Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAN0.
No. 419
J
3EYEN HOOFDSTUK VAK PONSON DO TERRAIL,
__ tjjd, nu de uitgave bS afleveringen ala 't ware
r?heeft, «egt een fransch achrfcver, heeft een uitgever
,_,. «en nog aist verschenen werk van Ponson du Terrail
welks stijl en inhoud alle» wat tot heden het licht zag
uowUW Stelt.
EJj dévriendelijkheid van dien uitgever en den vertaler kunnen
thana een hoofdstak van dien roman aan onze lezers aanbieden. Door
eenvoudig uittreksel zal men kunnen beoordeelen in welk een onver*
geMjkelyk boeiendeu stijl het geheele werk geschreven ia.
43ste Gedeelte.
HOOFDSTUK GLXXVIII.
Oradouble gaf Tribaldi een teeken en wachtte.
Georgette zag hem met een verwilderden blik aan. Eensklaps vertoon
de zich de ontzettende waarheid aan haar geest en werd zij zoo bleek
«]§, een doode.
Toen was zQ oneindig schoon. Een tgger zou in tranen uitgebarsten
bij dien aanblik, maar Gradouble was wreeder dan dat wilde dier.
Georgette liet hem op dat oogenblik koud.
go tot een besluit gekomen?" vroeg hij kortaf.
Uever wil ik sterven!" sprak zij fier.
. 'jjïet z\j zool" was Gradouble's antwoord.
b tjgppnieuw gaf by Tribaldi een teeken; toen schelde hij driemaal.
% datzelfde oogenblik wei'd de verborgen deur geopend en traden
, dl^e gemaskerde mannen binnen.
jUsorgette vloog naar de wieg van baar kind, dat zij met kussen ea
fikken bedekte.
' Zy wilde spreken, maar geen geluid kwam over haar lippen.
^Monster l" gilde zij woest, gij zult niet aan Gods gerechtigheid
out«Omen.»
Om Gradouhles lippen speelde een grijnalacTi.
- «Weigert gg nog langer ?" vroeg hij.
Georgette antwoordde niet.
Welaan*t'dan l" hernam Gradonble.
Nogmaals gaf hg Tribaldi een teeken, die thans op de gemaskerde
mannen toeliep.
Georgette gevoelde dat zij verloren was. Met de eeoe hand drukte zij
haar kind in de armen, met de andere slaakte zij een hartverscheurenden
«a.
Onwillekeurig wuifde zg met haar zakdoek uit het raam, alsof zij van
daar hulp verwachtte. Nauwelijks had zij haar arm uitgestrekt, of er ver»
scheen een menschehjke gedaante voor haar oogen en zij voelde een
hevigen schok.
tt«t -was de graaf, die zijn noodlottig plan ten uitvoer bracht en dien
wij verlaten hebben op het oogenblik dat hij zich van de vijfde verdie
ping ia de eeuwigheid stortte.
Maar nauwelijks zweefde hij in de eindelooze ruimte, of bij bracht de
band aan ztfn voorhoofd, daar hem inviel dat hu zijn testament nog niet
gemaakt had.
Daarop greep hjj al vallende den zakdoek, dien de jonge sidderende
vrouw heen «n weer bewoog en klemde er zich met bijna
boventnenscbejtyk* inspanning aan vast.
(Gelukkig was het een nieuwe en van een sterke qualiteit).
Met een krachtsinspanning die men van zulk een teeder schepsel niet
«erwaeht zon hebben, doorstond Georgette den schok zonder van haar
plaats te wijken en trok den graaf, naar zich toe,
Maar al die aandoeningen hadden haar kracht gebroken en met een
dankbaar ten hemel geslagen blik viel z$ in zwijm.
De graaf klom over de balustrade door het venster en kwam als de
bliksem de kamer binnenvallen.
D« drie gemaskerden namen de vlucht.
Slechts Gridonble en Tribaldi stonden pal.
Op het eerste gezicht herkende de graaf hem, dien hij reeds dertig
jfOrên te vergeefs had gezocht, hoewel hu hem nooit gezien had.
Eindelijk!" riep hg uit. Er is dus toch een Voorzienigheid daarboven."
Gradouble voelde voor het eerst zijn moed hem begeven. Hij begreep
dat er iets verschrikkelijks moest gebeuren.
Hij wendde zich tot zijn medeplichtige, maar ook Tribaldi was verdwenen.
Ook hij verlaat m\jj" mompelde hij woedend. De lafhartige." 1)
HO greep naar het hecht van z\jn dolk, maar de graaf hield hem door
een blik zijner vurige oogen van zijn wreede wandaad terug.
Een woordje, als het u belieft," begon hij.
Die stem deed Grabouble van het hoofd tot de voeten trillen. Zijn
knieën knikten.
Wie zgt gij ?" stamelde hij:
De graaf was zichzelf weer meester geworden. Koelbloedig stak hij een
sigaar op.
Dat zult go hooren wanneer de tijd gekomen is," hernam hij.
Gradouble moest aan dien verschrikkelijken toestand eeu einde maken,
HU wierp zich op de knieën en riep :
Genade!"
Het is wel," sprak de graaf. Hoe velen wachten op u?
Zeven en twintig".
Zjjn zij gewapend?"
Ja, ik heb hen van wapenen voorzien."
Kan men in nood en dood op hen rekenen?
jOp hun verknochtheid kan ik staat maken."
«Stüfe!" bulderde de graaf met heesche stem.
Maar eensklaps ontdekte hij Georgette, die nog steeds onbeweeglijk als
«en, geknakte lelie op den grond lag uitgestrekt.
.?Dood!" riep hij in wanhoop uit.
Neen," fluisterde zjj, slechts in zwijm gevallen."
'?De graaf ondersteunde zijn hoofd met beide handen.
Dus zgt gij nujn zoon!" riep bij uit, terwijl hij op Gradouble tcreScWJöt.
'' Mjjn vader!" gilde deze in verrukking, terwijl bjr zyn «nu naadden
graaf uitstrekte.
Geen pen is in staat den glans van genoegen die het gelaat vanMè»
graaf bescheen, te beschreven.
Laat ons vluchten," hernam hy, geen minuut mogen wjj langer bier
blijven."
Ja, laat ons vluchten!" sprak Gradouble.
Maar eensklaps werden beiden tot de treurige werkelijkheid teruggebracht.
Te laat!" snikte h\j handenwringend.
Helaas te laat!" herhaalde de graaf.
Men hoorde duidelijk voetstappen naderen; toen werd er hevig op de
deur geklopt. Doe open in naam der wet!" riep een gebiedende stem.
Gradouble snelde naar het venster. Ook dat werd bewaakt.
Wat nu?" riep bij hartstochtelijk uit.
Open de deur!" herhaalde een stem.
De kolven der geweren sloegen op de deur, die in splinters scheen uit
een te zullen springen.
Vader en zoon wierpen zich in elkanders armen.
Een onbeschrijfelijke smart maakte zich van hen meester.
De deur hing nog slechts aan een hengsel» de kolfslagen Werden steeds
heviger.
Nog slechts n sekonde, dan zou alles voorbij zijn.
Eensklaps kreeg da graaf een duivelsche ingeving. Zijn gelaat herkreeg
als door een tooveralag zijn gewone kalmte.
Met vasten tred begaf hij zich naar de deur, diéweldra zou instorten,
trok er den grendel af en op het oogenblik, dat de soldaten de kamer
binnenstormden» opende hjj met eene groteske handbeweging zijn mond
en riep met forsche stem: Wordt vervolgd*
Ponson du Terrail.
1) Niet n"t lafhartigheid wa? Tribaldi gevlucht. H\i herinnerde zich echter plot
seling, dat hij reoda in een der vorige hoofdstukken gedood was; daarom begreej»
hij ook dat hij ia deze kamer niet op zijn plaats \vas.
(Noot van de Eeihktie.)
EEN GEZELLIG AVONDJE TE AMSTERDAM IN 1684.
III (Slot).
Tweede Kuyiering.
Hoewel ik gistren scheen veftóèid,
Van 't Kuieren in gedagten,
Zoo dunkt mij, dat mijn lust weer groeit:
De slaap geeft nieuwe kragten.
Om door te wand'len d' Oude Stad,
Wijl 't mooie weer mij wekte,
't Geen ik tot uitgaan dienstig scliat
Daar mijn vermaak toe strekte:
Om uit des Damvaks Gulde Bril
De Vijgendarn te maken,
Opdat ik verder na mijn wil,
d' Halsteeg niogt doorgevaaken,
En d'Oude Doele- en Breedestraat
Ter sluis van Sint Antonis,
En plaatse daar die Poort nog staat,
En 't Joodsche volk gewoon is.
je wandlen daaglijks heen en weer,
Waarvan ik mij zal wenden
Na 't Laazrus huis op 't Muijer veer
Of d'andre we» ten enden.
Dus keerde ik mij ter Blinker zij.
Af van de Lnazrus narren,
De Gruttersmoolen regt voorbij,
Om daar niet in te warren.
Heel onvevhindevd in mijn reis,
Die 'k eerst maar had begonnen,
Al voorwaarts uit, Lijnregt, na d'eis,
Van die daar Touwwerk sponnen,
En winnen zoo, gaande achteruit,
Haar kost voor wijf en kinderen;
Dus raakten ik voorbij 't Buskruid
't Geen brandend geeft veel binders,
Dog 't hinderde mij niet met al,
Vermits het lag beslooten,
Ombolw«rkt met een aarden wal,
En schildwagt onverdrooten.
Die daar alleen om stond te wagt,
Door krijgsraads goede wetten,
En wel genoomen wiord in agt,
Om ong'luk te beletten.
Aldua ging ik nog verder voort,
In 't kort de Schans ten enden,
En wist nauw of ik Zuid of Noord,
MLj heeren zou, of wenden.
Ter ^linkerhand weerom naar stee
Langs Nieuwe Waals gebouwen,
Ea 'tWilge Raspbuis (zeg ik mee),
Van Bedelaars en Vrouwen.