De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 28 juni pagina 11

28 juni 1885 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

+ DE AilSTERDAMMEH, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND. 11 ,V_' -Vx. . ilTdal de nienisc^heid ziéh'oök niét door 't gevaar van zich ' 9TV«m"-Eai laten Weerhouden zich met walging af téwenden ,'TOi die verdierljjfcte kunst, die hare geniale kunstvaardiglieid heeft behonden, maar hare hoogere factoren: hjtar roeping en haar wijding ver geten en verloren heeft. Mfl leerde de bepeiening van de geschiedenis der zeden en gewoonten dat er tijdvakken waren van groote welvaart, waarin dartelheid en over moed, door weelde en voorspoed gekweekt, de kieschheid en eerbaarheid in 't aangezicht sloegen. (tydvakken als dat waarin Breéroo, schreef in't klein of dat van 't Romeinsche keizerrijk in 't groot). Maar dat daarnaar altoos weder tijdvakken zrjn gevolgd, waarin de menschheid vaak door tegen stand en ellende na de les geleerd, te hebben dat waar de kieschheid niet- wordt gekweekt, de aiiscJiJieicl op den duur schade lijdt, omsloeg tot een preutschhoid, waarvan de overdrijving of de geveinsdheid dan weder voerde'tot eene reactie. Eene reactie als die waarvan ik, niet slechts voor mjj, maar -ook voor 't gansche. ruenschdom (dus ook voor den heer F. v. d. Goes zelven) hoop, dat wig niet, zooals hij schijnt te meenen, thans nog maar aan 't begin staan. D. C, M. Jr. ONNET. In de eenzaamheid in stille mijmering verzonken, Liet *k vaak m^n blikken over 't. blauwe meirvlak dwalen. Daar woont de meirgod in zijn kristallijnen zalen, Damr woïdt bij zang en dans geklonken en gedronken; Baar tintalt d« elste wjjn in gouden feestbocalen, Door schoone maagdenhand ten boorde vol geschonken; De jonkvrouw -wordt niet .mpe.te, lachen en te lonken, En zweeft in vilden wals door kristallijnen zalen. Maar sis de stormen over 'tbuld'rend meirvlak zweven, Dan kroont een diadeem beur glanzend gouden lokken, Dan tooit heur 't slepend kleed met paarlend schuim doorweven, En 't golvend heraehjn, bezaaid met zilvervlokken. Den scheep'ling lokt zy mee; bij 't klinken der bocalen Walst bg den wilden wals door kristallijnen zalen. Astiveri. DISTICHEN, Jongelingsdwaasheid. Zonder de minzieke lente, levert de herfst a geen vrachten; Wie nooit jongeling was, nimmer ook wordt hij een man. Dwaling. jSltiit uw oören niet dicht voor de gulden woorden der oudheid: ' Is 't méiischTvjke lot; dwaal waar volhard er niet ia!" '? " . : T. Placidus, LOSSE B1LADEN «it Prof. CoiiKAEis' Letterkundig Receptenboek. ' LOFFÊLTS VADERLANDSCHE CRITIEK-INKT. ~ ?"-: Galnoot en alsem, van elk honderd gram, Stamp die tot poeder en giet er Hout-azijn op en voeg drupp'lënfl er by Spirit een half deciliter. Grijp dan uit Shakspere, citaten een gros, Leg-die dooreen in een trechter, Zijg 't wrange vocht daar doorheen en het wordt Niet klaarder uiat beter, of slechter. ."..". "-. ' Maar't krijgt wat glans voor het groote publiek, . Dat ziet jsoo graag kleuren die spreken, '"?". Al blijft aft fond, de mixtuur even dun, Ze echijat,toch geleerd voor de leekeu. Voor tooneelrecensiën Is deez' inkt probaat, Ook voor kunstcritieken Zyt g' er mee gebaat, Maar S weest' hoogst voorzichtig Met dit preparaat, Het is ijs'lijk giftig En doet licht'lyk kwaad. INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN. PartefeuiiU 27 Juni ? Concert te Leeuwarden. A. P., De Salon te Parijs. Tentoonstelling David Bles.?Beursplin Y. Taco H. de. Beer, van Tony. De Brugscae Beijaard. N»<?rnk. J. Vwcouiltie, Gentsehe Studenten-Almanak. Mythologisch Woorden boek van Dr. Kroon. G. P. ff. Zahn, Bijdragen tot, eene geschiedenis van het geslacht van Keulen, door G. D. Bom, H.Gzn. P. W. Schwlppei-t, Mieoellen. Engslsche .Leestafel. Jack, Londensche Tooneelcauaerie. Het verwijderen van vetïlekkea. H. N. N., Eene nieuwe wgze van photolitographie. Correspon dentie : Kunstkritiek. Speetator, 27 Juni. Berichten en mededeeliagen. Biehard Lspaius, door dr. C. Leemans. WestVlaamsen en Nederlandse!}, door prof. Paul Fredcrica. Letterkundig kroniek, doo Wolfgang. Vluguwren. j Nieuwe' ' De Eoho, Nieuw Iwaëlitisoh orgaan. Ie jaargang, No.l. (Wekelijks.) Per jaarg. G. L. Kepper, De regeering van Koning Willem den Darden. Afl. J. Per afl. E. J. Potgieter, Personen en onderwerpen. Kens uit zyhe boekbeoorde'elingen. Catharina Alberdingk Tbym, De godsdienst ia het onderwijs der meisjes . . Mr. A. Beaujon, Overzicht der geschiedenis van de Nederi. zeevischerijen. . . P; ? F. Brnnings, Mün vriend Parelman. Novellen. .......... . Mevr. Eliae van Oaloar, Hoe ik door ervaringen tot overtuiging kwam ... . Cella, De Feestdag. Een verhaal voor kinderen ?...??? ???.. Elisabeth Halden, Het Nest. Een faniiliegesohiedeDis. ..,..»».. Op het Feest. Keur van nieuwe en oorspronkelijke voordrachtsn in proza en poëzie. ...... ........ ... ....,.. P. K. Kosegger, AmbroB pa andore Novellen ..... ., ...... De vroolijke Zanger. Verzameling van Liederen voor Groene-, Koperen-, Zil veren en Gouden Bruiloiten, Verjaardagen, Bijeenkomsten, enz. ..... ? 3. 3.75 M 1.50 0.25 3.50 B 2.50 » C.60 1.10 J.50 0.75 1.90 0.30 MILITAIRE ZAKEN. GRIEVEN ONDER HET KORPS INGENIEURS DER KON. NED. MARINE. Reeds tweemaal brachten wij in dit blad onder bovenstaanden titel (zie No. 324 van 9 September 1883, en No. 386 van 16 Nov. 1884) grieven ter aandacht van het publiek, die er bestaan by het korps scheepsbouwmeesters onzer zeemacht. Toen somden wij iu hoofdzaak grieven van materieelen aard op, als '' henadeeliug in promotie en bezoldiging', thans zullen wij moreele grieven behandelen. . Niettegenstaande het Departement van Marine wil, dat alles wat onze zeemacht aangaat gehuld wordt in een waas van geheimzinnigheid, is het voorgevallene met de Nautilus en Sommelsdyk spoedig publiek geworden, doch helaas slechts ten halve! Men weet, dat een zeer duur Engelsch geneesheer, Sir E. Reed, in consult geroepen werd bij deze beide zieken. Voor de buitenwereld was deze zaak een kaakslag in 't aangezicht van het korps ingenieurs, daar de schijn er door iu 't leven werd geroepen, dat het Departement van Marine op de kennis onzer ingenieurs niet genoeg vertrouwde om een paar eenvoudige quaesties op te lossen. Zij die bekend zijn met het innerlijke leven van dat korps, hebben de inroeping van Reed, eenigezins anders opgevat. De publieke opinie gelooft, dat de ingenieurs der zeemacht de personen zijn, die onze oorlogschepen ontwerpen en laten bouwen. Alle failures" op scheepsbouwkundig gebied komen zoodoende op rekening van gezegd korps: ook schijnt het de schuld te moeten dragen, dat onze werven zooveel duurder werken dan de particuliere industrie. De werkelijke toestand is echter anders. Bij onze zeemacht zijn, evenals op den Olympus, een aantal goden; en evenals daar vervult iedere god meer dan eene waardigheid. De chei der af deeling materieel der zeemacht" is een zee-officier; en op hem rust de verantwoordelijkheid voor het beheer der werven, benevens voor den gang des arbeids aldaar, zoowel op technisch als op administra tief gebied. De Directeuren der directiën onzer Marine zijn vlagofficieren, en weder verantwoordelijk voor hetgeen op het gebied van scheepsbouw by hunne directie plaats heeft. Een zee- officier vervult de betrekking van inspecteur van den stoomvaartdieust; als zoodanig strekken zich zijne bemoeiingen uit tofc het in aanbouw en herstelling zijnde materieel. Men ziet het: zuiver technische betrekkingen worden door niet- technici vervuld. De hoofd-ingenieur,' adviseur voor scheepsbouw, is geplaatst aan het hoofd vaa het korps ingenieurs der Marine. Hij moet van raad en bericht dienen, hetzij mondeling, hetzij schriftelijk, naarmate dit verlangd wordt, aangaande alle zaken betrekking hebbende op het vak van scheepsbouw. Een verantwoordelijk persoon is hij in zekeren zin niet; de chef der afdeeling materieel der Zeemacht behoeft zich natuurlijk aan zijne adviezen niet te storen. Uit het hierboven gezegde kan men nagaan hoe lastig het zoeken is ? naar den man, die alles leidt: voor de eenheid ia plannen en uitvoering is niet alleen geen technisch persoon, maar totaal niemand aangewezen. Niet te verwonderen valt het, dat zulks tot allerdroevigste toestanden aanleiding kan geven. \Vij spraken boven van een consult met Sir E. Reed; dit is onjuist. Hoe ongeloofelijk het klinken moge, van vertrouwbare zijde is ons verzekerd dat de hoofd-ingenieur, adviseur voor scheepsbouw, Sir E. Reed niet eenmaal gesproken heeft. De onderhandelingen zijn gevoerd door allerlei kantoren en personen, die met de leiding der zaken niets te maken hebben. ^ Als Izulks waar is, welk een toestand ! Welk een ruim veld voor ver- ' beteringen, indien onze Volksvertegenwoordiging de lieve schooljeugd maar eeaigen tijd kon vergeten'. Hoe onder dergelijke organisatie een plan van een schip gemaakt wordt laat zich denken. De clief van het materieel, de inspecteurs over artillerie en stoomvaartdieast, en de adviseur voor scheepsbouw komen bijeen, en ieder dezer goden van den Haagschen Olyniph draagt een steentje bij tot het plan, maar niemand matigt de afzonderlijke eischen. Terwijl het schip in aanbouw is worden naar ieders aanwijzing de oorspronkelijke plannen meestal gewijzigd, wat nadeelig is voor 'sLands financiën, en soms voor de deugdelijkheid van het oorlogsvaartuig. Wanneer wij de wijze nagaan waarop de scheepsbouw bij onze Marine bestuurd wordt, dan zien wij, dat het volgende uit het oog verloren is; De Officier der Marine is zeeman, en geen technicus. Schip en machine zijn n, beide moeten dus door denzelfdeu persoon ontworpen worden, namelijk door den ingenieur. Verantwoordelijkheid bestaat er eigenlijk niet ; volgens de bepalingen zou deze in hoofdzaak rusten op personen, die geen technici zijn, en dus op het gebied der techniek niet verantwoordelijk gesteld kunnen woi'd,e.n. %,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl