De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 16 augustus pagina 11

16 augustus 1885 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

No- 425. DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. 11 d0 schacht een er ganzenpen, .en met een zijden draad bevestigd aan een der vederen van'den staart der duif. Ieder dezer vogels nam omstreeks 20 velletjes berichten mede, gelijkstaande met 1500 regels druks. Volgens Frangche opgaven zqn er per luchtballon 360 duiven uit Parijs vervoerd naar de provinciën; hiervan werden er 302 teruggezonden, maar slechts 67, volgens anderea 73, kwamen werkehjk in Parijs aan. Sommige der overige verdwaalden, andere werden door roofvogels gedood, of door de Duitschers gevangen. Enkele duiven hebben meer dan eene reis gedaan; n dezer vogels zelfs 10 reizen. De verkregen uitkomsten maakten, dat men ca den oorlog ook ia Duitscbland proeven met postduiven ging nemen, met dit gevolg dat de vestingen aan de westgrenzen het eerst van postduivenstations voorzien werden, die men in Straatsburg, Metz en Mainz oprichtte, terwijl men te Keulen, een centraal-station aanlegde. Later zijn er nog stations gekomen te Würzburg, Thora, Posen, terwijl ook de Duitsche zeemacht voor maritieme doeleinden van de duif gebruik ging maken. Een byzonder postduivenras bestaat er niet; haar gebruik berust op de eigenschap, die deze vogels hebben, steeds naar hun hok terug te keereu. Naarmate zij sneller en langer kunnen vliegen, zich gemakkelijker kunnen oriër.teeren en zich moeilijker aan een vreemd hok weunen, zijn zij beter geschikt voor den postdienst. Zeer gezochte soorten zijn in Engeland ingevoerd uit Bagdad en Egypte, waarvan de Antwerpenaars afstammen; in Luik en Verviers vindt men ook uitstekende postduiven. _ Men neemt aan, dat de duif in l'A a, 2 minuten een kilometer kan afleggen; volgens in Oostenrijk genomen proeven zelfs in l minuut, mits op korte afstanden. Slecht weer, als storm, regen, mist, hebben natuurlijk een grooten invloed hierop; ook valt bij een afstand van boven de honderd mijlen op zekere uitkomsten niet te rekenen. ; Tot Ket africhten van postduiven laat men ze ha de paring broeien, brengt ze vervolgens in groote, platte korven in het open veld, waar men ze vrijlaat. De duiven vliegen dan naar boven en beschrijven groote kringen, hoog in de lucht, tot zij hun nest bespeurd hebben, waarheen zij zich rechtstreeks spoeden. Eindelijk brengt men ze, 't liefst per spoor, op steeds verdere afstanden van hun slag om ze daar vrij te laten. De morgenuren zijn de meest geschikte om duiven op te laten. Eerst na drie jaren is een duif als volleerd te beschouwen, en zij moet dan een proef doorstaan, waarby zij 40 dagen in een vreemd hok wordt opeloten. Duiven kunnen slechts voor n route afgericht worden, aan welker uiteinde stations zijn. als men over en weer correspondentie wil voeren. Om zeker te zijn, dat een bericht goed overkomt, kat men voor militaire doeleinden te gelijker tijd 4 a 6 duiven met hetzelfde bericht op. De berichten moeten in cijferschrift geschreven worden, om te voorkomen dat, wanneer een duif in 's vijands handen valt, hij er gebruik van kan maken. Ook moet men oppassen voor valsche tijdingen van den vijand, die hij per postduif zenden kan. Tijdens het beleg van Parijs zonden de Duitechers eens een dergelijk bericht in deze stad, dat dadelijk uitkwam, doordat zij den naam van iemand er ouder hadden gezet, die destijds zich aldaar bevond. Behalve in Duilschland vindt men' militaire postduivenstations in de westelijke vestingen van Rusland; in Frankryk te Parijs,Vincennes,Marseille, Perpignan, Lillé, Toul en Belfort; in Italiëte Ancona; in Oosten rijk te Komorn en Krakan; in Spanje te Guadalaxara; in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, en vermoedelijk ook in Portugal en Rumenië. Engeland benut postduiven bij -de bewaking zijner kusten. In Belgi moeten er, door particulieren, te zatnen meer dan 600000 postduiven op na gehouden worden. Ook in ons land zijn verschillende liefhebbers en eigenaars dezer vogels. Wij hoorden nimmer, dat bij ons postduiven voor militaire doeleinden gebezigd werden. Tevergeefs zal men ze bijv. zoeken in het fort te Pannerden, dat door zijn ligging, bij een oorlog met Duitsch'und, dadelijk afgesloten is van het overige van ons land. Evenmiu vindt men ze in kastvestingen, als Helder en Hellevoetsluis, waar zij ook gebruikt zou den kunnen worden voor maritieme doeleinden. Men zou postduiven met oorlogsschepen in zee mede kunnen geven om vandaar berichten aan gaande de vijandelijke vloot over te brengen. Hiertoe is echter eene af zonderlijke dressuur noodig, aangezien duiven dikwijls aarzelen over een groote watervlakte te vliegen, Voordat onze beroemde (of beruchte) aehterwaartsche concentratie te Aljeh een fuit was geworden, hadden postduiven in dat gebied veel nut kunnen stichten, om onze vooruitgeschovene bentings in verbinding te stellen met Kotta-Radja. De gemeenschap van verscheidene dezer postea is soms verbroken geweest door deu vijand, die zich in het tusschen ge legen terrein genesteld had. Met de gi'ootste moeite ea veel gevaar, werd dan het bericht hiervan overgebracht door inlandsche soldaten of kettinggaogers. Uit het voorgaande heeft men gezien, dat verschillende staten weder de mode hebben aangenomen, om postduiven voor militaire doeleinden te benutten. Rusland geeft hiervoor jaarlijks uit 12,500 roebel, Duitschland in 1883/84 een som van 35,000 mark en Frankrijk aan optische telegraphie en duivenpost per jaar 100,000 franc. Wij Nederlanders nemen van deze mode geen notitie. Hiermede zal ons land niet staan of vallen, maar 't is weder een bewijs, dat wij in verscheidene gevallen op militair gebied met de trekschuit gaan, of in 't geheel niet varen. J. R. C» OVERZICHT VAN MILITAIRE ARTIKELEN IN DAGBLADEN. D.e toestand van Atjeh. (Handelsblad, 3 en 7 Juli). Onderstand aan gepeusionneerdeu, door C, v. A., oud-cavalerist. (Han* delsblad, 1 Juli). De vesting Holland, door A. A. Beekman. (N: v. d. Dag, 9 en 13 Juli). Militaire overdenkingen, door Vuurpijl. (Dagblad de Amsterdammer, 9 en 30 Juli). Grondwetsherziening en defensie. (Het Vaderland, 11 en 15 Juli). De keuring voor de schutterij, door K. IJ. Z. (Dagblad de Amster dammer, 15 Juli). De verpleging van onze soldaten in oorlogstijd. (N. V, d. Dag, 27 Juli). SCHAAKSPEL. No. 33. Van C. E. STüDD, te Londen. Bekroond met den Boekwerk-prijs in bet tornooi der Nationaal tidende, te Kopenhagen ia 1835. ZWABT. ab<d«fgu WIT. T?it speelt roor tn geeft in 3 zetten mat. (Wit 13 «n Zwart 8 met K. D 5). OPLOSSING VAN SCHA AKPROBLEE M No. 31. I Fd. H 7 G 5!! Rh. E 8 F 7 (a 2 l ame nt D (j t K. speelt S Pd. nt Kh. of Dame F 6 mat. (a) 2 F 4 nt G 6 -f 3 Dame U 3 mat. M 2 Dame Alt Bh. G 6 [b E. E 5 Pd. nt F 4 fe K. ad libitum. 3 Pion C 4 oi Dame F G mat. (<??) K. nt F 4 (d 2 Dame D i t K. F 5 8 D 4 E 4 mat. (d) 2 Dame D 5 t 3 Bh. nt G g mat. H 6 nt G 5 (e E 5 l' 4 Speelt anders. E 5 nt F 4 2 Dame D 5 f S D 5 E 4 mat. Wij vinden hier ook eeu paai- dubbele mat-zetten, maar van geen beteekenis De opofferingen der Damt» en het Schaak op A l zijn verrassend mooi, even als het mie van Pion en Kaadaheer! INGEZONDEN OPLOSSINGEN. Juist is EO. 20 tot ea met 32 opgelost door D. te E.; BCHAAKPARTIJ, gespeeld in het laatste Tornooi van de Britsche Seliaakvareeniging. Juni 18S5, tns« de heeren Kev. G. A. Mac Donnell (wit) en B. J. Loman (awart); Engelsche spelopening. 1 F 2 1? 4 D 7 D 5 2 E 2 E 3 C 7 C 5 3 G 1 I' a G 7 G G 4 F 1 B 5 f C 8 D 7 5 D 1 E 2 A 7 A (i 6 B 5 nt I) 7 f B 8 ut D 7 7 Eokkeert S G 7 8 D 2 D 4 G 8 P G 0 BI D 2 Kokkeert 10 C 2 C 3 C 5 C ft 11 P 3 E 5 E 7 E 6 12 B 2 B 3 C 4 nt B 3 13 A 2 nt B 3 A 8 C 8 14 C 3 C 4 D5ntC4 15B3ntC4 F 6 H 5 (1 1) Deze zet geeft wit gelegenheid om een sterken aanval op den Koningsvleugel to richten. lüG 2 G 4 G7ntE5 17 F 4 nt E 5 H 5 G 7 18 C 1 A 3 '. (2 1' 8 E 8 2) \Vit zet den aanval direkt door. 19 £ 2 F '2! D 7 B (i (3 3) Niot beter ware 19 zwart G 8 E 8, dreigende na, 20 wit F 2 nt F 7 : D 7 nt E 5 enz. 20 1? 2 nt F 7 t G 8 H 8 21 H 2 H 3! B G nt C 4 (i 4) Dat wit pion C 4 prijs geeft hai zwart, tegenover een speler als Me. D, wel tweemaal zich moeten doen bedenalvorens den pion te nemen! Zijn besta zot scheen ta zijn 21 .... D 8 07. 22 D 2 nt C 4 C 8 ut C 4 23 _ A 3 E 7 (5 D 8 08 (3 De III. L. Nctes, waaraan wij deze partij niet enkele noten ontleenen, roemt dezen zet als esn nieesterlyken coup de repos, wat hij ook is; maar wij meenen dat 23 A 3 F h nog sterker en terstond beslissend ware geweest. Immers, op 23 .... zwart G 7 H 5 had dan kunnen \olgen 24 G 4 nt H ; D 8 G 5 ?;?? 25 G 1 H 1, G G nt H 5 ; 26 F 8 G 7 t, G 5 nt G 7; 27 F 7 nc E S t, G 7 G 8; 28 F 1,8 en mat in drie zetten. 24 E 7 F 8! G 7 F 6 fti ) Iii de zwakke hoop dat wit de pion zal nemea, trouwens er ia niets anders aan te doen. 25 F 1 ut F 5 ! C 4 C 1 t 20 Al Cl CSntClt 27 G 1 G2 C 1 0 2 t 28 G 2 G 3 en geeft in een paar zetten mat. F E U I I. TL K T O De Wolf in de Schaapsvaclit. NOVELLE van (4 BOOM. ? Slot). »Wat verlangt gij van mij?" vroeg Marvvitz, die zich minder op zijn gemak begon te gevoelen. -Ik was wer&eiijk zeer benieuwd, hoe zij de zaak zou aanvatten^

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl