De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 20 september pagina 9

20 september 1885 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

?.?p-Sii No. DE^AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. (j V i t-, Motley. Nederlandsche lezen «Uien hier geen nieuwe gezichtspunten vinden, naar voor den vreemdeling, 3ie lort gevoelt om de EOO belang wekkende periode der geschiedenis voor Nederland te leeren kennen, biedt dit boek een goede gelegenheid. Uit dit oogpunt dient de studie van den heerYonng beoordeeld te worden. Men weet wat tegen Motley's histo riewerken wordt in 't midden gebracht en dat vooral de oneenigheden, die de Bepubliek tijdens net Bestand verdeelden, door hem niet onpartijdig genoeg z§n behandeld. Hen heeft ook wel eens de opmerking gemaakt, dat Motley liever historische romans had moeten schrijven, waartoe zijn talent voor dramatische schetsen zich goed zou. leenen. Onze schrijver is niet soo uitvoerig als BOD Amerikaansche voorganger en derhalve vindt men bjj hem veel minder bijzonderheden. Wat hfl geeft is een uitvoerig overaicht, maar van dit overzicht kan gezegd worden dat het met nauwkeurigheid is bewerkt. Hij heeft kennis genomen van de kritieken over Motley's arbeid verschenen' en heeft zich, die ten nutte gemaakt. Hjj heeft behalve de werken van buitenlandsche geleerden ook verschillende hollandsche bronnen uit vroegeren en lateren tgd bestudeerd, terwijl hij vooral veel heeft geput {uit hetgeen ia de laatste jaren door belgische geschiedvorsehers, met name Gaohard is uitgegeven. Van de werken van Noord-Nederlanders uit onzen tijd zü*n het vooral die van Groen van Prinsterer, welke hem ten dienste stonden. De naam van prof. Fruin wordt wel een enkel maal genoemd, maar geen zijner geschriften geciteerd en de Tien Jaren schijnt de schrijver niet tékennen. De heer Young is er blijkbaar niet weinig trotsch op, dat zijne voorstelling van sommige feiten afwijkt van de tot dusverre gangbare lezing bij andere engelsche en amerikaansche schrijvers. In de voorrede geeft bijop ten opzichte van welke pnnten h\j meent nieuw licht te hebben doen opgaan. Men hönde hierbij in 't oog, dat de schrijver zich kennelijk richt tot lezers, die onze taal niet machtig zijn. Vooral laat h\j er zich op voorstaan, dat zijne voorstelling der feiten hier en daar afwijkt van die van Motley. MVas de laatste een groot bewonderaar van Oldenbarnevelt, Young gevoelt levendige wel wat overdrevene sympathie voor prins Maurits. Toch is zgne voorstelling van de verwijdering, die tusschen beiden langzamerhand ontstond, in hoofJzaak juist, al zou men den schrijver kunnen doen opmarken, dat die verwijdering1 reeds van 1600 dagteekent. Meer «!»;;.mcör wórdt hefc gewoonte om ook geschiedwerken van platen _^te veoréWn. Ook ftit boek kan zooals reeds uit den titel blijkt op f Jtai va» illustraties bogen. Onvoorwaardelijk gunstig kan hot oordeel over deze prenten niet < luide». Dégeringe prijs vaa 't boek en derhalve de mhutere kosten, die de uitgever er aan ten koste kon leggen, kan als verzachtende omstandigheid gelden. De illustraties zijn portretten, afbeel dingen van merkwaardig» gebeurtenissen en stadsgezichten. De laatste zijn welHcht de beste. n enkele maal heeft de memorie van den teekenaar hem partep gospeeïd. Zoo leest men onder een afbeelding van 't Haagsche Stadhnïi: 'Yiew in Rotterdam. De platen söMjnen aan andere werken ontleend te zijo. W. P. C. K. ' Artliur ScliopenKaiter, Liclitstralilen atta seinen WerJixn von Julius Frauenstiidt. Te midde» der aankondigingen en beoordeelingen van werken;-dle af leiding en vermaak of leering en nut beoogen, moge hier de bespreking esaa plaats vinden van de in dit jaar verschenen bovengenoemde uit gave, die ons op zoo bij uitstek goede wijze in kennis brengt of misschien do kennismaking doet hernieuwen met den grooten, eenzamen Frankfortechen wijsgeer. Bij wie geen zy'ner wevken las, wekt de naam van Arthnr Sehopenhauer toch een z^er bepaalde voorstelling; hy is met dien van Hartmann de drager dor pessimistische theorieën en hoofdschuddend wijden onze eorzama 3. g. optimisten eaue gedachte aan de sombere wereldbeschou wing, die zij zoo gaarne als een uit zwartgalligheid geboren wnan brand merken. Voor een tiental jaren, toen hot toeval Schopenliauer's werken binnen myu bereik bracht, klopte hij tevergeefs bij my aan; troosteloos kwam mij Z'J08 levensbeschouwing, belachelijk zijn bitterheid, overdreven zyn sehjjnverachtïng Voor, torwijl nu de Auswahl, die de heer Prauenstadt hier geeft, verwante snaren treft, die samenklinken tot een harmonie van bewondering. Na een warm waardeerend woord, gewijd aan Sehopenhaner's leven en zijne leer, heeft de verzamelaar ons des wysgeers beschouwingen ge geven over: Erlcenntnisz, GelstestiiiitigkeitundQeistcsproduction, Natur, Aestlie.tlsche Eeschauung und Kunst, GescMchte und Staat,, Tugend und Reiltglceit en Lebensiceislielt und Mcnsc/ien'kcnntmss. Deze acht hoofdsi ukken zijn in kortere of langere aanhalingen verdeeld met opgave van het werk, waaraan ze zij a ontleend; zoodat als iemand de lichtbron wil zoeken, waarvan een hem meer in 't bijzonder treffende lichtstraal af komstig is, hij zich den weg vindt aangewezen. Uitstekend heeft de compilator don titel gekozen; om meer dan ne reden verdienen de cita ten dezen naam en al werpen zij hua licht naar verschillende kanten, ja tot in de diepste diepten, zij couvergeeren tevens tot een schitterend geheel vau g&us, dat Schopenhauer's stelsel in vollen luister doet uit» komen. Godsdienst aa deugd, karakter, roem, dwaling, lengen, wil en verstand, beschaving en originaliteit, die alle zijn nog maar enkele der aantrekke lijke onderwerpen, die ons aan de hand van dezen leidsman meer dan ooit belang inboezemen. Anklfinge aan Lamarck laten zich hooren in zijne beschouwingen over de doelmatigheid in het leven der dieren, ont leend aan hét werk Ueber den Willen in der Natur", dat lang voor Darwiu's Origin of Species" verscheen en aantoonde, hoe de diepe blik van den denker ook de hem omringende natuur omvatte. Toch was die blik het meest naar binnen gericht, de schuilhoeken in het menschelijk gemoed ontsluierde hjj als geen ander en indien wij bier geen plaats vragen voor eene uiteenzetting vau het stelsel, dat de groots pessimist heeft opgebouwd, is het, omdat wjj dit werk in de handen aller beschaafde ?B deukend* mentenen hopen te zien, die eoo het beste genezen sullen worden van de niet zeldzame dwaling, dat door den geest van Schopenhauer mismoedigheid en levensafkeer, menschenhaat en inertie in kracht zonden winnen. Ten slotte enkele aanhalingen, om dat verkeerde inzicht deir weg te versperren. Van tien dingen, die ona ergeren, zonden negen dat niet kannen doen, als wij ze grondig onderzochten en de oorzaak opspoorden en wy zullen dat beter kunnen doen, als wij ze tot voorwerp onzer redeneering en beschouwing maken, dan ah) wij er een reden van ergernis of spijt in eien." Als het waar is, dat verstand en oordeel den mensch tot heer der schepping maken, dan is ook alle dwaling en leugen schadelijk, dan zyn er geen onschuldige dwalingen, nog veel minder eerwaardige of heilige. Tot troost dergeuen, die aan den zwaren strgd tegen de dwaling op eenig gebied hun kracht en hun leven wijden, moet ik er hier bij voegen dat zoolang de waarheid niet algemeen bekend is, de dwaling kan blij ven leven, zooals uilen en vleermuizen in den nacht; maar men kan eer der verwachten, dat uilen en vleermuizen de zon zullen terugdrijven naar het Oosten, dan dat de erkende en duidelijk uitgesproken waarheid weer teruggedrongen zon worden, om de oude dwaling haar plaats te doen hernemen. Dit is de kracht der waarheid, wier zegepraal ouder moeite en tranen wordt verkregen." Niets is zoo verkeerd als iets anders te willen zyn dan men is. Da tegenspraak met zich zei ven, die ligt in het nabootsen van vreemde eigenschappen of eigeuaardigheden is zoo verachtelijk, omdat men er zyn eigen waardeloosheid door erkent.-Wie de grenzen van eigen gezindheid en bekwaamheden kent, moet tot tevredenheid met zich zelven geraken." Om gematigd en zachtmoedig te zijn tegenover meeningen die van de onzo afwijken en geduldig te blijven bij tegenspraak is misschien niets nuttiger dan de herinnering, hoe vaak wijzelven over hetzelfde onderwerp van meening zijn veranderd zelfs binnen betrekkelijk korten tijd, naar mate wij de zaak van dezen of genen kant beschouwen". Genoeg, om tot genieten dezer bloemlezing te noodigen. Er zonden ook andere plaatsen zijn aan te halen, waar de denker de menigte moet ? afschrikken; maar de schrijver blijft daar nog altijd meester in zijn kunst. In zijn eenzaamheid en afzondering, die hy eerst op hoogen leeftijd nu en dan met gezelligheid afwisselde, blijkt Schopenhauer een bewijs voor zijn eigen stelling', dat onder mensehen evenals onder diamanten slechts de groote voor solitairs geschikt zijn. P. J. V. U» RACHEL EN CBÉMIEUX. In de Revue politique et littéraire .komt eene reeks van artikelen voor over de verzameling autografen, welke Crémieux heeft nagelaten. todn« rende zgne lange loopbaan als politiek persoon en gezocht advokaat kwam Crémieux in aanraking met al de meest bekende personen van zijn tfjd, en onderhield later met hen de briefwisseling. Een der meest curieuse correspondenten echter is die welke hij met Kachel gevoerd heeit. Ra chels opvoeding was niet bepaald gesoigneerd" geweest, en wat men haar bjjbracht, nadat zich hare tragische macht getoond had, was zeer opper vlakkig. Geschiedenis en kunst kwam er een weinig bij, maar tot behoorlijk spellen kou zij het niet brengen. Toch zijn er bundels brieven van haar, niet keurig geschreven, maar uitmuntend gestyleerd en met die volmaakt heid van vorm en wendingen, welke een femme supérieure zoowel als een hoogstbeschaafde Francaiae aanduiden. De geschiedenis is deze. In 1838 reeds, in het eerste begin harer be roemdheid, was Eacbel door hare ouders aan den voornamen advokaat voorgesteld. Deze, zoowel als zijn vrouw, vatte terstond de grootste be langstelling op voor het talentvolle, bekoorlijke kind, waarvan de onwe tendheid even verbazend was als hare gelaatstrekken geniaal en treffend waren. Men besloot haar schrijven en spellen te leeren, terwijl zij hare rollen instudeerde. Het laatste had meer geluk dan het eerste, en in af wachting van beterschap beantwoordde Crémieux ook de briefjes die zijn beschermelinge nu en dan ontving. Met haar succes vermeerderde deze correspondentie, en langzamerhand kreeg Crémieux er dagwerk van. Rachel is niet alleen de eerste tragédienne van de wereld, maar zij schrijft als Madame de Sévignê," werd er gezegd, en Crémieux heeft tot Kachels dood, ook na de verkoeling hunner vriendschapsbetrekking, getrouw het geheim bewaard en bundels van de keurigste brieven geschreven, die in verschillende collectiën berusten. Verpletterend voor deze collectionnenrs [zijn brieven als de volgende, in Crémieux verzameling voorkomend! Ik verzoek u nog een kleinen dienst. Mlle Déjazet schrijft mij daar op 'toogenblik een allerliefsten brie£ die hiernevens gaat. Antwoord svp. maar allervriendelijkst, want ik weiger hare uitnoodiging; zeg haar, dat het mij zoo spijt en dat alles nog niet verloren is, want dat ik een an dermaal hoop te komen. Maar een brief zooals er niet veel zijn, want zij zal hem aan al de kameraden laten zien. Duizend kussen voor u. Kachel". Uit Londen komt eene bestelling van een half dozijn brieven tegelijk en nog wel per omgaande te zenden, daar Kachel ze vóór hare laatste voorstelling wilde wegzenden, o.a. een aan Buloz die zeker boos zou Zijn als ik hem geen teeken van leven gaf, en die zich zeer gevleid zal gevoelen als ik hem verslag geef van mijn succes in Engeland", en aan den hertog de Noailles, die wel een vriendelijk woordje verdient, pour tous les refus qu1 il a ressus a ma porte"; een aan Mad. de la Redorte, met een woordje voor de hertogin d'Abbura, hare moeder", enz. Een paar dagen later komt er eene nieuwe bestelling, aan mon cher papa Crémieux." Het is uw eigen schuld," schrijft Rachel; al de brieven, die ik uit Londen geschreven heb, zijn zoo aardig, dat iedereen er hebben wil." Zij zendt hem een pakje brieven om te beantwoorden; hij moet maar schrijven wat hij wil; als zij ze ontvangen en verzonden heeft, schrijft zij: en vérité, s'ils ne sont pas content (sic);c'est qu'ils ne seront pas| raisonnable" Van tyd tot tijd vraagt Crémiaux, vooral omtrent de Engelsche families

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl