Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
'tuigen van de groote en pijnlijke verlegenheid, waarin zich de
Porte bevindt. Zal zij van haar recht gebruik maken en, krach
tens art. 16 van het tractaat, haar gezag in Oost-Roemeliëmet
de wapenen trachten te herstellen?
Ziedaar de vraag, waarover de Ministerraad niet slechts uren,
maar dagen lang heeft gedebatteerd en waarover de meeningen
zeer uiteenliepen. Voorloopig schijnt de partij nog gezegevierd
te hebben, die alle geweld wil vermijden, maar de wijziging in
de samenstelling van het Turksche ministerie, die volgens de
laatste berichten heeft plaats gegrepen, zal waarschijnlijk
aanleidinggeven tot het nemen van meer doortastende maatregelen.
Dat intusschen een gewapend optreden van Turkije vele bezwaren
zou ontmoeten, blijkt nu reeds uit de houding van de groote mo
gendheden, die voor het meerendeel den Sultan aanraden eene
afwachtende houding aan te nemen. Duitschland, Engeland en
vooral Rusland hebben zich reeds meer of minder duidelijk in
dézen geest uitgelaten. Wat Oostenrijk betreft, dit zou zich waar
schijnlijk niet tegen eene sanctie van het gebeurde verzetten,
want het kan zich voor de uitbreiding van den Russischen invloed
op het Balkan-schiereiland voldoende schadeloos stellen door de
sedert lang voorbereide annexatie van Bosniëen de Herzegowina.
Alles te zamen genomen, zou het derhalve de groote mogend
heden niet moeielijk vallen den vrede te handhaven, indien het
haar daarmede werkelijk ernst mocht zijn. Griekenland toch zal
zich wel wachten voor eene openlijke oppositie tegen de decreten
van het Europeesch concert. Montenegro ziet Rusland naar de
oogen. Serviëslaat geheel onder Oostenrijkschen invloed. Slechts
Macedonië, welks bevolking voor een niet gering deel ook uit
Bulgaren bestaat, zou dadelijk gevaarlijk kunnen worden, en de
Porte zal óf zelve, uit eigen beweging, eene aansluiting der
WestBujgaren bij hunne Oostelijke naburen moeten toestaan, óf alle
krachten moeten inspannen, om met behulp der overige
mogend. beden het status que aldaar te handhaven,
»
* *
Het conflict tusschen Duitschland en Spanje, over het bezit der
Carolinen-eilanden, werd in de laatste dagen door den
BulgaarschRoemelischen opstand geheel naar den achtergrond gedrongen.
De laatste berichten uit Madrid, door Reuier geseind, melden dat
de bemiddeling van den Paus welke door Duitschland in plaats
van eene oplossing bij wijze van arbitrage werd voorgesteld, door
Spanje is aangenomen.
Hoever deze bemiddeling zich zal uitstrekken, wordt echter
niet gezegd; voqrloopig zal men dus wel doen, aan het begrip
geen al te uitgebreide beteekenis te hechten. Reeds eenige dagen
geleden beweerden enkele Duitsche bladen, dat, indien de Paus als
tusschenpersoon optreedt, er alleen sprake kan zijn van den vorm,
waarin Spanje aan Duitschland voldoening zal aanbieden voor de
beleediging, der Duitsche vlag aangedaan.
Bij de openings-plechtiffheid der Kamers waren ditmaal geen wees
meisjes op de tribune geplaatst om den Koning tegen socialistische
blikken te beschermen.!
Maar- vóór den stoet reden marechaussees, om de gevaren, die in het
oog van de Regeering aan den tocht van Z. M. den Koning waren ver
bonden, te keeren.
Daartegen is door de Haagsche politie en door 's Kopings adjudanten
nrotesteerd, met de verzekering, dat, indien Z. M. bescherming noodig
, zij geroepen en in staat waren, die eervolle taak te verrichten.
Heel flink gezegd!
Het publiek: had overigens reeds met spottend schouderophalen tegen
bet belachelijk vertoon van angst geprotesteerd.
Intusschen rgst de vraag toch of iemand het recht had, buiten het of
ficieel programma versieringen" aan den stoet aan te brengen? Wie
matigde zich hier dit recht aan? De Minister var» Justitie of de
Procujreur-Geueraal bij het Haagscbe Gerechtshof?
Het ging bij de Presidentskeuze in de Tweede Kamer vrij onstuimig,
zenuwachtig en onregelmatig toe.
Tot tweemalen waren er meer stembriefjes ingeleverd dan leden aan
wezig.
Bij abuis" stemde ook n der liberalen eerst, tegen het ontvangen
consigne, op baron Mackay.
Later herstelde hij de fout en koos den heer Wybenga.
Eerst bij de derde stemming begreep hg dat de heer Uremers de can«
didaat der liberalen was.
Ware het stembureau niet zoo angstvallig geweest dat het destemmen
op Cremers" en Mackay" niet aan de heeren Cremers"en A. E. Mackay
had toegewezen, dan ware de laatste bij eerste stemming gekozen, on
danks 't feit dat_ de liberalen, door de ziekte van den heer Van Baar,
een dag of wat in de meerderheid zijn, met n stem.
Door een onvergeeflijke vergissing"' ware het voordeel van deze be
nijdenswaardige positie bijna verloren.
Het adres van antwoord der Eerste Kamer op de troonrede heet een
rnimeve weerklank te z?in van het Koninklijk woord. Ten onrechte ech
ter. De troonrede was ditmaal geheel zonder klank.
De heer Wybenga was Donderdag niet zoo openhartig als we het van
hem gewoon zijn.
Wel is waar spaarde hij aan de Begeering het gegronde verwijt niet
van veel over de noodzakelijke versterking der middelen te spreken, maar
niets te doen om er toe te geraken, doch de hulde aan den heer
Mackay gebracht voor zjjn humaniteit en tact, onpartijdige handhaving van
parlementaire vrijheid en waardigheid kon niet oprecht gemeend zijn.
Heeft men reeds vergeten hoe de heer Mackay, tegenover de katho
lieken bijv. eigen wil doordreef en alleen aan zijn geestverwanten toeliet
buiten de orde te gaan of andere sprekers in de rede te vallen ?
Men vrage eens aan den heer Schaepman hoe hy over de sluiting van
zekere zitting denkt, waartegen hij indertijd zoo krachtig protesteerde.
En de rechterzijde wilde toch den heer Mackay herkiezen als n
man, zegt men.
Ja, de discipline heeft ook haar eischen.
WARME KADETJES.
Een Zaterdagavond-Praat j»)
XCV.
Natuurlyk ben ik Zondag naar Den Haag geweest om de hetooging hq
te wonen, want ik stel zeer veel belang in al wat op politiek gebied in
het land omgaat. Jan had mij bepaald afgeraden om de reis te aan
vaarden en mij onder 't oog gebracht dat ik, die pas met een dienders
sabel had kennis gemaakt, mij niet weder aan gevaar mocht blootstel
len, maar ik was hoegenaamd niet bang, dat er iets bijzonders zou
gebeuren, want eerstens was de heer van Schermbeek Vrijdagavond bij
den optocht te Amsterdam aanwezig geweest en had hij toen gezien, dat
man heel verstandig doet, wanneer men bij sommige gelegenheden
wapentuigen in de scheeden laat zitten, en dan ook had ik, voorzichtig
heidshalve, op de plek» waar ik vroeger verwond was geworden, onder
mijne kleederen, een pantserplaat aangebracht.
Sagittarius en ik stegen aan het Ceniraal-station heel plezierig in een
coupéeerste klasse en keken recht vergenoegd naar de voorbijtrekkende
manifestanten, die met borden en vaandels sjouwden en in de derde
klasse waggpns werden gestopt.
Ik ben bepaald tegen algemeen stemrecht" zeide mijn vriend, want
als dat eenmaal komt, zal je zien dat iedereen in de eerste klasse wil
rijden en dan hebben wij bezitters niets aparts meer."
Je hebt volkomen gelijk," antwoordde ik, weg met bet algemeen
stemrecht! Toe Saggie, geef mg een propje!"
Sagittarius haalde de flesch met frisschen morgendrank te voorschijn,
die wij voor alle goede en kwade tijden hadden meegenomen. Tot ons
genoegen bemerkten wij dat ook anderen op dezelfde verstandige ge
dachten waren gekomen; wij stieten eens aan en dronken op de bestaande
toestanden.
Daarna stoomde de trein met de gewone bliksem-snelheid en accura
tesse die men op de hollandsche spoorweglynen gewoon is, weg.
Het ging onderweg nog al stilletjes toe; nn en dan hoorde men
vrijheidsliederen aanheffen, maar best wilde het gezang nog niet gelukken,
want het was nog te vroeg; te Haarlem en Leiden kwamen afgevaar
digden, die ook van borden en vaandels voorzien waren, hier en daar
stonden eenige nieuwsgierigen en voor we het wisten, bevonden we ons
in de residentie.
Wij keken op het Stationsplein rond, noemden het eene allerliefste
attentie toen wij zagen dat de heer Steenkamp de beleefdheid had in den
Haag eene contra-visite maken, en vroegen eindelijk aan iemand hoe het
kwam dat we in het geheel geen militairen te zien kregen.
Dat kan niet", sprak de man, die zitten in de kazerne en spelen
biljart".
Ik keek heel ongeloovig op.
Het is heusch waar", vervolgde de spreker. Ze hebben er eerst over
gedacht om de manschappen slofje onder" of bok, bok sta vast?" te
laten spelen, maar bij nader inzien vond men een biljart-wedstrijd toch nog
beter".
Maar waarom geschiedt dat?"
Mijn zegsman grijnsde; ze zijn hier slim en gochem", zeide hij, door
een pretje te maken houden zy de militairen van den weg en bovendien
hebben zij die, wanneer er .onverhoopt ruzie komt, dadelijk bij de hand".
Dat is meesterlijk gevonden", riep ik opgetogen.
Niet, waar? Ja, in Den Haag moet je maar komen, daar kan je altijd
wat moois zien. Wou Uwee soms morgen op de tribune zijn als de
koning de Kamers opent?"
Neen, we gaan van avond weder naar huis."
Nu, dat is maar goed, want op die tribune waart U toch niet geko
men; me broer, die dol op een pretje is, is er Zaterdag voor diie weken
op gaan zitten en ik breng hem driemaal per dag eten en drinken."
.Waarom ?"
Omdat hij er anders niet op zou komen, begrijpt U dat niet?"
De man tapte blijkbaar satires en daar wilden wij niet naar blijven
luisteren, aangezien wij dit compromittant vonden; we stapten, na gegroet
te hebben, verder en zaten weldra voor een raam waar wij den optocht
hoopten te aanschouwen.
De optocht is mij, eerlijk gezegd, tegengevallen en dat vooral omdat
er geen muziek bij was; toen ik dit luide opmerkte zeide een wysneus:
ja, dat is onbegrijpelijk! Wanneer ze hier vélocipède-lolletjes of zoo iets
maken, spelen ze er op los dat de vensterruiten kletteren, maar ditmaal
werd verboden muziek te doen hooren. Ook vind ik het lamlendig dat
de manifestanten langs buitenwijken moeten loopen!"
Ik keek den spreker met groote oogen aan en zeide kalm: U deedt
beter mijnheer, de maatregelen der hooge overheid niet aan critiek te
onderwerpen; onze bestuurders zullen wel het best weten wat goed en
wat niet goed is."
De man kreeg een kleur en dat verschafte mij veel satisfactie; ik keek