De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 28 juni pagina 1

28 juni 1885 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

/?r, UJ'l 'M' t" kK' b;. DB AMSTERDAMMER WEEKBLAD voos NEDERLAND. Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitgeven: ELLEBMAN, HABM3 ft Oo. Kantoor: Singel 211. Hoofd-Aeenten: te Batavia, G. EOLFF & Co. Zondag 28 Juni. Abonnement per 3/m f l.?. fr. p. p. f 1.15. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar a . 0.10. Advertentiën van 1?5 regels f 1.10, elke regel meer . . 0.20. o tusschen den tekst per regel 0.40 i N a o ui>i BUITENLAND. BINNENLAND. Onze Bladen.?Warme Kadetjes, een Zaterdag-avondpraatje, LXXXII, door Aquarius. Uit bet Haagje, XXXVIr, door Paaquino. Xunèt; Pogingen om «te kunst te populariseeren". Uit Parijs, XXVI, door A. B. Letterkunde: De jonge Naturalisten. Van eene Sultane en andere gedichten, beoordeeld door A)b. Tb. Een onuitgegeven hoofdstuk van Ponson da Terrail. Een gezellig avondje te Amsterdam in 1684, (Slot), door G. van Ehijn. Frantz van Peteghem, beoordeeld door Boaramouche, (XXII). Het Jloortje en de Heer 7. van der Gons, door P. C. M. Jr. jonnet. ? Distjchen. Losse Bladen Bit PjroieHor Cajinaris' Letterkundig Receptenboek. Inhoud van Tijdschriften. Vleave Uitgaven. Militaire Zake n: Grieven onder bet Korps Igenieurs der Kon. KML Marine, door X- Schaakspel. Feuilleton: Ceear, een acbets uit bet leven, door Justus van Maurik Jc.fSlot). NIEUWS VAN DE WEEK. Faillisse menten. Overzicht van de Effectenmarkt, door 8. Veilingen van Vaste Goederen. Te huur. Advertentiëo. B P l T E UT JL A KT P. De vorming van het nieuwe Engelsche kabinet ging niet zoo voorspoedig, ais zich in het begin der afgeloopen week liet aan zien. Onze lezers zullen zich herinneren, dat Lord Salisbury zich bereid had verklaard de regeeringstaak te aanvaarden, op voor waarde dat de heer Gladstone, als leider der liberale parlij, de verzekering zou. geven, het nieuwe Kabinet geene noodelooze raoeielijkheden in den weg te zullen leggen. Deze voorwaarde, onmisbaar als zij is voor de levensvatbaar heid van een «onservatiei ministerie, dat geen steun kan vinden bij de groote meerderheid der volksvertegenwoordiging, was de eenige oorzaak van de vertraging en den langen duur der onder handelingen. Nu eens heette het, dat Lord Salisbury pertinent 'zou weigeren 'de regeering over te nemen, indien de verlangde waarborgen van de tegenpartij mochten uitblijven; zelfs zou de leider der Tories zich niet tevreden stellen met algemeene toezeg gingen, maar verlangde hij duidelijke en positieve verzekeringen. Dan weer liep het gerucht, dat Salisbury onvoorwaardelijk de re geering zou aanvaarden en het Parlement zou ontbinden, om, altijd "vötgefts de oude kieswet, een beroep te doea op het Engelsche volk, of het inJiberalen .dan .wel ia conservatieven geest geregeerd wenscht ie. worden. Lord Salisbury heeft op deze taktiek zelfs gezin speeld, toen hij aan het Hoogerhuis verzocht, de definitieve stem ming over de wet tot herziening van de indeeling der kiesdistric ten eenige dagen te willen uitstellen, omdat na die stemming geen* ontbinding van het Parlement meer kon plaats hebben vóór November. Eene derde mogelijkheid, die vooral door de liberale pers werd uitgestrooid en zells begroet werd als do eenige oplossing der ? crisis, was de reconstructie van het kabinet-Gladstoae. Eindelijk werd Woensdag, in Hooger- en Lagerhuis, de mededeeling gedaan dat Lord Salisbury zich bereid verklaarde de teu gels van het bewind over te nemen. Er was een compromis tot stand gekomen, waarbij, zooals later bleek, de heer Gladsione wel is waar had geweigerd om ^gespecificeerde toezeggingen" te doen, doch ten slplte toch > gespecificeerde verzekeringen" badgegeven. De nuance ia lijn, en de praktijk der naaste toekomst zal moeten leeren, in hoeverre de heer Gladstone en zijne partij zich door deze verklaring gebonden achten. In elk geval 'is thans een einde ge komen aan den demissionairen toestand der Engelsche regeering-, een tóestand waarvan de nadeelige invloed, ? vooral met het oog op de vele onopgeloste vraagstukken van buitenlandsche politiek, zich meer en meer deed gevoelen. Uitdrukkelijk werd dan ook door Lord Salisbury verzekerd, dat hij vooral door de overweging van de nadeden, die uit het voortduren der crisis voor den slaat zouden kunnen voortvloeien, met eenparige toestemming zijner collega's de regeeringstaak had aanvaard. De vervanging van het liberaal kabinet?Gladstone door een conservatief kabinet?Salisbury is dus een voldongen feit. De . plechtigheid van het .overhandigen der zegels door de aftredende ministers aan de Koningin, waarna deze ze weder aan de nieuwe titularissen in handen stelt, heeft volgens oud gebruik reeds plaats gehad. De samenstelling van het nieuwe kabinet, waarvan ons vorig overzicht slechts eene onvolledige en sedert nog hier en daar gewijzigde opgave bevat, is thans de volgende: Voorzitter van den ministerraad, tevens minister van buitenlandsche zaken: Lord Salisbury; Eerste Lord van de schatkist: Lord Iddesleigh (Sir Stafford Northcote); minister van financiën en leider van de conservatieve partij in het Lagerhuis: Sir Michaöl Hicks-Beach; Lord Kanselier: Sir Hardinge Giffard; president van den Privy Council: Lord Granbrook; geheim zegelbewaarder: Lord Harrowby; minister van binnenlandsche zaken: Siriüchard Cross; van koloniën: kolonel Stanley; vao oorlog: de heer Smith; voor Indië: Lord Ftandolph Churchill; van marine: Lord George Hamilton; pre sident van den Local Government Board: de heer Balfour; minister van koophandel: de hertog van Richmond; vice-president van den Privy Council: de heer Stanhope; Lord Luitenant van Ierland: Lord Carnarvoa; Lord Kanselier van Ierland: de heer Gibson. Voorts: opper-secretaris voor Ierland: Sir W. Hart Dyke; hoofd van het departement voor openbare werken: de heer Plunket; kanselier van het her togdom Lancaster: de heer Chaplin. Met uitzondering van Lord Harrowby, Lord Randolph ChurchilH en de heeren Plunket en Chaplin, zijn alle nieuwe titularissen werkzaam geweest in het ministerie-Beaconsfield. Het wetsontwerp betreffende de herziening van de indeeling der kiesdistricten is, na door het Hoogerhuis te zijn goedgekeurd, Donderdag door de Koningin bekrachtigd. Hooger en Lagerhuis zijn daarop uiteengegaan, om tegen 6 Juli a. s. de werkzaamheden met de nieuwe regeering aan te vangen. In het Afghaansche vraagstuk is in de afgeloopen week geenerlei verandering gekomen. *** De Fransche Kamer van Afgevaardigden werd deze week in kennis gesteld met den inhoud van het veelbesproken vredestractaat lusschen Frankrijk en China. De algemeene indruk is vrij gunstig; veel politieke voordeelen heeft Frankrijk wel is waar niet behaald, doch op commercieel gebied zijn door China eenige niet onbelangrijke concessiën gedaan. Het is nu maar de vraag, hoe lang de zonen van het Ilemelsche rijk het zullen goedvinden, hunne verplichtingen na te komen, en of niet binnen betrekkelijk korten tijd omstandigheden, van hunnen goeden (!) wil onafhan kelijk, tusschen beide zullen treden, die dit voor Frankrijk zoo kostbare werk des vredes weder ongedaan kunnen maken. De recruteeringswet, die de Kamer reeds lang bezig hield, is met 350 tegen 8il stemmen definitief aangenomen. Ook werd het wetsontwerp van den minister Sidi Carnot goedgekeurd, waar bij de Regeering gemachtigd wordt tot uitgifte van obligaliën ten bedrage van 416 millioen francs* om de kosten van den bouw ,van scholen en den aanleg van wegen te dekken. Bij dezegele' genheid werd de financieele politiek van de laatste jaren aan eene scherpe critiek onderworpen; het waren vooral de leden Daynaud en Amagat, die de Regeering verweten, op schromelijke wijze 's lands gelden verkwist en schoonsch ij tiende begrootingen opgemaakt te hebben. De voorbereidende werkzaamheden voor de aanstaande verkie zingen hebben sedert eenigen tijd een aanvang genomen. Het meest werd deze week de aandacht getrokkenuet door manifest der uiterste linkerzijde, dat in eene vergadering van 115 radicale afgevaar digden werd opgesteld en daarna openbaargemaakt. Het oordeel der pers over dit document is zeer uiteenloopend en getuigt, naar gelang van de bron waaruit het voortspruit, van meerdere of mindere waardeering. De hoofdpunten zijn: veroordeeling der koloniale politiek, rechtstreeksche keuze van den Senaat door het volk, inkomstenbelasting en andere financieele hervormingen, verkorting van den militairen diensttijd tot drie jaren, scheiding van Kerk en Staat en handelsvrijheid. In eene bijeenkomst van de bureau* der republikeinsche mid dengroepen werd besloten, uit de verschillende fractiön een ge meenschappelijk kiescomitésamen te stellen. Moeielijk valt het te voorspellen, of en in hoeverre de antirepublikeinsche partijen bij de aanstaande verkiezingen zullen win nen. In elk geval was voor haar de uitslag van de verkiezing voor een lid van den Senaat in het departement Ille-et-Vilaine, waarbij de royalist Veron met eene geringe meerderheid werd gekozen en de republikeinsche candidaat de vlag moest strijken, al bijzonder verrassend en heeft in het kamp der republikeinen een hoogst ongunstigen en ontmoedigenden indruk teweeggebracht. Indien deze uitslag, in een district dat sedert 1879 steeds repu blikeinsche afgevaardigden naar den Senaat zond, beschouwd mag worden als het gevolg van eene zekere kentering der openbare meening in Frankrijk, dan voorspelt hij aan de republikeinsche partij weinig goeds van de algemeene verkiezingen, die weldra voor de deur staan. De publicatie van eene reeks brieven, door den onlangs in China overleden admiraal Courbet aan zijne vrienden geschreven, heeft veel sensatie veroorzaakt. Voor de aanhangers van Ferry, wiens ondoordachte politiek daarin op eene treffende wijze wordt ver oordeeld, zijn deze brieven, met het oog op de aanstaande ver kiezingen, op zijn zachtst gesproken zeer onaangenaam, omdat zij gevoelige waarheden bevatten, die bezwaarlijk weerlegd kunnen worden. Voor de aanhangers der monarchie daarentegen bevatten zij een aantal hoogst welkome gegevens, om de republikeinscho

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl