De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 30 augustus pagina 1

30 augustus 1885 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

r s ,* DE AMSTERDAMMER A°. 1885, VOOR NEDERLAND. Oo. Verschijnt eiken Zaterdagavond. SLIiSBHAH, HABÏtB A KtBMor: ingel 211. : *? Batevi», O. EOWF £ Co, Zondag 30 Augustus. Abonnement per 8/m. .?....,. f l.?, fr. p. p. f 1.15. Afzonderlijke Nummers aio de Kiosken verkrijgbaar a « 0.10. Advertentiën van 1?5 tegels f 1.10, elke regel neer . . 0.20. tnsschen den tekst per regel ...... 0.40 IN H Ot/Dx , «r Onze Bladen. ««tVanö* Sadttjea, Een Zaterdtgtvofidpraatjé, £01, 8óéA<iaarWs.*«XJHfc»tfii»&8j«, XLV, doorPaequino. Kufiet: SoltoonosltoAmt«td>«É, *JÖr Alb. tb. *» ForfltoaBd Hiltor a's Opera-Componist, t D Neder1MMMI* IBttXrtlMtt ?? d*t«iooB«tolliBgt9Airtworpen. (Slot.) Uit Parij», XXXIV, door A. fi. Letterkunde: Gevierd» auteur», door F. v. d. G. Volapük l, door & Yiiliatttli'fjl. «? OOd-SoUaBd, door J. H. Botsing. Sonnet, door Aatinveri. Sety&ien «a aié4*4«eluige*. Inhoud van Tijdschriften. Nieuwe Uitgaven. Militajre Zakem: Onze Zeemacht, door X. Schaakspel. feuilleton: JrtzetteBa* fieieafünlureövaB 3. H. JéphSon, uit het ngelsch, II. Een boe.- op de Sjaariök»che tentoonstelling te Antwerpen, door B. A. G. NIEUWS VAN DE Ovértièfct vto déftwtenntarkt, door 8. Veilingen van Taste Goe« htnir. ?*? AdtérteattSn. BUITEN i. A ar ». De Zoelfikar quaeslie, die in het laatst der vorige weck hare oplossing naby' scheen, heelt wederom lot nieuwe voorstellen uanlekling gegeven. De Russische regeering heeft nieuwe kaarten van den pas ontvangen, benevens eene uitvoerige beschrijving van deie streek, die uiterst ongezond, ja bijna onbewoonbaar moet zijn. Toch schijnt zij de moeite waard, om nog eenigen tijd als thema voor langgerekte diplomatieke onderhandelingen dienst te doen. liet, Petersburger Kabinet stelt thans voor, den Zoellikar-pas aan Afghanistan te laten, terwijl de weideplaatsen, die in de nabijheid zijn gelegen, aan Rusland zullen toebehooren. Dit voorstel bevat, oppervlakkig, beschouwd, eene concessie; voor Engeland is deze o-nstiaAighêid echter eene reden te meer, om op zijne hoede te zijn. Het blijft immers nog altijd de vraag, oi de Zoeliikar-pas, die Rn?tand verklaart lèwillen afstaan, dezelfde is alsdeZoelfikar-pas, wsnrvan Rngeland den Emir het ongeschonden bezit heeft ge waarborgd. DéErig*ltcbe régeering heeft dit terecht ingezien, en de nieuwe focrttellen van Rusland, hoe schoon zij ook mogen klinken, niet onmiddellijk aangenomen, doch naar Lord Dufferin en kolonel Ridgeway geren voyeerd, die in hunne Dualiteit, resp. als OnderKyning van ludie en Engeland'c speciaal-gelastigde bij de grensregelfog, beter dan iemand anders in slaat zijo, dit topograpbische pfobleom 6p te lossen, en desnoods met den Emir in nadere ondértiSfidelfng tötreden. Zooals men ziet, is dus de Zoelfi kar- vraag nog geenszins van de baan, en zal zy overeenkomstig den wensen na beide partyen! nog eenigen tyd gebruikt worden *Üt voorwendsel, om eene definitieve oplossing van het Afghaan?ctrt vmgstuk «i kalendas graecas te verschuiven. Rusland gaat ttittiiddels met kracht voort zijne positie in GtQttaal-Aziö, zoowel door het aanleggen van communicatie-mid delen als het bevestigen van gewichtige strategische punten, te versterken. Tevens is door de keizerlijke regeering te St. Peters burg een opmerkelijk besluit genomen, waarbij, ingeval van afwe zigheid van den Czar, dégoedkeuring van mogelijke oorlogscredielen wordt geregeld. Zoodra namelijk een extra-crediet noodig bl{jkt, tengevolge van een door den Czar gegeven bevel tot mobilisatie, of tengevolge van een plotseling dreigend oorlogsgevaar, zal de hierop belrekking hebbende aanvrage onmiddellijk worden onderzocht door eene speciale commissie, samengesteld uit den president van het financieele departement van den Rijksraad, den rijkacoiitróleur en de ministers van financiën, oorlog en marine. Mocht de Czar lijdelijk afwezig zijn, dan zullen de buitengewone kredieten, na goedkeuring door de bovengenoemde commissie, onmiddellijk door den minister van financiën worden geautoriseerd, zonder de keizerlijke sanctie af te wachten. Dézending van Sir Henry Drummond Wolff trekt, ofschoon xt) tot dusver oog geenerlei positief of negatief resultaat heeft opgeleverd, en Sir Wolff nog niet eens bij den Sultan is toege laten, dagelijks de aandacht van geheel de Europeesche pers. De Porta bevindt zich, allen zijn het daarover eens, in niet geringe verlegenheid. Even algemeen is men echter van oordeel, dn dt pogingen van DgeJaud, om met Turkije op een gunstiger voet te geraken, schipbreuk zullen lijden. De Engelschéregeering zelf schijnt, téoordeelen naar den toon die door hare officieuze organen wordt aangeslagen, reeds in te zien, dat «r al bitter wei nig kans bestaat, om tot eenig resultaat te komen. Zoo beweert bijv. de Morning Post, sdat het verblijf van SirWolffteCönstantinopel geenerlei vijandige beteekenis heeft, noch in eenig verband staat met de hangende geschillen tusschen de Kabinetten van St. James en St. Petersburg. De zending zal een gemakkelijk en zér spoedig verloop hebben, indien slechts de Porte het gewicht wil srkennen, dat het tegenwoordig kabinet hecht aan de oplossing der Egyptische qnaestie, overeenkomstig de rechten van Turkije en de gewettigde belangen der overige mogendheden." Wellicht zal de Porte niet aarzelen, het gewicht dat Engeland heeft bij eene op lossing der Egyptische kwestie, te erkennen, zonder nochtans be reid te zijn (en wel om meer dan ne reden) daarbij hare me dewerking te verleenen. Zij toch heeft hare krachten meer dan noodig om zichzelf op de been te houden; de afloop van den laatsten oorlog met Rusland doet zich nog steeds gevoelen en noodzaakt haar tot de grootst mogelijke zelfbeperking. Vandaar haar verzet tegen elk handelend optreden dat hare positie in gevaar kan kan brengen. Indien derhalve Sir Henry Drummond Wolff in last heeft den Sultan voor te stellen, een leger tot herstel der orde naar Soe dan te zenden, zal hij een weigerend antwoord ontvangen, zelfs al verklaarde Engeland zich bereid, om al de kosten te dragen. De militaire autoriteiten in Turkije zijn overtuigd, dat geen enkel soldaat buiten het rijk in Europa mag worden gezonden, en de gespannen toestand in Albanië", Macedoniëen Roemelie wettigt deze opvatting. Eindelijk weet de Sultan zeer goed, wat hij van Rusland te vreezen heeft; hij weet dat deze mogendheid het steeds toelegt op den ondergang van het Turksche rijk n dat iedere onvoor zichtige stup van de Porte aan deze ongetwijfeld duur zou komen te staan. Op het gebied van Engelands binnenlandsche politiek valt, nu het Parlement gesloten is en de voorbereidingen voor de groote verkiezingen in November min of meer openlijk zy begonnen, weinig te vermelden. Het meest belangrijk was nog de rede, die door den heer Parnell den bekenden leider der lersche partij in het Lagerhuis op een feestmaal, te Dublin ter zijner eer gegeven, werd uitgesproken, en waarin voor de toekomst het programma der partij werd ontwikkeld. Volgens hem was de groote vraag der zelfstandigheid op wet gevend gebied, de quaestie van Home Rule, aan de oplossing naby. Maar daarom vooral was het zaak, nauwkeurig toe te zien op de keuze der candidaten bij de aanstaande Parlements-verkiezingen, en te zorgen dat overal de beginselen der partij op kaachtige wijze gesteund en behoorlijk vertegenwoordigd werden. De heer Parnell voorspelde, dat het aantal leden zijner partij bij de algcmeene verkiezingen tot 80 of 85 zou aangroeien. In eene andere bijeenkomst van de lersche intransigente afgevaardigden werd besloten, bij het opmaken der candidatènlijsten met groote nauwgezetheid te werk te gaan; elke candidaat moet zich schrif telijk verbinden, om in alle omstandigheden te stemmen met de partij der Parnellisten, en zijn mandaat neer te leggen, zoodra de meerderheid zijner collega's dit verlangt. Da berichten uit Annam en Tonkin zijn in den laatsten tijd bijzonder schaarsch. Generaal de Coürcy maakt in zijne laatste dépêches melding van eene lichte afneming der cholera. Hetzelfde kan helaas niet worden geconstateerd van de epidemie, die in het moederland zelve, en wel te Marseille en Toulon, heerscht. De sterfte, vooral te Marseille, wordt meer en meer bedenkelijk en zal naar alle waarschijnlijkheid weldra grootere verhoudingen aannemen. De epidemie toch wordt, door de ongunstige hygiè*

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl