De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 21 juni pagina 10

21 juni 1885 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

r 10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No, 417 «s- ? 4V' Dns ging ik al van lieverlee Verbij de lustprieelen, Wiens uitzigt strekten na het stee Voort zonder mijn verreden: Totdat ik qnam aan Amstels diep, Bij Sehuitevoerders pover, Daar iedereen om 't meeste riep: Kom, heerschap, kom, wil je over, Of na de Meer? zoo steek ik af Nu hoef je niet te wagten! O Neen, ik haar voor antwoord gaf, 'k Heb andere gedagten: En trad zoo voort na 't Bakkers huis, 't Geen stond vooraan op 't hoekje, 'k Zag daar veel neering en geiruia Om 't Brood en meenig koekje, En welgebakke kraakeling. Toen schoot mij in gedagten: Is 't niet een dapper droevig ding Voor deze Luiden t' agten ? Zoo uit al haar geleegentheid Ten ontijd te geraaken. Ja dagt ik uit geneegentheid: Hoe zullen 't d1 anclre maaken? Die nevens haar in groot getal, Veel meer als ik kan gissen, Het ook niet. weinig smerten zal, Haar Welvaarcl zoo te missen.' Dus keerden ik mij weer terug, Na 't Konings Plein en sluisen, En zag rondom op dec-ze Brug, Het nieuw fatsoen van Hnisen. Zoo verr' ik 2ion Jcost om de bog De weederzijds Gebouv/en ; Dat mij tot ander denken brogt, Door 't heerelijk aanschouwen, G. v. Rhijn. (Slot -colyt.) JULES DE GONCOURT, geboren 11 Deceniber 1830 gestorven 20 Juni 1870. Gewoonlijk doet het afsterven van een schrijver geen goed aan zijn werk. Het gebouw, dat hij heeft opgetrokken, wordt bouwvallig, stort in en eindelijk blijft er niets dan een puinhoop over, waarom niemand zich meer bekommert. Dit is het onverbiddelijke lot van alles, wat niet pp stevige grondslagen staat, wat gewoon, wat middelmatig is, maar zij, die met krachtige hand iets oorspronkelijk», iets groots hebben gewrocht, blijven leven, en de tijd, a nlaats van hun werk te sloopcn, maakt het onverslijthaar als marmer. Deze laatste woorden zijn op de kunst van Jules de Goncourt vantoe passing; de vijftien jaren, die ons van zijn sterfdag scheiden, hebhen be wezen, dat zijne werken zullon blijven bestaan. Eenige maanden voor zijn dood wandelde Jules de Gonconrt met ziin broeder Edmond in het Bois de Boulogne, en sprekende over hetgeen zij hadden gegeven, riep hij uit: Eh bien! quand on a fait, cola... c'est vraiment difficile de n'être pas quelqu'un dans l'avenir". Deze woorden zijn verwezenlijkt. De schrijver van Madame Gervaisais", van L'Art du XVIIIe Siècle" heeft thans de plaats gekregen, die hem toekomt. Terwijl een Aloxander Dttraas (die kort na de Goncourt is gestorven) een standbeeld noodig heeft om niet te worden vergeten en zijn werken onder het stof bedolven raken, zijn de historische geschriften en romans van Jules d-. Goncourt nooit zoo druk gelezen en bestudeerd als in de laatste tien jaar. En het jonge geslacht, aan hetwelk de toekomst is, stelt Jules de Gon court naast de grootste naturalistische schrijvers dezer eeuw; naast Balzac, Flaubert en Zola. Wat zou hij nog niet hebben gegeven, indien hij langer ware blijven leven! Henry Ceard zegt van zijne laatste oogenblikken: Parmi les acharnés i rover tont haut Ie long de la vie, il s'était montréun des plus ardents; et los arnis, aecourus pres de son lit fune raire, ont conservéua indélübilo souvenir de ses yeux désormais saus regards: mélancoliques et passionnés jusqne dans la mort, ils expriraaient comme un regret suprême des ambitions in-éalisées, des idéals non encore atteints, la littéraire douleur d'une oeuvre qui, malgréses vinet volumes restait inachevée." Jules de Gonconrt was een crivain de race in de volle beteekenis van het woord. Slechts eene zaak hield zijn geest bezig : de letterkunde, en hij wijdde haar al zijne krachten tot het vermoeide uitgeputte lichaam nederviel om niet meer opteataan. 1). Gaarne zou ik nog over al zijno werken sproken: over Manette Salomon", de beroemde schildersroman; over Genuime Lacsrte'ux" de eerste roman waarin het volk voorkomt; over ..Soeur Phüomène". de sobere krachtige vrouwen studie; over het, tooneelstuk Henriette Maréchal", gevallenïn 18öu en twintig jaar later met groot succes weder opgevoerd maar het is niet mogelijk dat in een kort ar! ik el te doen. Op een boek, hetwelk eerst voor eccige weken is uitgekomen, wensch ik echter de aandacht ta vestigen, namelijk op de Lettres de Jules de en. prea. Goncourt"* met zorg verzameld door zijnen broeder Edmoud, Ie com pagnon de toute sa vie, Ie collaborateur de tous ses livres, la moitiéde son talent et de son coeuf". De brieven van Jules de Goncourt hebben Teel waarde, niet alken om dat wij er menig bijzonderheid omtrent zijne werken uit vernemen, maar ook wijl wij er den kunstenaar goed uit leeren kennen. Doorgaans zijn brieven van schrijvers onbelangrijk; kort en bondig als handelsbrieven, eene opsomming van feiten bevattend, is hunne letter kundige waarde onbeduidend. De brieven van Jules de Goncourt maken hierop eene glansrijke uit zondering. De schrijver heeft er met zorg aan gewerkt, en dikwyls korte" novellen vol schilderachtige, fijne opmerkingen gegeven. Vooral de brie ven aan Gavarni, zijn leermeester, en aan Flaubert zijn kostbare documenten. Het is werkelijk zonder" aanhaling niet mogelijk een denkbeeld te geven van de geestige, teekenende wijze, waarop Jules de Goncourt hetgeen hij ziet en denkt wedergeeft; daarom doe ik eene korte aanhaling uit een brief aan Gavarni, waarin de Goncourt het carnaval beschrijft. La scène, si vous Ie voulez bien, se passéa, Florence. La rue: du soleil. Des cris passent et des passan 13 s'arrêtent. Un masque, deux masques, cent masques, quinze mille masques. Une voiture, deux voitures, mille voitures, claboussant de poussière et'de bouquets, les trottoirs, les balcons et lesfenêtres. Chevaux, jockeys, livrées d'or et d'argentallantetronlant, portés par des flots de peuple, des volées de dominos bleus, roses, jaunes, noirs, rouges, dansant, bondiasant, sautant comme des dragees de-baptême, vannées sur un tamis de pavés; des pantalons et des bottes passant sous Ie calicot glaca et miroitant; de vieux gants blancs tenant la barbedes masques; des camisoles faisaut uu costume; des madras un turban; un eoleil dans Ie dos, un Tnrc." Hoezeer blijkt niet uit deze enkele regels, dat Jules de Gorcouit als schilder van moderne onderwerpen een hoog standpunt inneemt. Men heeft hem en zijnen broeder verweten, dat zij Ie japonisme m den roman hebben gebracht. De opmerking is juist, maar mag het wel als een verwijt gelden ? De kunst van het japansche volk, welke voornamelijk door de Gebroeders de Goncourt bij ons bekend is geworden, slaat zoo hoog, dat het eer eene groote loftuiting ia. 18 Juni- '85. A. Cooplandt. 1) In een belangwekkender) briet aan Zola, welke het eerst in Une Campagne'* hot licht heeft gezion, heeft Edffiond do Goncomt uiteengszet, waaraan zijn broeder ia gestorven. Op Maandag den 29sten Jnni en vier volgende dagen des avonds to half zeven zullen de heeren Fred. Muller & Co. in haar auctie-lokaal, Doelenstraat 10, verkooping honden van boeken, plaatwerken en plat Zij omvat de bibliotheken, nagelaten door wijlen mr. W. C. Mees, pr der Ned. Dank, mr. C. P. K. Winekel, adv. te Samarang en W. Wilkensr, arch. te Amsterdam. Vooral de rubrieken staatsrecht, staathuishoudkunde, rechtsgeleerdheid en geschiedenis verdienen de aandacht. LOSSE BLADEN uit Prof. C DL MIINIS' Letterkundig Receptenboek. HUTSPOT a la JUSTUS VAN MAURIKJr. Neem uïen, maar maak ze Door tranen wat nat. Dan eenige typen Uit 't volk, of de stad. Van allerlei slag, zelfs Al zijn ze iets plat; Neem grove en fijne, Jnist zoo gij ze vat. Maak daarvan een hutspot Naar 't oude recept Vooral! Neem uw warmoes Niet geel of verlept. Maar zorg als de spijs op De schaal wordt geschept, Dat gij tot versiering, Het volgende hebt. Wat fijne lescïiuiten, Een magere kraai, Een Amsterdamsen korstje, Vooral niet te taai, Verschillende vijgen (Die maken het fraai) Strooi dan nog wat peper Met luchtigen zwaai. Zout, attisch en andar Van ieder een deel; Azijn niet, maar mosterd, Wat noot en kaneel, 't Geeft, even in d'oven, Een kruïg geheel. Gezond is de spijs, maar Eet op eens niet te veel! INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN. De R'i-uc póliliine r! littéraire, v.in 13 Juni bevat: La jeunesse sous Ie seeond empire et la troisième rèpublique, pe.ïM. Jules Lomaitre. La ix-voiution par l'aneien régime, tude liiBtorifjiie. par M. A. Debidoi-.r. La soanv de la iragédienut', nouvelle, par M. Jules Gaüleraot. Caaseria littéraire, par SI. Jlaxime Gaueli?". ?- Kotes et imcressions: Mme Miolan-Carvalho, par AT. E<1gar Courtois.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl