Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAHB.
No.421.
r
u "
i'
epv nog de overblijfselen van karolingschen bouwstijl en bij- .
Tftlt ,,op ta merken hoe in Belgiëde romaanache bouwtrant
lan$ ptand gehouden dan aan de oevers van den Rbijn, gelijk' door
i,eb andere'schrijvers over dit onderwerp genoegzaam is bewezen.
Wfl- willen do omstandigheden niet vooreitloópen; de schrijver
Zijn verhaal af op het jaar 1133. In eene volgende aflevering
worden voortgezet. '
tin af aan. zeggen wij den befaamden schrijvers dank voor hunne
.' Waarïtt op de nieuwste ontdekkingen op kunstgebied wordt gelet.
Da vruchten van den arbeid en niet de studie-zelve worden mede
gedeeld; «rnstig zonder verwaandheid; zwierig van stijl zonder opschik;
boeiend zander -gezocht effect en altoos leerzaam zonder inspanning:
uitmuntende Bron ter stichting door de kunst voor elk beschaafd
ML*
' Dr. P.
van ,,gepolijste planken", zie men Gregorias van Toura, blz. 104,
?üov«c de eerste ste aen gebouwen het leven van 8. Ser»atius van Tongeren
H»a«trifht, bg Gheequiere, Act» SS. België, I, 193; over hou.tbouïtroc het Leven
TM B. Bonift.ejafin de Acls SS. van Bo landue, JUDJ, I, b!z. 117, enz, enz.
UIT PARIJS.
'?"-"; ' '. XXIX.
'Vof., *l*8d »ó«lt net gróót aantal ter dood veroordeelden, die in de
gevangenis' la Koquette zijn opgesloten, de aandacht van het publiek,
?bomtde diéder dagbladen gaande. Men vraagt zich af, wie de
gelukloge» ojider hen zullen zijn, die door de gratie van den president Grévy
«on de guillotine zullen ontsnappen, en wie daarentegen de laatste
adsistentie van monsieur Deibier zich zullen moeten getroosten. Zooals
beis, heeft "de heer Grévy een afkeer van de doodstraf, maar zoolang
nóg niet is afgeschaft, moet zij nu en dan worden toegepast, zal de
ied woor het recht niet gevoelig worden getroffen. Het schijnt dat
ttfk. dat rverleenen van graUe wel eens wat heel wilekeurig wordt
fagesgrqngen en daarbij niet genoeg rekening wordt gehouden met de
«JÜttftsdjgheeleB en de bedoelingen waaronder de misdadiger zün
gruweldaad heeft gepleegd. Albert Wolu' heeft in de Figaro van 1.1. Zrji'
dag e[aarov«r en zoomede over de wepschelijkheid van de afschaffing
3« ?doodstraf een zeer lezenswaardig artikel geschreven, waaraan ik het
Volgende wil ontlcenen.
SB in het licht gesteld te hebben, hoe zonderling de gewoonte is om
de^ hoeren moordenaars, die in la Roqustte het fataio uur afwachten,
toet allerlei spijzen, die alles behalve tot den gevangeniskost behooren, te
) gcted tft doen en hun vele vrijheden, zooals het kaartspelen en het
rool;en t« verdunnen, die aan de andere gevangenen niet worden
verStrekt noch toegestaan; en uit het bestaan dier gewoonte de
gevolgtrekkrag .gemaakt te hebben, dat men op die wijze het onrecht eenigszius
$»lro te Vergoeden, wat de maatschappij door hen ter dood te laten
Brengen, jegens hen pleegt, zegt hij: dat alles is zuiver walgelijk en
tew^st duidelijk,, dat wy toch eigenlijk bang zijn voor diezelfde doodstraf,
dïw$ toch niet durven afschaffen. In de eerste zes maanden van dit
jaar heeft men op 48 veroordeelden slechts een zestal geëxecuteerd,
terwul.de twee en veertig andoren, na eerst onder het vooruitzicht van
IjetBCbavotovervloediggeyoed te zijn.geworden, naar la Nouvelle (Caledonie)
apjlen getransporteerd worden. Daaruit zon men feitelijk moeten opma
ken, dat van die 48 er slechts 6 wezenlijk den dood hadden verdiend,
Daartoe toch allen, evenzeer werden veroordeeld. Dit is het beate bewijs,
Jat de doodstraf ons tegen de borst stuit. Werkelijk wil niemand er
V|%«.vreten; noch de jury, die door dik en dun heen verzachtende
ouiejandigheden aanvoert, om maar haar verontrust goweten tot kalmte
te brengen,; noch de andere jury, die onmiddellijk nadat zij den
beschuldjgde ter dood heeft doen veroordeelen, zich haast om gratie voor hem
te vragen;, noch de maatschappij, die den ongelukkige volstopt met
allerlei .lekkernijen, als wilde zJühom vergiffenis vrageu voor hare
wreed^$$;,n£9k' <*e President der Republiek, die aan negen van de tien
veroprdeelden «ratie verleent; noch zelfs het publiek, dat door de gewapende
«acht op Bulk een afstand wordt gehouden, dat het weinig of niets
neer van de terechtstelling kan .zien. Alleen de heer Deibier, de beul,
heefteer belang bij, dat de kapitale straf wordt gehandhaafd. Men geve
hem een-.pensioen, en de moeilijkheid is opgelost.
»5ïjetzoo zeer om de levens van die ellendigen, die mij volmaakt
op^erschjllig zijn, te redden, dring ik op de afschaffing der doodstraf aan,
«egt Wolff, als wel om weer het evenwicht in de zaken der gerechtigheid
te herstellen, We zullen dan niet langer het bedroevend schouwspel zien
van een juuy, die door het wetboek verplicht wordt een raensch ter dood
tédoen veroordeelen en tegelijkertijd uit een open reden allerlei ver
zachtende omstandigheden aanneemt, uit vrees dat straks de geëxecuteerde
Ijj haar zal komen spoken. Wij zullen het niet langer behoeven aan te
«en, hoe Frankrijfcs eerste magistraat met bevende vingeren bet
doodpnnis:ond$rteekent van eenen moordenaar, terwijl hij gratie verleent nan
^s anderea, die niet minder schuldig zijn dan een Gagny. Met halve
njaatregelen kan men zich uit deze moeilijkheid niet redden.
.-'Hét-lev'eu 'van eeu mensch, zelfs dat van een moordenaar, mag niet
afhankelijk worden gemaakt van de meer of mindere zenuwachtigheid,
4e ons besluiteloos doet ronddobberen tusschen sentimentaliteit. Of men
neet de strat op allen zouder onderscheid toepassen, of ze voor goed
afschaffen.
-Bet" door Wolff geschrevene vindt ziju illustratie in de zaak van den
tfftmenger-horiogemaker van Montreuil. Pel, die zich in cassatie
voortien had, is Donderdag door het opperste gerechtshof gehoord en dit
beeft zijn doodvonnis gecasseerd om een gebrek in den vorm. In de jury
ll*$'.WWUik zitting gehad een gefailleerde, die niet gerehabiliteerd was.
Be zaak za] dus opnieuw behandeld moeten worden en er is alle kans
dat Pel de4 dans zal ontspringen. Alweder een bewijs te meer voor de
tooge noodzakelijkheid dat er verandering komt in de samenstelling d«
jury's, wamooïreeds menige stem in de pers is opgegaan.
Van de menjschan, diédoor de maatsehappg worden uitgeworpen, kom
ik tot hen, die door dezelfde maatschappij worden vereerd en na vroe
ger of later tijd een standbeeld worden waardig gekeurd. Men zou de
negentiende eeuw met recht de eeuw der standbeelden en gedenkteekens
' kunnen noemen. Deze week wordt het aantal dier monumenten te Parijs
weder met drie vermeerderd. Heden, Maandag, het standbeeld van Pinel;
morgen dat van Voltaire, overmorgen dat van Béranger. Het eerste, dat
van Pinel, is, om de waarheid te zeggen, reed» sedert eenigen t\jd ge
plaatst vlak voor het hospitaal van la Salpétrière, op den Boulevard de
l'Hópital. Op het voetstuk staat de goede Pinel; die de ketenen eener
af me krankzinnige verbrijzelt. Het beeld, door Ludovic Durand vervaar
digd, zal voor de meesten geen nieuwtje meer zijn, want sedert maanden
reeds had de Parijsche Sociétémedico-psychologiqne dit standbeeld willen
en moeten inwijden. Maar taoet ik het zeggen? het geld ontbrak
en alleen door de edelmoedigheid van Mr. Legrand du Saulle is men ia
staat gesteld het thans te onthullen. De grooto aliénist meende dit eerbe
wijs verschuldigd te zijn aan hem, die het eerst een rationeele behande
ling der krankzinnigen heelt in praktijk gebracht.
EQ Pinel verdient in alle oplichten, dat men hem vereert. HU mag
veilig onder de weldoeners der menschheid gerekend worden. Alphonse
Esquiros heeft aan dezen man eenige welsprekende bladzijden gewijd in
zijn Paris au XlXe Sieck. Vóór hem werden de ongelukkige gekken in
Bicêtre meer als beesten dan als menschen behandeld. In hokken en kooien
lagen zij opgesloten op vochtig en half vergaan stroo. Zij werden gesla
gen, met ketenen aan den muur vast geklonken en velen droegen in hun
vleesch de zichtbare sporen van de koorden, waarmede zij dag aan dag
werden vastgebonden. Esquiros verhaalt hoe een gek, die bij een poging
om te ontvluchten op het dak was geklommen, eenvoudig daarvan werd
afgeschoten.
Pinel's komst in het gesticht maakt aan al die wreedheden een einde.
In de grooto zaal van Bicêtre hangt zijn portret, door Tony
RobertFleury geschilderd, Waarop bij w afgebeeld, de boeien der krank
zinnigen verbrekende. Hij was'inderdaad de bevrijder der gekken. Er
schuilt in dezen geleerde iets van een apostel, zegt Claretie, Vóór hem
haidi'ji reeds Tenoon, La Koucbefoucauld en anderen de zaak dor waan
zinnigen bepleit, maar Pinel heeft dit pleit gewonnen.
Men verhaalt, dat op een der laatste dagen van het jaar 1792 iemand
Pinel, die juist tot divigeerend geneesheer van Bicêtre was benoejBd,kwam
opzoeken.
Burger, sprak hij, het gerucht wil, dat gij bier in uw gesticht
koningsgezinden verborgen houdt en hen in ketenen hebt geklonken om ze
aan'd'ègerechtigheid der Natie te onttrekken. Wee u, indien het blaken
mocht dat gij ons op die manier zoekt te bedriegen.
Iliorop antwoordde Pinel: kom binnen, burger, zie zelf en oordeel!
De man, tot wien Pinel dit zeide, was niemand anders dan Couthon.
Daar staat hij te midden dier razenden, gansch ontdaan door hun gehuil
en geschreeuw, bleek van an;;,st voor die zinnelooze en woeste menschea!
Hij ziet overal rond, doet allerlei vragen en zegt eindelijk:
Men beeft ons bedrogen, die menschen zijn inderdaad allen waan
zinnigen. Om allen schijn van verdenking zelfs weg te nemen, zult gij
mij een genoegen doen met een gunst van mij te vragen!
Ik verlang niets anders dan deze woestelingen als meascuen te be
handelen en hun boeien te verbreken.
Zijt gij zelf gek, vroeg Couthon; wilt gij hen werkelijk los en vrij
laten? Maar het is een troep wilde dieren!
Wilde dieren zijn het, maar alleen omdat men hen kwelt en mar
telt: als men hen goed verzorgt en behandelt, aullen zij weder
mensclielijke wezens worden.
Couthon keek den dokter strak aan. De man van het schrikbewind
stond stom van verbazing voor dezen man der barmhartigheid.
Welaan, sprak hij eindelijk, doe wat gij wilt. De menschheid kan er
niet anders dan bij winnen!
En werkelijk heeft de raenschheid er bij gewonnen. Pinel redde vele
krankzinnigen en grondde een nieuwe wetenschap. Het vuile hol werd
in een bekoorlijk verblijf herschapen, de gevangenis in een hospitaal ver
anderd door zijn goede zorgen. Bicêtre, eens het hol der smarten en
pijnigingen, het cachot der ellendigen, werd een toevluchtsoord en
reddingsplaats voor de avine zinneloozen, Eere dien man, die de brutaliteit plaats
deed maken voor de teederheid en kracht en geweld voor .het verstand.
De onthulling van dat standbeeld verdient evenzeer de aandacht der
Parijzenaars als dat van den rot- Voltaire en van den bonhomme Béranger,
Véron steekt den draak met den door de dames-kleedermakers te Parijs
genomen maatregel om door middel van de publiciteit hun achterstallige
rekeningen betaald te krijgen... 't Is een zeer kras middel, dat voor
de naaste toekomst heel wat belooft, want men begint met schriftelijke
aanmaningen in het geheim, maar eindigt wellicht met de hulp van
dienstmannen hommes-sandtviches, zooals men ze te Parijs noemt die
uw rekening op borst en rug geplakt, door de straten den volkekond maken.
Stel u voor, zegt Véron, hoe grappig dat moet zijn, als die kerels
daar rondloopen, met groote plakkaten, waarop ge kunt lezen:
M. X , klesrmaker, vast besloten een einde te maken aan het
voortdurend uitstellen van betalen, waarmede hij door zgn insoliede klan
ten op schandelijke wijze wx>rdt lastig gevallen, doet aan het geachte
publiek weten:
lo. Dat de vicointe de 4a Cascadière hem zes pantalons, veerÜa
vesten, vijf jassen en vier overjassen schuldig is;
2o. Dat M. Dumanchon, bureauchef aan het ministerie van Finan
ciën, (hoe bespottelijk,!) hem zelfs nog niet een met z.ijde gevoerden paletot
betaald heeft, die reeds voor een twee en een half jaar werd geleverd;
3o. Dat de baron de la Pauve hem een bestelling van kleeren op
crediet gedaan heeft ter waartte van 3.642 francs 25, welke hij volkomen
in gebreke gebleven is te betalen niet alleen, maar dat hij bovendien die
kleeren bij een opkooper beeft verkocht voor de belachelijke eom van
633 fr. 10..."