Historisch Archief 1877-1940
v '*.' "? ??»?
?t ~
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
fcf
doédenken. Een hartstochtelijk naspel (C-mol) volgt op de woorden
Mij ten ballingsoord", en bereidt ons voor op de sombere stemming van
bet Volgende nummer.
Daar rijzen stemmen in den nacht,
En fluist'ren, eerst gesmoord en bang,
Pau luider, schoon nog altijd zacht:
floe langï"
Van het nevenstaand motief
teeft de componist, geheel in
overeenstemming met het gedicht,
uitnemend partij getrokken. Het
is als het ware de formule van
Hoe lang? de geheele compositie, ook waar
zij ruimere vormen aanneemt, en fot eene gezang-scène" wordt. Telkens
vindea wij dit klagend motief terug; nu eens in de begeleiding, dan in
den zang. Khythmisch onveranderd, maar tot het interval van een quint
uitgebreid, vormt het ook het hoofdbestanddeel der gefigureerde begelei
ding, waarvan wij den aanhef laten volgen:
enz.~~
PP espress
Mii
Het fluist'ren, eerst gesmoord en bang" heeft intussehen den heer de
Lange eene opvolging van quinten in de pen gegeven, die ons wat al te
kras voorkomt. Men oordeele :
en fiuis-tren eerst se-smooïd en bans, dan
-ol* ^
Ts dit soms een drukfout ?" zal menigeen vragen. De componist heeft
blijkbaar die vraag voorzien : door het (anders onnoodige)
herstellingsteekou bij de derda en vierde C in den bas roept hij ons toe : het klinkt
wonderlijk, maar ik heb het zóó bedoeld."
Een fraai contrast wordt verkregen door de verlokkende melodie op de
woorden :
Li#t niet het einde in uw macht ;
liet laatste lied, des zwauenzang ?
Maar spoedig keert de sombere stemming terug, eii uit zich, bij de
laatato woorden, met een scherpen dissonant, in een waren wanhoopskreet.
Kustig, maar i'ier en krachtig, klinkt de volgende zaag:
Eenmaal zal mijn laatste morgen
Opgaan over 't hemeliuim.
Voor den zanger w dit een dankbaar nummer.
Het hierop volgende Andante is, naar ons oordeel, het schoonste num
mer van den bundel. Hier bestaat volkomen overeenstemming tuaschen
dichter en componist. Onmiddellijk daaraan sluit het laatste Lcnto
(-^, C-dur), dat, door een uitstekend zanger voorgedragen, zeker diepeu
indruk zal maken, al zijn de modulatiëu soms harder, dan de zin dia'
lekgtWOOïden schijnt noodig te maken. De dissonant aan het slot;
Li - a
komt ons minder gelukkig voor.
De lezer zal uit dit beknopt overzicht reeds bemerkt hebben, dat de
heer de Lange den zanger geen geringe eischen stelt. Ook de pianist
krijgt soms de handen vol werk". Enkele maten zijn bepaald niet uit
te voeren, wanceer men niet, gelijk de organist, over een pedaal beschikt.
Natuurlijk zal da speler zich wel er door slaan, maar het zou geen over
bodig werk zijn geweest, als de componist de wijze had aangegeven, waar
op bijv. de op blz. 19, eerste systeem, voorkomende maten moeten wor
den gespeeld.
Wij bevelen ten slotte den van degelijk talent getuigenden arbeid dea
heeren S. de Lange aan in de belangstelling van allo muziekvrisndeu,
Voor wie een niet allcdaagsche kost niet te zwaar te verteren is.
UIT PARIJS;
XXVII.
In de afgeloopen week kwamen de onstcrfdijkcn weder bijeen om een
opvolger te kiezen voor About en Jules Sandeau. Een viertal candidaton
betwistten elkander de eer van een zetel in de academie; onder hen tsvee
ook in ons land wolbekende mannen. Droz, wiens laatste werk Tristcsses
t Sourircs terecht zulk een opgang maakte ver buiten Fraukrijka
grenaen, en de vermaarde oeconoom en iinancier Leon Say.
De geleerde mannen hebbeu het over de keuze niet eens kunnen wor
den. Droa kreeg n stem meer dan Say, maar do vereischte meerderheid
bleef achterwege en do aetel blijft vacant tot ia het najaar.
Naar aanleiding van de laatste receptie, die van Victor Dnruyj waarvan
ik in mijn vorig artikel melding maakte, klaagt Ph. de Grandlieu in den
Figaro over de lange speeches, die er bij dergelijke gelegenheden wof den
gehouden, een misbruik, dat hand over hand toeneemt en de toehoorders
dwingt om uren lang te braden of te bevriezen in den tempel der ge
leerdheid. Hij wil tot het oude gebruik terugkeeren, om met een enkel
woord slechts de nieuwbenoemde leden te ontvangen en te begroeten. Vroe
ger waren de toespraken zóó kort, dat men in ne zitting twee of dria
academiciens kon reeipiëeren, waarbij dan met de beantwoording niet
minder dan vier of zes redevoeringen bij een en dezelfde plechtigheid
werden gehouden.
Het beroemde discours van Le Franc de Pompignan werd algemeen te
lang gevonden; het had twintig minuten geduurd en de koning beklaagde
er zich glimlachend over. "Wat zou de galante Lodewijk XV wel gezegd
habben, als men hem gedwongen had een uur lang te luisteren}
Eerst, sedert 1(J73 zijn de recepties der Academie publiek geworden,
Meer dan anderhalve eeuw lang geschiedde dit met gesloten deuren.
Fléchier was de eerste, die coram populo sprak en bij die gelegenheid
was de toeloop van het publiek zoo groot, dat men de politie te hulp
moest roepen om den ingang der zaal vrij te houden.
In 1761 werden Le Trublet, Batteux en Coëtlosquet op c en denzelf
den dag gerecipieerd, en hetzelfde had ook in 1807 plaats met Kaynouard,
Picard en Laujon.
Dubbele recepties en korte speeches waren vroeger regel. Onder de
regeering van Louis Philippe echter begint men met de enkelvoudige
recepties en de lange redevoeringen. Of' men daarmede iets gewonnen
heeft, mag sterk betwijfeld worden. Als de lengte den palm behaalt, dan
komt zeker de korte speech van den heer de Lesseps niet in aanmerking,
maar anders is deze ver te verkiezen boven die ellenlange toespraken,
waarop de onsterfelijken elkander tegenwoordig vergasten.
Ook vorm en inhoud dier discours zouden bij eenige verandering in,
belaogrijkheid en aangenaamheid kunnen winnen. Tegenwoordig lijkt het
eene discours sprekend op het ander. Een eeuw lang werden de meest
verschillende onderwerpen door de beroemdste Academici behandeld,
zooals La Bruyère, Voltaire, Condorcet, Malesherbes. Crébillon's receptie
werd merkwaardig door het feit, dat hij niet in proza maar in poëzie
antwoordde. Waarom volgen een deBornier en Leconte de Lisle niet dat
voorbeeld. Als zij in welluidende verzen hun gedachten weergaven, zon
zeker niemand hun proza daarvoor in de plaats wenschen.
Van Crébillon gesproken, men verhaalt van hem, dat toen hij op zekeren
dag druk bezig was met schrijven en een bezoeker zijn kamer kwam bin
nen stormen, hij dezen indringer toeriep: stoor mij niet, ik ben juist
bez't':; met een sehurkachtigen minister op te hangen en een handigen dito
weg te jagen. Ach waar halen we tegenwoordig nog eens aoo'n Crébillon
van daan!
Eindelijk zullen de liefhebbers van voorvaderlijke assche en
graf'tirnen hun zin krijgen; de crematie maakt snelle vorderingen. De eerste
inrichting van dien aard zal te Parijs worden gebouwd op het wester
kerkhof op Père-Laehaise.
Men zal bij don oven het stelsel volgen van Gorini, dat ook te Rome
en te Milaan wordt gebruikt. Daarby" bedient men zich van hout als
brandstof', verkrijgt een temperatuur van 600 graden, waarbij het, lyk
biimen de anderhalf uur verbrand wordt zonder dat eeuige onaangename
lucht wordt bespeurd. De kosten van iedere verbranding zouden niefc
hooger zijn dan 15 francs.
Hoe jammer, dat die brave Pel niefc over een dergelijke inrichting heeft
kunnen beschikken! Een hitte van 600 graden wel, de couranten
zouden hem zeker een groot man hebben genoemd en Elisa Boehmer zou
hare aanwezigheid door geen enkel onaangenaam luchtje verraden hebben t
De doodvonnissen zijn tegenwoordig te Parijs aan de orde van den dag,
Ook Marchandon, wiens proces deze week werd behandeld, is ter dood
veroordeeld. Die heeren moordenaars, wier zenuwen zoo krachtig als
staal zijn, wanneer zij hun vreeselyk handwerk uitoefenen, schijnen, waar
het hun eigen kostelijk leven geldt, aanstonds hun kalmte t0 verliezen.
Zoodra Marchandon het woord mort door den president der rechtbank
hoorde uitspreken, zakte hij, die zich al dien tijd goed had gehouden, als
een zandzak ineen en als een lijk werd hij de zaal uitgedragen.
Op het oogenblik zitten er niet minder dan negentien misdadigers op
den dood te wachten. De gevangenis la Roquette komt heel wat cellen
voor de ter dood veroordeelden te kort, want de architect heeft slechts op
drie gerekend!
De dokter Quinet, die opzettelijk uit Belgiënaar Parijs reisde om daar
zich op den verleider zijner vrouw te wreken en deze doodschoot, is onder
levendige toejuiching van het publiek, vrijgesproken l Wij keeren zoo
zachtjes aan terug tot den goeden ouden tijd van Lamech! De revolver
is en blijft aan het woord en onder dat regime mag men ongestraft zich
wreken en zijn eigen rechter zijn. Men zal werkelijk gaan meenen, dat
de gerechtigheid door het zoolang dragen van den blinddoek, ook aan
de kwaal van onzen tijd, kleurenblindheid is gaan lijden.
Purijs loopt langzamerhand leeg. De voorhoede, dat zijn de zooge
naamde tijdelijke Parijzenaars, die een maand of langer in de hoofdstad
vertoeven en daar dan zoo goed mogelijk den echten Parisien uithangen,
is reeds vertrokken. Als de Grand Prix gewonnen is, nemen zij de vlucht,
want dan is er volgens deae bevoegde beoordeelaars te Parijs nieta meer
te beleven.
Nu komen de echte Parijzenaars aan de beurt, die zoo gelukkig zijn
een klein plekje gronds buiten de vcstingwerken hun eigendom te kunnen
noemen. Die buitentjes liggen vaak vlak tegen de vestingwerken aan.
Blen slaapt om zoo te zeggen op d« sporen, die het landschap in menigte
doorkruisen, men moet zich in alles vreeselijk behelpen, laat zijn melk en
eieren uit Parijs komen, maar men is luiten. Zoo'u optrekje ta
Asuieres of Nogont is voor den kleinen koopman of rentenier een zalig
heid. Die het wat ruimer hebben in de wereld gaan op grooteren
afstand vau de stad hun villa's betrekken, te Bougival, Samt-Germain of