Historisch Archief 1877-1940
?"? *? '"JT.
DB AH STER D AM M E R, WEEKBLAfi
NEDERLAND.
11
6*
f.
«p veldtroepen een afzonderlijke oefeningsschool moeten
dat , da eerste dikwerf op de forten behooren geoefend ta
wórden en dat aftast goed schieten, de infanterist bovenal bedreven
*3n in allerlei pionnierswerkzaamhedea en zelfs als handlanger vaa
moet kunnen optreden.
: Cambreaux.
(Slot volgt).
SCHAAKSPEL. **"*
No. 29,
Van GEOBGE HOME te Nottingham.
met den eersten prijs in het tornooi der National tide&d»
te Kopenhagen 1885., ' '
ZWART.
' Wit sjl?»H >oor «n geeft in S zetten mat.
(Wit 9 en Zwart 5 met K. A J).
OPLOSSING 'VAN SOHAAKPEOBLEEM HO. a»,
l E 7 C 7! K. nt een T. (a
T. C 5 4- K. onverschillig.
Pd. of B. geeft mat.
l»)
.'.. Fd. speelt
E 5 C 5 Pd. nt C 5 (b
Kh. G S of Pd. mat
2
8
l
2
3
(W
2 ..... Anders
8 Pd. E 4 of T C 8 of Pd. mat.
;...'. INGEZONDEN OPLOSSINGEN.
~3nM opgM'.<st door W. v. H. te Delft. Eindspel r. d. E. en van Donwes Dekfrer,
e«HWfsa» NOS. 28. iBêgfl.aks D. te E. 28; No. 28 juist opgelost door Flemigafed ta
Kaatsheuvel. .
Probleem Vftn «en 15jarïgen auteur F. G. CORNELIS te Rotterdam. (N. Sob. Bd.)
Wit: K. D 3, D. O 6, T. A 8, Pd. A 1, R. D 1. Zwart: K. A 3, B. A 6, P. B. 5.
(Wit 5, zwart 3 met E. A 3.) Wit geeft in twee zetten mat.
DBTKFOUT.
In het clnrtspel vftn de beer JOouwes Dekker worde gelezen wit
Stouiug op. C 5 en Toi-c-t op F 7.
MEDEDEELINGEN.
?.fi'e Algemeene 'Vergadering van den Nederlandscben Schaakbond, zal
worden gehouden op Zondag d«n 3O Augustus 18S5 «les na»
middags ten 12 ure, in bet Gebouw voor Kunsten en
Wetenschappen te 's-Gtravenbage.
, Tevens zal bij voldoende deelneming aldaar-een
schaakconcours,-aanvangende Zondag 30 Augustus 1885, dadelijk na afloop der Vergadering
gehouden worden.
Tot het concours worden alleen toegelaten leden van dezen Schaakhond
die'Nederlanders of in Nederland gevestigd zijn. (Art. 2 der Bepalingen).
Het concours zal in twee klassen plaats hebben; déeerste zal bestaan
uit diegenen, die reeds vroeger een prijs hebben gewonnen of voor een
derden of vierden hebben overgespeeld, of daarin gedeeld, en wie verder
zich voor deze klasse opgeven; de tweede klasse uit die mededingers,
welke nooit een prijs hebben behaald, noch daarvoor in aanmerking zyu
gekomen. ,
,De inleg ter mededinging is bepaald op ?500 voor de eerste klasse, en
op ?2.50 voor de tweede klasse, tévoldoen vóór den aanvang van den
wedstrijd.
. W$ moeten ons tot deze korte mededeeling bepalen, doch zij die tob
bet lidmaatschap van den Bond willen toetreden, kunnen zich franco
aanmelden aan den Bonds-secretaris de heer mr. A. Folak Daniels te
's Hage, die, naar wij meenen, de verdere bepalingen over het concours
wel zal willen verstrekken.
FEUIIfljJETO UT.
" HET GEKKEN-KOOSJE.^
KAAR EBT HOOGDÜITSCH VAN
H. B J L L I N G.
(Slof).
De maan stond nu boven het kerkhof, en de boombladeren
bewogen zich zacht in den avondwind. De vrouw richtte zich
langeaara op van hare zitplaats en sloeg den man gade, die daar
stil was neergezeten, en in zijne gedachten verzonken, voor zich
»Zoo ben ik tot den doop gekomen," sprak zij. »Wat waar
borg heb ik echter, dat men mij woord zal houden, n ik van
den doop weer afkom en rust zal mogen vinden, als ik u zal
hebben gewezen het graf?1'
» Lieve vrouw," zei de opperarabtman, nik geef u mijn woord,
dat gij zult geholpen worden. Noem mij gerust het graf."
>Dan. moest ik een gek zijn!" zoo vloog zij op, »want waar
staat het geschreven, en wie heeft het gehoord, dat u mij heeft
gegeven het woord ?"
De opperambtman richtte zich op. «Gehoord hebben wij het
beiden; is dat niet genoeg. Esther? wilt gij, die een zoo
trouw hart hebt niet ook aan de trouw van een ander mensch*
gelooven?"
Daarbij reikte hij haar zijne hand. Aarzelend en sidderend
legde zij er de hare in.
»Levende God!" zoo barstte zij in afgebroken woorden uit,
wat heb ik gehoord heeft het toch geklonken in mijn oor
als muziek! Mocht ik nog eens weer worden jong en nog eens
leven en niets hooren dan Esther! Esther, zoo heeftgeheeten
mijn grootmoeder; zoo heeft geheeten mijn moeder overgroot
moeder. En als ik zal zijn ontdoopt, en als mijn gebeente zal
Hggen daarbuiten onder het gebeente der Joden, dan zal de
dag komen, dat ik zal opstaan, en kan zeggen: L Esther; ?*? .
zóó heet ook ik."
»Gewis, die dag zal komen," zei de opperambtman.
Nu waakte de oude op uit haren droom en sprak: sNood en
ellende komen over u, als gij mij niet woord houdt, als ik
verder moet ronddolen in de eeuwigheid, zooals in het leven. En
moge de God mijner vaderen mij vergeven en mij niet straffen,
omdat ik u vertrouwe."
Na deze inleiding ging zij op kalmer toon met spreken vooift:
nik weet het,nog als van daag. Het was op een Meidag toen
zij hem begroeven. Het geheele kerkhof lag vol roode kastanje
bloesems; vreemd paardevolk stond om het graf; bet was
avond, en zij hadden haast, want het was oorlog in het land. Ik
telde toen vijftien jaar, en zat onder den boom daarginds, die
destijds vol rozenkleurige bloesems hing. Hij is dor geworden,
de boom; 't is toch in 't geheel nog niet lang, nauwelijks
veertig jaar geleden."
De oude wierp een schuwen, angstigen blik op baren toehoor
der, als verwachtte zij tegenspraak van zijnen kant, maar hij zweeg
en zij ging voort:
»Zij lieten de kist zakken en zwaaiden de wierookvaten.- En
over den rook heen, staarde een man onafgewend op mij. Hij?
droeg een witten rok, op zijn helm straalde het avondroocf.
Levende God! hij was schoon, en verbaasd zag ik hem aan. flij
bleef terug, nadat zij allen weggegaan waren en kwam en hief
de takken op van den boom, waaronder ik zat, en een glans
ging over zijn gelaat toen hij de woorden sprak: »bij God! meisje,
gij zijl schoon!" Roerloos moest ik zitten en hem aanzien.
Roerloos moest ik het toelaten, dat hij mij opnam van den grond,
en mij van uit het duister in het licht trok. Toen vroeg hiji
>hoe heet gij?" En wat mij bevangen had, was weg.» Esther,"
antwoordde ik.
»Esther!" schreeuwde hij uit. »dan zijt gij eene Jodin."?»
God in den heme!! hoe jammer! hoe liefelijk zijt gij evenwel
Ik ben soldaat en mag geen jodin tot vrouw nemen, maar
kom met mij, wij verzwijgen het; gij neemt heimelijk mijn
geloot aan, ontvangt den heiligen doop. O, uit liefde tot u
wil ik spot en hoon verdragen, want uw gelaat is schooner dan
alles op de wereld" En daar was het eene andere die uit
mij sprak, eene andere, die een gillenden lach uitstiet en den
doop smaadde, en het christendom vervloekte. En ik zegen haar
die andere, die aldus sprak tegen mijnen wil; het was het
bloed mijner vaderen dat omhoog steeg en ten hemel schreide
tegen het geweld, dat men het op nieuw zou aandoen. De Chris
ten vlood weg.
>Maar ik ging heen en scheurde van den naastbijzijnden boom
een twijgje af, en ik plantte het op het versche graf en sprak:
»Wordt gij tot een boom, dan heeft God gezegend mijn besluit;
dan neenu Hij u aan als een offer, omdat ik zelve een onnutte
twijg moei blijven, mijn leven lang.
»De boom is gegroeid," voer de oude na een korte poos voert,
»- »ik echter zit onder zijne takken."
>Dus is dit het graf van den vorst?" vroeg deopperambönan.
Zij knikte.
ilk dank u," zeide hij,»uw noodlot heeft de innigsteileelaeiÖJDg
*y log, gewekt. Vertrouw vast op mij, lieve vrouw t"