Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 433
\
13-too! Dan cal er wel niet veel aan je te verbeteren vallen", zei
tante scherp.
Ik bakende ootmoedig, dat ik 't zelfde gevoelen was toegedaan.
Maar, dat neemt niet weg," hernam de lieve afgestorvebe, dat ik je
tocb mijn opinie wil «eggen, en ik mag er bijvoegen, dat ik dan tevens
de tolk ben van de gevoelens van allen.... daar ginds. Jelui bent
totaal op een dwaalspoor, begrijp-je? Wat je vooruitgang verkiest te
noemen, is achteruitgang, zedelijke, stoffelijke en maatschappelijke achter*
uitgang. Wat je comfort noemt, is overdadige weelde, anders niets en van
die comfort, iongetje, heb jelui een levensbehoefte gemaakt. Je moest je
Benamen, op jon leeftijd, daar zoo lui in dien stoel te liggen, als was-jo
dood af van 't luieren dat je vandaag hebt gedaan...."
Ik wilde rechtop gaan zitten, maar onder den zonderlingen magnetiachen
blik dien mgn bezoekster op me gevestigd hield, bleef ik als versteend liggen.
Ja, zoo is 't", hernam tante Mietje en ze begon er nu spookachtig
uit te zien, tje zoogenaamde comfort en de weelde richten de
burgerhuishouden! -te gronde, en met hen gaan de arbeiders mede dat kan
niet ttiiten. Jelui schreeuwt tegenwoordig om 't hardst over malaise
en slechte tijden. Dat woord, malaise kenden w|j niet, maar wij heb
ben hebben heel wat slechter tijden beleefd dan jelui thans doet en we
zjjn ze te boven gekomen, omdat we zuinig waren, en ons met geen
comfort ophielden. De malaise hebt gijlieden u zelf gemaakt door uw
behoefte-^ aan weelde, die wy niet kenden en die zooveel geld verslindt.
Wat zie ik bier niet voor-kostbare nesterijen en, wat jelui tegenwoordig
obj&t-dfrluxt noemt, om me heen! Je hebt het geld toch ook niet voor
't oprapen en zou je dan niet beter doen, de sommen die je voor dat
aller hebt uitgegeven, behoorlijk te beleggen voor je kinderen ? r- En
dan heb ik gezien hoe je vrouw en dochters naar de komedie zijn ge
reden, 't Sohreit ten hemel l"
In nujn tfld waren dat toiletten voor prinsessen en koninginnen. En
daa dat meubel, dat daar in je keuken een roman zit ta lezen, in plaats
van konten te stoppen, is opgedirkt alsof ze een dame is die visite ver
wacht. Maar zie-je, vriendje, jelui verlichte en vooruitstrevende menschen
van dezea tijd redeneert en handelt als dwazen!
De wereld i* zoo lang een bol geweest", zeg-je, nu zullen we er eens
een kegel van maken en probeeren of we dien niet op zijn top in even»
wicht kunnen zetten". Maar daar komen je huiselijke vrouw en dochters
aan. Ik heb je nog heel wat te zeggen en daarom kom ik eens spoedig
terug. Wel te nuten!"
Ik boorde bet rijtuig voor de deur stil houden en de schel klingelen. Ik
sprong op. Tante was spoorloos verdwenen; mijn dames traden met de
gewone beweging binnen en 't eerste wat ik hoorde, was: Kijk, papa
heeft geslapen! Hij wrijft zijn oogen nog uit!" Dat kun je begrijpen,"
zei ik gemelijk; maar ik wachtte me wel van mijn ongewoon bezoek te
spreken. Ze waren in staat geweest mij uit te lachen.
Fasquino.
BLOC-NOTES UIT DE PRINSENSTAD.
II.
Saar die voor niemand door haar uiterlijk, voor sommigan door
haar zang iets aantrekkelijks heeft, die op alle kermissen een onderzoek
instelt naar den invloed van hare uiterst platte liedjes op den eetlust
van beignets-lief hebbers, die een tot het ongepaste overhellend gevoel
van eigenwaarde te danken heeft aan den lof, welke haar steeds wordt
toegezwaaid Saar zou, naar ik hoor, van de Leve het algemeen stem
recht en Dese beweging is volkomen gewettigd manifestatie gebruik
gemaakt hebben, om een nieuw couplet te maken. Ge kent misschien het
lied, waarin ze het feit bezingt, dat die geld heeft, poffertjes kan
consumeeren, huizen kan bouwen, 's zomers kan gaan naar het bad of wel
naar Scheveningen" in tegenstelling van hem, die het niet heeft", en
zich derhalve tevreden moet stellen met de poffertjes om te zien keeren,
met steenen te sjouwen, ziju hoofd onder de pomp te maken nat" (zin
bouw ter wille van het rijm), of wel zich schor te zingen". Welnu haar
«sociaal-democratisch couplet luidt aldus:
Dl» geld ht»ft, dia speeit hombre ea whtet,
En dte het niet heeft, die wordt socialist:
't Is toob eeksr waar, 'i ia toch Beker waar,
Ala Je geld hebt, dan ben ja klaar.
Pas op, Saar, dat ge het niet in Delft zingt, want onmiddellijk wordt
ge door werklieden omringd, die n vertellen zullen, dat hun door die
armer socialen" vijf gulden geboden is, als zij deel wilden nemen aan den
vroolgken tocht langs déschoone residentiestraten.
Maar ze wilden niet, de Delftsche werklui; en dat is natuurlijk, of,
wat enkelen liever willen, et pour cause. De Delftsvhe werkende stand
laat eten in drie doelen splitsen: lo het gedeelte, dat op de militaire
of rijksinrichtingen werkt, 2o dat, hetwelk op Gist- en Spiritus-fabriek
of in bet Agnetapark, in t algemeen door den heer van Marken gehou
den wordt, en 3o bet overblijvende gedeelte. Zij, die tot de eerste
rabriek bebooran, durven niet meedoen met de arbeidersbewegingen, deels
uit militair gevoel, deels uit welbegrepen eigenbelang, daar zij liever
hunne taste betrekking behouden dan miisen; de werklieden van de
tweede soort «ritte» niet, omdat ze een leventje hebben, dat men bijkans
t* goed oou noemen, ware het niet, dat het edel streven van den heer
Van Marken slechts door weinigen beoordeeld en door niemand veroor»
deeld mag worden; de overbljjvenden, die van de derde categorie, kunnen
niet, daar rij tegenover de twee eerstgenoemde klassen van werklieden
nietn beteekenen, en zonder haren steun niets vermogen.
Gelukkig Delft l langs uwe straten en grachten, of zoo ge wilt, langs
uwe grachten en straten zal het dus lang kalm blijven. Ik zeg kalm
blijven" en voor weinig steden in ons land is die uitdrukking al zeg
ik het zelf zoo juist, als voor Delft. Er zijn menschen, die beweren
dat men op enkele uren van den dag met een kanon langs het Oude
Delft kan aohietea zonder iemand te rakea. Doch dio menscheu hebben
geen verstand van de tegenwoordige artillerie-uitwerking of wel ze be
minnen den logen. Aan hen de keuze!
Neen heusch, zóó erg stil is het niet; dikwijls kan het zelfs heel druk
eijn. En als ik dat zeg, dan denk ik onwillekeurig aan denlaatsten Vrij
dag en Zaterdag van de afgeloopen herfstmaand, den ioauguratiedag
en den dag van den gebruikelijken rijjool," zooals de nieuwsbladen dat
vermeldden.
De stilste tyd van het jaar, de zomer, was voor Delft voorbij, de
vacantie was geindigd en tal van jonge menschen werden weer van bur
gerscholieren hervormd in studenten. Het is inderdaad geen geringe
gedaanteyerwisseling, want ze worden niet alleen student, maar daardoor
ook meusch, en moeten beginnen met de maatschappelijke ladder voor
zich zelf te timmeren en op te zetten, om die na korter of langer tijd
te mogen beklimmen. Doch evenals een vlinder, zoo gauw als luj
rupsof pop- af is, zich in zijn nieuwe gedaante met een gemak en eene vlug
heid beweegt, alsof hij nooit gekropen had, zoo kost het den nieuwen
menschen" ook geen moeite, om zich te voegen en te schikken in hun
veranderden toestand.
Ze kwamen opzetten, de met recht groene menschen", wel niet in
grooten getale, maar ze kwamen toob, en ze werden gegroend (zoo on
misbaar, om de gedaante ver wisseling goed te doen gelukken) en daarna
ontgroend, en toen zongen ze allen het lövivat", alsof ze hun geheele
leven latijn geleerd hadden. En die het geheele lied niet konden zingen,
(het is toch ook moeilijk om al die vreemde woorden opeens te ont
houden) begonnen maar weer telkens met het eerste couplet, en die niet
verder konden komen dan nostrorum sanitas", zongen het toch maar
als Lied ohne Worter" verder.
Haar ik dwaal van mijn onderwerp af, want ik wilde alleen maar
zeggen, dat het op den inauguratiedag bij de serenade aan de nieuwe
professoren zwart van de menschen was, die den regen met vreugde
trotseerden, om getuige te zijn van de vroolijke stemming hunner ge
liefde studenten, waaraan ze zooveel goeds en aangenaams te danken
hebben. Dat regen getrotseerd wordt, ziet men meer wanneer het
netjes" regent, maar dat men het ook doet, als het water op de naar
ste manier als met bakken uit de wolken gegooid wordt, daarvoor had
men den daaropvolgenden avond, den Zaterdagavond, hier moeten zyn,
toen de jagermuziek gevolgd werd door rijtuigen, bespannen met 6 of
4 paarden en beladen met een veel grooter aantal studenten, die, uit
wendig zóó nat, als men het inwendig onmogelijk zou kunnen zyn,
.stillekens" den weg volgden, die voor hen opengehouden werd. Ik zet het
ze ook, om vroolyk te zijn, als die aangename tijd huns levens, de stu
dententijd, op zoo'n manier gedoopt wordt!
Wat gaat er toch weinig op zoo'n bloc-note! Al weer vol!
Delft, 30 September 1885. Jaap Maatje.
K U N S T.
HET TOONEEL TE AMSTERDAM.
Grand Théatre: Shakespeare, door Barnay
vertolkt. Salon des Variétés: JDe
SalonTiroler.
't Is bijna algemeen, het begrip der uitleggers, dat Bamlets madness"
voorgewend is. Ik heb mij verheugd, dat dit niet blijkt uit de schepping
van den edelen Hongaar, dien we dezer dagen weder het onbeschrijflijk
genot hadden voor den geheimzinnigen Prince of Denmark" te zien
optreden. Ludwig Barnay geeft ons den Hamlet juist zoo, dat onze
belangstelling in de hoogste mate geprikkeld wordt, om altijd te hooren,
welke wijsheid, welke gevoelsdiepte, welke bittere satire, welke minach
ting voor alle laagheid, welke roerende vertwijfeling, op de lippen zweeft
van dit buitengewoon charakter. Er is niet de minste verwantschap in
de beurtelings weemoedige en idiote krankzinnigheid van Ophelia en in de
stemming van Hamlet. De uitleggers zeggen, d&i Hamlet komedie speelt
voor allen, behalve voor Horatio. Maar wat zou dat voor een gedrags
lijn zijn, in zoo'n edele figuur ? Wat wordt er van het hart van dien
voortreflqken ridder, als men aanneemt, dat hij, willends en wetends,
Ophelia mishandelen zou, gelijk zijn waanzin er hem toe brengt? 't Is
mij volkomen onverklaarbaar, dat de meening der ^esthetici, zich opdrin
gend aan het publiek, zoo lichtelijk heeft kunnen gelooven, dat Hamlet
maar voorwendt gek te zijn. Neen, hij wendt het even-min vóór als de
heldenfiguur van Cervantes: maar te midden hunner zinsverbijstering
zijn Don Quyote en Hamlet nog zoo edel en staan zoo hoog, dat menig
kommentator wenschen mocht zijn stellefrjen kennissen, oordeeiraitingen
en gemoedsbewegingen met den zieletoestand van deze twee uitmuntende
denkers en daders te kunnen otnruilen.
Sedert Ludwig Barnay den vorigen keer in ons midden optrad, is hij
zichtbaar wat verouderd. Hij telt nu toch pas 43 jaren. Zijn gestalte,
zijn gelaat, zijn gebaar, zijn gaan, zijn spreken, 't is altijd nog het ernstig
schoone, natuurlijk stijlvolle van vroeger. Wat weet bij die stem tot alle
plichten te dwingen, zonder dat hjj 't zich bewust schijnt Wat weet hij
met zijn drapeering te werken, waarvan onze tooneelspelera, bijna alle,
de traditie geheel verloren nebben, tot zelfs de herinnering toe. H$
droeg niet alleen, in de eerste tooneelen, een mourning suit", dat met
den naam van inky cloak" (door Garrick vermeden) kon worden aan
geduid; maar in plaats van den jeugdiger lijfrok, had hij een zwarten
tabbaard aan, en daaiover heen een grooten mantel.
Sommigen hebben in den Hamlet" niet in de eerste plaats en vooral
eene diep menschkundige studie willen zien, en de schets van een edelen
zoon, wiens liefde voor zijn vader, die a man" was in den volsten zin
des woords, in top wordt gevoerd, door de bevinding, dat vrouw en broe
der hem verraden hebben, maar vooral een soort van dramaturgiesch
testament Als bewijs hiervoor wordt niet alleen aangevoerd de beroemde