De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 9 augustus pagina 9

9 augustus 1885 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTÜRDAtfMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. 9 Tot «lagen; 'i h mn strfid met onverwtebre machten! H$ ««aft g««l k»wp, P»aar zwoegt steeds onverschrokken voort, Eo, t i» of t «out gebrul tot heevger strijden spoort. Trotwer dia felle VTaag! Hond moed! Hat zal n lokken f Trotwor dien rnwen stoot l Toe knaap! Nog enkle rukken!...4 Hen enkle trtor»?leag nog, en 't einde is daar! De mast Valt krakend, dondrend neer, en smakt den lieven last SFe pletter op het dek!.... . Geknield lag 't scheepsvolk neder B$ t stervend knaapje, 't Blikte een wijl hun aan, en teeder Klonk van zjjn lippen toen: Brengt Va en Moe mijn groet,!" Zacht blies hij d' adem uit, als waar' hem 't sterven zoet. Des andrendaags stond heel de manschap, diep bewogen, Om 't offer heen geschaard. Een traan welde in hun oogen, En zuchtend wierp men ver, zeer verre van de ree, $fa 'tsonjber: een, twee, drie,... in Goda naam l" 't lijk in zee. Alom heersoht kalmte en rust. Langu gaarde,1 veld en dreven, Waar 't voorjaar mild de kleur der hope spreidt, begeven De vromen, uitgedost in 't sierlijk Zondagskleed, Zich tempelwaarts. Wel hem, die zich bij vreugd en leed Ootmoedig nederbriigt. Gezegend hij, wiens harte, BÜ't reinst geluk op aard, bij wanhoop en bij smarte, 't vroom gebed eiph wijdt! V »\ Een hemelsch rein akkoord Weergalmt door t kerkgebouw; het stemt tot Godes Woord, En plechtig, statig klinkt 't koraal nit duizend monden, Uit duizend harten, die des Heeren lof verkonden; Ook uit het hart van beu, daar ginds, het oudrenpaar In diepen rouw gehuld. De kerkgang viel hun zwaar ; En zoo, trots naamloos leed, zij thans hun stemmen mengen In 't kerkgezang, 't belet niet dat zij tranen plengen; En zoo zy luistren, trots hun smart, naar 't heilig Woord't Belet hun t snikken niet, zij 't in de keel gesmoord. Vertroostend klonk de stem des priesters in die stonde: Zij God uw toeverlaat tot op uw stervenssponde! En is 't u bang om 't harte, en lijdt ge bitter wee, - Vertwijfelt niet, doch lijdt, in Godes naam, gedwee l'? A. B. Jr. CARL STIELER. Voor eenigen tijd ia de bekende Schwiibische Dialect-dichter, Carl Stieler, gestorven; in zijn nalatenschap vond men o. a. het volgende treffende gedicht van een boer die tijdens den Fransch-Duitschen oorlog naar de stad komt om 's morgens vroeg in de kazerne eenig bericht omtrent zijn drie zich in 't leger bevindende zonen te bekomen. ?? f - ? ' t t t ? ? ? J ? s » » . t i 5 Hoe maakt 't mijn onie?"" vraagt de man; Dien had hij 't liefst van allen. De luitenant ziet de lijsten f) na. En zegt: Bg Wörth gevallen!" ? Bn... O, God! mijn kind!. .. en Frits, mijn zoon?'"; els voor Sedan gebleven!" ...En Josef?"" Ligt bij Orléans!" Geen toon kan d' oude geven; Hy staroogt, ziet den luit'nant aan En waggelt op zijn beenen, Hy grijpt naar muur, naar kast n stoel,' Haar 't elot der deur; gaat henen De poort uit; wankelend is 't alsof De grond hem is ontzonken. De schildwacht ziet hem gaan en lacht Zoo'n pummel! Non al dronken!" Maar aan den landweg, óp een steen Zit d' oude man, doodstil alleen. Zijn hoofd gebogen tot de knie Zucht hij: God! waarom alle drie!'* Een voorbeeld van Stieler's komische ader, biedt het antwoordt dat hij een Beiersehe-kellaeriau laat geven aan een gast die een halbe (een halven liter bier) vraagt : Wat l" roept de kellnerinn en gaat. Een halve? schaam je beste maat. Daar loop ik niet voor naar het fust, Wacht dan maar tot je een Ueele tast!'* f) Dooaenigst -5 (Todtenliste), BERICHTEN EN MEDEDEELINGEN, Van Hênry Céard, schrijver van Une Bette journfe zal eene tóitiaClie studie OYer den auteur van de Liaisons dangereuses het licht zien. De Btmte naêptnctaHte 6 overleden. Deze plotselinge dood Ie niet te wijten n getoete aan legen of sasdeveikuf, UUK d» eonuk er van U, dat de Georges Chêvrler, die zich op staatkundig terrein beweegt, het tijdschrift in een politiek maandblad L'Evolution Sociale wenschte te veranderen: De redactie, waar toe Zola, Hnysmana en Caze behoorden, bon zich hiermede niet vereenigen, en beeft daarop haar ontslag genomen. Van Bonert Caze zal een nienwe roman getiteld Grand' Hlre uitkomen, INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN. De Portefeuille, l Angustns. Leigüton'a Idyll. Boelhnis of Tentoonstelling, naar aanleiding der schilderijen van David Bles, in de zalen van Arti et Amicitiae." G. P. N. Zalm, De bibliologie en bare beoefening. J. II. W. Unger, Catalogus der Bibliotheek van de Maatsch. der Ned. Letterkunde te Leiden, 2e ged. 3e afl. Taco H. de Beer, Noord- Nederlanders over Zuid-Nederland (M. A. Perk, wandelingen door de provincie Ant werpen ; Botsy Perk, oud en jong Brussel.) The Keal Shelloy; New Vieuwa of the Poeta Life: by John Cordy Jeaffreseen. Custom and Myth, by Andrew Lang. ??Vrouwelijke studenten. Mr. M. G. L, van Logliem, Duitsche Poezy (Arno Holz, das Buch der Zeit.) Taco H. de Beer, Geheimzinnige verhalen. A. N. J. Falius, Een tocht naar lïonie, van Ludwig Nonne door 3. Oosting. Taco H. de Beer, Idem. The faithful Shepherdeas. Eip. Mr. H. Cosman, Naroisa. Feuille ton: Frans de Vries, De Nedeilandsehe boekhandel op de Antwerpsebe Tentoon» «telling. Spectator, 8 Aognstna. Berichten en mededoelingen. Bijdrage tot de geschiedenis van Keulen, door P. A. Tielo. De Maaa en de dijken van den Zuid-Hollandsche waard in 1421, doot J. G. Frederlbs, Madame Deaborne?Valmore, door jaït. Helene Schicarth. De romantische school van 1830, door ArnoJd Ising. Yirgüina' Ie Herderszang, door mr. C. Vosmaer. Pluksel. M I L I T A I R E Z A K E N. STALEN PROJECTIELEN VAN NEDERLANDSCH FABRICAAT. II (Slot). Was Zweden na Frankrijk de eerste mogendheid, die zich de nienwe vinding ten nntte maakte, ook in Nederland heeft men getracht van den nieuwen weg partij te trekken, aanvankelijk door projectielen te vervaar* digen uit ongehamerd staal van aanzienlijke vastheid en taaiheid, Na langdurig onderzoek is men er in geslaagd om, verband houdende met de hiervoren vermelde nieuwe wijze van fabricage, eene methode ta vinden tot het verkrijgen van staalsoorten, die met vrucht kunnen worden aangewend tot het vervaardigen der stalen bussen tot granaatkartetsen. Wel is waar bestaat in ons land nog geene inrichting om geregeld binnen een bepaalden tijd eene zekere hoeveelheid stalen projectielen af te leveren, maar men heeft de wetenschappelijke gronden vastgelegd, volgens welke zal moeten gearbeid worden, wanneer eenmaal tot fabri cage in het groot zal moeten worden overgegaan. Het spreekt van zelf, dat op dit oogenblik omtrent deze zaak nog niet veel bekend gemaakt kan worden. Evenwel zijn ons eenige gegevens medegedeeld betreffende uitkomsten der proefnemingen, waaruit o.a. blijkt, dat men eene zeer vaste en taaie staalsoort heeft verkregen, die zeer geschikt moet geacht worden om daaruit stalen bussen voor de granaat» kartelsen van 10 cM. te vervaardigen. Eene dergelijke bus, op zijne eigenschappen onderzocht, onderging 800 slagen met een voorkamer van 15 KG. gewicht en langen steel, alvorens te scheuren, terwijl de vervorming zoo aanzienlijk was, dat de bus van voren dicht gevouwen lag. Eenige stalen granaatkartetsen van 10 cM., wier bussen uit het be doelde metaal bestonden, zijn door de commissie van proefneming op het strand bij Scheveningen verschoten geworden. Eene soort bleek bij zonder sterk te zijn, hetgeen zich uitwees, doordien eene bus die aan zienlijke gebreken had dus om zoo te zeggen eene mislukte op zettelijk aan de schietproef werd onderworpen, zonder te breken of zelfs te scheuren. Van eene tweede soort, waarvan men wist dat züminder sterk was, bleef eene afgekeurde doch opzettelijk aan de schietproef onderworpen bus niet in haar geheel, maar brak in twee stukken; de overigen van die soort voldeden echter goed. Men mag deze uitkomsten voorloopig als zeer gunstig beschouwen, wanneer men bedenkt, dat het bij van buitenslands geleverde en goed gekeurde bussen meermalen voorkomt, dat zij bij het schot bezwijken. Het zal wel geen betoog behoeven, dat het voor ons land van groot belang zou zijn. indien men beschikken kon over eene inrichting, waarin al onze benoodigde projectielen konden worden vervaardigd. Niet alleen toch, dat het daarvoor uit te geven geld in het land blijft, maar men is ook, wanneer eenmaal de aanschaffing van stalen vuurmonden zal zijn afgeloopen, verder onafhankelijk van het buitenland. Sedert eenige jaren vervaardigen wij onze eigene staalbronzen kanon ten en mortieren en zullen dan. zoo zich daaraan eene eigene staalprojectielenfabriek paart, ten opzichte onzer artillerie-benoodigdheden, een Vrij zelfstandig standpunt kunnen innemen. Een niet te versmaden voordeel zal ook zijn, dat wanneer het Rijk Belf de fabricage ter hand neemt, de projectielen beterkoop zullen zijn dan wanneer men ze uit het buitenland ontbiedt. Doch hetgeen deze zaak vooral van overwegend belang maakt, ia het Voordeel nit een krijgskundig oogpunt. De aankoop van vuurmonden in het buitenland levert nit dit oogpunt wellicht niet zoo groote bezwaren op, daar men die natuurlijk in vredes tijd aanschaft en het eene behoefte is voor eens. Daarentegen moet de aanvulling der projectielen ook in oorlogstijd verzekerd zijn, daar het niet ondenkbaar zou zijn, dat de vooraf aangeschafte hoeveelheid te kort echoot, wanneer wij het geluk hebben onze verdediging op vele punten langen tijd vol te houden. In deze dan dagelijks wêerkeerende behoefte, zou door eene binnenlandsche projectielenfabriek op zeer gewenschte wijze voorzien worden.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl