Historisch Archief 1877-1940
«o. 4i9
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
. ', HERINNERINGEN AAN LAMARTINE.
Cliarlea Alexaudre, Souvenira de Lamartine.
Na alles la deze dagen zich alleen bezighoudt met. Victor Hugo,
bestaat «r stellig weinig kans, dat er veel aandacht geschonken wordt
aan een werk dat kortelings uitgekomen is over den dichter, wiens naam
langen tijd in n adem met den zijne is genoemd en wiens levensloop
naast eeer veel overeenkomst, toch ook de grootste tegenstellingen met
dien van Hngo biedt.
We spreken over de Souvenirs," van Charles Alexandre, particulieren
secretaris van Lamartine; hoewel in lyrischen toon geschreven niette
vergeefs is Alexandre bij zijn veelbewonderden meester ter scbole ge
gaan en in den overtreffenden trap der bewondering, om niet te zeg
gen vergoding, opgesteld, bevatten zij menige belaugrijke bijzonderheid
over Lamartine, die nu reeds sinds jaren vergeten is, een vergetelheid,
welke niet van het oogenblik van zijn dood dagteekent.
? J)en eersten keer dat Charles Alexandre het huis betrad van den dichter,
voor wien hij sinds zijn jeugd een bijna dweepzieke vereering koesterde,
was het den 20 Maart 1843. Door zijn vriend Dargaud geleid, betrad hij
het fraaie entre cour et jardin"gelegen hotel vanden dichter, die toen neg
in goeden doen scheen te verkeeren: Mevrouw de Lamartine ontving hem
in haar atelier; zooals men weet was zij een Engelsche, die na den dood
harer beide kinderen zich geheel en al toewijdde aan haai- afgodisch be
minden echtgenoot, hare armen en hare kunst, want zij was een zeer
verdienstelijke ? schilderes en beeldhouwster. Alles in het atelier sprak van
dit drievoudig levensdoel der bewoonster, de tafel beladen met dagbladen,
brochures, brieven van behoeftigen en ongelukkigen, de schildersezel,
waarop een nog onvoltooid werk rustte, het fraaie wijwatersvat, haar
werk, dat men thans nog in de kerk van St. Germain l'Auxerrois bewon
dert en verseheiden portretten van den heer des huizes, alles smaakvol
geschikt, in ongekunstelde wanorde, geheel verschillend van de pijnlijke
netheid des salons toujours vides des families froides sans amitiés;" in den
haard een gezellig vuur, een gastvrije.vlam, tout charmait les yeux et
'Ie coeur, ce foyer avait une ame."
Eindelijk ging de xleur open, hij was 't niet helaas! maar de volgende
maal verscheen hij. Zoo beschrijft hem Alexandre in zijn eigenaardigen
stijl. Lui, Ie génie adoré, dans sa noblesse et sa grace souveraines. Je
Ie vis a travers un blouisseroent. Il rayonnait de l'auréole da génie, Ie front
.plein de grandeur sérein, vrai sanctuaire de Pinspiration.il avait ce port de
tête que Dieu ne donne qu'üses lus, et il l'avait seul; Chateaubriand
portait la tête avec orgeuil, Lamartine avec noblesse; la figure de l'un
tait hautaine, la figure de l'autre tait haute. Sa tête maigre, nerveuse,
sculptée par Ie divin artiste, bien posée sur la longue tige du cou, aux
yeux noirs pergants, au nez aquilin, a la bouche souriaute, au menton a
farge base, au front levé, a. la pfileur transparante, se détaohait sur un
habit noir. Sa taille lancée se cambrait avec une sveltes.te, une clógance
suprè'rnes; il avait la démarche rhytmée légere, lo corps, la beaut
de l'Apollon antique. Incessu patuit Deus! Il tait lyrique de la lête
aas pieds. Son corps fait de muscles et de nerfs, n'avait pas de chair.
Leonard de Vinci, qui a revele dans ses dessins les ressemblances tranges,
les affinités mystérieuses de l'animal et de l'homme, aurait troavédans
Lamartine la tête et les yeux de l'aigle, l'encolure et la noblesse dea
cygnes. C'était bien l'homme de poésie, un poète gentiihomme, comme
on disait au moyen-fige, ZVwilr Frangi comme l'appelaient les Arabes a,
sou voyage en Oriënt, un poète d'attitude héroïque plus que rêveuse, itm
eliêne et non un saule pleureur.... Il avait alors de la beautéde
rautomne; il entrait dans la saison müre; les teintes d'hiver n'avaient
pas blanchi ses cheveux rares, les grandes douleurs n'avaient pas creus
leurs plis."
Zoo verscheen hem dan Lftmartine het eerst; de halfgod verwaardigde
zich van zijn voetstuk af te dalen en de hulde van zijn vurigen vereer
der genadig aan te nemen; hij bleef het middelpunt van het gesprek,
zijn heldere stem met den bronzen klank, zijn schitterende welsprekend
heid, die zich zelfs in het hoekje van den haard niet, verloochende, boeide
alle aanwezigen, die hem als een orakel aanschouwden; elk zijner uit
spraken werd opgevangen als de machtspreuk van een prcfeet. Een der
gasten was de Fransche gezant in Den Haag en het gesprek viel op
Holland. Het oordeel van Lamartine muntte juist niet uit door oorspron
kelijkheid.
Ik heb Belgiëgezien," zeide hij, dat land beviel mij. Holland ken
ik niet, ik zou het willen zien; 't is een kalm, poëtisch land, 't is het
China van Europa."
Men werd aan tafel geroepen.
Lamartine wist ook daar op de beminnelijkste wijze gastvrijheid uit te
oefenen, een vorstelijke gastvrijheid, die hem zelf duur te staan kwam
en :waarvan hij persoonlijk weinig gerioot, want hij bleef matig als een
Arabier der woestijn, at niets dan groenten en vruchten, terwijl hij zijn
gasten noodigde een ruim gebruik te nïaken van de goede gaven, welke
de tafel van Mevrouw de Lamartine opleverde.
Na het diner ontspon zich eene discussie in den salon, waarin Charles
Alexandre opnieuw gelegenheid had, Lamartine te bewonderen in zijn talent
van redenaar. Na dezen avond, die hem den mensch Lamartine deed
kennen nadat hij zoo langen tijd den dichter had bewonderd, werd de
jonge man in zijn intimen kring opgenomen, hij haünog menigen geluk
kigen datum aan te teekenen, elk gesprek, dat hij met hem voeren
mocht, elke redevoering, die hij van hem hoorde; hij leerde ook mevrouw
de Lamartine, konnen, bewonderen, als een moeder liefhebben; zij was
n en al goedheid, opoffering en liefde voor haar man, die echter al
zegt sijn bewonderaar het ook in de zachtste bewoordingen met al het
«goïsrae van het genie dat zich van zijn waarde bewust is, die algeheele
toewijding van zijn gade aannam als iet» d|it van zelfs sprak, waarop hij
volledig recht had, zonder haar 't eenige terug te geven, waarnaar zij
emachtte: zijn liefde en vertrouwen. Zij deelde het lot van alle vrouwen
der geniën; zij gaf zonder ooit terug te ontvangen en haar stem
vertied bet treurige geheim. Zij wist dat lichaamsschoonheid haar ontbrak
en haar deugd hielp haar geduldig het lot te dragen, dat velen haar
benijdden en dat zoovele dagelijksche zelfoverwinningen en offers kostte.
Met groote vriendelijkheid ontving zij de schoone vrouwen en meisjes
uit alle landen der wereld, die dweepten met den vergoden weisprekenden
dichter, den idealen minnaar van Graziella, Elvire en Julie; zij luisterde
glimlachend en bewonderend naar de stemmen, die opgingen over zijn
beminnelijkheid, zijn genie, over de heerlijke scheppingen zijner jeugd,
die zij niet bezield had, over de zoete zangen, die van een liefde verhaalden,
waarvan zij het voorwerp niet was geweest; zij corrigeerde zijn drukproeven,
sprak haar meening uit over zijn werk, versierde zijn woning met haar
schilderarbeid, voerde zijn correspondentie, verzorgde haar armen en trachtte
aldus te vergeten, dat zij aan zijn zijde een treurig, eenzaam leven leidde»
dat zij twee kinderen bemind en weer verloren had. Allerliefst zijn haar
brieven aan den secretaris van haar man, vol zorg voor zijn belangen,
vol teedere liefde voor den dichter, wiens speculatiën zij betreurde, in
wiens verwarde financiën zij zooveel mogelijk orde trachtte te brengen.
Maar zij had weinig invloed op hem, hij was te gewoon aan haar liefde
volle zorg vcor hem, om ze nog te kunnen gevoelen en waardeeren; dan
dacht zij terug aan haar gelukkigste jaren, toen zij nog moeder was. Bg een
bezoek aan Milly, bet landgoed van Lamartine's moeder, werden haar
herinneringen aan de beide verloren lievelingen opnieuw gewekt.
Je ne puis regarder la cour sans y voir un chérubia de quinze moia
qui, montésur une chèvre, venait tromphalement a ma rencontre,....
beau, fier se tenant a cheval et souriant de bonheur! Qui aurait dit qu'en
moins d'un an.... Pais dans Ie jardin je vois les petits carrés dans l'ombre
des arbres verts oüma fille semait, plantait, faisant sa petite recréation
et jouissait belas! comme nous tous de ces fleurs en espérance! il n'y
pousse que des ronces, » présent.... deux ans après la Terre sainte.'.,"
En zij beklaagt zich over de onuitwischbaarheid harer indrukken; wie
zal zeggen hoeveel zij in stilte leed, omdat in een andere ziel de indrukken,
haar zoo heilig, maar al te spoedig uitgewischt werden. Lui, il ne souffre
pas comme une mère."
Zij was innig godsdienstig en haar godsdienst was boven-alles liefde;
zij had een weeshuis en een school gesticht, waarin zij persoonlijk lessen
gaf; haar teeder geweten verontrustte zich over sommige uitdrukkingen
en beschrijvingen in de werken van haar echtgenoot, en terwijl zij de
drukproeven van zijn compleete werken nazag, 40 deelen groot, schrapte
zij veel wat haar stootend voorkwam, zonder dat hij 't ooit vermoedde.
Charles Alexandre alleen was haar medeplichtige in dit moorddadige
vrome werk, hoe onwillig ook, hij moest toegeven aan den uitdrukkelijken
wensch zijner moederlijke vriendin.
Naast deze vrouw, een gezellin zoo waardig, als een dichter, hoe
groot ook, verlangen kon, verschijnt mevrouw de Cessiat, Lamartine's
oudste zuster, de moeder van Valentine, later zijn aangenomen dochter, en
zijn trouwe gezellin na den dood harer tante en haar zuster de schoono
Alix, Fido zijn onafscheidelijke hond, en nog vele vrienden, voor wie
Lamartine's huis en beurs helaas! maar al te wijd geopend stonden. Het
Waren heerlijke dagen die Charles Alexandre doorbracht in het schil
derachtige gothische kasteel Saint-Point in Bourgogne gelegen, te midden
van een bergachtige streek, De hand van den grijsaard heeft zeker vaak
getrild toen hij die herinneringen naschreef aan de onvergetelijke avonden,'
aldaar doorgebracht, aan de bezielde taal van Lamartine, die zijn gedich
ten hier voordroeg tegenover een in bewondering verzonken gehoor, en
in bezielde taal zijn meeningen verkondigde over de groote vragen, die het
menschdom bezig hielden; tranen van geestdrift wist hij te ontlokken en
kreten vÜn verontwaardiging af te persen. Op die avonden, aan kunst en
genoegen gewijd, volgden wandelingen te voet of in het rijtuig, dan sprak
Lamavtine van zijn jeugd, wees de plaatsen aan geheiligd door de herin
nering aan zijn moeder, bezocht, de zieken en armen, die hij met zijn
nooit uitgeputte weldadigheid ter hulpe kwam.
Maar reeds in die dagen werd de onbezorgdheid in Monceaux en Saint
Point verstoord door de dreigende schaduw der schulden. Menige bladzijde
wijdt de secretaris aan Lamartine's staatkundige loopbaan, aan de kort
maar schitterende rol door hem gespeeld; verpletterend was de indruk
door den Coup d'état van 2 December in Monceaux te weeg gebracht; na
dien tijd was Lamartiae's leven dat nog bijna 20 jaren zou duren, niets meer
dan een droevige, wreede strijd. Bekend is ziju weigering van Napoleon's
millioenen, zijn harde, zware arbeid om zijn schulden af te doen, een
arbeid, waarin Alexandre, na Paul de St. Victor Lamartine's secretaris
geworden, hem trouw ter zijde stond, tot aan zijn huwelijk. Schrijven van
den vroegen morgen tot den laten avond, dat was het wachtwoord voor
Lamartine's volgend leven. Hij had geen tijd meer om zijn vleugels uit
te slaan, zich vrij te bewegen in het rijk der poëzie, waarin hij koning
was; deel aan deel van zijn Cours familier de litterature stapelt zich
op elkander, elke maand verschijnt er een van; hij improvizeerde dia
bladzijden vol gloed en poëzie schijnbaar zonder moeite en pijn. Milly, het
landgoed zijner moeder was verkocht. In.Saint-Point en Monceaux groeide
het gras op de paden.
Da nationale inteekening bracht niet genoeg op; hij schreef nog een
geschiedenis van Rusland, een paar mislukte romans; zijn intiemste ge«
dachten en herinneringen, alles wordt opgeofferd en openbaar gemaakt.
De afgrond der schulden was echter onpeilbaar.
Sauvez donc des patries! "Un conp de fusil en 1848 eiit téune biea
moins cruelle réconrpense!" roept hij uit in een zijner brieven.
Een paar malen ontmoette hij zijn grooten kunstbroeder Hugo op zijn
weg; Charles Alexandre bracht eens les Chatiments" op Monceaux; de
satire stond Lamartine tegen; terwijl zijn secretaris verrukt was over die
gloeiende strafverzen, noemde hij ze eenvoudig GOOO regels beleedigingen;
toch bewonderde hij oprecht Ilnrmodius en Souvenir de la nuit du 4.
Eens in 1849 had Victor Hugo een l.rief ontvangen met het adres::., Au
plus grand poète du siècle. Place royale." Hugo stuurde den brief aan
Lamartine, minder merkt Alexandre scherp op om hem hulde te
betoonen dan om te doen zien, dat men ook hem den grootste der dich
ters noemde. Lamartine antwoordde met dit briefje;