De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 30 augustus pagina 6

30 augustus 1885 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 417. DéFranwhs Qendritton, meer een zangspel, is niet meer fraai ook afgewerkt; Rossini's Cenerentola ia, ondanks o tooneelin, geheel verouderd; het sprookje is daarin daaren,rampzalig dor en banaal opgevat, dat de poëzie er geheel evatien is. Schwind heeft in zyne allerliefste compoaitiën keurig reene vo9rgeteekend, n hij is, dunkt mij, meer te raadplegen, of opera.- Hot sprookje is bekoorlijk; de zachte romantiek, net-omgeven is, past juist voor mijne muzikale natuur. Daarbij ;|a men voor eene Aschenbrödel in Duitschland nog zangeressen 4' tèywijl de groote tragische zangeressen volkomen uitsterven." In meldt Killer reeds aan Hartmann, dat hij allerlei aardigs 'i'KÏ. jBjHtoer 1QD4 meiui nuuu- rccua »<>» *u»i».»»...., u Asohenbródel gecomponeerd heeft; toch schijnt het werk niet voltooid er is sedert niets meer van vernomen. nri kreeg het toen in Weenen zeer druk, als redacteur van het »n der Ncue Freie Presse; zgne zwakke gezondheid was misschien e reden, dat Hillar vóór een volgend libretto bij een ander aanffot was de opéra-comique, Der Deserteur, tekst van'Pasquê. $ïjirjjflf daarvan in Februari 1865 uit Keulen aan Hanslick: Eergfeteren is Der Deserteur opgevoerd, on met den besten uitslag. Ik schrijf v~",'én, niet meer, omdat ik meen, eene werkelijk nieuwe Duitsche opera even téhebben, en de hoop niet opgeef, haar in Weeneu te zien Dit is evenmin met Der Deserteur gebeurd, als met Die , ook "b§deze tweede opera, werd er tegen het .onderwerp '.ge hooge Directie" bezwaar gemaakt. (Slot volgt.) * ^4i&38SiBBI*AlIDSGBE KUNSTENAARS OP DE TENTOON. .TT»./. ..STELLING TE ANTWERPEN. $..-'? ? ~ ? ? (Slot), 'IS* z«er io de mode te zijn geweest, zijn thans de wapensmeden qnget^er van..de schilderjjenmarkt verdwenen. Men viudt er eeu in de HolImdscbe afdeeling met de handteekeuing van Lingeman. Het is, als altoos, n'luider,, die het wapen, hem door den wapensmid aangeboden, onder,zookt. De beide personen zitten. Het zou natuurlijker zijn en ook gunstig vob?. het ensemble" der lijnen, dat de wapensmid stond en de klant gezeten W&s.'Do pp den grond verstrooide wapenen zijn keurig van uitvoering. Zij moesten echter in dezen winkel niet uit verschillende stukken zijn. Een Wftpe.nsmid i* geen antiqniteitenhandelaar. Op don achtergrond staat een werkman hij oen smidse zonder vuur; nu is oen smidse zonder vuur, een lichaam zonder ziel. De uitvoering van Lingeman is keurig, net, correct; z$ mist h$t pikante, het schilderachtige. Het mooiste is een hoekje van dt ^'erkplaats, met een oud raam vol spinuewfiblx n, en een vermolmde k*st,.- in den vervallen muur vastgemaakt. Dat is echt; de rest is gem»akt. Egn andere smidse is, volgens den catalogus, d<|or mej. Wally Moes ingezonden. Men ziet er een jongen knaap, eene figuur van natuurlijke grootte, die aan een loodrechte ketting trekt, welke men kan onder stallen dat een blaasbalg in bewegiug brengt; eene onderstelling, want men ziet g«en spoor van eene smidse. De figuur is goed geteekend en og «ene manier geschilderd, die geen vrouwenhand verraadt. Wat \vel de Schildwes verraadt, is het gezicht van den jongen en zijne pretentieuse beweging. Een schilder van de sekse die noch mooi noch beminnelijk is, zqu er niet aan denken een sruidsjonger. te schilderen die zoo lief doet. Indien de antiquiteiten-kooplieden die men geen antiquaren moest noemen en tien aldus verwarren met de wetenschappelijke kenners van oude zaken, al door het voorwerp van hun handel tot de oudheid behooren, ZQ z'gn zeer modern door den smaak van bet antiek waarmede zg to maken hebben. Er zijn altoos liefhebbers van oudheden geweest, maar tegenwoordig .ia niemand het niet. Ieder wil den schijn hebben van archaeolopg te oftn. De Antiquaar"' van Offermans is een oude Hollandsche Jood, aohter zijn toonbank staande, waarop blbclots van allerlei aard zijn uitgfstald; hij houdt een schotel in do handen, di> hij een onziehtbaivn klant laat zien. Het type is zeer karakteristiek en zeer zeker naar de natuur weergegeven. De collectionneurs in don Haag, waar do schilder vrpqnt, zouden het zeker herkennen, de figuur is in een doffen toon gah^ndön, zoodat al het licht valt op de uitstalling van bibelots, dia lut TpornaaüMte deel van de schilderij vormt, en waarin/ de heer Offermans B$eb een.niet onhandig pensoelvoerder getoond heeft. Ia. de antiquiteiten-koopman modern door zijn ambacht, dat thans ia 5on smaak is, hot be^ep, dat den heer La Rivière een model geleverd heeft, is noch oud noch modern en beantwoordt zeker aan niemands |pu^ak.: Hét is een Amsterdamsen, aanspreker"! Een zonderling onderWerp, niet joviaal van natuur en waarvan men toch party kan trekken als, mon-het van den goeden kant opneemt. Een peinzend, melancholisch aanspreker,'die over de nietigheid van het menschenleven nadenkt moet ongerijmd en onuitstaanbaar zijn. En zoo een stelt toch de heer La Rjyière ons voor. Er zou slechts n middel zijn om den lijkbidder dra gelijk te maken, dat was, als hij door gewoonte onverschillig was voor de treurige gebeurtenissen, die hij eiken dag onder de oogen krijgt. Het contrast tusschen zijn werktuigelijke onbewogeuheid en zijn akelig beroep sou bet onderwerp van de schilderij moeten vormen. Deze al te overtuigdieftianspreker, die tevergeefs beproeft ons tot aandoening te sternnjen, is nu .toevallig juist als schilderstuk fijn en gedistingeerd; indien hét onderwerp al mislukt is, de uitvoering is uitstekend. .Een allerliefst onderwerp, echt vrouwelijk door het gevoel, dat het heeft geïnspireerd en dewjjze waarop het behandeld werd, is De twee gevangenen" vjtn Thé/'èse Schwarze. Hier hebt ge het verhaal, heel eenvoudig: een fiein meisje, van eene ziekte beter wordend, een beetje bleek, met groote oogen en .den ietwat zwervenden blik eener herstellende, zit in een fauteuil, niét |een wollen deken om de beenen. Bij de kleine zieke, die nog niet uit mag,,is eene tafel waarop eene vogelkooi met een vogel er in. De twee gevangehen. Het gezicht van het meisje is lief, zacht, zeer juist van sentiment en toon; en toch 'vrij van het overdreven sentiraenteele, dat men van een dergelijk onderwerp, door eene dame'behandeld, kon verDe meestelgenre-tafereeltjes der Hollanusche school zijn binnenhuisjes, dat is een traditie der school, hierop gegrond, dat vanwege het klimaat, hejb leven in Holland gedurende het grootste gedeelte des jaars geheel binnenshuis verloopt. TócV z§n~ er eenige schilders die' de volle lucht en licht niet geweerd-hebben. Maar dan ook laten zjj het licht en de lucht om hunne figuren, spelen, , en schilderen niet, zooals anderen onder het voorwendsel van echtheid doen, doorschijnende lichamen waar de lichtstralen doorheen vallen. tï)e athmospheer is helder en de zonne schijn is warm in den Vischafslag op het strand te Soheveningen," van Blommers; de visschersvrouwon, die haar visch op het strand uitspreiden, vormen een uitmuntende groep vol afwisseling van typen en houdingen, zy staan daar niet t? kijk, en hebben het hoofd b'vj haar zaken. Veel lucht ook is er dan en helder licht in het Katwijksche meisje" van Artz f een dorpskind, niet op haar Zondagsch, een kind van buiten, witblond, met die warme vleeschMeur, die hét bloed onder de huid doet doorschij nen. Zij loopt met haar geit, rnèt natuurlijken, eenvoudigen pas. Nederland heeft, en om goede redenen, geen schilders van militaire stukken. Wel zouden de gevechten, welke het koloniaal leger geleverd heeft, schilderachtige episoden hebben opgeleverd, maar de Haagsche en Amsterdamsche schilders zijn' daar niet wezen' kijken. Indien Israëls al een Vertrek van een transport kolonialen naar Indië" heeft kunnen schilderen, dat op de laatste tentoonstelling te-Brussel zeer werd opgemerkt, kon hjj dit doen zonder zich te derangeeren, want het tooneel speelde in Rotterdam. Toch kunnen militaire stukken ons op andere wijze behagen dan door het afbeelden van moprdtooneelen op een slagveld. De heer Breitner, die meermalen manoeuvres in vredestijd schilderde, brach't ditmaal een geveinsden aanval van een vijandelijk legertje op de voorhoede der ruiterij ten tooneele. De houding der ruiters, die recht op den toeschouwer afkomen en plotseling verrast stilhouden, ia zeer goed gezien. Paarden en menechen zijn goed geteekend en flink geschilderd- , Wanneer men zich met kracht en geweld hoedanigheden wil eigen maken, waartoe men den aanlag niet in zich heeft, streeft men allicht ' het doel voorbij. Dit is Bisschop overkomen, anders'een sober, voorzich tig colorist, die thans schitterend heeft willen zijn en heftig geworden is. Niemand zal zeggen, dat de vrouw in het roode kleed, welke h^j dit jaar geëxposeerd heeft, niet schitterend is, maar harmonisch is het stuk niet Er bo-staat rood en rood; de japon dezer dame is als gloeiend vuur; men zou kunnen spreken van rouge fournaise. Wat wordt er, bij zulk een gloed, van het gelaat? Men ziet het nauwelijks, zoo is men verblind door de bramlstapclkleur van de japon. In Na den doop", van denzelfden , schilder, is er minder valsche glans; toch is ook daar het kleureugewemel de hoofdlbut. Het, meisjesportret" van Haverman is minder dan dat van Bisschop er op berekend, do aandacht te trekken; maar het is als schilderstuk verdiens telijk; hoofd en handen zijn fijn vau tint en fijn gemodelleerd; het zwarte kleed is elegant en gedistingeerd. Het model, van Bakhuizen's Jonge dame", is zeer jong, want men zou haar voor een meisje van vijftien jaar houden; zij is mooi blond, blank en doorschijnend van vel, en draagt een rood bruin kostuum tegen den groenachtigen achtergrond; het geheel is gedis| tingeerd van schikking en afwerking. De Hollandsche schilders zijn er.de lieden niet naar om het landschap to venvaarloozen, een der schoonste bloemen aan Holland's schilderskroon. Zij kennen het Noblesse obligo. Zonder de Ruysdael's, Hobbema's, Wynantsen . bg dozijnen te tellen, heeft de Nederlandsche school een aantal landschapschilders vjn waarde; hunne wijze van werken is anders dan die hunner beroemde voorgangers, maar evenals deze nemen zy hunne inspiratie uit de rijko natuur welke zij onder de oogen hebben, en trachten er getrouwe vertolkingen van to geven, ieder naar zyu temperament en zijn wyze om indrukken van buiten te ontvangen. Mauve staat zeker niet op den laagsten rang "van deze groep schilders. Nevens de uitmuntende hoedanigheid zijner werken heeft hij ook de ver scheidenheid, eeno verdienste, die meu eerst waardeert, als men ziet, hoeveel kunstenaars steeds hetzelfde en nog eens hetzelfde maken. Mauve geeft een moestuin" met de mooiste kooien ter wereld, welke eene boerin bezig is te plukken; heerlijk groen onder een zee van licht; Februari", een landbouwer met den ploag, een zeer goed gezien winterlandschap met eene koude eentonigheid, die juist den gewenschten indruk van het jaar getijde geeft; schapen op de heide", uitmuntend geteekend en geschilJfierd, maar die wel wat al te licht uitkomen op den grauwen, doffen achtergrond der heide; zeer origineel, zeer pikant, maar mooier dan de natuur. Van De Bock is er een groot decoratief landschap, gemaakt om op een afstand gezien te worden, daar men anders de gebreken der be werking ontdekt. Van W. Maris Vee by een vijver", vet en warm ge schilderd, benevens eene weide ia eene moerassige streek, machtig van toon» en uitmuntend van uitvoering." ? ? Stortenbeker geeft keurig-gepenseelde koeien in landschappen zoo zin delijk, «vis men eer eene Hollandsche keuken dan een landelijk vergezicht uenschen zou. Vermeulen, Zand opladen in de duinen" vertoont een. kar, met een mooi zwart paard bespannen; de toon is fraai, de uitvoe ring breed en flink zonder gezochte virtuositeit, een pikant spelen van het licht tusschen de struiken welke den zandhoop bekronen. Van Tholen is er De avond, Hollandsen landschap," onderscheiden door een zeerorigineel en zeer juist effect van nevelen, die in do schemering uit het moerassig terrein opstijgen; en een tweede landschap, evenzeer met het vallen van den avond genomen; de kunstenaar zal wel doen, door op zijn hoede te zijn tegen deze neiging tot eenvormige gekunstelde effec ten. Van mevrouw Mesdag-van Houten vindt men een gezicht binnen . in een bosch" met ongelyk terrein, zeer vrjj en zeer curieus van bewer' king, benevens een mooie koperen schotel met citroenen", waardig uit gevoerd en vol sentiment pictural." Witsen geeft Heide-ontginnen", evenzeer een genrestuk als een land schap, wegens het belangrijke der figuren; een aardwerker graaft een sloot en kijkt intusschen naar den schilder, die hem verzocht heeft te poeeeren; de figuur is volkomen natuurlijk; even goed geteekend als gemo

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl