Historisch Archief 1877-1940
^-1 *
l / l
V \'V' " x
v
W). 494
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Belgiëte WB der nieuwste koninkrijken van Europa. Het vijftigjarig
fattuft .(denk' eena, eene halve eeuw!) is met zooveel luister gevierd,
alsof de bevolking meende Dat is voor 'teerst en voor 't laatst; laat
OM »r van profiteeren!".... Het ia een bloedjong rukje en er is geen
tweede waar zooveel voor 't afbreken, nivelleeren, renoveeren, enz. wordt
gedaan. Voor 't nog nieuwere Congo-Belgiëwordt een uieaw Staatsblad
gertioht Moititeur du Gongo dat sedert eenige maanden verschijn!-,
er worden allerhande geestelijke en wereldlijke maatregelen genomen om
aan die zwarte bevolking Europeesche beschaving te loeren (1) terwijl die
in 't moederland met de andere hand wordt afgebroken.
-Nevens de politieke partijen, of veeleer daarboven, heeft de partij van
afbraak zich een plaats veroverd. Zij werkt voor allen die niet blind zijn,
deels in 'fc geheim, deels in 't publiek op velerlei kunst- en wetenschap
pelijk gebied.
.De taal, de literaire zoowel als de plastische, ja zelfs de toonkunst
maakt die partütot haar slachtoffer.
De taal. Het zal wel niet noodig zijn lang er bij stil te staan, hoe de
zucht tot onderdrukking, tot uitsluiting en verbanning der nederlandsche
epraok, 'het idioom van 57 percent der bevolking, steeds voortvvoedt.
;Te vergeef* worden langzamerhand op de hoeken der straten de namen
in twee talen geschilderd; te vergeefs penseelt men onder het woord
Ghef'dt station Statie overste; te vergeefs onder Postes Posterijen;
te vergeofs op de brievenbussan ouder Imprimcs, het woord Drultsds.
Wat beteekenen die doekjes voor 't bloeden wanneer in de opvoeding
negen tiende aan 'tfransch wordt afgestaan, en alle jonge dochters, op
hooger (geestelijk en wereldlijk) bevel, of ten minste met hunne toelating
eigen taai en aedeöleeren verachten en misprijzen. Afbraak!
De letteren. Bij duizenden exemplaren zijn de werken van Conscienee
over Holland, Duitsohland en elders verbreid. In Belgiëleert alleen de
kleine burger die perelen van fijn gevoel kennen. Hier en daar slaat de
jonge (welopgevoede!) juffer eenen blik op de fransche vertaling, dat is
alles! EO Vaar een tekst van Conscienee De dichter en zijn droombeeld"
op muziek.van Miry door bemiddeling van het Conservatorium (zoo
als verleden week aan 't einde der jaarlijksche Concours) zal worden
uitgevoerd, maakt men daarvan (uit vaderlandsliefde?) eene fransche
vertaling. Schrijft een geleerde een werk in de taal der Vlamingen en
Brabanders men trekt er den neus voor op. Afbraak!
De plastische kunst. a. bouwkunst. Belgiëbezit in hare
gedenkteekenen van bouw, beeldhouw en schilderkunst eene geschiedenis der
plastische kunst zoo groot en rijk als naar verhouding geen enkel land
van Europa. Leeft men er naar? Geenszins! Het Cosmopolitisme is
meester. Nationaliteit is verre te zoeken.
? Heeft men een gerechtshof noodig men raadpleegt alle oostersche
n westersche volken en hunno voortbrengselen, stapelt sarcofagen op
kroonlijsten, omgeeft de onderste verdieping door eene kostbare zuilenrij,
d« bovenste door zittende figuren van allerlei grootte eu soort, borst
beelden, uitkijktorens, nieuwe colonnades, hemelhoog, breekt straten bij
straten v/eg opdat deze reusachtige marmer klompen reeds uit de verte
moeten worden aangegaapt.... en men is tevreden.
Wil men een tempel aan de kunst bouwen, dan plaatst men donker
gekleurde statige' zuilen neven elkaar, die in hunne bescheidene ernst
aan een gerechtshof herinneren, stelt er vrouwelijke figuren met
magere armen als zinnebeelden der kunsten boven op en het
ivouidbcgrieksche palais des beaux arts is gereed.
b. De beeldhouwkunst. Wil men de handwerken verheerlijken men
baatelt modellen a la confiseur, waar geen enkele ambachtsman, als hij
'? morgens aan zijn werk gaat, zich in herkent. Men gaat de eigenaar
digheden van volk en stad en land voorbij en kiest het cosmopolitisme
geënt óp moderne coquetterie. Afbraak!
c. De schilderkunst. Men spot niet alleen met de 15e eeuwsche school
als te ascetisch en te levenloos, maar beschimpt (met een onbegrijpelijken
sprong!) zelfs Rubens.
De jonge school Ze Cercle des vingt, L'JSssor, en hoe zij zich al
verder noemen, oordeelen dat men den weg moet verlaten, dien Rubens
heeft bewandeld. L'enseigne du grand Rubens" zeggen zij, moet afge
nomen woeden, en zij bespotten de Antwerpsche academie omdat zij zal
gereorganiseerd en verdeeld worden in een Institut royal inférieur des
beaux arts, en eene Académie royale primaire et moyenne des leauxarts.
Veel beter is het nivelleeren, dan het ombouwen.
Afbraak!
Wat hebben wij met leeraars noodig? Loopt het veld in, trekt door
de eteden, de straten, de stegen, leest, ziet om u, en leert."
Dit zijn de eigen woorden van den jongen". Devilles aan Antwerpen
gericht.
Zeker hebben de ouderwetsche classische" academiën veel goeds
veretikt, maar toch wil de kunst geene routine, iets anders dan eene
handigheid worden, zoo zijn wetenschap en gedurige oefening noodig, om
Stijl, maat en harmonie te leeren verstaan.
Be toonkunst. Voorwaar een nieuw licht schijnt hier te willen opgaan.
Maar evenmin alg in de dramatische en andere kunsten wordt op de
overlevering voortgebouwd. Niemand bekommert zich om het heerlijk
musicaftl verleden van België, in de 16e eeuw, toenmaals met Italiëaan
't hoofd van Europa. Beter is nivelleeren, afbraak! Oogen en ooren slui
ten Bieb voor 't overgeleverd nationale en wiegelen zich in de onge
zonde zenuwachtigheid van Verdi, en (om met Hans von Bulow te spre
ken) in de mncikale zenuw-zinkingkoorts van Wagners LoJienyrin of
Bevers halfslachtigen Sigurd.
Wat bekommert het publiek zich om belgische muziek? Een kleine
hoop juicht die slechts toe, en zou 't nog niet eens doen, wanneer het
buitenland niet medewerkte.
?Maar toch hdudt maestro Benöitvast, vast als een gzeren knijptang of
een voetangel, aan. zjne overtuiging! Eens zal de dag komen, en zij
schemert reeds, dake4,gen lagdgejiooten hem aiet meer hoofdschuddend
Door bovenstaande regelen willen wjj geenszins aan liet aantal mannes
van de daad, de opbouwers, de lansbrekers van den vooruitgang en knnatf
ontwikkeling te kort doen. Lang en heilrijk mogen zij leven en werken.
Een enkele zwaluw maakt echter geene lente.
Afbraak van het oude overgeleverde schoon is de algemeene leua (al
restaureert men ook eenige gebouwen in Brussel en elders); voortwerkea
op nationale gegevens is eene uitzondering!
Nivelleeren, en dan fier zijn b'jj 't gezicht der puiühoOpeD, schoon macu»
teloos wat beter daarop te stichten. Afbraak!..,
Brussel, 28 Juli 1885. M. A. '
(1) In een liberaal vlaamach blad was onlangs eene hulde afgedrukt aan den
Congo-vorst, nu te Antwerpen tentoongesteld". Zjj bestond in een gedicht V«B
zeven stroplien. Hot laatste koepiet luidde aldus:
Er kwam een vorst naar Belgenland,
Van over land en meer;
Hij drukte Leopold de hand,
Als Congo'e Opperheer:
Viv' Loopold", blonk menig stem,
De Walen riepen 't na;
Maar ik, ik roep met kracht en klem:
«Laos leve Maeeala."
UIT PARIJS.
XXXI.
Dagen lang werd in zekere kringen de strijd om het bestaan letterlijk
vergeten door een anderen strijd, dien om eerste en tweede prijzen en ac*
cessits op allerlei gebied van kunst en wetenschap. Het intellect vierde te
Parijs zijn hoogtijd en zgn dienaren, meestal jeugdige en vrooljjke zonen
van Frankrijk, die weken lang met hua esamens en concours in de maag
hadden gezeten, begroeten nu met luchtige of bezwaarde harten de zalige
vacantiedagen. De luchtige harten zijn voor hen, die met een prijs of be
vordering de gehoorzalen mochten verlaten, de bezwaarde gemoederen voor ?
de arme teleurgestelden, die zonder krans of lauwer naar hun haardstede
en altaar moesten terugkeeren.
Examen en prijsuitdeeling hebben nu voor een jaar weder afgedaan, maar
gelijk zij de voornaamste gebeurtenis vormden van de afgeloopen week, do'
laatste der Juli-maand, zoo zullen zij dat ook een volgend jaar weder
doen. Het oude wordt altijd weder nieuw, maar het nieuwe is ook altijd
weder oud. Alles schon da geivescn. Het draait in een kringetje rond;
vreemd genoeg, bemerken velen daar gewoonlijk niet veel van, althans
schijnen zij geen last te hebben van dat soms vrij vervelende
cirkelgangefje.
En toch keeren geregeld dezelfde gebeurtenissen, dezelfde actualiteiten
op bepaalde tijden terug. Wilt gij het bewijs, neem dan een courant, die
twintig jaar oud is eu leg ze naast een dagblad van heden, tica tegen
n dat gij zult zoggen: bis in idem.
Het bijkomstige moge schijnbaar verschillen, de hoofdzaak blijft onver
anderd
dezelfdeIn beide bladen zult gij zwaarwichtige beschouwingen aantreffen over
het een of ander conflict, dat een paar groote mogendheden tegen elkan
der in het harnas dreigt te jagen. Aan den politieken horizon kan me»
altijd een dreigend conflict zien hangen.
Verder bevatten beiden de bijzonderheden van een vreeselyJt drama, dat
in de straat X of de straat Z werd afgespeeld, en dat syn weerga niet
heeft in iets, dat te voren gebeurde, sóó afschuwelijk is het. Want het
ontbreekt nooit aan zoo'n vreeselijk drama, dat al de vorige in afschuwe
lijkheid overtreft.
Ook de berichten omtrent de nasporingen van den vermpedelijken
moordenaar ontbreken niet; berichten, die gretig gelezen en nageplozen
worden door al de lesgloopers, die .meestal zoo'n moordenaar tot een
soort van held maken, met wien zij een korten tijd dwepen kunnen zelfs,
totdat het blijkt, dat hij een vrij ordinaire dief en roover is.
Ook zoekt gij in beide bladen niet tevergeefs naar de roerende jam*
merklachten over liet onherstelbaar verlies, dat Frankrijk heeft te betreu
ren in den dood van Er is altijd een onherstelbaar verlies te
betïeuven, dat de schrijvers der necrologieën in diepen rouw dompelt.
Ook vindt gij in beiden de allerlaatste nieuwtjes en mededeelingen over
de groote tooneelster, die korten tijd geleden zichtbaar werd, of over da
demi-mondaine, welke in de mode is. Altijd is er de eene of de andere,
ook wel de eene en de andere tegelijk.
Dan de laatste onthullingen over een sensatie-roman, die algemeen da
nieuwsgierigheid prikkelt. Aan scandaleuse boeken nooit gebrek, evenmin
als aan straatslijpers, die daar notitie van nemen.
En of het nu een blad van gisteren, van daag of morgen betreft, altijd
weder een zelfde repertoire, dat slechts leeft bij eindelooze reprises en
herhalingen. Het meest verbazende is dit, dat die herhalingen en
repfiees, gelijk ik reeds zeide, op de meesten den indruk makea vaa tchtt
premières te zijn.
Er worden wat lachjes en tranen vermorst!
Maar gelukkig zijn wg zegt Véron begaafd met een talent
van herkauwen, dat ons in staat stelt een geur van nieuwheid en frisch»
beid aan al dien inmaak te geven. Daarom zal de kleine uitweiding over
de prijsuitdeelingen van iedere soort ook dit jaar weder hetzelfde succes
ondervinden als te-voren.
Deze stof leent zich overigens ook tot zeer verschillende behandeling.
Men kan dat onderwerp naar verkiezing bespreken op den satirieke»,
den ernstigen, den sentimenteelen en vaderlandslievenden toon.
Luistert maar. Ik begin met den satirieken toon:
Arme kleinen! Daar bestijgen zij, vol illusie, de trappen van het def
tige platform, waarop een oud gebrild heer heeft plaats genomen, die hua