Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMSTEftï-WEEKBLAD VOO* NEDERLAND.
No. 429
Al het vroolgke en treffend natuurlijke van:
Je diroia au roi Henri:
Beprenez votre Paris!
J'pime mieox ma, mie, et gay l
J'aime mieux ma miei
klinkt ons hierin tegen. Eene vergelijking met de verschillende verta
lingen, door Prof. Alberdingk Thijm in zijne artikelen in dit weekblad in
Februari aangehaald, "doet nog meer de moeielijkheid en het goedgeslaagde
der vertaling uitkomen.
Wat men bij Molière, evenals bij de Musset en big Emile Augier onder
de lateren, bg iedere lezing weder meer bewondert, is hoe eene gedachte
in de eenvoudigste woorden, schijnbaar zonder de minste moeite, als van
zelf, een wellnidenden, correcten versregel vormt, waaruit geen woord zou
kunnen gemist worden en alles op zijn plaats staat. Een dialoog b.v.
als deze is in zjjn schijnbaren eenvond bijna niet na te volgen:
Oi-onte: Et moi je vons soutiens que mes verg sont fort bons.
Alceste: Pour les tronver ainsi, vona avez vos raisona;
, Mais vons trouverez bon que j'en puiase avoir d'autres,
Qui 8e dispenseront de BB goumettre aux vótres.
Oronte: II me suffit de voir que d'autres en font cas.
Alceste: C'est qu'ils ont l'art de feindre et moi je ne l'ai pas.
Oronte: Groyez-vous dono avoir tant d'esprit en partage?
Meeste-, Si je louois vos vers, j'en auroia davaiitage.
Oronte: Je me passerai fort que vona lea approuviez.
Alceste. Il faut bien, s'il vous plait, que vous vous en passiez
Oronte. Je voudroia bien, pour voir, que de votoe maniere
Vona en compoaaasiez sur la même matière.
Alceate: J'en ponrrois, par malheur, faire d'anssi raéchants,
Msia je me garderois de les montrer aux gens.
Prof. Alberdingk Thym is er grootendeels zeer gelukkig in geslaago.
N De passage luidt hier aldus:
Oronte: En ik verkjaar n dan: mijn vaerzen zijn zeer goed»
Meeste: Voor dit gevoelen hebt ge een grond, die u voldoet;
Maar sta mg hensch'Iijk toe 't gebruik van and're gronden,
Die 'k niet geloof, dat aan uw uitspraak zijn gebonden.
Oronte: 't Is mij genoeg, te zien, dat menig ze waardeert.
Alceste: Wijt dat de veinskunst, die ik nimmer heb geleerd.
Oronte:- Denkt gij dan inderdaad zoo bijster knap te wezen?
Alceste: 'kWas zeker knapper, zoo 'kuw vaerzen had geprezen.
Oronte: 'k Zal 't mij getroosten, dat ge uw lofspraak mij onthoudt.
Alcette: 'k Won wel eens zien, dat gij 't n niet getroosten zoudt.
Oronte: En ik wou wel eens zien, hoe gij, met uw bezwaren,
Er maken zoudt, die maar de helft zoo kunstig waren.
Meeste: 't Kon zijn, dat 'keven slecht er maken zon, misschien;
Maar 'k zon ze, in elk geval, den lul niet laten zien
Dit moet op het tooneel uitmuntend voldoen, evenals het een genot
voor den lezer is. De samenspraak tusschen Célimène en Arsinoé, met
hare kleine coups de griffe, eindigend in de meedoogenlooze scherpheid
der coquette, is uitnemend vertaald, ook die verzen van Célimènes tirade
waar het zoo moeielijk was, noch te duidelijk noch te onduidelijk te zijn.
Waartoe", zoo spraken zij, dat, wezen zacht en zedig,
Dat uitzicht, aan de rest zoo weinig evenredig?
: Zjj bidt, klopt op'haar hart met vrg wat vroom vertoon,
Maar geeft haar bojen slaag en weigert hun het loon.
In kerk en bidkapel ziet men haar ijvrig voorgaan,
Maar zij blanket henr hals en wil voor schoonheid doorgaan,
Op beeld en schilderij duldt zij,volstrekt geen naakt»
TerwiH de werk'lijkheid haar, meer dan paa geeft, smaakt."
De laatste regel is voor het oor kiescher dan Molières:
Mais elle a de l'amonr pour les réalités,
terwjjl toch smaakt" er de volle beteekenis van geeft.
Al lezende merkt men enkele vlekjes op, waarvan als blijk van nauw
lettende aandacht, hier eenige vermeld mogen worden. Vs. 22: reeds is
de orkaan gaan leggen", ongeoorloofde vrijheid voor liggen; vs. 52: den
grootsten guit", voor schurk" of minder sterk schelm,"?guit" toch
beteekent in onzen tjjd nog slechts espiègle, geen foguin; vs. 122:
«gewisse" voor geweten"; vs. 247: zellefde" voor zelfde, deversregel
was eenvoudig door ied'ren dag" in dag aan dag" te veranderen,
correct te maken.
In vs. 682 heeft de vertaler aan Alceste een tooneel-effect gegeven,
dat Molière slechts had doen vermoeden. Alceste zegt:
Les rieurs eont ponr vons, madame, c'est tont dire;
Et vpua' pouvèz pousser contre moi la satire.
De vertaling geeft hier:
De lachers zjjn, Mevrouw, gij wist dit, aan nw zijde,
..,-.,- . En '''wapen der satyre is scherp, opdat het snpe!
Eindelijk, met een procédé, dat reeds in De dochter van Eoëlant de
algemeene verbazing getrotseerd had, zegt de vertaler in vs. 250?252:
'k Verneem daar, dat, om zaken aan te koopen
Voor haar toilet, Mevrouw met Eliante is uit*
gegaan;
60 in VS. 1468?1470:
Neen, maar hij heeft ojn pen en inkt gevraagd, en riek
te een lettertjen u toe, dat moog'lijk iets verklaren
En van dit diep geheim den zin kan openbaren.
Bjj al de ressources van zijne plooibare en vindingrijke versificatie had
de heer Alberdingk Thgm zulk eene ketterg wel kunnen vermijden. Men
kent van Lennep's voorbeelden ervan:
'k Verteer als gloeiend lava,
'k Verdwijn van droefenis,
Uu mijn geliefde
kavalerist vertrokken ia, etc.
Zij zijn vermakelijk genoeg, maar hebben hier nog niét atscnrikkend
gewerkt.
Deze zes of zeven aanmerkingen kunnen aan een gedicht van bijna
tweeduizend verzen, waarin gezond verstand en sierlijkheid elkaar opluis
teren, geen afbreuk doen. Men mag besluiten dat Prof. Alberdiugk
Thiim door de Misanthrope-veristtiag onze letterkunde en ons tooneel
met een kostbaar'goed verrijkt heeft; een werk, waartoe niet een enkele'
geniale greep, maar een volhardende arbeid, .vol kiesch gevoel en om
zichtigheid behoorde, .maar waarvan de voltooier zijn belooning vond in
zijne liefde voor Molière en voor het vaderlandsch tooneel.
Scaramouche (XXX).
De Domtaveerne. Uit het Hoogdnitsch van
Detlev von Geyern. Haarlem, O. G. Vonk.
Het oordeel over dezen roman zal verschillend luiden naar mate van
de eischen die de lezer den schrijver stelt. Hooge letterkundige waarde
heeft dit boek niet; toch laat het zich prettig lezen. Zij die veel van
boeiende" lectuur houden, vinden hier hun gading. Het is de geschiedenis
van twee gelieven, die van elkander worden gescheiden om ten slotte
toch elkaar te krijgen." Het verhaal speelt in de vorige eeuw in
Hildesheim; de vorst-bisschop wil een nieuwe stedelijke verordening invoeren,
voor welk plan hy steun vindt bij de kleine burgerij, terwijl de meer
aanzienlijken zich tegen de voorgenomen verordening verzetten. Het
verhaal heeft een zekere locale kleur, terwijl de schrijver een oude bepa
ling uit de verordeningen van Hildesheim heeft te baat genomen om een
onverwachte ontknooping aan zijn roman te geven.
De stedelijke autoriteiten die ten tooneele worden gevoerd als da
burgemeester Gödicke en het raadslid Löderg zijn goed geteekend; ook
de waard uit de Domtaveerne, meester Jansen, is goed geslaagd. Daar
entegen is de majoor von Brandt een echte ouderwetsche romanheld.
H\j ia het inbegrip van alle boosheid; reeds zijn uiterljjk doet aan den
duivel denken. Telkens wordt ons verhaald dat hij iemand met een
duivelachtigen blik aanziet. HU is echter de man, aan wien de voor
naamste verwikkelingen van dezen roman hun ontstaan te danken
hebben; zjjue aanslagen tegen het geluk der beide gelieven de majoor
verlangt het meisje voor zich zelven gelukken aanvankelijk allen,
tot de jongelui op 't eind boven alle verwachting nog man en vrouw
worden. Even als het karakter van den majoor von Brandt, Ujdt ook
de beschrijving van Gertrude Gödieke aan die kwaal. De schrijver heeft
er evenwel goed slag van om ons een kjjkje te doen krijgen in het leven
der Hildesheimsche buïgerij uit de vorige eeuw. De vertaler en uitgever
deden ieder het zijne om dezen roman een goede verschijning te doen
maken.
_ IC
BERICHTEN EN MEDEDEELINGEN.
Jnatns van Maurik's Burgerluidjes komt nu, weinige maanden na de eerste editie,
in goedkoope volksuitgave, met gravuren van Br&akensiek, uit. Het was een goed
denkbeeld van den uitgever Tj, van Holkema, dit boek reeds zoo spoedig algemeen
te maken; gezonde lectuur als dit werk toch, waarin een lach en een traan elkander
afwisselen, en de echrijver met zijn geest en pikant opmerkingsvermogen een fond
van innige goedhartigheid bedekt, kan niet te veel en te spoedig verspreid worden.
De heer Braakensiek heeft, naar de proeve op het prospectus te oordeelen alleen de
grove zijde van zijn talent, dat toch nog andere bezit, ter beschikking van deze uitgave
gesteld.
Van Het Liei-elingsloek van Jacob van Lennep, naverteld door Mej.
BnzeAndriessen, is bij den uitgever Tj. van Holkema een nieuwe uitgaaf in drie deeltjes versche
nen, ouder de titels: Vertellingen voor allen, Prettige Uurtjes en Binnen- en Bui
tenshuis. Eeeds hebben in eene andere uitgave deze vertellingen zich de gunst
van het kleine publiek verworven Het didactische is er behendig in weggesmokkeld;
het duurt heel lang, soms tot het einde van het boek, eer.het kind, begeerig
naar fraaie verhalen, bemerkt, dat men het weer een vergulde pil heeft weten te
doen slikken. Mejuffrouw Andriessen's bekoorlijk talent van vertellen, komt hierin
weder ten volla uit; weinigon weten zopals zjj, de kinderen verre van Brave
Hendrikken en toch niet geheel Helen's Babies te doen zijn. Eene ongedwongen
vroolijkheid en oorspronkelijke humor doortintelen ieder der verhalen; hoewel wg meer
sympathie gevoelen voor de andere verhalen der kinderschrgfster, dan voor het
bewuste lieveliugsboek" waar tnijn spelen loeren" moet zijn, en wel allerlei we
tenschappen, telegraphie en suiker- en cacaobereiding leeren, valt het niet te ont
kennen, dat zij ook deze zaken aantrekkelijk heeft weten te maken.
INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN.
Portefeuille, 5 September.
Salve, Gounod's Faust". Idem, Bernard Zweers. Tentoonstelling der
Hollandsche Teeken Maatschappij te 's Hage. Tentoonstelling van ontwerpen en
copiën op decoratief gebied, uitgevoerd door Jacob Smits. Flandria. Synoniemen.
T. H. de Beer, Opening van de wintercampagne der Kon. Vereeniging het Ne
derlandsen Tooneel". Lijst van Boeken, in de Maand Juli in Nederland uitgeko
men. Smart, door Mari J, Ternooy Af el. Sonnet van Astiveri.
Spectator, 12 September.
Berichten en mededeelingen. Voor 't eerst naar zee, dflOïA. Werumlus Suning. -i
Auch'io, door Ciois. "
ScJiorer'i FamiJienblatt 11 September, j
Die Blume des Glüokes, von Elisabeth Werner. Die Cbimare, von Marie
Kirsehner. lm Mondlicht, von Budolf Bergner. Der Bing des Giflmischers.
Bitder aua unsrer Marine, von Franz Siewert. Volksmoral und Strafgezetze von
Max Ostermeyer. Europaische Monarchen I, ein Oharakterbild von George
Morin. Unerklarliohes aus Vergangenheit und Gegenwart II. von Moritz Wirth,
iisere Mitarbeiter; Julius Stellenheim. Rundschau der Erfindungen, von G.
van Muyden. Die Massage, von dr. Hermann Guttmann. Dnterhaltungmitdem
Zeitgeist, von Freimund Minor. August. Die drie Madchen, von Jnlius
Stettenheim. Epigramme, von Jnlins Stettenheim. In Gedanken, Gedicht von
Frid* Schanz. Auf dem Oalvaire von Illy, von Oarl Bleibtren. Blauderecke.
Nieuwe uitgaven in Nederland:
Nieuwe Nederlandsche Bakkers-Courant. Weekblad voor Broodbakkers en Ban
ket- en Koekbakkers ? 4.
De Christen-Werkman. Weekblad voor het Nederlandsche volk. Per 3
maanden franco per post. ..... .... O 47 l/o
D. F. van Heijst. De Samenzwering te Veneü'of E'en Drama met " '
hindernissen 090
Juliano. Mijn Ednard I . ! 0.30
0.30
1.90
0.40
1.25
2.50
C.50
1.50
G.
3.90
0.25
1.90
1.05
0.10
.
A. W. Weissman. Het Bijks-Muaenm te Amsterdam. ! ! ' I
Dr. Dioscorides. Zijn er vaste natuurwetten? ......
Ernst Hoffmann. Goden en Heldensagen
Constanttjn Hujjgens' dagboek voor de eerste maa'l naar he't afschrift
van diens kleinzoon.
A. van den Amstel. De Erfdochter . . . . \ '% dèelen!
Nicolaas Beets. Nieuwe verscheidenheden meest op letterkundig eebied'
M. E. Braddon. Het Gouden Kalf . . , . . o deelen'
Karl Emil Franzos. uit Half-Azië. . ,
Herinneringen aan en beschouwingen over Oost- en West-Indische toe'
standen door H. v. S. Atjoh Suriname
Melati van Java. Het viooltje van St. Germain. ' * ' "
De Nederlandsche Naamloozs Vennootschappen, door Mr. A. A. van
Kierop en Mr. E. Baak
Een ernstig Woord aan mijri8 lanflgenooten van alléstanden! naar aan'
leiding der tegenwoordige onlusten, door een Doctor. . . .