Historisch Archief 1877-1940
?V"^' r
i."
ftó.48*
AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
13
ztj lfren ban?, den aandrang van hun gemoed niet te kun
ne» meester blijven. Want waarlijk boven alle beschrijving
be*pottel\jk zag het mummieachtige vrouwtje uit in het stijve witte
kleed* en hoe uitdagend ke)ek zy om zich heen, alsof zij het er'
op toelegde den lachlust der lieden gaande te maken!
Ben kleine bengel kon het dan ook niet van zich verkrijgen
den mond te houden. Nochtans had hij zooveel begrip dat hij
ia plaats van »Gekken-Roosje" sEsther, Esther!" riep, want,
«oo zou het oudje toch voortaan weder heeten.
Maar zoo de kinderen .hadden verwacht, dat zij nu om zich
fcfiBD zou slaan, en in schimpwoorden uitvallen, zoo zagen zij zich
bedrogen. Een lachje, het eerste wellicht sinds jaren en dogen,
een lachje zonder bitterheid speelde om den tandeloozen
mond der gtijze oude.
»-E«ther". ... Zoo mompelde zij, »ja . , . . Eslher!"
Blu rekte het kleine misvormde lichaam zich uit, en met een
blik, waarvan de uitdrukking aan het verhevene grensde betrad
feét Gekken-Roosje den kleinen voorhof der Synagoge en verdween.
UIT DE HERINNERINGEN VAN EEN PENNELIKKER,
door Aquariua.
(Slot).
Daar heb je «aïentig Aqnarius," riep Hendrik van Elden, mijn oude
schoolkameraad die reeds een half jaar op kantoor was en zich daar
Vél Op liet voorstaan; zeg jij reis Akkie, 't ia van daag met jou:
Klein Jantje zat voor den eersten keer,
Op het kantoor ab groot meneer."
Is het niet zoo?"
?Ja," zeide ik geërgerd, want de jongelui, &e met Hendrik aan het
postkantoor stonden, lachten mij in mijn gezicht uit.
En is 't druk bij jullie?"
Dat zoude ik denen", antwoordde ik op blufferigan toon.
Za hebben ieder een emmer naast zich, van wege het transpireeren",
gierde een plaag-goest.
Ik werd kwaad: heel Amsterdam weet dat het bij ons druk is," voegde
ik den spreker toe, je behoeft er volstrekt geen malligheid over te maken.'?
Maak je niet kwaad, Akkio", zeide Hendrik, je begint al braaf aan
to leeron; do woorden bij ons zeg je al met den juisten nadruk; moet
je brieven frankeeren V"
Jf&K" sprak ik trotseh.
Het is de moeite waard! ik hgb er net zoo twee en veertig gefrankeerd?"
merkte een jongmensch op.
1 Er ia alHjd baas boven baas," meende Hendrik, bovendieu ben jij op
kantoor bg een barbier."
Wat zeg je daar?"
Nu een bankier dan; jij Aquarius gevoelt je hier zeker nog als een
kat op een vreemd pakhuis, wil ik je reis voortholpen ?"
- Asjeblieft."
Heb je een frankeerboekje ? Ja! dat ia eene belabberde uitvinding,
die boekjes; dat ze daar nu niet wat beters op bedenken! Hier moet je
zjjn vriend; wacht wy zullen dien ouden paai eens voor het lapje houden."
Ik stond voor een loket waaraan een oud heer met een versleten
flaweelen kalotje op en met een heel stuursch gelaat, als ambtenaar
fungeerde.
Mag ik het plezier hebben u mijn vriend Aquarius voor te stellen",
zeide Hendrik, hg is heden de rechterhand van het huis N. & C", ge
worden en snakt er naar om met uwe beminnelijke persoonlijkheid kennis
te maken."
a Verlak me niet, kwajongen", bromde de ambtenaar.
b meneer soms met a'n verkeerde teen uit bed gestapt, dat gebeurt
meneer maar eens."
Ala je je mond niet houdt, kom .ik bij je hoor!"
't Zal mg een feest wezen, UEd. door dat nauwe gaatje te zien krui
pen," antwoordde de kwelduivel.
De postman veranderde van taktiek. Je zoudt wel willen dat ik je naar
binnen haalde hé, je zoudt maar niet graag hier blijven?"
Ongemakkelijk graag", spotte Hendrik, er wordt hier zoo druk ge
werkt en zoo vet gesopt."
.Je zoudt het nergers beter kunnen vinden," grinnikte de ambtenaar.
Het diner begint hier 's middags zeker met vatte-kalot-soep," plaagde
ttijn vriend.
Thans werd onze maat geweldig boos; hij smeet ona onze boekjes naar
bet hoofd en wij snelden lachende weg.
Hoor eens Aquarius," sprak van Elden, nu moet je in het vervolg
zorgen dat je hier des middags een kwartiertje vroeger komt, dan vind
je al deze heeren en dan houden wij postzegel-beurs."
Postzegelbeurs ?" zeide ik verbaasd.
Zeker, er gaat heel wat om; zeg'réis Piet, laat jij meneer Aquarins
de officiëele noteering van van middag eens zien!"
Het is heel aardig en ik wil in het vervolg graag meedoen, maar att
moet ik weer naar kantoor."
Dat M nu goed en wel omdat het 30 eerste dag is, maar in het
verWig bhjf j« een kwartiertje langer; als ze je op kantoor een standje
maken dat je zoo laat terugkomt, zeg je maar dat er een brug waa
uitgehaald."
Maar er zgn geen bruggen tnsachen het postkantoor en ons kantoor.
Dan vertel je dat er een hond of een paard in het water lag of dat
er een dieader was flaawgevallen. Je moet er bepaald voor zorgen dat
met me mee kont gaan als de school van juffrouw Geel
uitgaat. Kerel, daar zijn zulke lieve meisjes pp die school; ik zal je voor*
stellen hoor en dan kuieren we met de jonge dames een grachtje om.*
Best," zeide ik, tot morgen" en daarop holde ik op een draf je weg.
Hij gaat den echoenenbak halen," hoorde ik de jongelui in koor
roepen; jongmensch poets me laarzen eens!"
Wat wordt toch met dien schoenenbak bedoeld?" dacht ik; ik zoude
het helaas spoedig genoeg weten. Toen ik op kantoor terugkwam zaten
Schaap, van Huik en Berg in het vertrek der chefs perziken te eten;
een paar vrienden waren komen oploopen en genoten mede van de edele
vruchten.
Daar heb je er ook een paar Aquarius", zeide Berg. Maar nu moet
je een goede ui vertellen."
De vent is nog te jong voor het artikel goeie" uien," grinnikte een
van de vrienden.
Schaap keek heel ernstig; ik weet wel", zeide hij, dat u met die
uitdrukking platte, onhebbelijke en onkiesche aardigheden bedoelt, maar
ik wil niet hopen dat onze jonge vriend thans reeds met die dingen
bekend is of er ooit mede bekend zal worden."
O Aquarius is al door de wol geverfd, dat kan ik aan zijn neus wel
zien", riep Berg.
«Maar Berg!"
Maar Schaap, je kunt nu ook waarlijk geen onschuldig grapje velen".
Het is maar wat men onschuldige grapjes belieft te noemen! Ernstig
praat je zelden of nooit; ben je gisteren naar de kerk geweest?"
Toevallig wel" sprak Berg, in Driebergen; de dominee beschreef hoe
de hemel er van binnen uitzag en op welke wijze de ziel des rechtvaar
digen er heen gaat; hij maakte drie bewegingen met de handen als dia
van een vogel die omhoog stijgt, en zeide: gelyk een leeuwerik stijgt
zijn ziel ten hemel, pierewiet, pierewiet, pierewict!"
Foei," zeide Schaap, ik wil die goddelooze spotternijen niet langer
aanhooren," en toen begaf hij zich naar het andere vertrek.
Wat ik vertelde is toch historisch waar", getuigde Berg, enfin als
Schaap in zijn eentje wil zitten moet hij het weten, dan kunnen wij des
te fideeler zijn, de oude Van Huik houdt ook wel van een grapje, niet
waar Huilde ?
De aangesprokene lachte en 't w e r d fideel; ik hoorde zaken die ik
niet begreep en andere zaken die ik maar al te goed begreep en zoo
grappig vond dat ik daverend meêlachte.
Aquarius!" riep Schaap uit het nevenvertrek, het is beurstijd, maak
je klaar."
Ik j;ing naar voren, kleedde mij en maakte helaas met den
geheimzinnigen schoenenbak kennis; het was een zware lederen koker waarin een
paar boeken staken.
Moet ik met dat fling naar de beurs sjouwen?"
Zeker; daar zitten do assurantie-boeken in."
Maar dat ding weegt wel vijf kilo!"
't Is bsst mogelijk; maar er is nu eenmaal mets aan te doen, het
medenemen dier boeken behoort tot de verplichtingen van den jongsten
bediende."
Zuchtend onderwierp ik mij; onderweg ontwaarde ik tot mijne vreugde
dat verscheidene jongelieden met groote en zware kokers liepen en dat
troostte mij, maar toen ik het beursgebouw betrad dacht ik dat de moed
mij zoude ontzinken, want mijn koker stelde mij aan allerlei spotternijen
bloot.
Jongeheer," zeide iemand in den effecten-hoek, hebt u daar het oude
testament in ?"
Zoudt u mijne bottines niet een veegje willen geven," riep een ander.
Die bak zit vol peertjes," schreeuwde een derde, vijftien-zestiende
mij zeven en negentig."
Rooi van ergernis drong ik door de menigte heen en zocht naar de
standplaats der firma.
Ben je de nieuwe jongste bediende van N. & Co.?" vroeg een heer die erg
scheel zag en verschrikkelijk pokdalig was.
Jawel, mijnheer!"
Dan moet je hier gaan staan vriendje en maar een oogenblik wach
ten, want de rest van de bende ia er nog niet; hoe gaat het
metdewinter-ooren van jullie boekhouder?"
Heeft die winter-ooren, meneer?" vroeg ik verbaasd.
Heb je daar nog niet op gelet? Des winters legt hij ze, voor hij
's avonds in bed stapt, in lijn-olie en in de andere jaargetijden wikkelt
hij er vloei-papier om heen."
Hé, meneer!"
't,Is heusch waar; vraag het hem maar eens."
Dat zal ik wel laten," dacht ik.
Hij is zoo zuinig als sinjeur de duivekater," vervolgde de man, O, ik
ken hem best en jou ook Aquarius; dacht je dat ik niet wist dat je ver
deden week door twee dienders bent ingerukt ?"
Dat is niet waar," riep ik verontwaardigd, ik ben nog nooit ingerukt."
De man lachtte; ik zeide het maar om je eens voor het lapje ta
houden; maar om op jullie Verheide terug te komen: die vent is zoo
zuinig dat hij elk gebruikt couvert nog eens omkeert."
Dat kan wel mogelijk zijn," antwoordde ik, ik heb al gemerkt dat
hij lucifers die reeds gebrand hebben, zuinig bewaart; hij geeft ze den
naam van avond-lucifers."
Zie je wel! Hij houdt er ook een collectie eindjes touw op na. Wil
ik je eens een goeden raad geven ? Koop dan nooit sigaren bij zjjne broe«
ders, want dan zou je zoo ziek worden als een kat l"
Daar heb ik al meer van gehoord."
Dat dacht ik wel; pas op daar komt de oude juist aan; in het vervolg
zullen wij des middags een praatje maken, want ik sta juist naast de
firma, bonjour!"
In een oogwenk stond de man zoo onverschillig te kijken alsof luj geen
woord met mij gesproken had; Aquarius" zeide Verheide, .zie je dien
beer daar, die zoo geheel k$kt?"