De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 26 juli pagina 1

26 juli 1885 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

A°. 1885. VOOR NEDERLAND. Verschijnt elkan Zaterdagavond. ttgtwn; BILZ5JIAH, B4&K8 * Oo, Kantoor; Singel 211. Hoofd-Agenten: te Bate via, Q. KOLFP ft Oo. Zondag 26 Juli. Abonnement per 3/ni. ,'i ; ,". . f t.?. fr. p. p. f 1.15. Atzonderlpe Nummer* Ma de Kiosken verkrygfem i . C.iO. AdvertoBtioa van 1?6 regels f 1.10, elke regel meer . . 0.20. tniBohen, den tekrt per regel ...... o.40 INHOUD: Ooze Bladen. Warme Kadetjes, een ZateriUgavondpratAje, 4e*t AtiMrim- Btierea Tan Jut v*n 't Sticht. Letterkunde: Eophorion, III, een gedUhi , vaa Fordinand Gregorovüiü. D» Slaat en de i 4o$T JRrfc Q,'¥. Geachicbfe deg Untertichtswesens in Peutschland TOII q fhr. ymw'Aalon 8pe«at, beoordeeld door Dr. F. Hét reobt der Vrouw, door e.en ' tyt*». ~'tt* &l k 'Oe WddtUewen, door Gerrit Kalff, beoordeeld door Alb. Th. 1 $fer btto feÖW.^H, dtwr F. r. d. O. Kin<J««o, I, door A. Cooptaadt. Inhoud <*aB<V9*Uhri{|«*. IlimMr* Bakea: E»n wöentel tot ttgeUag oozer levende «oor J. B. O. Bonaak.«-Feuilleton: De Wolf in de Bdnaapmtobt I. novelle van GodfriedBöbm. . ff JfiUWW». V*JT f§Wü. OYwafchJr TM de JSffaotenmarkt, door 8. B tl I TE N I, Ai! D. jwolken, die zich bij het einde der voor«? aaa deo.Cwtraal-AzialiUchen hemel vertoonden, zijn Wftder verdwenen. Wel is waar was het aan geen iwij iel *Üg, d»t «fe«iwgtngender Russische troepen asn den Heri«irtsU-ooktóa met strikt vredelievende behoeften, doch onmid4 K&>jni de houding vooralsnog niet te zijn. De Ru&beeft, blijkens de verklaring van het Journal de - dat aie haar officieus orgaan mag worden be de gern8tótelleöde(!) verzekering gegeven, dat, zoo er al _ .. efeofeewegingen mochten hebben plaats gevonden, deze W elk gftval vaa geringe iwteekenis zijn geweest. Wat hier onder »fl6ttngf moet worden verstaan, laat de Russische regeering aan iwLaprdflel der Engebche ov«r. Mag me» h«t woord in zijne da$a* lijksche beteékenia opvatten, dan voorzeker strookt de verklaring <?mal het oog op de omvangrijke troepen-concentratie, die feitelijk ia de nabijheid van den Zoelfikar-pas plaats vindt niet volko* ipen met-déwaarheid. Inderdaad schijnt de Russische regeering aan het bezit van den genoemden pas groot gewicht te hechten, ofschoon zij zich reeds m beginsel bereid heeft verklaard deze schijnbare concessie werd reeds gedaan aan het vorige Engelsche kabinet den pas ftaB d«n Emtr te fatten.'Mea zal zich herinneren, dat eenige maan den geleden de Emir onverwacht' met de verklaring voor den dag kwam, dat de Penj-deh-oase eigenlijk niet tot zijn grondgebied behoorde «a hij daarom geen bezwaar zou maken, dit gedeelte ?on Rusland af te staan. Aan drie andere punten, nl. Zoelfikar, Meroeschflk en Goelran, verklaarde hij echter groot gewicht te hechten. Waarschijnlijk zal nu de Russische regeering, ten einde «ca geschikt voorwendsel te hebben om de onderhandelingen slepende te houden, op (leze drie punten achtereenvolgens hare aanspraken doen gelden, om zévervolgens?zoodra zij ziet, dat de tegenpartij bepaaldelijk bMift weigeren om hare eischen in te willigen iweéw to*.te"lawsn. Ook de Standard, tegenwoordig hei olficieuse orgaan der Engelsche regeering, verklaart reden te hebben om Uezéveronderstelling aan te nemen. «Rusland," zegt het blad, tofeehoon aandringende op Zoelfikar, begeeft in waarheid Meroeechak, en zal bereid ,zijn, tegen afstand van Meroeschak, de Tochten des Emirs op Zoelfikar te erkennen." ' Wat hiervan zij, het vooruitzicht op eene spoedige en definitieve regdhig van het Afghaansche vraagstuk is door het voorgevallene der jongste weken tot een minimum gereduceerd. Wil men de gezindheid van de leiders der conservatieve parlij, toen zjj nog op de opposiliebanken onder het kabinet-Gladstone gezeten waren, als maatstaf nemen voor de vermoedelijke houding der tegenwoor dige regeeripg, dan voorzeker is de kans op het behoud van den vrede al bijzonder gering. Het verschijnsel echter, dat eene ver huizing van de oppositiebanken naar de ministertafel in staat is, de politieke inzichten en wenschen der belrokken functionarissen aanmerkelijk te wjjzjgen, is volstrekt geene zeldzaamheid meer, ioodat een beroep op hun verleden betrekkelijk weinig waarde kan hebben. Het Hoogerhuis nam in derde lezing het wels-ontwerp tot instelling van een ministerie voor Schotland aan. In tweede lezing werd een ontwerp aangenomen, strekkende om den aankoop van pachtgoederen door de pachters in Ierland gemakkelijker te ma len, doordien de Staat daarbij als geldschieter, tegen eene rente van 4 pCt., optreedt. DU ontwerp ontmoet, vooral bij de »bomerulers, een hefligen tegenstand, Ook de gewezen onderkoniug van Ierland, Lord Spencer, ofschoon hy zich niet tegen eene proef neming zoude verzetten, waarschuwde voor het gevaarlyke van een sjejgel waarby eigenlijk de Slaat zaU als landheer optreedt, zpodat e beweging, die thans tegen de grond-eigenaren is ge richt, zich voortaan tegen den Slaat zou keeren, zoodra hij de betaling begint te eischen van rente en voorschotten. Donderdag is op het eiland Wight het huwelijk tusschen Prin ses Beatrice, de jongste dochter van Koningin "Victoria, metprips Heinrich von Baitenberg, op plechtige wijse .** De Frausche Kamer van Afgevaardigden heeft de begrooting van ontvangsten over 1886 in zijn geheel aangenomen. Zij gaf in de laatste week aanleiding tot eemge niet onbelangrijke debat ten en beslissingen. In de eerste plaats werd een voorstel, om de invoerrechten op papier af te schaffen, aangenomen; deze maat regel zal echter om het evenwicht op de begrooting van 1886 niet te verbreken eerst met ingang van l December 1886 in werking treden. Vervolgens werd lusschen de afgevaar digden va» het Noorden en het Zuiden een heftige strijd gevoerd over liet invoerrecht op katoenen garens. De fabrikanten te Lyon verlangden afschaffing of in elk geval aanzienlijke verlaging; de katoenspinners van Rouaan verklaarden echter, het beschermende recht op dit artikel niet te kunnen missen en vroegen op zijn minst handhaving van het bestaande. Met 254 tegen 200 stem men kregen de laatsten hun zin. Eenige dagen te voren was een wetsontwerp aangenomen, waarbij bepaald wordt, dat eene surlaxe van 50 pCt. zal worden geheven van alle Roemeensche producten, die voortaan over de Fransche grenzen worden ingevoerd. Deze maatregel staat volkomen gelijk met eene verbodsbepaling; zij is het antwoord van de Fransche regeering, op eene beleefd heid (!), haar van Roemeensche zijde bewezen, waarbij haar ver zoek.'om ten opzichte van het handelsverkeer met dit land te worden behandeld op den voet der meest begunstigde natie, werd afgewezen. A posterlori is het gebleken, dat de schuld van deze gespannen verhouding hoofdzakelijk, zoo niet uitsluitend, moet worden toegeschreven aan de zwakheid en onhandigheid van den heer Ordega, Frankiijks zaakgelastigde te Bucharest, die zich door de oppositie liet gebruiken als werktuig voor eene onheusche demonstratie tegen de Fransche regeering. * i De Duitsche nationaal-liberale partij n Westfalen en de Rijnprovincie heelt deze week een »partijdag1' gehouden, en wel in de stad Hagen, in het district dat door den heer Eugen Richter, den bekenden leider der Duitsch-vrijzinnge partij, inden Rijksdag wordt vertegenwoordigd. Veel wijzer is men door het verhandelde op dezen partijdag niet gewowen; integendeel het schijnt dat deze parlij, bij haar streven om eene groote populaire middenpartij te vormen die allerlei nuances in zich vereenigt, het minder raadzaam acht, met een duidelijk omschreven pro gramma voor den dag te komen. Onwillekeurig vraagt men zich af, of zulk eene middenpartij, die schijnbaar populair doch op politiek gebied volkomen karakterloos is en haar streven naarde gunst van den Rijkskanselier door allerlei valsche leuzen van verbroederingen vaderlandsliefde tracht te bedekken, op een duur zaam bestaan zal kunnen rekenen. Het lot, dat alle halfslachtige middenpartijen na korter of langer tijd schijnt beschoren, en waarvan wij de voorbeelden, speciaal ten opzichte van het liberalisme, waarlijk niet ver behoeven te zoeken, zal vroeg of laat ook aan de heerschappij der nationaal-liberale partij in Duitschland een einde maken. Voor den stadhouderspost in Elzas-Lotharingen, door den dood van Generaal von Manteuffel vacant geworden, is dezer dagen uit het groot aantal officieuse candidaten eene keuze gedaan, waaraan wel is waar het officieele zegel nog ontbreekt, doch die daarom als niet minder definitief behoeft te worden beschouwd. Tot op volger is namelijk gekozen vorst Chlodwig Hohenlohe Sehillmgfürst, sedert elf jaren Duitsch gezant te Parijs. In hoeverre deze benoeming invloed zal hebben op het in de «Rijkslanden" tot dusver gevolgde regeeringsslelsel, valt voorloopig niet met zeker heid te zeggen. Men beweert echter, dat de nieuwbenoemde stadhouder in tegenstelling met zijn voorganger die in zijn be stuur volkomen zelfstandig te werk ging en dikwijls handelde in strijd met de wenschen van von Risrmrck «door een jaren lange eendrachtige samenwerking met den grooten Staatsman, zóó vertrouwd is geworden met diens denkbeelden op ieder gebied, dat hij reeds om die reden meer dan iemand anders geschikt is, om zijne betrekking als stadhouder te vervullen in voortdurend overleg en volkomen overeenstemming met den Rijkskanselier.** Is dit waar, en zal dus Elzas-Lothariflgen voortaan eigenlijk van

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl