeen en voor ik
?r op verdicht .was, smeet bij mij van al de trappen; bij woonde .nota
bene op een zeventiende óuderstebovenhnis!
Toen ik beneden kwam, betastte ik mijne ledematen en keek eens goed
tand en toen .bemerkte ik dat ik uit mijn bed gevallen was, op den grond
lag en gedroomd had.
Hebt n ooit in uw leven zonderlinger droom booren vertellen?
Hoogachtend,
UEd. Dw. Dienaar,
. Jan Aquarius.
- UIT HET HAAGJE.
XXXV.
..;:..., t. ? .. ..-.-.. . D» werelt is «en «peiltooneel:
Elêk speelt zijn rólen krijght zija deel.
Ja, dat denk ;ik 200 dikwijls bier in Den Haag. .Ik zou voor spe
ltooneeV' liever .^komedie", zetten, maar ik zie geen kans pp dit woord
te rijmen. De Haagscae wereld , heeft- inderdaad veel van eeo komedie,
Waarhi jeAwraen ga»«» n voornaae r«l wil spelen; maar dat gaat
moeiljk. ;t Scbynt nu eenmaal voor den Hagenaar een bijzonder hard
gelag, om in 't Haagsen komediespel een nederig rolletje te vervullen,
«n, ia aanmerking genomen 's mans uitstekenden komediant en- aanleg,
is 't ook bard. -Waaruit die aanleg blijkt? Wel, uit zijn knust om iets
anders en meerde schijnen dan hjj u, of.... zijn naaktheid 'te bedekken.
Ik ken famieljes, waar als eerste wet van levenswijsheid de regel geldt:
jHottd je groet voor 'toog der wereld." Ook ben ik niet ongeneigd te
geleoven, dat deze regel een bepaald Haagsche is, want nergens beb ik
hem zoo onbewimpeld hooren verkondigen als hier.
- M$n auderwetsche oudelai en mgn nog ouderwetschsr tante Mietje
plachten altjjd te zeggen: Kinderen, zflt nederig, al gaat bet je nog zoo
naar den vleaze;: geeft je evenmensch geen aanstoot door 'uw hoovaardg
op 't g«en het r toeval a meer gaf dan anderen." Een allédaagsch
e*ervelicg met gewone hnisbakken begrippen zou allicht zeggen: Dat
?Varen verstandige menschen, die oude lui en die tante van Pasqnino";
Jtkaftr. een Hagenaar is geen allédaagsch sterveling, en aan antieke, huis*
bakken begrippen heeft hu al zijn broertjes dood. Neen, hij zegt een
voudig van mijn eerwaardige, deftige en nederige bloedverwanten, dat die
? «ret .gek moeten geweest zijn. Wie hier van nederigheid spreekt, krijgt
antwoord: «Ja, je komt tegenwoordig ver met je nederigheid!"
' Deze"soort wijsbegeerte zit bier diep geworteld; ze maakt tel van slacht
offers,"?dat ii-waar, maar er zyn toch ook menschen die't er werkelijk
verder mee brengen dan anderen met hun nederigheid, en 't verwonder
lijkste is «rel dat het dan nog bij voorkeur de stommeriken zyn.
Mag ik u détypische familie X. voorstellen? Ze bestaat uit mijnheer,
mevrouw en een paar volwassen dochters. Mijnheer is'in staatsdienst
't is heel moëieujk zich een Haagschen mijnheer voor te stellen, die geen
ambtenaar of straatslijper van beroep is en heeft een jaarlijksch trak
tement van vier duizend gulden. Dat is mooi, een staatsbezoldiging
?an vier mille, zou men zeggen; maar ik zal n terstond voorrekenen,
hoe 'ter mee gesteld is.
Mijnheer is verder een heel knap man van uiterlijk, als 't ware
geschapen om groot te zyh voor 't oog der wereld." H$ maakt een
prachtig figuur overal waar hjj zich vertoont en draagt het hoofd veel
hooger en steekt zijn borst veel verder vooruit, dan zijn gymnastiek*
meester ooit ah) jongen van hem gedaan kon krijgen. Hij heeft dat hier
in Den Haag uit zichzelf geleerd. Hij kleedt zich met zorg, en draagt
altijd handschoenen en een hoogen cylinder. Hij bezit juist de dosis
verstand, die hij in zijn betrekking uoodig heeft, en men beweert dat
dit niet veel is. Hij pret Hègsch en brouwt als drie brouwers natuur
lijk. Zijn gang is even verwaand als zijn heele persoon, en zijn leus:
Men moet zich groot houden voor bet oog der wereld", staat duidelijk
op zijn uitgezette borst te lezen. .
Mevrouw X zou in een andere plaats allicht voor n dom schepsel
doorgaan; want ze is inderdaad wat deFranscheh noemen d'uneignOrance
crasse; maar hier wordt dat zoo niet opgemerkt, en 't komt er ook niet
op aan. In vele Haagsche gedistingeerde" kringen kan men mét heel
weinig verstand terecht. -De heer X vindt mevrouw X zelfs een slimme'
vrouw en hij. heeft -ook -van baar eigenlijk de philosofie overgenomen:
Houd je groot voor 't oog der wereld."
. 't Spreekt van zelf, dat een dame die deze leer is toegedaan, voor heel
wat waarde aan haar ribben-kapstok hangt, want nergens meer dan in
Den Haag maken de kleeren de... vrouw. De dochters gelijken op
papa en Mama, zyn al vroeg van hunne levenswijsheid doortrokken eu
hebben slechts n ernstige gedachte: hoe krijg ik een man ? Overigens.. ?
ignorance crasse. ,
Volgens de ouderwetsche leer mijner ouderwetsche voorzaten zouden
deze menschen zich vergenoegen met eene nederige woning ad ? 400 per
jaar. Reken daarbij ?' 150 desnoods / 200 aan belasting; ? 100 voor
dienstbodenloon Enfin, lezer, cijfer in dien trant eens door en dan
komt ge, evenals ik, tot de uitkomst dat de familie X jaarlijks f 3000
verteert eu er goed, maar stilletjes en zonder bluf van leeft, de rest van
haar inkomen gaat in 't laatje.
Maar er. is iets ter wereld niet Haagsch, dan is 't zulk een bereke
ning. Een woning van minder dan duizend gulden is beneden 't fatsoen
der familie X. En reken op dezen grondslag nu maar verder, dan komt
ge van zelf tot een dezer twee uitkomsten, of de familie X steekt tot
over de ooren in de beren, of ze lijdt fatsoenlijk gebrek. Het laatste ia
meer algemeen bij de talrijke familie's X dan menig nederig burgerman
zou denken. .
Ik heb lang gezocht naar de oplossing van het geheimzinnig raadsel
van den Haagschen bluf; lang naar het nut der leer houd je groot
voor 'toog der wereld," terwijl die grootheid zooveel inspanning en opof
fering kost, «n zooveel pijn doet; maar ik ben blijkbaar te dom om die
oplossing te vinden. Het schijnt nu eenmaal voor vele Haagsche men»
scben een ongeëvenaarde weelde te zijn, anderen de oogen uit te
stekenof van nijd te doen barsten en zelf op zijn nagels te bijten.
Houd je groot voor 't oog der wereld", preeken papa en mama
onververmoeid door, en toen onlangs een hunner naaste bloedverwanten geru
neerd werd, ging de familie naar 't Bosch, in haar mooiste toiletten en
met haar vroolijkste gezichten, om aan de wereld te toonen ja wat?
Vraag dit eens aan de familie X zelf en dan zal ze u antwoorden: Men
moet z.Ush groot houden voor 'toog der wereld.v Wat in dit geval niets
ander wil zeggen dan: de wereld moet gelooven dat we geen gevoel hebben.
In den afgeloopen winter had de familie X. 't ongeluk, dat de aange»
Huwde zoon nit-'s lande dienst werd ontslagen natuurlijk niet em zijn
deugden en onberispelijk gedrag en 's avonds nadat dit niet eervol
ontslag wereldkundig werd, vertoonde zich de familie X in een loge in
de komedie en had een ijsselijke pret, hetgeen een ander soort van wijs
geer deed zeggen: Zie, dat zijn nog betere komedianten dan die op 't
tponeel." .
Dit nu, mijne beeren en dames, is bij uitstek Haagsch; dit is Haagsche
wijsbegeerte en ge praat haren belijders die leer niet uit het hoofd. Geeft
n die moeite niet. Te toonen wat men is en wat men kan, is eenvoudig
dom; minder te toonen, is razernij, meer te toonen, is hooge levenswijsheid.
De familie X. heeft bij dezen Haagschen familietrek nog een anderen,
die er bij behoort: ze beoordeelt de menschen niet naar 't geen ze als
mensch z^n, tornar naar 't geen ze hebben, en dan begrijpt ge hoe bilhjk dat
oordeel moet zijn. Tot haar verontschuldiging moet ik er bij zeggen, dat haar
ignorance crasse niet toelaat, dat ze de menschen naar een
anderen maatstaf meet. :
De levensvraag voor de familie X is 't ook met wie ze kan omgaan en
met wie niet. Voor gewone meuschen is 't antwoord op die vraag heel
eenvoudig. Ik ga om met de menschen die in mijn smaak vallen en die
fatsoenlijk in hun manieren en gedragingen zijn. Maar de vele families
X deuken er hier heel anders over. Ze gaan liefst om met voorname"
families, als deze zich wel willen verwaardigen hen te dnlden. Of die families
in der X-en smaak vallen, of ze dom of verstandig zyn, dat zijn bijzaken,
of liever, daar wordt niet eens naar gevraagd. De familie X heeft voor
name connecties" en dat is haar heel wat meer waard dan de aange
naamste kennissen, die niet voornaam zijn.
Maar met wie de familie X bepaald niet kan omgaan, dat is met
menschen, die bijvoorbeeld door handel, industrie oi' eenig bedrijf tot
welvaart zijn gekomen, van hun renten leven en meer werkelijke
be