Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.
V
en vergat het geld optenemen; voor zijn geest vertoonde zich de dreigende
gestatte van zijn vader, een ouwen lap", die hem zeker .half dood zon
ranselen als hij hoorde, dat hij niets meer verdiende.
De hand van den iongen, zoo vereeld en hard als die van oen onden
man, rustte op het plankje, en de benauwde warmte uit het kantoor
sloeg hem verstikkend in het bleeke vuile gezicht. Eindelijk zeiae hij
Maar. . . .
Nu Van Eija het spijt ons, wij kunnen je niet langer houden, de vol
gende week zullen er nog meer weg moeten',.
Het loket werd gesloten, en de jongen stond in de sombere natte
duisternis.
: Juni 1885. A. Cooplandt
INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN.
J)t Portefeuille, 10 Augustus".
Gescbichte der Deutecheu Knnst. B'anche Boosevelt. Life of Gnstave Doré.
Knust en Regeeringszorg.?./. M. Sclialdcdiap. Verslag van de Tentoonstelling van
den Ned. Boekhandel in Maison Stronken van 5?8 Angnatna. M. A. Koïlm-ijn Xzn.
Prof. Mr. G. W. Vreejo donr Mr. J. W. Spin. J. C. Cot/frus, Darwin's de Afstamming
van den Menscu eu de Sexueele Teeltkeus, door 1). H. .Bartcgh Heys vanZoutaveen.
A. Winl-lei- Prins, Hollands Kirchlichea Leben von Johannes Gloei. Mr M.
G. Ii. van Lof/liem, Poëzie (P. A. M. Boele van Hensbroek, Gedichten). Bond der
Oud-Leden van 't Zal wel gaau" Besta en Scott. E. Miclielet, Courrier de
Paria. Jean Mornaa door Ju'ei Claretie. Jack, Londensche Tooneolcauserie'n,
Kip. Niemve stukken. Beroemde Douoorcn. Excelsior. Vrouwelijks
Studenten.
Leeswijzer no. 27
Porno(traphische litteratuur, door £. L. C. Simons; Bijdrage tot Bil3erdijks werken,
medegedeeld door H. Pi-nnge; Een haagsche Omtrek, door Damus; Overeenkomst
met Duitsoaland (slot); Eene Volksuitgaaf, naar het weedsch .van August
Strindberg, dooi- P!i. Wijsman; Tentoonstelling Ncd. Boekhandel, door W. Goslei'; De
Locomotief en da Hnelwjeler, door v. d. M. Fraaie Letteren: ftobert Byi; De ver
borgen Gaat; D. C. Murra;/, Een overijlde stap. Wetenschappen: Veralag van cle
aanwinsten deïKon. Bibl.; Wilail Vempïllr, Algemeen Stemrecht; Betsy Perk, Oud
en jong Brussel. Feuilleton: Victör Hugo in Nederland. Berichten: Aanstaande
Uitgaven; Vergadering Boekhandel; Bekroningen Aritwerpschs Tentoonstelling;
Alda Renzoni; Burcauliratie; De Vrijheid"; Maandblad voo'r het Onderwijs"; Do
Avondpost"; Bnrgerlaidjeg"; Prof. A. G. van Hamel: Vrouwelijke Studenten; Hutel
Hildebrand"; Henry Warnot»; Tentoonstelling te Parijs; Een voornaam dichter;
Praalgraf Waelput; Fngceriana; Goetho's nalatenschap; Knbinstein; Veiling Auto
grafen; De prijs Bavdin; Standbeeld Volt ai re; HanJ.-chriitsri van l'onaparte;
Leonardo da Vinci; Ontdekking van Amerika. Inhoud vau Tijuacuriftea.
JNieiiwe uitgaven in Nederland:
Gnst. Aimard, Diana de Saint-Hyrom . . '. ", l , i f 1.25.
H. J. Allurd, Lanrons en Vondel, bekeerder en bekeerling , . O.CO.
El Nadi, Het maatschappelijk leven op de planeet Venna . . 0.75,
Aii. de Jager, Nieuwe verjaars-, niemvejaars- e» gelegenheidsversjes, in
bet Hollandsch, Fransen en Hoogduitscli verzameld . 0.50.
Mannen van beteekenis in onze dagen. Dr. E. D. Pijzel. Jules Ferry 0.50.
H. A. Baoning, De Familie Wallser. Een kijkje in onze samenleving 1.50.
Portefeuille, 15 Angnstng.
Aquarellen Tentoonstelling te 'sHage. Onda Huizon, Oude Kunst. Moderne
Kunst. Professor Buakin over Bouwkunst. J. C. Costenis, Grondbeginselen der
Ontleed- en Natuurkunde van den menach, enz., door Dr. S. Sz. Coronel. .?. ?/.
W. Unger, Lanrens en Vondel, Bekeerder en Bekeerling,.door H. .T. Allard. C. Bnke,
Mr. J. Lion, do Ned.-Ind. Strafvordering voor Europeanen, enz. art. 5. Livinus
Jan Bauwens. Onuitgegeven Gedichten van Hoqfc. Pavijsche Brieven. Associatiou
Littéraire et Artistique. A. S. Kuk, Shakespeare in Dmtschland. Marthe.
Realistische Schetsen. Postzegels. Lezeu, Lezen, Lozen, Sonnetten vaa
flacidus en Astiveri. Antoinette, een sprookje van hemelsblauw.
Xpectator, 15 Augustus.
Berichten en mededeeüngen. Oudheid van hot danispe!, door prof. Jf. F.-nin.
Het nieuwe museum te Amsterdam, door mr. ('. Vonmaci: De romantische school
van 1830, (vervolg), door Amold Ising. Letterkundige kroniek, door Wolfgang,
MILITAIRE ZAK E~N]
KESERVE-OFFICIEREN VAN GEZONDHEID EN PERSOONLIJKE
DIENSTPLICHT.
In het weekblad De Amsterdammer, van 20 Juli, tracht de heer
Piekema uit Arnhem te betoogen, dat voor eene ook in oorlogstijd zoo vol
doend mogelijke regeling van den militairen geneeskundigen dienst, alleen
van persoonlijken dienstplicht heil mag verwacht worden.
Ofschoon tot hsn behoorende, die met den heer P. ons
plaatsvervangingsStelsel ons en onze geschiedenis onwaardig vinden, acht ik het hoogst
twijfelachtig of zijne poging een enkelen voorstander van dat stelsel van
meening zal doen veranderen, op grond van het belang dat de mil. gen.
dienst bij persoonlijken dienstplicht hebbeu zou. De heer P. vindt de in
stelling van het korps reserve-officieren van gezondheid zooals de wet op
den mil. gen. dienst van 1880 het schiep, met het doel om in oorlogstijd in
de behoefte aan meerdere geneeskundige hulp te voorzien dan het vaste
korps Off. van Gez. schenken kan, ondoeltreffend.
Hfl herinnert aan de in en buiten de Kamer uitgesproken vrees, dat de
reservisten zich bij oproeping zullen trachten te onttrekken aan hunne
vrijwillig op zich genomen verplichting, en of de strafbepalingen der wet
hiertegen wel zullen vermogen te waken.
Bestaat er inderdaad recht voor zoo'n verdenking ?
Indien mijn geheugen me geen parten speelt dan bleven er bij de
legermobilisatie in 1870 slechts een 200 tal opgeroepen miliciens achter, van
wie men tegenover de tienduizende opgekomenen wel mag aannemen dat
de meeste, zoo niet allen, wettige verhindering haddon als ziekte enz.
Moet men van mannen van betere opvoeding, hoogere beschaving en
wetenschappelijke ontwikkeling minder gunstig denken?wat zou 't dan
baten, dat de militie-wet hen aanwees voor persoonlijken dienstplicht?
Zwaarder weegt het bezwaar, dat het A. B. C. van alle staathuishoud
kunde zich verzet tegen het beginsel, ambtenaren te bezoldigen wegens
diensten die men wellicht nimmer van hen zal vragen.
Zoo immer mogelijk moet dit inderdaad steeds vermeden worden, doch
welk ander middel kon den minister vrijwaren tegen den vloek der natie,
die hem zou getroffen hebben als het leger in de bange ure te vergeefs
om hulp had moeten schreien, en dat oogenblikkelijk mocht doen hopen
op afwending van dien vloek als die bange ure eens nabij gebleken ware?
Ook de staathuishoudkunde z?,l tegenover de toestanden, waarin ook
nog de moderne staat verkeart niet allerwege en ten allen tijde de meest
consequente toepassing harer beginselen kunhen afdwingen, atqne pcreat
mundus! want de staat is zelfbehoudzuchtig en houdt er daarom wel een
geheel leger op na, welks in vredestijd te bewgzen diensten als hulp-po
litiemacht inderdaad te duur betaald zouden zijn.
Toch zal de staat van dat leger wellicht nimmer andere diensten vragen.
Sommigen zullen echter tegen de legerkosten de zedelijke diensten in
rekening brengen, die het leger bewijst als het den vrijheidszin helpt hand
haven en het geloof aan een waarborg onzer staatkundige onafhankelijkheid.
De gedachte nu, dat het den zonen des lands ook in oorlogstijd niet
zou ontbreken aan mannen in hun midden, met de roeping de
oorlogsgruwelen te beperken door de wetenschap in dienst der menschenliefde te
beoefenen ook op het barbaarsche slagveld, die gedachte zal hetzelfde
helpen uitwerken. Of wij dan die burger-geneesheeren, die zich tegen
eene jaarlijksche bezoldiging van een f 300 bij de reserve verbonden, de
meest geschikten achten voor de betrekking van Off. van Gez. in
oorlogstijd? Zij waren in 1880 de eenige voor het doel verkrijgbare niet alleen,
doch zullen, ondanks de door hen genoten traktementen, moeielijk op zij
kunnen gezet worden door de aanstaande artsen, die nog aan onze Uni
versiteiten studeeren.
Door eten persoonleken dienstplicht gedwongen zouden dezen als artsen
in de gelederen moeten treden, zonder dat soldatendiensten van hen ver
langd worden.
De heer P. zal wel bedoelen, indien zij reeds genoegzaam wetenschap
pelijk gevormd zijn, doch hoeveel studenten leggen bij de hun gestelde
eiscben vóór of op hun 24ste jaar het arts-examen af?
Veiliger schijnt me dan ook, zelfs bij algemeen persoonlijken dienstplicht
de handhaving van de thans geldende bepalingen, volgens welke
studenten ia cle Medicijnen vrijstelling van dienstplicht verkrijgen kunnen,
mits zij ziea verbinden om na het eindigen hunner studiën voor een be
paald getal jaren reserve-off. van gez. te zullen worden, sonüer trakte
ment in vredestijd.
Zij, die deze verbintenis niet aangaan, wat bij persoonlijken dienst
plicht wel uitzondering zijn zou, kunnen voor de groote meerderheid
ook nu zelfs reeds door de schutterijwet het stelsel ten goede komen.
Beide rubrieken sullen maken, dat de tegenwoordige reserve-off. van
gez., voor zoo verre zij geene oud-officieren van gez. zijn, kunnen uit
sterven en de ettelijke honderden guldens, door hen genoten, bespaard
worden.
Inderdaad! afgezien van gebreken die het vaste korps off. van gez.
aan-kleven, o. a. te geringe militaire vorming als in de kunst van paardrijden
enz., indien het met de andere takken van dienst gesteld ware als 't
weldra met den mil. gen. dienst zijn zal, we zouden reden hebbeu den
Oostelijken nabuur na te spreken:
Lieb Vaterland, kannst ruhig sein'.
POSTDUIVEN.
SI. W,
De mode heerscht ook op militair gebied. Tijdens en na het beleg
van Parijs in 1870 en 1871 is 't o. a. weder mode geworden, om de post
duif tot militaire doeleinden ta bezigen. Wanneer men de tegenstelling,
dat de duif, het zinnebeeld dar vrede, gebruikt wordt in dienst van den
oorlog, aanhaalt als een bewijs der verdorvenheid van het hedendaagscii
geslacht, dan vergist men zich deerlijk, aangezien de duif reeds in do
oudheid soortgelijke diensten verrichtte.
De Bijbel leert ons, dat de duif een der dieren was uit de ark, Noach'a
vaartuig tijdens den zondvloed. Toen echter schijnt deze vogel nog niet
de eigenschap gehad te hebben, waardoor hij zich later kenmerkt om
naar zgn hok terug te keereu; want toen Noaeh de duif voor de derde
maal uitliet, kwam zij niet weer tot hem weder.
Homerus verhaalt, dat er verscheidene steden in Griekenland waren,
die duivenslagen hadden met een aanzienlijk aantal dezer vogels. Desgelijkg
vond men er bij de Romeinen, soms met 5000 duiven. De Grieken en de
Romeinen hadden een voorliefde voor duiven, evenals thans o. a. de
Maleiers in do Padangsche bovenlanden hebben, die zelfs bij hun veldarbeid
de duif in een korf medenemen. Zeelieden uit Egypte, Cyprus en Candia
bedienden zich van postduiven, om hunne bloedverwanten aan den wal in
kennis te stellen niet hun ophanden zijnde terugkomst. Ten tijde van
AlexanJer den Groote vergezelden duiven de kustvaarders op hunne
tochten uaar Indiëen Ceilon. De Grieken bedienden zich er van om snel
de namen bekend te maken der overwinnaars bij de Olympische spelen.
Da Romeinen ontleenden hun dit gebruik. Zij bezigden ook duiven als
claireurs hunner legioenen, en sommige hoofdlieden over honderd waren
belast met het bestudeeren harer vlucht. Deze militaire vogelwichelaars
lieten een duif vliegen; zweefde zij kalm en rustig boven den grond, dan
was dit een bewijs, dat er zich geen groot aantal vijanden in het om
liggend terrein bevond. Verschillende Romeinsche veldheeren lieten door
duiven berichten overbrengen. Dit zelfde gebruik werd er van gemaakt
tijdens de kruistochten, o. a. door de belegerden in Jeruzalem in St. Jean
d'Acre. Men hoeft zelfs geregelde duivenposten gehad in Arabië, Syrië,
Perziëen Egypte. De nieuwe geschiedenis bevat minder voorbeelden van
het gebruik van duiven tot het overbrengen van berichten. De keizerlijke
legers, die aan den Donau tegen de Turken vochten, bezigden ze met goed
gevolg. Tijdens het beleg van Haarlem in 1573, en dat van Leiden in
1574 heeft de Prins van Oranje ook door middel van postduiven gemeen
schap gehad met de belegerden.
Bij de belegering van Parijs in 1870?71 organiseerde men daar een
geregelde militaire duivenpost, aangezien men de noodzakelijkheid inzag
berichten van buiten in de stad te brengen. Vau binnen naar buiten had
men gemeenschap met luchtballons; omgekeerd echter niet. Men zond
daarom de duiven per luchtballon uit Parijs, en zij brachten uit de pro
vinciën de gewenschte tijdingen over. Door middel der mierophotograpbie
werd ds inhoud der berichten tot op een SOOste verkleind op dunne
vellefjes, ter grootte van omstreeks 14 vierkante centimeters, waarvan er 18
slechts 0,5 gram wogen. Deze velletjes werden opgerold gestoken ia