Historisch Archief 1877-1940
>. >\
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 425
-, \
want Laura hoorde tot die gelukkige naturen, wier talent hen
nimmer in den steek laat om op het juiste oogenblik den rechten
toon te treffen, en die zich, zelfs bij de moeielijkste omstandig
heden, er met glans weten door te slaan, evenals de ware moed
zich het duidelijkst toont, waar het gevaar het hoogste is.
»Ik had u een verzoek te doen", zei zij ten laatste met zachte,
heesche stem.
Hij maakte een soort van afwachtende buiging.
»Ge moest de voorloopige overeenkomst voor een aanstaand
huwelijk weder terugtrekken".
Het woord was gesproken de kogel was door de kerk. Ik
hield mijne oogen vast op baron Marwitz gericht en zag hoezeer
zijn gelaat betrok en al zijne trekken in verwarring geraakten.
Het was of hij geen woord kon uitbrengen en de hoeken van zijn
mond werden zenuwachtig heen en weer getrokken. »Waarom ?''
vroeg hij eindelijk met moeite.
«Vraag mij niet waarom", hernam de gravin onstuimig, s Als
ge de ware reden verneemt", liet zij er meer bedaard opvolgen,
>dan zult ge begrijpen, hoe ik recht heb, een soort van recht,
om dit te eischen".
Hij liet zich op zijn stoel vallen en vroeg angstig:
»Betreft die reden mijne bruid?"
Het was eene verzoeking om die vraag met ja te beant
woorden, want alleen aan die reden scheen de baron eenig gewicht
te hechten.
» Nooit heb ik u een verkeerden raad gegeven," luidde het ont
wijkende antwoord van de gravin, sdat zult ge mij zeker wel
toestemmen, Altijd is alles gegaan, juist zooals ik het u voor
speld had. Ik kon u beter dan iemand u kent, eveneens weet ik
welke personen passen, en als ge niet juist de rechte vindt
dan zult gij u veel ongelukkiger gevoelen dan anderen, want gij
'hebt geen zelfstandig karakter, zoo min als gij iemand zijt die uit
zich zelven handelen kan of onder moeielijkheden en bezwaren
zich weet te helpen en te redden."
Zoo bleef zij een poos doorspreken en hoe langer zij rede
neerde, des te makkelijker vloeiden de woorden en de bewijzen
van hare lippen. Ik kan mij alles wat zij aanvoerde niet meer
te binnen brengen want het duurde lang en zij sprak zeer snel,
maar ontegenzeggelijk moet zij het gedaan hebben met
eene betooverende overreding, want ik zelve, die toch genoegzaam
wist, dat al wat zij aanvoerde slechts voorwendsels waren, begon
waarlijk door hare redeneering overtuigd te worden.
Marwitz antwoordde op niets. Ik zie het nog hoe hij voor mij
zat, en maar altijd door, met zijn fijn batisten zeer
geparfumeerden zakdoek het angstzweet van het voorhoofd wegstreek, om
zoo nu en dan half stamelend te zeggen »het kan niet gebeuren."
Laura wist echter den laatsten schroom over de mogelijke ge
volgen van het verbreken zijner gelofte te doen wijken of ten
minste zeer te verminderen. Zij maakte de opmerking dat zijne
verloving immers nog niet officieel bekend was gemaakt, en dat het
te gemakkelijker viel om daarvoor een voorwendsel te vinden,
daar de vader zijner bruid van een zoo geheel andere politieke
richting was, dat men dit lichtelijk als een zeer groot bezwaar
kon doen uitkomen.
Hoe onbeduidend en kleingeestig deze en dergelijke bewerin
gen ook mochten zijn, toch scheen Marwitz hare redeneering
onvvcderlcgbaar te vinden, en zij sleepte hem, als het ware, door
heg en steg met zich mee; zij hield niet op voor en na al hare
redenen op te sommen, en hoe langer zij sprak, des te gloeiender
dringender, en meer aangrijpend werd hare taal. Zij lachte en
weende, zij schrikte voor geen leugen terug, zij bezwoer hem
toe te geven, zij bracht hem totaal van het spoor en geheel
in verwarring, en ten slolte wist zij zich tot waarachtige wel
sprekendheid op te voeren. Nooit had ik haar zoo in haar kracht
gezien. En 't was waarlijk niet te verwonderen, want zij had al
hare gevatheid en haar verstand opgeroepen in den wanhopigen
slrijd voor het geheim van haar hart en om haar bedreigd ge
luk te redden, geholpen door een verbijsterende woordenpraal,
hare nauwkeurige kennis van het menschelijk gemoed en hare
jarenlange oefening om een ander te beheerschen. Eindelijk gelukte
het haar te zegepralen! Toen zij hem deed gevoelen, hoe heer
lijk en grootsch het zou zijn, als hij haar het offer bracht dat hij
haar verschuldigd was, die woorden met zoo veel smart, en
toch met den vollen klank der waarheid over hare lippen toen
kon hij haar niet langer weerstaan. Verstomd legde hij zijn hand
in de hare, en deed de belofte die zij van hem eischte,
De strijd was ten einde, Marwitz stond op, maar zoo langzaam
en moeilijk alsof hij lood in zijne schoenen had. Al zijne geluk
zaligheid van zoo even was hem ontrukt en hij wist niet wat hij
er van denken moest, noch wat hij beginnen zou. Nu kreeg ik
toch waarlijk medelijden met dien zwakken reus, die gekweld
door innerlijken angst geen kracht had een woord te uiten, en
voortwankelde, alsof hij dronken was.
Het was eigenlijk een treurige zegepraal, en zelfs mevrouw
van Düponbell kon zich niet van harte verheugen over de behaalde
overwinning. Tegen mij echter had hare houding in de eerste
oogenblikken waarlijk iets grootsch, toen zij zei, dat het toch
duidelijk bleek hoe haar alles gelukte indien zij zich iets had
voorgenomen; maar in de werkelijkheid gevoelde zij zich geheel
anders. Ik wist hoezeer een kwellende angst haar overmeesterde,
zoodra hij vertrokken was, en hoe zij den volgenden dag, als door
de stem van haar geweten gedrongen, heimelijk er naar deed
vragen en trachtte uit te vorschen, hoe zijne aanslaande dien stap
van Marwitz had opgenomen, waarna zij vernam, dat men het nog
niet gewaagd had, haar de volle waarheid mee te deelen, daar
men, naar aanleiding van hare zwakke gezondheid, daarvan de
nadeeligste gevolgen te vreezen had.
Daardoor werd zij teruggebracht uit den roes van een valsche
zegepraal en kwam zij weer tot zich zelve. Er waren nauwelijks
een paar dagen ver'.oopen sedert die fatale bijeenkomst, of baron
Marwitz ontving weder een schrijven van de gravin, waarin zij
hem ontsloeg van zijne belofte, hem tegelijk verzoekende haar
met zijne lieve, jonge bruid ten spoedigste te komen bezoeken,
daar zij hoogst verlangend was haar nader (e leeren kennen. Al
hare vertoogen tegen zijn voorgenomen huwelijk waren eigenlijk
niets anders geweest dan een luim, eene caprice, zij bedoelden
niets meer dan eene aardigheid. Zij had hem daarmee eens op
de proef willen stellen en zij zou nooit vergeten hoe glansrijk hij
die doorstaan had.
Zoo zijn wij nu eenmaal, wij vrouwen; logisch gevoelen, dat
kunnen wij, maar logisch denken en handelen daartoe is geen
onzer in staat, zelfs niet de geestigste en verstandigste uit ons
midden!
Ge kunt u moeielijk voorstellen, hoe gelukkig die arme Marwitz
zich gevoelde na de ontvangst van dien zoo ongedachten en
onvcrwachten brief. Daarmee gewapend kwam hij in allerijl naar
mij toe in de meening dat hij aan mijne voorspraak die geheele
omkeer in Laura's houding had te danken. Nooit heeft een jong
meisje zich opgewondener kunnen betoonen, na de toestemming
harer ouders orn haar eerste bal bij te wonen, dan deze gezant
van eene groote mogendheid, nu hij weer vrij kon handelen ten
opzichte van zijn eigen haiisaangelegenheden, want hij zou het
niet hebben durven wogen, om daarmee voort te gaan zonder de
toestemming der gravin, zoozeer was hij er reeds aan gewoon ge
raakt om alles van haar te doen afhangen, en zoo dikwerf zij
aan het een of ander hare goedkeuring onthouden had, was het
of er iets aan zijn geluk ontbroken bad.
Tot op dit oogenbük had ik er aan getwijfeld of er wel eenig
gevoel in hem stak, maar toen bemerkte ik dat er onder dien
ijskorst toch nog eenige gloed smeulde, en ik geloof waarlijk dat
er, toen hij mij verliet, tranen in zijne oogen blonken dikke
warme vreugdetranen.
Dadelijk daarop trok hij er op los, om zijne vcrlovingskaarten
te bestellen en toen naar de uitverkorene zijns harten, om haar
lang en breed voor te houden, hoe zij zich bij mevrouw Düpon
bell gedragen moest.
Het jonge meisje was verlegen en verkeerde blijkbaar in vrij
grooten angst, toen zij aan de gravin werd voorgesteld, maar met
de meeste welwillendheid kwam Laura haar te hulp, om die zeer
begrijpelijke schroomvalligheid te overwinnen, omarmde en kuste
haar, noemde haar ma chère fille, en gaf haar als bruidsgcschenk,
haar eigen collier, eene parure van groote waarde. Toch had
Laura gedurende dit bezoek iels zeer onrusligs over zich en her
haaldelijk liet zij een kort, onaangenaam lachje hooren, dat veel
meer deed denken aan eene zenuwachtige spanning, dan aan de
uiting van een vroolijken drang des gemoeds.
Baron Marwitz werd nu geheel in beslag genomen door de
voorbereidingen voor zijn aanstaand huwelijk; de gravin zag hem
dus in lange lijd niet terug, ook scheen het wel aisof hij angsl
voor haar gekregen had; overigens kon men hem overal ontmoe
ten, daar het was alsof hij er behoefte aan had, om iedereen te
tooncn, hoe gelukkig hij was. Het huwelijk zou op het landgoed
van den vader zijner bruid gevierd worden, zoogenaamd in alle stilte,
maar toch werd er genoeg ophef van gemaakt, om het in de
kringen van de residentie tot het hoofdonderwerp van alle ge
sprekken te doen worden. De Aartsbisschop in eigen persoon
zou het huwelijk van het jonge paar inzegenen, dat daarop zou
heen trekken, naar het land, waar de citroenen bloeien.