Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTÜRDAtfMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
9
Tot «lagen; 'i h mn strfid met onverwtebre machten!
H$ ««aft g««l k»wp, P»aar zwoegt steeds onverschrokken voort,
Eo, t i» of t «out gebrul tot heevger strijden spoort.
Trotwer dia felle VTaag! Hond moed! Hat zal n lokken f
Trotwor dien rnwen stoot l Toe knaap! Nog enkle rukken!...4
Hen enkle trtor»?leag nog, en 't einde is daar! De mast
Valt krakend, dondrend neer, en smakt den lieven last
SFe pletter op het dek!....
. Geknield lag 't scheepsvolk neder
B$ t stervend knaapje, 't Blikte een wijl hun aan, en teeder
Klonk van zjjn lippen toen: Brengt Va en Moe mijn groet,!"
Zacht blies hij d' adem uit, als waar' hem 't sterven zoet.
Des andrendaags stond heel de manschap, diep bewogen,
Om 't offer heen geschaard. Een traan welde in hun oogen,
En zuchtend wierp men ver, zeer verre van de ree,
$fa 'tsonjber: een, twee, drie,... in Goda naam l" 't lijk in zee.
Alom heersoht kalmte en rust. Langu gaarde,1 veld en dreven,
Waar 't voorjaar mild de kleur der hope spreidt, begeven
De vromen, uitgedost in 't sierlijk Zondagskleed,
Zich tempelwaarts. Wel hem, die zich bij vreugd en leed
Ootmoedig nederbriigt. Gezegend hij, wiens harte,
BÜ't reinst geluk op aard, bij wanhoop en bij smarte,
't vroom gebed eiph wijdt!
V
»\
Een hemelsch rein akkoord
Weergalmt door t kerkgebouw; het stemt tot Godes Woord,
En plechtig, statig klinkt 't koraal nit duizend monden,
Uit duizend harten, die des Heeren lof verkonden;
Ook uit het hart van beu, daar ginds, het oudrenpaar
In diepen rouw gehuld. De kerkgang viel hun zwaar ;
En zoo, trots naamloos leed, zij thans hun stemmen mengen
In 't kerkgezang, 't belet niet dat zij tranen plengen;
En zoo zy luistren, trots hun smart, naar 't heilig
Woord't Belet hun t snikken niet, zij 't in de keel gesmoord.
Vertroostend klonk de stem des priesters in die stonde:
Zij God uw toeverlaat tot op uw stervenssponde!
En is 't u bang om 't harte, en lijdt ge bitter wee,
- Vertwijfelt niet, doch lijdt, in Godes naam, gedwee l'?
A. B. Jr.
CARL STIELER.
Voor eenigen tijd ia de bekende Schwiibische Dialect-dichter, Carl Stieler,
gestorven; in zijn nalatenschap vond men o. a. het volgende treffende
gedicht van een boer die tijdens den Fransch-Duitschen oorlog naar de
stad komt om 's morgens vroeg in de kazerne eenig bericht omtrent zijn
drie zich in 't leger bevindende zonen te bekomen. ?? f - ? '
t t t ? ? ? J ? s » » . t i 5
Hoe maakt 't mijn onie?"" vraagt de man;
Dien had hij 't liefst van allen.
De luitenant ziet de lijsten f) na.
En zegt: Bg Wörth gevallen!"
? Bn... O, God! mijn kind!. .. en Frits, mijn zoon?'";
els voor Sedan gebleven!"
...En Josef?"" Ligt bij Orléans!"
Geen toon kan d' oude geven;
Hy staroogt, ziet den luit'nant aan
En waggelt op zijn beenen,
Hy grijpt naar muur, naar kast n stoel,'
Haar 't elot der deur; gaat henen
De poort uit; wankelend is 't alsof
De grond hem is ontzonken.
De schildwacht ziet hem gaan en lacht
Zoo'n pummel! Non al dronken!"
Maar aan den landweg, óp een steen
Zit d' oude man, doodstil alleen.
Zijn hoofd gebogen tot de knie
Zucht hij: God! waarom alle drie!'*
Een voorbeeld van Stieler's komische ader, biedt het antwoordt dat hij
een Beiersehe-kellaeriau laat geven aan een gast die een halbe (een halven
liter bier) vraagt :
Wat l" roept de kellnerinn en gaat.
Een halve? schaam je beste maat.
Daar loop ik niet voor naar het fust,
Wacht dan maar tot je een Ueele tast!'*
f) Dooaenigst -5 (Todtenliste),
BERICHTEN EN MEDEDEELINGEN,
Van Hênry Céard, schrijver van Une Bette journfe zal eene tóitiaClie studie OYer
den auteur van de Liaisons dangereuses het licht zien.
De Btmte naêptnctaHte 6 overleden. Deze plotselinge dood Ie niet te wijten
n getoete aan legen of sasdeveikuf, UUK d» eonuk er van U, dat de
Georges Chêvrler, die zich op staatkundig terrein beweegt, het tijdschrift in een
politiek maandblad L'Evolution Sociale wenschte te veranderen: De redactie, waar
toe Zola, Hnysmana en Caze behoorden, bon zich hiermede niet vereenigen, en beeft
daarop haar ontslag genomen.
Van Bonert Caze zal een nienwe roman getiteld Grand' Hlre uitkomen,
INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN.
De Portefeuille, l Angustns.
Leigüton'a Idyll. Boelhnis of Tentoonstelling, naar aanleiding der schilderijen
van David Bles, in de zalen van Arti et Amicitiae." G. P. N. Zalm, De
bibliologie en bare beoefening. J. II. W. Unger, Catalogus der Bibliotheek van de
Maatsch. der Ned. Letterkunde te Leiden, 2e ged. 3e afl. Taco H. de Beer, Noord-
Nederlanders over Zuid-Nederland (M. A. Perk, wandelingen door de provincie Ant
werpen ; Botsy Perk, oud en jong Brussel.) The Keal Shelloy; New Vieuwa of
the Poeta Life: by John Cordy Jeaffreseen. Custom and Myth, by Andrew Lang.
??Vrouwelijke studenten. Mr. M. G. L, van Logliem, Duitsche Poezy (Arno
Holz, das Buch der Zeit.) Taco H. de Beer, Geheimzinnige verhalen. A. N. J.
Falius, Een tocht naar lïonie, van Ludwig Nonne door 3. Oosting. Taco H. de Beer,
Idem. The faithful Shepherdeas. Eip. Mr. H. Cosman, Naroisa. Feuille
ton: Frans de Vries, De Nedeilandsehe boekhandel op de Antwerpsebe Tentoon»
«telling.
Spectator, 8 Aognstna.
Berichten en mededoelingen. Bijdrage tot de geschiedenis van Keulen, door
P. A. Tielo. De Maaa en de dijken van den Zuid-Hollandsche waard in 1421,
doot J. G. Frederlbs, Madame Deaborne?Valmore, door jaït. Helene Schicarth.
De romantische school van 1830, door ArnoJd Ising. Yirgüina' Ie Herderszang,
door mr. C. Vosmaer. Pluksel.
M I L I T A I R E Z A K E N.
STALEN PROJECTIELEN VAN NEDERLANDSCH FABRICAAT.
II (Slot).
Was Zweden na Frankrijk de eerste mogendheid, die zich de nienwe
vinding ten nntte maakte, ook in Nederland heeft men getracht van den
nieuwen weg partij te trekken, aanvankelijk door projectielen te vervaar*
digen uit ongehamerd staal van aanzienlijke vastheid en taaiheid,
Na langdurig onderzoek is men er in geslaagd om, verband houdende
met de hiervoren vermelde nieuwe wijze van fabricage, eene methode ta
vinden tot het verkrijgen van staalsoorten, die met vrucht kunnen worden
aangewend tot het vervaardigen der stalen bussen tot granaatkartetsen.
Wel is waar bestaat in ons land nog geene inrichting om geregeld
binnen een bepaalden tijd eene zekere hoeveelheid stalen projectielen af
te leveren, maar men heeft de wetenschappelijke gronden vastgelegd,
volgens welke zal moeten gearbeid worden, wanneer eenmaal tot fabri
cage in het groot zal moeten worden overgegaan.
Het spreekt van zelf, dat op dit oogenblik omtrent deze zaak nog
niet veel bekend gemaakt kan worden. Evenwel zijn ons eenige gegevens
medegedeeld betreffende uitkomsten der proefnemingen, waaruit o.a. blijkt,
dat men eene zeer vaste en taaie staalsoort heeft verkregen, die zeer
geschikt moet geacht worden om daaruit stalen bussen voor de granaat»
kartelsen van 10 cM. te vervaardigen.
Eene dergelijke bus, op zijne eigenschappen onderzocht, onderging 800
slagen met een voorkamer van 15 KG. gewicht en langen steel, alvorens
te scheuren, terwijl de vervorming zoo aanzienlijk was, dat de bus van
voren dicht gevouwen lag.
Eenige stalen granaatkartetsen van 10 cM., wier bussen uit het be
doelde metaal bestonden, zijn door de commissie van proefneming op
het strand bij Scheveningen verschoten geworden. Eene soort bleek bij
zonder sterk te zijn, hetgeen zich uitwees, doordien eene bus die aan
zienlijke gebreken had dus om zoo te zeggen eene mislukte op
zettelijk aan de schietproef werd onderworpen, zonder te breken of
zelfs te scheuren.
Van eene tweede soort, waarvan men wist dat züminder sterk was,
bleef eene afgekeurde doch opzettelijk aan de schietproef onderworpen
bus niet in haar geheel, maar brak in twee stukken; de overigen van
die soort voldeden echter goed.
Men mag deze uitkomsten voorloopig als zeer gunstig beschouwen,
wanneer men bedenkt, dat het bij van buitenslands geleverde en goed
gekeurde bussen meermalen voorkomt, dat zij bij het schot bezwijken.
Het zal wel geen betoog behoeven, dat het voor ons land van groot
belang zou zijn. indien men beschikken kon over eene inrichting, waarin
al onze benoodigde projectielen konden worden vervaardigd. Niet alleen
toch, dat het daarvoor uit te geven geld in het land blijft, maar men is
ook, wanneer eenmaal de aanschaffing van stalen vuurmonden zal zijn
afgeloopen, verder onafhankelijk van het buitenland.
Sedert eenige jaren vervaardigen wij onze eigene staalbronzen kanon
ten en mortieren en zullen dan. zoo zich daaraan eene eigene
staalprojectielenfabriek paart, ten opzichte onzer artillerie-benoodigdheden, een
Vrij zelfstandig standpunt kunnen innemen.
Een niet te versmaden voordeel zal ook zijn, dat wanneer het Rijk
Belf de fabricage ter hand neemt, de projectielen beterkoop zullen zijn
dan wanneer men ze uit het buitenland ontbiedt.
Doch hetgeen deze zaak vooral van overwegend belang maakt, ia het
Voordeel nit een krijgskundig oogpunt.
De aankoop van vuurmonden in het buitenland levert nit dit oogpunt
wellicht niet zoo groote bezwaren op, daar men die natuurlijk in vredes
tijd aanschaft en het eene behoefte is voor eens. Daarentegen moet de
aanvulling der projectielen ook in oorlogstijd verzekerd zijn, daar het
niet ondenkbaar zou zijn, dat de vooraf aangeschafte hoeveelheid te kort
echoot, wanneer wij het geluk hebben onze verdediging op vele punten
langen tijd vol te houden.
In deze dan dagelijks wêerkeerende behoefte, zou door eene
binnenlandsche projectielenfabriek op zeer gewenschte wijze voorzien worden.