De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 14 juni pagina 3

14 juni 1885 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. "...l"*-' -.... *....,-?,'..<. ^.r fr »Bo»iw 4»", f- bnorman en jtw4eg> . Fa vit de verte, zie ik je st£aki bg Kras?" . - ,8*attig,-a«erlipc' .bier hoor! Bediening door kelnerinnen! De zag er «ea pe*r o«d« kennisjei, dié.. ;..." ? , .. < . ' 'Ik kon niet hooien wat P» verder zelde ; je Pji is nog niet frisch", ?pHÉc d» ood« heer, i* dat on een maaier van doen van een man met gx$M hMMtiOm Ucntv»»rdig« woorden tot zijn spriög in 't veld vaneen' ODB te ?preken. Dat i* «en prachtig* wagen", riep ik eensklaps. ? Hoed af !" eehreeuwde nujn gastheer, «dat is de triomfwagen van het ?tedeiyk bestanr van 1885, let vooral op de ins«riptiën.J' 'Ik aanschouwde onzen waardigen burgemeester, de wethouders, de liden van -den gemeenteraad in groot pontificaal, en ik las luide: ^Overdekte groenmarkt" ...... ;npat opschrift ii aangebracht ter herinnering aan het feit dat die markt rtett verresen ia." Bertaat dieijo^niety" . Neen, wij hebben in de laatste een wen te veel aan schulden af te doen geoad." Ik las verder: Belasting op het inkomen", Aanbouwsel munt» toren en aaBplakhorden-quaeatie," Haven-meester-vraagstuk" nieuw beursgebouw",..... Pat ia ook nooit verrezen," merkte de oude heer op; wy zijn hst nooit oneer elkander eens kuanen wordfea en JIB reed» aaa plan nuwi»er zevenIwnderd twee^n-negentig." '' van gronden", epeld*5ik,^I)üiawater<maa$8obappij ScbiWeracbtigetoestanden in de nienwe wijken", dempings-evolutiën", Eere-schuld?tondjeB".,... D» lui bjebbeh in hun t^d heel wat afgewerkt," zeide de oude heer, goedkeurend knikkende, en' ze hebben goed gewerkt ook! 't Waren bolleboozen boor en .'t was «en kranige tijd." ?: " Ik btgrjjp all* inseriptiën niet even goed." Dat ia ook overbodig; werden sommige zaken in 1885 soms wél goed begrepen? Ik won, je wijzer hebben, jongentje!" Komt «r nog veel?" .De optocht duurt drie maal vier en twintig unr achtereen; het laatste nummer van ' het programma is het mooiste, dan krijg je alle. oorlogs schepen en monitors te zien, die op- de Lands-werf gebouwd zijn, benevens bet centraal-station, alles op rollen, getrokken door geconserveerde aapjespaarden. Dit onderdeel van den optocht wordt gecommandeerd door den heer Heemskerk, die nog altijd Minister is." Nog altijd?" riep ik verbaasd. ,Ja, en 't zonderlingste is, dat men hem niet eena beeft belioeven te consêrveeren en dat bij bet nog wel tweehonderd jaren kan uithouden; hij heelt zich, 195 jaar geleden, nog t wee extra-linker-handen aangeschaft." - " Ik begreep niet wat de man bedoelde. Mijnheer," zeide ik, ik dank; ii zeer voor de mir betoonde gastvrijheid, maar vergun my thans, dat ik ouj verwijder, ik wensen pa te gaan opzoeken." Waarachtig niet, , je blijft, denk, je dat ik in mijn eentje naar dien bti oerden boel wil blijven kijken?" ' En daareven hebt u alles even mooi gevonden." De man werd; boos, wj| kregen ruzie en werden handgemeen en voor ik ?r op verdicht .was, smeet bij mij van al de trappen; bij woonde .nota bene op een zeventiende óuderstebovenhnis! Toen ik beneden kwam, betastte ik mijne ledematen en keek eens goed tand en toen .bemerkte ik dat ik uit mijn bed gevallen was, op den grond lag en gedroomd had. Hebt n ooit in uw leven zonderlinger droom booren vertellen? Hoogachtend, UEd. Dw. Dienaar, . Jan Aquarius. - UIT HET HAAGJE. XXXV. ..;:..., t. ? .. ..-.-.. . D» werelt is «en «peiltooneel: Elêk speelt zijn rólen krijght zija deel. Ja, dat denk ;ik 200 dikwijls bier in Den Haag. .Ik zou voor spe ltooneeV' liever .^komedie", zetten, maar ik zie geen kans pp dit woord te rijmen. De Haagscae wereld , heeft- inderdaad veel van eeo komedie, Waarhi jeAwraen ga»«» n voornaae r«l wil spelen; maar dat gaat moeiljk. ;t Scbynt nu eenmaal voor den Hagenaar een bijzonder hard gelag, om in 't Haagsen komediespel een nederig rolletje te vervullen, «n, ia aanmerking genomen 's mans uitstekenden komediant en- aanleg, is 't ook bard. -Waaruit die aanleg blijkt? Wel, uit zijn knust om iets anders en meerde schijnen dan hjj u, of.... zijn naaktheid 'te bedekken. Ik ken famieljes, waar als eerste wet van levenswijsheid de regel geldt: jHottd je groet voor 'toog der wereld." Ook ben ik niet ongeneigd te geleoven, dat deze regel een bepaald Haagsche is, want nergens beb ik hem zoo onbewimpeld hooren verkondigen als hier. - M$n auderwetsche oudelai en mgn nog ouderwetschsr tante Mietje plachten altjjd te zeggen: Kinderen, zflt nederig, al gaat bet je nog zoo naar den vleaze;: geeft je evenmensch geen aanstoot door 'uw hoovaardg op 't g«en het r toeval a meer gaf dan anderen." Een allédaagsch e*ervelicg met gewone hnisbakken begrippen zou allicht zeggen: Dat ?Varen verstandige menschen, die oude lui en die tante van Pasqnino"; Jtkaftr. een Hagenaar is geen allédaagsch sterveling, en aan antieke, huis* bakken begrippen heeft hu al zijn broertjes dood. Neen, hij zegt een voudig van mijn eerwaardige, deftige en nederige bloedverwanten, dat die ? «ret .gek moeten geweest zijn. Wie hier van nederigheid spreekt, krijgt antwoord: «Ja, je komt tegenwoordig ver met je nederigheid!" ' Deze"soort wijsbegeerte zit bier diep geworteld; ze maakt tel van slacht offers,"?dat ii-waar, maar er zyn toch ook menschen die't er werkelijk verder mee brengen dan anderen met hun nederigheid, en 't verwonder lijkste is «rel dat het dan nog bij voorkeur de stommeriken zyn. Mag ik u détypische familie X. voorstellen? Ze bestaat uit mijnheer, mevrouw en een paar volwassen dochters. Mijnheer is'in staatsdienst 't is heel moëieujk zich een Haagschen mijnheer voor te stellen, die geen ambtenaar of straatslijper van beroep is en heeft een jaarlijksch trak tement van vier duizend gulden. Dat is mooi, een staatsbezoldiging ?an vier mille, zou men zeggen; maar ik zal n terstond voorrekenen, hoe 'ter mee gesteld is. Mijnheer is verder een heel knap man van uiterlijk, als 't ware geschapen om groot te zyh voor 't oog der wereld." H$ maakt een prachtig figuur overal waar hjj zich vertoont en draagt het hoofd veel hooger en steekt zijn borst veel verder vooruit, dan zijn gymnastiek* meester ooit ah) jongen van hem gedaan kon krijgen. Hij heeft dat hier in Den Haag uit zichzelf geleerd. Hij kleedt zich met zorg, en draagt altijd handschoenen en een hoogen cylinder. Hij bezit juist de dosis verstand, die hij in zijn betrekking uoodig heeft, en men beweert dat dit niet veel is. Hij pret Hègsch en brouwt als drie brouwers natuur lijk. Zijn gang is even verwaand als zijn heele persoon, en zijn leus: Men moet zich groot houden voor bet oog der wereld", staat duidelijk op zijn uitgezette borst te lezen. . Mevrouw X zou in een andere plaats allicht voor n dom schepsel doorgaan; want ze is inderdaad wat deFranscheh noemen d'uneignOrance crasse; maar hier wordt dat zoo niet opgemerkt, en 't komt er ook niet op aan. In vele Haagsche gedistingeerde" kringen kan men mét heel weinig verstand terecht. -De heer X vindt mevrouw X zelfs een slimme' vrouw en hij. heeft -ook -van baar eigenlijk de philosofie overgenomen: Houd je groot voor 't oog der wereld." . 't Spreekt van zelf, dat een dame die deze leer is toegedaan, voor heel wat waarde aan haar ribben-kapstok hangt, want nergens meer dan in Den Haag maken de kleeren de... vrouw. De dochters gelijken op papa en Mama, zyn al vroeg van hunne levenswijsheid doortrokken eu hebben slechts n ernstige gedachte: hoe krijg ik een man ? Overigens.. ? ignorance crasse. , Volgens de ouderwetsche leer mijner ouderwetsche voorzaten zouden deze menschen zich vergenoegen met eene nederige woning ad ? 400 per jaar. Reken daarbij ?' 150 desnoods / 200 aan belasting; ? 100 voor dienstbodenloon Enfin, lezer, cijfer in dien trant eens door en dan komt ge, evenals ik, tot de uitkomst dat de familie X jaarlijks f 3000 verteert eu er goed, maar stilletjes en zonder bluf van leeft, de rest van haar inkomen gaat in 't laatje. Maar er. is iets ter wereld niet Haagsch, dan is 't zulk een bereke ning. Een woning van minder dan duizend gulden is beneden 't fatsoen der familie X. En reken op dezen grondslag nu maar verder, dan komt ge van zelf tot een dezer twee uitkomsten, of de familie X steekt tot over de ooren in de beren, of ze lijdt fatsoenlijk gebrek. Het laatste ia meer algemeen bij de talrijke familie's X dan menig nederig burgerman zou denken. . Ik heb lang gezocht naar de oplossing van het geheimzinnig raadsel van den Haagschen bluf; lang naar het nut der leer houd je groot voor 'toog der wereld," terwijl die grootheid zooveel inspanning en opof fering kost, «n zooveel pijn doet; maar ik ben blijkbaar te dom om die oplossing te vinden. Het schijnt nu eenmaal voor vele Haagsche men» scben een ongeëvenaarde weelde te zijn, anderen de oogen uit te stekenof van nijd te doen barsten en zelf op zijn nagels te bijten. Houd je groot voor 't oog der wereld", preeken papa en mama onververmoeid door, en toen onlangs een hunner naaste bloedverwanten geru neerd werd, ging de familie naar 't Bosch, in haar mooiste toiletten en met haar vroolijkste gezichten, om aan de wereld te toonen ja wat? Vraag dit eens aan de familie X zelf en dan zal ze u antwoorden: Men moet z.Ush groot houden voor 'toog der wereld.v Wat in dit geval niets ander wil zeggen dan: de wereld moet gelooven dat we geen gevoel hebben. In den afgeloopen winter had de familie X. 't ongeluk, dat de aange» Huwde zoon nit-'s lande dienst werd ontslagen natuurlijk niet em zijn deugden en onberispelijk gedrag en 's avonds nadat dit niet eervol ontslag wereldkundig werd, vertoonde zich de familie X in een loge in de komedie en had een ijsselijke pret, hetgeen een ander soort van wijs geer deed zeggen: Zie, dat zijn nog betere komedianten dan die op 't tponeel." . Dit nu, mijne beeren en dames, is bij uitstek Haagsch; dit is Haagsche wijsbegeerte en ge praat haren belijders die leer niet uit het hoofd. Geeft n die moeite niet. Te toonen wat men is en wat men kan, is eenvoudig dom; minder te toonen, is razernij, meer te toonen, is hooge levenswijsheid. De familie X. heeft bij dezen Haagschen familietrek nog een anderen, die er bij behoort: ze beoordeelt de menschen niet naar 't geen ze als mensch z^n, tornar naar 't geen ze hebben, en dan begrijpt ge hoe bilhjk dat oordeel moet zijn. Tot haar verontschuldiging moet ik er bij zeggen, dat haar ignorance crasse niet toelaat, dat ze de menschen naar een anderen maatstaf meet. : De levensvraag voor de familie X is 't ook met wie ze kan omgaan en met wie niet. Voor gewone meuschen is 't antwoord op die vraag heel eenvoudig. Ik ga om met de menschen die in mijn smaak vallen en die fatsoenlijk in hun manieren en gedragingen zijn. Maar de vele families X deuken er hier heel anders over. Ze gaan liefst om met voorname" families, als deze zich wel willen verwaardigen hen te dnlden. Of die families in der X-en smaak vallen, of ze dom of verstandig zyn, dat zijn bijzaken, of liever, daar wordt niet eens naar gevraagd. De familie X heeft voor name connecties" en dat is haar heel wat meer waard dan de aange naamste kennissen, die niet voornaam zijn. Maar met wie de familie X bepaald niet kan omgaan, dat is met menschen, die bijvoorbeeld door handel, industrie oi' eenig bedrijf tot welvaart zijn gekomen, van hun renten leven en meer werkelijke be

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl