Historisch Archief 1877-1940
+ DE AilSTERDAMMEH, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND.
11
,V_'
-Vx.
. ilTdal de nienisc^heid ziéh'oök niét door 't gevaar van zich
' 9TV«m"-Eai laten Weerhouden zich met walging af téwenden
,'TOi die verdierljjfcte kunst, die hare geniale kunstvaardiglieid heeft
behonden, maar hare hoogere factoren: hjtar roeping en haar wijding ver
geten en verloren heeft.
Mfl leerde de bepeiening van de geschiedenis der zeden en gewoonten
dat er tijdvakken waren van groote welvaart, waarin dartelheid en over
moed, door weelde en voorspoed gekweekt, de kieschheid en eerbaarheid
in 't aangezicht sloegen. (tydvakken als dat waarin Breéroo, schreef in't
klein of dat van 't Romeinsche keizerrijk in 't groot). Maar dat daarnaar altoos
weder tijdvakken zrjn gevolgd, waarin de menschheid vaak door tegen
stand en ellende na de les geleerd, te hebben dat waar de kieschheid
niet- wordt gekweekt, de aiiscJiJieicl op den duur schade lijdt, omsloeg
tot een preutschhoid, waarvan de overdrijving of de geveinsdheid dan
weder voerde'tot eene reactie. Eene reactie als die waarvan ik, niet
slechts voor mjj, maar -ook voor 't gansche. ruenschdom (dus ook voor
den heer F. v. d. Goes zelven) hoop, dat wig niet, zooals hij schijnt te
meenen, thans nog maar aan 't begin staan.
D. C, M. Jr.
ONNET.
In de eenzaamheid in stille mijmering verzonken,
Liet *k vaak m^n blikken over 't. blauwe meirvlak dwalen.
Daar woont de meirgod in zijn kristallijnen zalen,
Damr woïdt bij zang en dans geklonken en gedronken;
Baar tintalt d« elste wjjn in gouden feestbocalen,
Door schoone maagdenhand ten boorde vol geschonken;
De jonkvrouw -wordt niet .mpe.te, lachen en te lonken,
En zweeft in vilden wals door kristallijnen zalen.
Maar sis de stormen over 'tbuld'rend meirvlak zweven,
Dan kroont een diadeem beur glanzend gouden lokken,
Dan tooit heur 't slepend kleed met paarlend schuim doorweven,
En 't golvend heraehjn, bezaaid met zilvervlokken.
Den scheep'ling lokt zy mee; bij 't klinken der bocalen
Walst bg den wilden wals door kristallijnen zalen.
Astiveri.
DISTICHEN,
Jongelingsdwaasheid.
Zonder de minzieke lente, levert de herfst a geen vrachten;
Wie nooit jongeling was, nimmer ook wordt hij een man.
Dwaling.
jSltiit uw oören niet dicht voor de gulden woorden der oudheid:
' Is 't méiischTvjke lot; dwaal waar volhard er niet ia!"
'? " . : T. Placidus,
LOSSE B1LADEN
«it Prof. CoiiKAEis' Letterkundig Receptenboek.
' LOFFÊLTS VADERLANDSCHE CRITIEK-INKT.
~ ?"-: Galnoot en alsem, van elk honderd gram,
Stamp die tot poeder en giet er
Hout-azijn op en voeg drupp'lënfl er by
Spirit een half deciliter.
Grijp dan uit Shakspere, citaten een gros,
Leg-die dooreen in een trechter,
Zijg 't wrange vocht daar doorheen en het wordt
Niet klaarder uiat beter, of slechter.
."..". "-. ' Maar't krijgt wat glans voor het groote publiek,
. Dat ziet jsoo graag kleuren die spreken,
'"?". Al blijft aft fond, de mixtuur even dun,
Ze echijat,toch geleerd voor de leekeu.
Voor tooneelrecensiën
Is deez' inkt probaat,
Ook voor kunstcritieken
Zyt g' er mee gebaat,
Maar S weest' hoogst voorzichtig
Met dit preparaat,
Het is ijs'lijk giftig
En doet licht'lyk kwaad.
INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN.
PartefeuiiU 27 Juni ?
Concert te Leeuwarden. A. P., De Salon te Parijs. Tentoonstelling David
Bles.?Beursplin Y. Taco H. de. Beer, van Tony. De Brugscae Beijaard.
N»<?rnk. J. Vwcouiltie, Gentsehe Studenten-Almanak. Mythologisch Woorden
boek van Dr. Kroon. G. P. ff. Zahn, Bijdragen tot, eene geschiedenis van het
geslacht van Keulen, door G. D. Bom, H.Gzn. P. W. Schwlppei-t, Mieoellen.
Engslsche .Leestafel. Jack, Londensche Tooneelcauaerie. Het verwijderen van
vetïlekkea. H. N. N., Eene nieuwe wgze van photolitographie. Correspon
dentie : Kunstkritiek.
Speetator, 27 Juni.
Berichten en mededeeliagen. Biehard Lspaius, door dr. C. Leemans.
WestVlaamsen en Nederlandse!}, door prof. Paul Fredcrica. Letterkundig kroniek, doo
Wolfgang. Vluguwren. j
Nieuwe' '
De Eoho, Nieuw Iwaëlitisoh orgaan. Ie jaargang, No.l. (Wekelijks.) Per jaarg.
G. L. Kepper, De regeering van Koning Willem den Darden. Afl. J. Per afl.
E. J. Potgieter, Personen en onderwerpen. Kens uit zyhe boekbeoorde'elingen.
Catharina Alberdingk Tbym, De godsdienst ia het onderwijs der meisjes . .
Mr. A. Beaujon, Overzicht der geschiedenis van de Nederi. zeevischerijen. . .
P; ? F. Brnnings, Mün vriend Parelman. Novellen. .......... .
Mevr. Eliae van Oaloar, Hoe ik door ervaringen tot overtuiging kwam ... .
Cella, De Feestdag. Een verhaal voor kinderen ?...??? ???..
Elisabeth Halden, Het Nest. Een faniiliegesohiedeDis. ..,..»»..
Op het Feest. Keur van nieuwe en oorspronkelijke voordrachtsn in proza
en poëzie. ...... ........ ... ....,..
P. K. Kosegger, AmbroB pa andore Novellen ..... ., ......
De vroolijke Zanger. Verzameling van Liederen voor Groene-, Koperen-, Zil
veren en Gouden Bruiloiten, Verjaardagen, Bijeenkomsten, enz. .....
? 3.
3.75
M 1.50
0.25
3.50
B 2.50
» C.60
1.10
J.50
0.75
1.90
0.30
MILITAIRE ZAKEN.
GRIEVEN ONDER HET KORPS INGENIEURS DER
KON. NED. MARINE.
Reeds tweemaal brachten wij in dit blad onder bovenstaanden titel
(zie No. 324 van 9 September 1883, en No. 386 van 16 Nov. 1884) grieven
ter aandacht van het publiek, die er bestaan by het korps
scheepsbouwmeesters onzer zeemacht.
Toen somden wij iu hoofdzaak grieven van materieelen aard op, als ''
henadeeliug in promotie en bezoldiging', thans zullen wij moreele grieven
behandelen. .
Niettegenstaande het Departement van Marine wil, dat alles wat onze
zeemacht aangaat gehuld wordt in een waas van geheimzinnigheid, is het
voorgevallene met de Nautilus en Sommelsdyk spoedig publiek geworden,
doch helaas slechts ten halve! Men weet, dat een zeer duur Engelsch
geneesheer, Sir E. Reed, in consult geroepen werd bij deze beide zieken.
Voor de buitenwereld was deze zaak een kaakslag in 't aangezicht van
het korps ingenieurs, daar de schijn er door iu 't leven werd geroepen,
dat het Departement van Marine op de kennis onzer ingenieurs niet
genoeg vertrouwde om een paar eenvoudige quaesties op te lossen.
Zij die bekend zijn met het innerlijke leven van dat korps, hebben de
inroeping van Reed, eenigezins anders opgevat.
De publieke opinie gelooft, dat de ingenieurs der zeemacht de personen
zijn, die onze oorlogschepen ontwerpen en laten bouwen. Alle failures"
op scheepsbouwkundig gebied komen zoodoende op rekening van gezegd
korps: ook schijnt het de schuld te moeten dragen, dat onze werven
zooveel duurder werken dan de particuliere industrie.
De werkelijke toestand is echter anders. Bij onze zeemacht zijn, evenals
op den Olympus, een aantal goden; en evenals daar vervult iedere
god meer dan eene waardigheid.
De chei der af deeling materieel der zeemacht" is een zee-officier; en
op hem rust de verantwoordelijkheid voor het beheer der werven, benevens
voor den gang des arbeids aldaar, zoowel op technisch als op administra
tief gebied.
De Directeuren der directiën onzer Marine zijn vlagofficieren, en
weder verantwoordelijk voor hetgeen op het gebied van scheepsbouw
by hunne directie plaats heeft.
Een zee- officier vervult de betrekking van inspecteur van den
stoomvaartdieust; als zoodanig strekken zich zijne bemoeiingen uit tofc het in
aanbouw en herstelling zijnde materieel.
Men ziet het: zuiver technische betrekkingen worden door niet- technici
vervuld.
De hoofd-ingenieur,' adviseur voor scheepsbouw, is geplaatst aan het
hoofd vaa het korps ingenieurs der Marine. Hij moet van raad en bericht
dienen, hetzij mondeling, hetzij schriftelijk, naarmate dit verlangd wordt,
aangaande alle zaken betrekking hebbende op het vak van scheepsbouw.
Een verantwoordelijk persoon is hij in zekeren zin niet; de chef der
afdeeling materieel der Zeemacht behoeft zich natuurlijk aan zijne adviezen
niet te storen.
Uit het hierboven gezegde kan men nagaan hoe lastig het zoeken is ?
naar den man, die alles leidt: voor de eenheid ia plannen en uitvoering
is niet alleen geen technisch persoon, maar totaal niemand aangewezen.
Niet te verwonderen valt het, dat zulks tot allerdroevigste toestanden
aanleiding kan geven. \Vij spraken boven van een consult met Sir E. Reed;
dit is onjuist. Hoe ongeloofelijk het klinken moge, van vertrouwbare zijde
is ons verzekerd dat de hoofd-ingenieur, adviseur voor
scheepsbouw, Sir E. Reed niet eenmaal gesproken
heeft. De onderhandelingen zijn gevoerd door allerlei kantoren en
personen, die met de leiding der zaken niets te maken hebben. ^
Als Izulks waar is, welk een toestand ! Welk een ruim veld voor ver- '
beteringen, indien onze Volksvertegenwoordiging de lieve schooljeugd
maar eeaigen tijd kon vergeten'.
Hoe onder dergelijke organisatie een plan van een schip gemaakt wordt
laat zich denken. De clief van het materieel, de inspecteurs over artillerie
en stoomvaartdieast, en de adviseur voor scheepsbouw komen bijeen, en
ieder dezer goden van den Haagschen Olyniph draagt een steentje bij tot
het plan, maar niemand matigt de afzonderlijke eischen. Terwijl het schip
in aanbouw is worden naar ieders aanwijzing de oorspronkelijke plannen
meestal gewijzigd, wat nadeelig is voor 'sLands financiën, en soms voor
de deugdelijkheid van het oorlogsvaartuig.
Wanneer wij de wijze nagaan waarop de scheepsbouw bij onze Marine
bestuurd wordt, dan zien wij, dat het volgende uit het oog verloren is;
De Officier der Marine is zeeman, en geen technicus.
Schip en machine zijn n, beide moeten dus door denzelfdeu persoon
ontworpen worden, namelijk door den ingenieur.
Verantwoordelijkheid bestaat er eigenlijk niet ; volgens de bepalingen
zou deze in hoofdzaak rusten op personen, die geen technici zijn, en dus
op het gebied der techniek niet verantwoordelijk gesteld kunnen woi'd,e.n. %,