Historisch Archief 1877-1940
r
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No, 417
«s- ?
4V'
Dns ging ik al van lieverlee
Verbij de lustprieelen,
Wiens uitzigt strekten na het stee
Voort zonder mijn verreden:
Totdat ik qnam aan Amstels diep,
Bij Sehuitevoerders pover,
Daar iedereen om 't meeste riep:
Kom, heerschap, kom, wil je over,
Of na de Meer? zoo steek ik af
Nu hoef je niet te wagten!
O Neen, ik haar voor antwoord gaf,
'k Heb andere gedagten:
En trad zoo voort na 't Bakkers huis,
't Geen stond vooraan op 't hoekje,
'k Zag daar veel neering en geiruia
Om 't Brood en meenig koekje,
En welgebakke kraakeling.
Toen schoot mij in gedagten:
Is 't niet een dapper droevig ding
Voor deze Luiden t' agten ?
Zoo uit al haar geleegentheid
Ten ontijd te geraaken.
Ja dagt ik uit geneegentheid:
Hoe zullen 't d1 anclre maaken?
Die nevens haar in groot getal,
Veel meer als ik kan gissen,
Het ook niet. weinig smerten zal,
Haar Welvaarcl zoo te missen.'
Dus keerden ik mij weer terug,
Na 't Konings Plein en sluisen,
En zag rondom op dec-ze Brug,
Het nieuw fatsoen van Hnisen.
Zoo verr' ik 2ion Jcost om de bog
De weederzijds Gebouv/en ;
Dat mij tot ander denken brogt,
Door 't heerelijk aanschouwen,
G. v. Rhijn.
(Slot -colyt.)
JULES DE GONCOURT,
geboren 11 Deceniber 1830 gestorven 20 Juni 1870.
Gewoonlijk doet het afsterven van een schrijver geen goed aan zijn
werk. Het gebouw, dat hij heeft opgetrokken, wordt bouwvallig, stort
in en eindelijk blijft er niets dan een puinhoop over, waarom niemand
zich meer bekommert.
Dit is het onverbiddelijke lot van alles, wat niet pp stevige grondslagen
staat, wat gewoon, wat middelmatig is, maar zij, die met krachtige hand
iets oorspronkelijk», iets groots hebben gewrocht, blijven leven, en de tijd,
a nlaats van hun werk te sloopcn, maakt het onverslijthaar als marmer.
Deze laatste woorden zijn op de kunst van Jules de Goncourt vantoe
passing; de vijftien jaren, die ons van zijn sterfdag scheiden, hebhen be
wezen, dat zijne werken zullon blijven bestaan.
Eenige maanden voor zijn dood wandelde Jules de Gonconrt met ziin
broeder Edmond in het Bois de Boulogne, en sprekende over hetgeen zij
hadden gegeven, riep hij uit: Eh bien! quand on a fait, cola... c'est
vraiment difficile de n'être pas quelqu'un dans l'avenir". Deze woorden
zijn verwezenlijkt. De schrijver van Madame Gervaisais", van L'Art du
XVIIIe Siècle" heeft thans de plaats gekregen, die hem toekomt.
Terwijl een Aloxander Dttraas (die kort na de Goncourt is gestorven) een
standbeeld noodig heeft om niet te worden vergeten en zijn werken onder
het stof bedolven raken, zijn de historische geschriften en romans van
Jules d-. Goncourt nooit zoo druk gelezen en bestudeerd als in de laatste
tien jaar.
En het jonge geslacht, aan hetwelk de toekomst is, stelt Jules de Gon
court naast de grootste naturalistische schrijvers dezer eeuw; naast Balzac,
Flaubert en Zola.
Wat zou hij nog niet hebben gegeven, indien hij langer ware blijven
leven! Henry Ceard zegt van zijne laatste oogenblikken:
Parmi les acharnés i rover tont haut Ie long de la vie, il s'était
montréun des plus ardents; et los arnis, aecourus pres de son lit fune
raire, ont conservéua indélübilo souvenir de ses yeux désormais saus
regards: mélancoliques et passionnés jusqne dans la mort, ils expriraaient
comme un regret suprême des ambitions in-éalisées, des idéals non encore
atteints, la littéraire douleur d'une oeuvre qui, malgréses vinet volumes
restait inachevée."
Jules de Gonconrt was een crivain de race in de volle beteekenis van
het woord. Slechts eene zaak hield zijn geest bezig : de letterkunde, en
hij wijdde haar al zijne krachten tot het vermoeide uitgeputte lichaam
nederviel om niet meer opteataan. 1).
Gaarne zou ik nog over al zijno werken sproken: over Manette Salomon",
de beroemde schildersroman; over Genuime Lacsrte'ux" de eerste roman
waarin het volk voorkomt; over ..Soeur Phüomène". de sobere krachtige
vrouwen studie; over het, tooneelstuk Henriette Maréchal", gevallenïn
18öu en twintig jaar later met groot succes weder opgevoerd maar
het is niet mogelijk dat in een kort ar! ik el te doen.
Op een boek, hetwelk eerst voor eccige weken is uitgekomen, wensch
ik echter de aandacht ta vestigen, namelijk op de Lettres de Jules de
en.
prea.
Goncourt"* met zorg verzameld door zijnen broeder Edmoud, Ie com
pagnon de toute sa vie, Ie collaborateur de tous ses livres, la moitiéde
son talent et de son coeuf".
De brieven van Jules de Goncourt hebben Teel waarde, niet alken om
dat wij er menig bijzonderheid omtrent zijne werken uit vernemen, maar
ook wijl wij er den kunstenaar goed uit leeren kennen.
Doorgaans zijn brieven van schrijvers onbelangrijk; kort en bondig als
handelsbrieven, eene opsomming van feiten bevattend, is hunne letter
kundige waarde onbeduidend.
De brieven van Jules de Goncourt maken hierop eene glansrijke uit
zondering. De schrijver heeft er met zorg aan gewerkt, en dikwyls korte"
novellen vol schilderachtige, fijne opmerkingen gegeven. Vooral de brie
ven aan Gavarni, zijn leermeester, en aan Flaubert zijn kostbare documenten.
Het is werkelijk zonder" aanhaling niet mogelijk een denkbeeld te geven
van de geestige, teekenende wijze, waarop Jules de Goncourt hetgeen hij
ziet en denkt wedergeeft; daarom doe ik eene korte aanhaling uit een
brief aan Gavarni, waarin de Goncourt het carnaval beschrijft.
La scène, si vous Ie voulez bien, se passéa, Florence. La rue: du
soleil. Des cris passent et des passan 13 s'arrêtent. Un masque, deux
masques, cent masques, quinze mille masques. Une voiture, deux voitures, mille
voitures, claboussant de poussière et'de bouquets, les trottoirs, les balcons
et lesfenêtres. Chevaux, jockeys, livrées d'or et d'argentallantetronlant,
portés par des flots de peuple, des volées de dominos bleus, roses, jaunes,
noirs, rouges, dansant, bondiasant, sautant comme des dragees de-baptême,
vannées sur un tamis de pavés; des pantalons et des bottes passant sous
Ie calicot glaca et miroitant; de vieux gants blancs tenant la barbedes
masques; des camisoles faisaut uu costume; des madras un turban; un
eoleil dans Ie dos, un Tnrc."
Hoezeer blijkt niet uit deze enkele regels, dat Jules de Gorcouit als
schilder van moderne onderwerpen een hoog standpunt inneemt.
Men heeft hem en zijnen broeder verweten, dat zij Ie japonisme m den
roman hebben gebracht. De opmerking is juist, maar mag het wel als
een verwijt gelden ? De kunst van het japansche volk, welke voornamelijk
door de Gebroeders de Goncourt bij ons bekend is geworden, slaat zoo
hoog, dat het eer eene groote loftuiting ia.
18 Juni- '85. A. Cooplandt.
1) In een belangwekkender) briet aan Zola, welke het eerst in Une Campagne'*
hot licht heeft gezion, heeft Edffiond do Goncomt uiteengszet, waaraan zijn broeder
ia gestorven.
Op Maandag den 29sten Jnni en vier volgende dagen des avonds to
half zeven zullen de heeren Fred. Muller & Co. in haar auctie-lokaal,
Doelenstraat 10, verkooping honden van boeken, plaatwerken en plat
Zij omvat de bibliotheken, nagelaten door wijlen mr. W. C. Mees, pr
der Ned. Dank, mr. C. P. K. Winekel, adv. te Samarang en W. Wilkensr,
arch. te Amsterdam. Vooral de rubrieken staatsrecht, staathuishoudkunde,
rechtsgeleerdheid en geschiedenis verdienen de aandacht.
LOSSE BLADEN
uit Prof. C DL MIINIS' Letterkundig Receptenboek.
HUTSPOT a la JUSTUS VAN MAURIKJr.
Neem uïen, maar maak ze
Door tranen wat nat.
Dan eenige typen
Uit 't volk, of de stad.
Van allerlei slag, zelfs
Al zijn ze iets plat;
Neem grove en fijne,
Jnist zoo gij ze vat.
Maak daarvan een hutspot
Naar 't oude recept
Vooral! Neem uw warmoes
Niet geel of verlept.
Maar zorg als de spijs op
De schaal wordt geschept,
Dat gij tot versiering,
Het volgende hebt.
Wat fijne lescïiuiten,
Een magere kraai,
Een Amsterdamsen korstje,
Vooral niet te taai,
Verschillende vijgen
(Die maken het fraai)
Strooi dan nog wat peper
Met luchtigen zwaai.
Zout, attisch en andar
Van ieder een deel;
Azijn niet, maar mosterd,
Wat noot en kaneel,
't Geeft, even in d'oven,
Een kruïg geheel.
Gezond is de spijs, maar
Eet op eens niet te veel!
INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN.
De R'i-uc póliliine r! littéraire, v.in 13 Juni bevat:
La jeunesse sous Ie seeond empire et la troisième rèpublique, pe.ïM. Jules
Lomaitre. La ix-voiution par l'aneien régime, tude liiBtorifjiie. par M. A.
Debidoi-.r. La soanv de la iragédienut', nouvelle, par M. Jules Gaüleraot. Caaseria
littéraire, par SI. Jlaxime Gaueli?". ?- Kotes et imcressions: Mme Miolan-Carvalho,
par AT. E<1gar Courtois.