Historisch Archief 1877-1940
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
«gne helden» en nevenzaken vaak met vermoeiende uitvoerigheid behandelt.
door Mr. J. N. van Hall, is vol van de voorliefde
TOOT hét innig, teergevoelig en toch somwijlen zoo stoutmoedig talent
van Coppée, welke den heer Van Hall er reeds vroeger toe bracht, zijne
krachten aan vertalingen van den dichter te beproeven. De keuze citaten
kon dan ook niet Juister en meer kenschetsend zijn; het boekje, in
nnaakvullen, aangenomen stijl geschreven, behoort ongetwijfeld onder de
nummers welke da meeste lezers en lezeressen gevonden hebben.
Bradlaugh, door Mr. 8. van Houten, is een minder aantrekkelijk on
derwerp ; toch; zal, wie de hier gegeven levensbeschrijving gelezen heeft,
niet kunnen nalaten, bewondering te gevoelen voor den krachtigen,
selfmade man, die held en martelaar is geweest voor een aantal beginselen
welke in het onderwetsche Old-England nog steeds op erkenning wachten.
Een twintigtal jaren geleden zon het een waagstuk zijn geweest, in
eene voor den beschaafden stand bestemde uitgave eene biographie op te
nemen van een geleerd scheikundige, zooals J. B. A. Dumas. Thans,
nn langzamerhand een geslacht is opgegroeid, dat in chemische formules
geen ondoorgrondelijke mysteriën meer ziet, kon Dr. G. Doyer van Cleeff
het waagstuk ondernemen. Hij heeft het met goed gevolg volbracht, en
een duidelijk en bevattelijk beeld geteekend van den beroemden Fran*
echen chemicus.
Het opstel van Prof. Dr. J. Woltjer over Prof. Mommsen vereenigt,
met het streven om een schets van .het leven en de werken van den
grootsten kenner der Romeinsche oudheid te geven, tevens de aange
name attentie van den schrijver, zijnen lezers eenig denkbeeld te geven
van de moeilijkheden, met welke een man als Mommsen te worstelen
bad. Velen van degenen, die het lang geleden vernomen, en zelfs inge
studeerd hebben, hoe. inscriptiën worden opgenomen en verklaard, en
van hoe veel beteekenis zij zijn voor particulier- en privaatleven der ou
de volkeren, zullen de uiteenzetting van Prof. Woltjer nog met genoe
gen lezen. Zeer zekar iwas het ook noodig, ten einde te doen zien wat
Mommsen verricht heeft, in een kort overzicht nategaan wat er
vóór hem gedaan werd, en hoe de wetenschap, door hem beoefend, eigen
lijk nog te scheppen was. Dr. Woltjer heeft dit heider en onderhoudend
uiteengezet, en is ook voor de schaduwzijden van het karakter van zijn
held niet blind geweest.
In déaan Graaf Todlében gewijde schets levert kapitein Plantenga
het bewijs, hoe interessant ook voor een groot publiek de Jiisto
relataïlle kan wezen, die tegenwoordig door zoovelen terwille van de
liistoire des moeurs et des coutumes naar chronieken en archieven wordt ver
bannen. Maar dan moeten de resultaten der krrjgswetenschap ook door
een der zake kundig man eenvoudig en duidelijk worden medegedeeld,
zooals hier het geval was.
In Jules Ferry ten slotte gaf Dr. E. D. Pijzel eene intere-santéstudie
over den Franschen staatsman, die misschien meer vijanden heeft, dan eenig
ander man in Frankrijk en in wien toch zoowel de natie, als het buiten
land, meer vertrouwen heeft getoond, dan sedert lang een zijner collega's
tebeurt viel. In een opstel als dit, waarvan de stof uit zoo tallooze bronnen,
bladen, verslagen, détails, verschillend gekleurde inlichtingen
bijeengegaard en geschift moest worden, is het zeer te waardeeren, als de figuur
zich, gelijk hier geschied is, duidelijk en in groote trekken op den voor
grond plaatst. Eigenaardig is het, dat de studie, welke onder den indruk
van Ferry's val, na 30 Maart, geschreven moet zijn, reeds de omkeering
in de gemoederen voorspelt, waarvan de laatste dagen blijk gegeven hebben.
Ferry is ook in den laatsten tijd, weer gebleken te zijn, wat Dr. Pijzel
hem noemt de meest energieke, de handigste en krachtigste" der
Franeche staatslieden.
De geheele serie der Mannen van beteekenis, zooals zij daar ligt, be
hoort ongetwijfeld zoowel tot het meest onderhoudende, als tot het
degelijkate en best gestyleerde wat onze litteratuur dit jaar heeft opgeleverd.
Scaramouche (XXVI).
INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN.
Schorer's FamüieMatt bevat:
Die Blttme des Glüokes, von Elisaleth Werner. Die Stimms des Herzens, VOD
C. Wild. Die Geschichte eines Verabschiedeten. Beitrage eur Löanng einer
militariseh-sozialen Frage von Konsi van Karter. Der Hozetlada, von Karl Ldstner.
Uber WohlthStigkeit nnd Dankbarkeit, von Frita Manthner. Aua den Bildorbuch
eines Antifflaterialisten, von Gerhard von Amynior. Hypnotische Untersuchungen.
Uber Handschriftendentung, von Eugen Schieiedland. Von Hatiptgeatüt Graditz,
von F. von Zabeltitz. Kntaehmann's Spielkarten, von Ludicig Pietsch.
nterhalttmg nut den Zeltgeist, von Friemund Minor. BijderHeuernte. Briefeüber
SamariterBOhulen, von dr. Fritdrich Esmarclt. Vom alten Inka-Reiche, von A.
Woldt. Volkamoral nnd Strafgeeetz, von Bechtsanwalt Max Oostermei/er,
Mondnacht in Qodesberg, von Sermann Grieten. Spanischer Wein, von ViTctorBand.
Da kommen sie and sagen, von Joftannes Schulze. Plauderecke.
Spectator, 22 Augustus,
Betichten en mededeelingen. Het nieuwe nraaeum te Amsterdam, TT, door
Mr. C. Votmaer. De romantische school van 1830 (vervolg), door Arnold hing.
Brieven uit Japan, door P. G. van Schermbeek.
Nieuwe uitgaven in Nederland:*
'Wilhelmina Brink, Meta, een verhaal. ,,.,,. ..?<?»??
J. A. de Bruine. Overzicht der algemeene geaehiedenis voor Hoogere
BarSer»eholen met driejarigen onnus .»?»???? j ???????
?2.60
8.50
J. H. Gunning Jr. De Vrije universiteit" en de Nederlandsche Hervormde
Kerk ».^ « 0.59
Melati van Java, De Jonkvrouw» van Oroenerode, 3e drnk . . i ?<.?* ? « 1.90
Adolf Stern, De zwervende humanisten. ..... ....... S.
Dr. E. D. Pijzel, Van vrijen en trouwen." ...,......».»
1Blanke slavinnen. De handel ia meisjes in de XlXe eeuw. Sneek, H.
Fijttersen Tzn. ,..?.......,.?>? n 0.50
Dr. A. W de.KlerckfcDe ongunstige vooruitzichten der Tnrksche
fondsenhouders en de noodzakelijkheid van een Nederlandsen gedeligeerde. . . » 0.40
Bruno Tideman, Apeldoorn en zijn opkomst. 1837?1885. Herinneringen . 0.50
MILITAIRE ZAKEN.
DE BEWAPENING DER VESTINGARTILLERIE MET GEWEREN.
De jongste aflevering van de Verslagen, Memoriën en Happarten be
vat een uitvoerig verslag over een der gewichtigste militaire vraagstukken,
dat, hoewel sinds lang aan de orde, tot dusverre nog steeds op een
gewenschta oplossing wachtte.
Herhaaldelijk is in de laatste jaren in tijdschriften en dagbladen, in de
verslagen der fortmanoeuvres en als gevolg daarvan ook in de vertegen
woordiging aangedrongen op de bewapening der Vestingartillerie met
geweren. Blijkens de behandeling der Oorlogsbegrooting voor het dienst
jaar 85, was reeds de Minister Reuther een voorstander van dezen maat
regel; alleen de vele werkzaamheden der vestingartillerie in magazijnen
en tijdelijk in de forten der N.-H. waterlinie, had de uitvoering daarvan
vertraagd. De arbeid in de forten is echter gaandeweg verminderd, en,
mogen do werkzaamheden in de magazijnen voor onze vestingartillerie
ook drukkend zijn, toch kunnen zij geen onoverkomelijk bezwaar vor
men voor de uitvoering van een wijziging, die uitstekende vruchten kan
dragen. Beperking dier werkzaamheden tot de strikt noodzakelijke of
hulp van buiten het leger kunnen bovendien den druk verminderen, die
echter niet de eenige oorzaak was, dat de zaak sleepende bleef. In het
wapen zelf vond men vele tegenstanders van een wapening met geweren.
Daarom was het een gelukkig denkbeeld van de Regeering, dat zij eerst
het oordeel van de machtheb benden in het wapen wenschte te vernemen,
eerst door een proef wilde doen uitmaken, hoe de uitvoering het beste
op Nederlandsehen bodem zou kunnen geschieden, een proef, waaraan
zij door plaatsing der resultaten in de Verslagen, Hemoriën en Rap*
porten, bij het leger de meest mogelijke bekendheid heeft willen ver*
schaffen. Om ook hen, die niet in de gelegenheid zijn bedoelde versla
gen enz. te raadplegen, op de hoogte te brengen van het doel van den
maatregel en de wijze van uitvoering, zooals die het meest aanbevelingsr
waardig schijnt, dienen de volgende "beschouwingen.
Zooals bekend is, beoogt men met de uitbreiding van de vuurkracht
der vestingartülerie hoofdzakelijk aan de zwakke infanteriebezetting van
vestingen en forten, tijdens den stormaanval des vijands, den
hoognoodigen steun der vestingartillerie te verleenen. De ervaring heeft bij de
manoeuvres geleerd, dat, vooral in het eerste tijdperk van den aanval, de
infanterie een zeer zware taak te vervullen heeft. Werkzaamheden van
allerlei aard, een afmattende veiligheidsdienst, vorderen van haar dea
daags en des nachts de inspanning van al hare krachten. Tracht de vij
and zich daarenboven bij verrassing van de vesting meester te maken,
dan is het weder de infanterie, die, met eenige weinige kanonniers, die
bij de wachten zon ingedeeld, ouder de wapens moet komen, om den
aanval met vuur of met het blanke wapen af te wijzen. De artillerie kan,
behalve de bediening der flankvuurmonden, die de grachten met
kartetsvuur moeten bestrijken, benevens de wachthebbende kanonniers, rustig
blijven liggen. Het feit, dat de vijand voortdurend met versche troepen
de nachtelijke overvallingen zal herhalen, om de krachten van den ver
dediger te slopen, om hem zorgeloos te maken en ten slotte des te beter
zijn slag te kunnen-slaan, maakt het dubbel noodig, dat de vestingartil
lerie linnen de versterkingen haar deel der werkzaamheden, voornamelijk
wachtdienst, overneemt, dat zij in gevaarvolle oogenblikken niet achter
blijft, maar het vuur der infanterie krachtigen steun biedt.
Afgezien van het boven ontwikkeld doel, is het sinds lang voor de
vestingartillerie, van verdediger zoowel als aanvaller, een behoefte bg het
begeleiden van parken, op marscb, bij den batterijbouw, in hare eigen
veiligheid te voorzien, wat zonder geweer of karabijn onmogelijk is. In
het Buitenland, o. a. in Duitschland, Frankrijk, Zweden en Rusland, heeft
men sinds jaren de waarde eener betere bewapening der vestingartillerie
erkend. Zelfa in Belgiëworden de kanonniers in de behandeling van het
geweer geoefend. Vele onzer tusschenbatterijen zullen, zooals bekend is,
geplaatst worden in de plassen N. van Utrecht, op de Vecht en den
Vaartschen Rijn op zoogenaamde uitleggers (vaartuigen met platten
bodem, met geriegen diepgang en voorzien van licht geschut). Die batte
rijen zullen dus dikwijls afgezonderd zijn van de bewakingstroepen.
Daarom is het dubbel noodig, dat de bediening zich zelf weet te be
schermen.
De redenen voor bewapening der vestingartülerie met geweren zijn zoo
klemmend, dat zij, die den maatregel van artilleristisch standpunt afkeu
ren, genoodzaakt waren toe te geven. Zoo schreef op bl. 818 Militaire
Spectator de kapitein der artillerie Hoogenboom, gedurende zijn verblijf
in het leger, een onzer meest verdienstelijke officieren, naar aanleiding
van de fortmanoeuvres in 1882: Het is te Vechten meermalen voorge
komen bij nachtelijke aanvallen van alle zijden, dat er geen infanterie,
of slechts enkele manschappen als reserve beschikbaar bleven, daar alles
in het vuur was gebracht; terwijl daarentegen bijna de geheele artillerie
werkeloos toeschouwer was, d. i. in haar logement bleef slapen. Bij zulke
gelegenheid werd dan telkens de wensen geuit, dat de vestingartilleria
mocht gewapend worden met een geweer of karabijn. Was zulks het
geval geweest te Vechten, dan had men de infanterie bij die gelegenheid
zeker met + 200 man kunnen versterken en had dit wapen niet zulke
zware diensten behoeven te presteeren als thans het geval was. Er werd
dikwijls zeer veel van de infanterie gevergd en de wijze, waarop zij zich
van hare taak kweet, verdient, voor zoover ik heb kunnen nagaan, den
meesten lof. Hoewel ik er vroeger tegen was de artillerie een schietwa
pen te geven, daar het, toch al moeielyk is den man voldoende te oefenen
en zooveel te meer, rai hij eigenlijk meer werkman, sjouwer dan soldaat
is en daardoor zelden exerceert, waarom het mij niet geraden voorkwam
hem nog meer te Jeeren,:zoo heeft de ondervinding te Vecliten opgedaan
mijn opinie zoodanig gewijzigd, dat ik mij thans schaar aan de zijde van
hen, die den vestingartillerist een goed schietwapen willen geven en hem,
willen leeren zich daarvan, op middelbare afstanden, op doelmatige
te bedienen; meer natuurlijk niet".