Historisch Archief 1877-1940
jtio. 432
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
^ HET TOONEEL TE ROTTERDAM.
Sclimoll - Krateer en Cie De Sprookjes der
Koningin van Navarre.
Men kan der directie van den Nieuwen Schouwburg eon groote mate
van yver niet ontzeggen. Nauwelijks is Duitschland een Fossc, die succes
heeft, ryker, of deze directie voert ze in ons land op. Het nieuwste pro
duct van Moser, SclnsioU - Kratier en Cie., is weer eens een geestig stuit
van deren werkzamen schrijver. Den inhoud r van te vertellen is een
onbegonnen werk; men moot soo'astuk hooren, men moet flink nicclaehen,
dan eerst zal men weten, wat de schryver gewild heeft, namelijk ons te
?museeren. Meer verlangt hij niet, maar dat bereikt hu' met zijn geestige
invallen dan ook volkomen. De heeren Schmöll en Kratzer zijn zoowel
individueel als ook handelende onder de firma .SchmoII-Kr.itzer en Cie.,
ffroote woekeraars. Hoe aij een jongmenseh willen plukken ea er eindelijk
zelf vreeselijk inloonen, dat is eigenljjk de spil, waarom de geheele han
deling draait.
Hot stuk wordt flink gespeeld on de acteurs verdienen ruimschoots het
succes, dat zij er mee inoogsten. Hot gezelschap van den Nieuwen
.Schouwburg heeft het winterseizoen goed begonnen; wij willon hopen,
dat hst ook van de zijde van het publiek zal gesteund worden. Enkele
, nieuwe acteurs heeft de Directie aangeworven en wel den heer en inovr.
Ruysbroek, vroeger reeds aan dit gezelschap verhouden, maar toen tot
den Parkschouwburg overgegaan, mej. eyblom, ook van den
Parkschouwburg, en don heer Chrispijn, die opnieuw do planken zal betreden.
Zooals men weet is ook mevr. De Graef, die bij het andere Ilotterdamsche
gezelschap zou komen, in den Nieuwen Schouwburg gebleven.
Van een geheel ander gehalte dan het zooven besproken stuk, is de
contédie, door de Vereenigde Rotterdatnsehe Toonealisten op de planken
gebracht, Scribo'n Sprookjes der Koningin van Navarre. Seribe werd in
het schrijven dfzer comèctie bijgestaan door Legouvó, maar toch herkent
lueu terstond in het, stuk, dat Scribe's handigheid, om een tooneelstuk
in elkander te zetten, ook hier den scepter heeft gezwaaid.
Deze koningin vau Navarre is de bekende Mrirgaretha van Valois, zuster
van Frans I, clio, na den dood vau haar eersten echtgenoot, don hertog van
Alenron, hertrouwde met Heuri d'Albret, koning van Navarre. Wanneer
Frans I gevangen is genomen, gaat zij naar Madrid, om haren broeder in zijn
gevangenschap en de daardoor ontstane ziekte bij te staan. Na het ver
drag van Frans I met Karel I van Spanjo (Keizer Karel V) trouv/t zij
mot d'Albfet en is als Koningin va» Navarre eoiie moeder voor haar
voJk. Zij was zeer begaafd en schreef o. a.: Heptaméron, ou-les
nouvelles do Ia reine ds Navarre", eene soort Deeamerone.
Deze «Botlvelles" hebben Seribe en Legonvéaanleiding gegeven tot de
onderstelling dat zij niet alleen een goede schrijfster was, maar ook
een goede vertelster moet geweest zijn ea daarom laten de schrijvers
haar aan het Hof ta Madrid sprookjes vertellen en daardoor aller harten
winnen. Zij beproeft haren broeder te bevrijden, dit mislukt echter; wat
haar echter vfol gelukt, is haar broeder fe doen trouwen met Eléonore,
ds zuster van Karel V, tegen den wil van dezen; Elconore is verliefd op
Frans I en wordt ook door dezen bemind. Tijdens de voltrekking van
het huwelijk weet Margaretha door hot vertellen van een sprookje
Karel V bij zich te houden, en is het huwelijk eenmaal voltrokken, dan
legt zich Karel bij het feit neder en doot zijn zwager Frans alle moge
lijke concessiën. Zoo wordt Frans I vrij «n het stuk is uit.
Het is zeker een waagstuk geweest van de Vereenigde Rotter clamsclie
Tooneelisten, om dit in alle opzichten zeer moeielijk te bezetten stuk weer
op de planken te brengen. Is de Directie daarin goed geslaagd ? Het
antwoord kan niet zeer bevredigend Iniden. Dit gezelschap is
oogenblikkelijk zoo arm aan dames artisten, dat het haast onmogelijk wordt
een stuk te bezetten, waar een paar dames hoofdrollen hebben. Moj.
I)êGroot is naar van Lier gegaan, Mevr, Burlage kan wegens huiselijke
omstandigheden voorloopig niet optreden, zoodat er niemand meer
overbluft dan Mevr. Beersmans, Mej. Vink, Mevr. Poolman, Mevr. Faassen
en enkele dames voor zeer kleine rollen. Daarmee eene comédie te be
zetten, waarin aan drie dames 8 ware eischeh worden gestold, behoort
tot de onmogelijkheid. Dit meenden wij bjj voorbaat te moeten
aanstip. pe,u, waar wij ons niet erg ingenomen kunnen topnen met het spel der dames.
Hoe ik over Mevr. Beersmans als treur»p6lspeelster deuk, heb ik reeds te
dikwijls gezegd, om het nogmaals behoeven te herhalen en eene
biographie van mijne hand, die eerstdaags in een onzer tijdschriften van haar
zal verschijnen, zal daarvan nogmaals getuigenis afleggen. De rol van
Margaretha van Navarre ligt echter geheel buiten haar emplooi. Hare
stem is te tragisch, haar spel over het -algemeen te breed, hare wijze van
uitdrukken te veel gewoon aan het vertolken van tragische toestanden,
dan dat het haar zou mogelijk zijn die rol naar behooren te vervullen.
Luchtig en vroolijk moet Margaretha zyn, altijd een lach op de lippen.
Men ziet de vroolijkheid wel, maar men merkt tevens op, dat zij niet uit
het gemoed komt, dat de kunst er uitdrukking aan geeft, men ziet wel
lachen, maar die lach is niet van harte. Wftt de kunst vermag, dat heeft
Mevr. Beevsmans gegeven, do natuur heeft haar echter niet gestempeld
tot het vervullen van zulke rollen en wy" twijfelen er dan ook gesn
oogenblik aan of de actrice heeft hier een offer gebracht aan de Directrice
(zooals men weet, behoort Mevr. Beersmans ook tot de Directie der Ver
eenigde Tooneelisten).
Mej. Vink speelde de rol van Eléonoro heel lief, maar ook niet meer.
Veel indruk wist zij er niet mede te weeg te brengen, maar haar spel kan
voldoende worden genoemd.
Geheel onvoldoende echter was Mevr. Coeling-Vorderman, die wij thans
voor het-eerst in een groote rol zagen. Zij speelde de rol van Isabella van
maar noch uitdrukking» noch bewegingen, noch optreden deden
ons hier een vorstin zien. Zy spreekt daarbij een octaaf te hoog on geeft
ons door niets blijk, te zijn eene actrice van veel beteekenis. Zo moet iets
veel beters laveren dan hetgeen zij hier te &en gaf, anders kan men haar
engagement geen aanwinst noemen.
De heeran-rollen waren beter bezet; het gezelschap is dan ook veel
rijker aan goede heeren dan aan dames. De rol van Karel V werd door
den heer D. Haspels weergegeven. ,
Door te zeggen, dat hij veel van die rol maakte, zou ik heneden de
waarheid blijven. Of het aan de rol lag, maar het kwam aij voor, dat
do heer D. Haspels lusteloos speelde en dat is men van hem niet gewoon.
Vcol gjoed wist do heer de Vos to leggen in de rol van Hendrik d'Albret;
vooral zijne tooneelen met Mevr. Beersmans werden treflelijh weergegeven.
In tegenwoordigheid van d'Albret kon Margaretha ook aan haar gevoel
lucht geven, zoodat die tooneelen ook voor Mevr. Beersmans beter ge
schikt waren. De heer Poolman was als Babiega wel wat jong, wanneer
wij vernemen, dat toen Karel V (D. Haspels) nog een kind was, zijn boog
reeds door J3abiei;a werd gespannen. Overigens kweet zich de heer
Poolman goed van zijne taak. Den heer Smith was voor het eerst hier
een grooto rol toevertrouwd. Do rol van den minister Guottinara, een
soort van intriganten-rol,was slecht voor hem gekozen; toch kan niet'ontkend
worden, dat hij ze niet heeft bedorven. Zijn beschaafde uitspraak en
goede dictie verdienen niet onopgemerkt gelaten te worden. .'
Wanneer ik de rol van Frans I, die door den heer Van Zuylen werd
gespeeld, het laatst noem, dan doe ik dit, omdat ik er een aigomeene
opmerking aan wensch vast to knoopen. De rol van Frans I is klein,
slechts in het tweede bedrijf komt deze koning voor, ofschoon het
gehecle stak gebouwd is op zijne bevrijding uit de gevangenis en de geheele
handeling in de volgende bedrijven dan ook steeds deze bevrijding als
uitganspunt heeft. Laat ons constateeren, dat Van Zuylen den gevangen
koning mot een meesterschap heeft voorgesteld, zooals slechts weinigen
mogelijk is. Hos klein de rol ook is, men zou in het spel van Van Zuy
len honderden kleinigheden kunnen aanwijzen, die alleen door1 een groot
acteur zóó kunnen -weergegeven worden. Majestueus was zijne houding
tegenover den Koning van Spanje, grootsch wanneer hij afstand doet ter
wiile van zijn zoon. Van Zuylen heaffc die kleine rol tot eene hiofdrol
gemaakt.
En nu mijne opmerking. Het derde bedrijf was even begonnen, toen
kwam de heer van Zuylen in de zaal. Dit nu acht ik een grove fout,
daar het alle illusie aan het stuk ontneemt. Wanneer telkens en telkens
van den gevangen koning op het tooneel sprake is, dan ,greu-.t hst aan
het belachelijke, dien koning achter zich te zien staan. Zal een tooneel
stuk indruk maken op het publiek, dan moet alles vermeden worden,
wat aan dien indruk afbreuk,kan doen en wat er ons aan lierinnert, dat
wij geen werkelijkheid, maar eomediespel voor ons hebhen.
Ik meende hierop eens te moeten wijzen, omdat onze tboneelspelers
meermalen in de zaal komen, wanneer hunne rol afgespeeld is. <j veel
rollen doet dat geen schade aan den indruk, wel echter by eene rol, zooals
deze. In Duitschland is het den acteurs ten strengste verboden óp een
avond, dat zij moeten spelen, in de zaal te komen. Het ware dwaas te
vergen, dat zij den heelen avond achter de coulissen moeten bleven,maar
dit ia natuurlijk ook de bedoeling niet.
Voordat ik afscheid neem van deze voorstelling, wil ik «r nog op
wijzen, dat aan de kostuums zeer veel zorg was besteed; vooral Mevr.
Beersmans was prachtig gekleed.
1/10 1885. M. H.
UIT PARIJS.
XXXVIII.
De cafc-chantants verkeeren in bloeienden toestand, de kleine schouw
burgen noomt ze volkstheaters weigeren iederen avond een aantal
bezoekers, omdat de zalen tot barstene toe gevuld zyn. Daarentegen
klagon de theaters van den eersten rang steen en bsan over de steeds
afnemende recettes, waarmede de kosten ternauwernood of niet goed
gemaakt kunnen worden.
Vandaar dan ook, dat deze bij den aanvang van het winterseizoen bijna
zonder uitzondering ouden opgewarmden kost opdisschen. Rej&i'isB en nog
eens reprise overal. Een enkele uitzondering zeide ik. Zij werd gemaakt
door het Tliéatre des Nations, met la Pietwra, een onmogelijk stuk vol
moord en doodslag, dat zeer spoedig van het. répertoire verdween wat
het dan ook verdiende om plaats te maken voor iets uisUws uit de
oude doos Ie Courier de Lyon \ Daarna wordt verwacht Noire Dame
de Paris, ook niet direct nieuw en dan... Pattll
De andere uit zou deringen vormde VaudeviUe de met een klucht van de
Najac en Hennequin: Ckerchez la Femme! En dan nu in de atgeloopen
week het Chdteltt met een féerie, die den zonderlingen naanr dragen van
Coco félé. '
Ziedaar al het nieuws op het gebied van het tooneel. 't Is weinig, bitter
weinig. Waar schuilt de oorzaak van deze armoede? Zijn er gén
tooaeelschrijvers meer in Frankrijk? Of zijn de directeuren bevreesd om nieuwe
stukken te monteeren? Dit laatste zal wel het geval zijn. De slechte
recettes benemen hun don moed, maar tevens de gelegenheid om veel
kosten te maken.
Is het Parijsche volk dan niet meer zoo verzot op het tooneel als
vroeger? Nog evenzeer, maar de Parijzenaars hebben nu eenmaal geen
lust iederen avond een handvol geld uit te geven om aich in de komedie
te amuseeren. En hier zit in de knoop, dat de groote en nieuwe schouw
burgen op den duur het niet zullen kunnen houdeu en zich met de
opvoering van oude stukken moeten behelpen. De prijzen der plaatsen
zijn veel te hoog opgevoerd. En zal het beter worden, dan, aldus oordeelt
een man van 't vak, Albert Millaud, moeten die prezen minstens met
40,pQfc... vernimd,erd_>rorden.. Juist die .kleine theaters,