De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 19 juli pagina 1

19 juli 1885 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

v 'Xft ^ * "a* .(..?* M; s* 421. DB AMSTERDAMMER A^. 885. WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Verschijnt eiken Zaterdagavond. uitgevers: ELLBBMAN, HABM8 te Co. Kantoor: Singel 211. Hoofd-Agenten: te Batavia, G. KOLFF A Co. Zondag 19 Juli. Abonnement per S/m. f l.?. fr?p. p. f 1.15. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar i ,, 0.10, Advertentiën van 1?5 regels f 1.10, elke regel meer . . 0.20. t tuesehen den tekst per regel ....,?o 10 3 N H O VD: BUITENLAND. «*? Onse Bladen. Warme Kadetjes, een Zaterdagavondpraatje, LXXXV, door Aquarius, Uit bet Haagje, XL, door Pasquino. Kun e t: Bene Feeetcaniate, door M. Kunst, door Dr. F. Uit Parijs, XXIX, door A. B. Letterkunde: Euphorion, II, een gedicht van Ferdinand Gregoroviue. Een late holde, door F. v. d. G. . Beinaert de Vos, beoordeeld door Alb. Th. Disticben. Inhoud van Tijdschriften. Militaire Zake n: E on vooretel tot regeling onzer levende atrijdkracbten, door Cambreaux. Schaakspel. Feuille ton: Ee( eklien-Kooeje" naar het Hoogduitsch van H. Billing. (Slot). uit de herinneringen v»n een Pennelikker, dóór Aquarius. (Slot). NIEUWS VAN DB WEEB. T- Owns&bt w» de Effeetenmarkt, door 8, Veilipgeo van Vaste Goe«- Te huur. Advertentie». BUITENBAND. De verklaringen van Lord Salisbury, omtrent de buitenlandsche politiek van het nieuwe Kabinet, waarvan wij in ons vorig over zicht meer uitvoerig melding hebben gemaakt, zijn, voorzoover het Afghaansche vraagstuk betreft, door de feilen der laatste dagen volkomen bevestigd. Men zal zich herinneren, dat de Premier wel is waar de verzekering gaf, dat de onderhandelingen met Rusland in vriendschappelijken geest zouden worden voortgezet, doch overigens weinig of geen hoop kon geven op een spoedigen en gunsligeri afloop!, Vooral de berichten, die de telegraaf jl. Woensdag heeft gebracht, hebben de juistheid dezer opvatting maar al te duidelijk aangetoond. »Groote versterkingen van Russische troepen," aldus luidt eene dépêche uit Teheran dd. 15 Juli, »Hjn te Merw en te Poel-in-Khisti aangekomen. In de jongste veertien dagen zijn vier regimenten Afghaansche infanterie uit Kaboel te Herat aangekomen. Vier regimenten vertrokken uit Herat naar het district Hazara." Tegelijkertijd gaf Lord Randolph Citurchill, minister voor Indiö, op cene in het Lagerhuis tot hem jerichte vraag, of het waar was dat de Russen legen Afghanistan oprukten, een tamelijk vaag en onbestemd antwoord. Hij zeide dat den overste Ridgeway een «gerucht ter oore was gekomen" omtrent eene vermeerdering der Russische strijdkrachten in de nabijheid van den Zoelfikar-pas, doch dat van eene » belangrijke" vermeerdering nog niets bekend was. Overigens werden door de regeering inlichtingen ingewonnen, terwijl aan den heer Ridgeway het bevel was gezonden, om Zoelfikar onverwijld te verlaten. Dit antwoord van den Engelschen minister staat vrij wel gelijk met eene bevestiging van de bedoelde geruchten; eene categorische ontkenning is het ia elk geval niet. Engeland zal thans de wrange vruchten plukken van het uitstel, dat Rusland's diplomatie met bewonderenswaardigen tact en geslepenheid van het ultra-vredeiievende en al te toegeeflijke Kabinet-Gladstone wist te verkrijgen. Beter dan ooit, ook door de verbazende uitbreiding der communicatie-mid delen met Gentraal-Aziö, is de Russische regeering thans toegerust om, zoodra zij zelf het oogenblik gekomen acht, haren slag te slaan. Moeielijk valt het te zeggen, welke houding de tegenwoor dige Engesche regeering zal aannemen tegenover deze ernstige wending, die de Afghaansche quaestie, tengevolge van de doorliet vorige kabinet begane misslagen, dreigt te nemen. Lord Salisbury heeft verzekerd, de gedragslijn van zijn voorganger te znllen volgen; of het hem echter mogelijk zal blijken aan deze verzekering in allen deele getrouw te blijven, mag minstens worden betwijfeld. Het oordeel van de Standard, waaraan sedert de Engelsche kabinetsverwisseUng tot op zekere hoogte een offi cieus karakler mag worden toegeschreven, is vrij kalm, doch wijst met nadruk op het voortdurend gevaarlijke en dreigende van den toestand. »Het gevaar voor een botsing tusschen Rus sen en Afghanen", zegt het blad, D of eene herhaling van het in cident bij Poel-i-Khisti moge niet onmiddelïjk voor de deur staan; de beteekenis van Ruslands voortgezette militaire toerustingen en operatiën achter zijne voorposten aan den Moerghab en denHeriRoed kan .echter niet worden ontkend, ofschoon voor eenoogenblikkjeltjken aanval geen vrees bestaat." De geruchten, deze week verspreid omtrent den dood van den Mahdi, zijn tot dusver niet bevestigd. Evenmin waren zij in staat, in politieke kringen veel sensatie te verwekken; men begrijpt daar zeer goed, dat voor de onlusten in Soedan een anderen, veel die peren grond beslaat dan het drijven en opruien van den Mahdi, die overigens van het fanatisme zijner talrijke volgelingen op uitne mende wijze weet partij te trekken. Mocht zelfs het gerucht omtrent zijn dood zich onverhoopt nog bevestigen, dan blijft het toch hoogst onwaarschijnlijk, dat dientengevolge het oproer in Soedan aan be denkelijkheid zal verliezen of in eenigerlei opzicht aan Engeland ten goede zal komen. De binnenlandsche politiek had gedurende de laatste week een vrij kalm verloop. Het Parlement, zoowel Hooger- als Lagerhuis, heelt verscheidene kleine wetsontwerpen goedgekeurd. De begroo ting fe ingediend en zal, naar het zich laat aanzien, weinig of geen principieelen tegenstand van de liberale oppositie behoeven te vreezen. De heer Gladstone houdt tot dusver eerlijk zijn woord en heeft zijn opvolger nog geenerlei moeielijkheden in den weg gelegd. Trouwens de nieuwe minister van financiën heeft alle voorstellen van zijn voorganger overgenomen, behalve die, welka voor eenige weken door de conservatieven werden verworpen. Hij behield dus de verhooging der inkomstenbelasting en der successierechten, maar schrapte de verhooging der accijogen op bier en sterken drank. **. De republikeinsche groepen uit de Fransche Vertegenwoordi ging (nl. de vroegere regeerings-raeerderheid van Jules Ferry) hebben, op het voorbeeld van verscheidene andere politieke par tijen, thans ook een verkiezings-programma samengeflanst en ais manifest in het licht gegeven. Vager en onbeteekenender, doch tevens onschadelijker programma kan men zich bezwaarlijk denken. Het is niets meer dan eene wanhopige poging om allen, die niet beslist monarchaal of clericaal zijn, te bevredigen en onder n hoed" te vangen. Het beveelt o. a. aan: vermindering van den krijgsdienst in eene verhouding, die vereenigbaar is met de behoeften van de landsverdediging; economische hervormingen, met name herzie ning der belastingen en herstel van een werkelijk evenwicht der begrooting. Over scheiding van Kerk en Staat (het onderwerp waaromtrent men het tot dusver onmogelijk eens kon worden) sprekend, zegt het manifest dat, indien er al in de republikeinsche partij uiteenloopende meeningen te dien opzichte bestaan, men het toch eens kon zijn omtrent eene politiek, welke de gewetensvrijheid moet eerbiedigen, maar met kracht het clericalisme moet bestrijden, daar dit, onder het masker van den godsdienst, niets anders is dan een bond van alle factiön, welke de Republiek vijandig zijn. Het manifest wil verder geen avontuurlijke buitenlandsche poli

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl