De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 19 juli pagina 3

19 juli 1885 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

..'V 1.^.1. 0$ AMStERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. mkusters, een burgemeester, wethouders, gemeenteraad»sa andere hooggeplaatste persoonlijkheden, in hetzelfde lokaal te mogen ademen", zeide ik korrelig, ik vind die houding van het publiek ia de hoogtte mate ongepast. . Ba weet je wat ik vind"... werd er gezegd. ' Ik «tg op en ontwaarde weder den kwelgeest: ik wilde ontvlieden, maar dat gelakte niet, want ik stond in een gedrangetje; de man sprak tftMze woorden''die ik herhaal, niet omdat ik het er mede eens ben, dat weten mijne lezers wel beter, maar om te doen zien, welke onte vreden en boosaardige menschen er in de wereld zijn. Het ia weder eens echt Amsterdamsch ingericht," sprak de man; in plaats van het Paleis'af te huren, laat men het betalend publiek ook toe, maar reserveert een groot deel van de zaal voor de genoodigden, die nu prachtig kunnen- zien, terwijl de menschen die een gulden of vijftig cents betaalden, het nakijken hebben; wanneer men met een fransch of belgisch publiek te doen had, werd alles misschien kort en klein geslagen." Mijnheer...." " Het doet mij plezier dat u mij gelijk geeft", vervolgde de kwelgeest, ook u hindert ket ongetwijfeld dat men eene afscheiding maakt, hè; 't is trouwens tech ook uit den tijd om feesten te geven, ten koste van de bnrgerg, waarvan de burgerij volstrekt niet geniet." Concerten op Kattenburg en Marnix-plein, Vuurwerk, J... stotterde ik, want ik was te kwaad om geregeld te praten. Be man grijnsde, u hebt wel gelijk", zeide hij, die zaken zijn heel bespottelijk ingepikt, want niemand wist er iets van en. wat heeft de borger trouwens ook aan een mopje muziek of een moordslag in de lucht." Ik werd bleek. U wordt er bleek van," vervolgde de duivel in menschengedaante, maar nu moet n nog eerst wat anders hooren. Er zijn naar ik hoor negenhonderd genoodigden in de zaal en men weet nog niet eens of er wel genoeg tramwagens voorhanden zullen zijn; dan ook kunnen op de dekken der beide bootjes samen maar vijfhonderd menschen plaats ne men: hos dat varken nu gewasschen moet worden, mag Joost weten." Dan weet u het zeker, mijnheer", bulderde ik zoo luide, dat zeven zenuwachtige dames van haar zetels opsprongen: dit wil ik u nog zeg gen; dat als de gemeente Amsterdam een feest geeft, alles steeds goed afloopt". , Daarop sloeg ik een slip van mijn pels over mijn rechterschouder, stapte met majestueuse passen heen en liet den praatjesmaker overbluft staan. Vooral de laatste aanmerking had mij gehinderd, want is het niet een zeer juist woord: dat er veel makke schapen in een bok gaan!" Het kwam op mijn zeggen uit dat alles goed zoude afioopen, want de Hamel hield het met .de gemeente Amsterdam en liet het regenen dat het goot; vele personen zagen er daarom van af om naar het vuurwerk te gaan kijken en er waren dus trams in overvloed en aan boord der stoom» schepen was de ruimte meer dan voldoende. Het museum volgde den weg van den historischen optocht en viel op akelige wijze in het water, dat wil namelijk zeggen het laatste nummer van het vuurwerk-programma, maar dat was buiten* de schuld van den eerzamen pyrotechnicus die de worsteling tegen het gonzend regenwater had moeten opgeven. Sonnejnan's kapel blies een beetje schor, omdat de manschappen yoor de derde maal-sedert des middags drie uur muziek waakten, maar de roffel en dikke trom maakten eene gunstige uitzonde ring, de lampions brandden alsof zij door de Hollandsche gas-fabriek ge leverd waren en de geestdrift was groot, grootor nog des morgens bij de' opening van het museum. Dit laatste weet ik slechts bij overlevering, want ik was in de knjuit gegaan, waar me het voorrecht te beurt viel, om met mijn professoralen zakdoek het ingedrongen, regenwater van een bank te mogen verwijderen, waarop een tweetal aanvallige jonge dames heur dito knietjes wilden buigen, teneinde door de raampjes der boot beter naar het vuurwerk te kunnen kijken, dat, tevergeefs, met haar oogjes trachtte te concurreeren; ook blies ik een petroleumlamp uit, die op boosaardige wijze het uitzicht belemmerde. Door al die omstandigheden geraakte ik weder geheel in mijn humeur cn de oude Aquarius, die heusch nog een jong hart heeft, vergat zelfs de booze woorden van den onhebbelijken vent uit het Volkspaieis. Nog verheugder werd ik toen mij te binnenschoot dat ik in den vreemde eene uitvinding heb gedaan die eene geheele omwenteling in de damestoiletten zal te weeg brengen; ik heb voor die vinding in het buitenland reeds patent genomen en stel mij voor dat zij mij eer en rijkdommen zal opbrengen. De volgende week zal ik het een en ander over deze zaak vermelden; om het ongeduld mijner schoone lezeressen ondertusschen niet al te lang op de proef te stellen, deel ik mede dat het mij gelukt is de tour nure zoodanig te petfectionneeren, dat dit nuttig instrument voortaan Diets meer te wensenen zal overlaten. Aquarius. . P. S. Nadat bovenstaand Kadetje geschreven en gezet was, ontving ik eene missive waarin, naar aanleiding van de feestelijke opening van het Rijks-Museum, het volgende voorkomt: Ge weet zeker dat aan het Ryk zijn gelegateerd alle de familie-por tretten der familie Bleker en dat ook de galerij van den heer Van der Hoop aan de stad, naar ik meen, is geschonken. Nu heeft het de aan dacht weer getrokken, dat de mannelijke nakomelingen Bicker, evenmin ais de eenige erfgename Van der Hoop, niet onder de genoodigden zijn opgenomen bij de jongste plechtigheid. Bit heeft velen bijzonder getroffen, vooral toen men zich een besluit herinnerde, (zie: Eesolutiën der Vroedschap, no. 20, dd. 3 Augustus 1650, f. 107; vide Wagenaar XVI Band, p. 567, l deel, Editie 17?0) aldus luidende: Voorts werden de Heeren Burgemeesteren Bicker eeer affec. .-pöettS6$£~he4aakt voor.^i'a ggns^ige. verpjarjnge tgr -rjjffce van 't gemeenebest gedaen, met belofte voor deze gunste aan hare E. E. personen, familie ende nacomelingen bij alle gelegenheden van wegen 't gemeen te erkennen." Heeft de tijd die belofte uitgewischt? Is dit besluit later ingetrokken of vervallen? Moet hier alleen gedacht worden aan vergeetachtigheid, door groote drukte veroorzaakt? Wellicht geeft gij in uw eerstvolgend Kadetje eene opheldering hieromtrent," enz. Ik ben ten hoogste vereerd door het in mij gestelde vertrouwen en 't verheugt mij bovenmate dat ik in staat meen te zijn eene juiste en duidelijke opheldering te geven. Naar iedereen weet was de jongste plechtigheid met ongeëvenaarde zorgen voorbereid en geheel in de puntjes en zeer natuurlijk was ook aan de invitatiën, waarop . hierboven gedoeld wordt, gedacht. Dat zij toch achterwege bleven heeft eene eigenaardige oorzaak; men heeft, dit is dunkt mij zoo helder als glas, er tegen op gezien de afstammelingen van roemruchte geslachten te noodigen, omdat men bevreesd was, dat zij te ^el aan hunne emoties zouden toegeven en, in tegenwoordigheid van zoovele zaken die aan een gulden verleden herinneren, geen contenance zouden kunnen bewaren. Door dergelijke omstandigheid nu zoude de hooggestemde feestvreugde benadeeld en het zenuwgestel de afstammelingen geschokt kunnen worden; vandaar het oogenschijnlijk verzuim. Ieder die weet hoe ordelijk en netjes het bij hooge feestelijkheden te Amsterdam steeds toegaat, zal mij toestemmen dat mijne oplossing slechts de eenige ware en juiste kan zijn. ? ' Aquarius. UIT HET HAAGJE. XL. Verleden week hadden we hier veel gelukkige menschen, maar nog meer ongelukkige. Heb-je een invitatie voor 't Badhuisfeest?" was de vraag waarmee men alkaar begroette, en wie .,ja" kon zeggen, deed het met rechtmatigen trots en wie neen" moest antwoorden, was veront waardigd, 't Was zeker moeilijk voor de feest-eomtnissie om niemand voor 't hoofd te stooten, maar toch geloof ik dat ze in dit opzicht meer op hi-ar rekening heeft dan noodis» was geweest. Er moest gedanst wor den en dus kwamen de officieel Haagsche danskrachten allereerst in aan merking; de leden van Strauss" en Casino". Zeer rationeel. Maar er zou ook gesoupeerd woi'den, en tot dit doel kon men bijv. papa's en taama's van dansende juffers wel zoo goed gebruiken als deze juffers zelve, die gewoonlijk in een te romaneske stemming zijn om aan haar maag te denken. Toch beweert men, dat de commissie jonge dames heeft ge vraagd om te komen dansen, terwijl ze de respectieve oudelui permissie gaf thuis te blijven... soupeeren. Dat was nu weer niet rationeel. Ter wijl leden van de Besogne-kamer van de eer verstoken bleven een uitnoodiging te ontvangen, zag men later menschen op de partij, van wie men met eenige verwondering vragen kon: Que dialle vient-üfaire dans dans ceUe galère? Enfin Mr. Pasquino avec ses dames" behoorden tot de gelukkigen. Van 'toogenblik, dat hij in 't bezit van zijn kaart was, droeg hij ze zorgvuldig bij zich, voornamelijk met het doel om anderen, die er geen hadden, de oogcn er mee uit te steken. In ieder geval bewees die kaart, dat hij, in welk opzicht dan ook, een persoon van zeker gewicht was, want hij is evenmin lid van Strauss" ala van Casino"; hij werd dus niet om zijn beeneu, niet om zijn dames, maar om zijn persoonlijkheid gevraagd. Mijn vrouw liet niet onduidelijk doorschemeren, dat het haar veel plezier zou doen als de kolonel acec ses dames" eens niet gevraagd was niet omdat ze den menschen het genoegen niet gunde, maar alleen oradat ze dan jaloersch op ons zouden zijn, anders nergens om. Maar deze heerlijke zelfvoldoeuing mocht ze, helaas, niet smaken, want de kullunnel was wel degelijk gevraagd, en hij blufte er niet eens op; blijkbaar beschouwde hij die uitnoodiging als een zeer natuurlijke en verplichte hulde aan zijn positie en hooge verdiensten.?Maar onze referendaris die nog altijd de leeuw" niet heeft werd groen van verontwaardiging, toen ik hem mijn kaart onder den neus hield en heel leuk vroeg of hij ook zoo iets had ontvangen. Pèrdon", kreeg ik ten antwoord, en ik filiciteer de commissie, dat ze zich niet n een bedènkje heeft geëxponeerd. Gèt u inderdèd nêr die gemêleerde pèrtij?" Natuurlijk ga ik er heen avec mes dames, zooals gij ziet." De referendaris glimlachte verachtelijk. Emmuseer u goed," zei hij, keerde zich toen van me af en verwijderde zich majestueus, alsof ik eens klaps veel te min voor hem was geworden, terwijl de man schier barstte van spijt en afgunst. Ik wist dat ik zijn dag had bedorven; maar ik was slecht genoeg, me daarin te verhengen. Ik weet waarlijk niet waarom. Dat de partij heel gekleed zou zijn, bleek uit de bijvoeging op de kaart: en frac avec cravate Vlanclie" Des te beter, en vermoedelijk een flinke snee over den neus voor hen die reeds lang te voren, in hun nijd, over een bierbal" of faillieten-bal" hadden gesproken. Van achteren gezien, is het mij gebleken, dat ik me aanvankelijk ver giste door de opening" met de inwijding" van het nieuw Kurhaus zoo heet het nu officieel te vereenzelvigen. De opening had 's morgens plaats gehad met al den plechtstatigen geur, die bij zulk een gelegen heid past. Een gelukkig toeval deed me die indrukwekkende plechtigheid raisloopen; ik weet er dus niets anders van, dan wat de kranten ter zake hebben medegedeeld en daarop behoef ik nu niet terug te komen. Maar in 't voorbijgaan moet ik aanstippen, dat onze burgemeester van een sterk stuk gewaagde, door in zijn openingsrede te zeggen:... Ruim 200 dagen nadat het oude gebouw was verdwenen, staan we hier onder dien_ prachtigen koepel, die getuigt van inspanning «n volharding, terwjjl links en rechts het gebouw zijn armen uitstrekt als om de vreemdelingen te omvatten, die genezing of ontspanning komen zoeken aan Hollands kust." Ja, dat heet inderdaad een sterk stuk, als men 't kolossale

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl