De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 11 oktober pagina 5

11 oktober 1885 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 433 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. les, aaa de tooneelspelers gegeven, maar ook het slot van het volle treurepel, waarin gezegd wordtLet foor captains Bear Hamlet Hke a soldier to the stage; For hèwas Hke];, had ha beon pat on, To have proved most roy*lly." Stage zou hier door tooneel, Bühne", te vertalen zijn! 't Komt niet veel voor, dat Duitsohers zalke vertaalfouten maken; daar zijn de Franschen meer van thuis. Bij zulke beweeringen past het spelen van een rol door Hamlet werkelijk goed. Maar esn zin is er niet in te vinden. Veel liever dan in een tendens-stuk als Uriël Acosta" waar, in na volging van Lessing en Schiller, Gutzkow als Professor aan 't woord is, zie ik Barnay in de van leven en akfcualiteit trillende scheppingen van Shakespeare optreden. King Leav" ontbreekt het aan de verscheidenheid van dramatische prikkels, die Hamlet" (the tragedy of tragedies), Othello" (?the sternest and gloomiest of all bis drama's"), Romeo and Juliet" en Macbeth" bizonder kenmerken. Eet toóneel blijft niet van bloed onbevlekt: want zoo als de authovs of the dramatic censor" in 1777 opnierken, English audiences love many deaths" toch is er over King Lear" een koloriet gespreid, dat bij de historische spelen (in engeren zin) van den Avon-zwaau ontbreekt. En iets ongelooflijks is het, dat dezelfde Barnay, dien wij hier van een beurtelings indrukwekkende, koninklijke, en eene lijdende, eene woedende, eene waanzinnige grijsheid zien, eergisteren als Hamlet optrad. De indruk, dien de vertooning van hét schokkende drama van King Lear" gemaakt heeft, was overweldigend. Van 't bsgin tot het einde was de kunstenaar de zelfde, slechts al de toetsen van het gevoelsklavier doorloopeud, naar gelang der omstandigheden. 't Is wel opraerklijk, dat Hamlet" viert de liefde eens zoons voor zijnen vader, dat in Kiag Lear" zoo ontzettend geschetst wordt het lijden eens vaders over de ondankbaarheid zijner dochters. Tot in de minste bizonderheden had Ludwig Barnay het charakter van den britschen Koning doorgrond en al zijne stemmingen met den blik van het genie gemeten, mot het gebaar en den toon van den waren kunstenaar uitgedrukt. Te groote matigheid echter zal men hem, in dit Etuk, niet verwijten. Hij werd veel beter ter zijde gestaan dan in Hamlet" het geval was. Daar kon men de medespelers bezwaarlijk tot eenig ander element dan het dekoratief betrekken. Ik moet echter one uitzondering maken. De regisseur Lüpschütz, die in Hamlet" voor Polonius speelde, was hier der Narr, en kweet zich, in beide rollen, met veel talent. JEsthetiesch was de groep van dezen forschen, ouden, lijdenden Koning en dien vrijpostigen, trouwen, sluipend zich bewegenden hofnar. De kostumeering van Shakespeares romantische stukken is bezwaarlijk tot een jaartal te brc-ngen; maar geoorloofd is de eisch, dat de kostumen niet zoo vervaarlijk tegen elkaar vloeken als bet geval was in König Lear". Het stuk speelt in de heidensche tijd. Zeden en gebruiken, oorlog voeren (met kanonschoten) brengen ons over de middeleeuwen heen. De kostumen bewogen zich tusschen 800 en 1530. Ja de Graaf van Kent droeg een handelsreizigers-hoed van 1880. De dekoratiën waren redelijk wel verzorgd; ook het meteorologiesch gcdruisch. 't Was maar jammer, dat bet weerlicht somtijds in vlammen uitschoot, zich in een reeks gaspitten openbaarde en aan het vlammetjen van den rollezer verwant scheen. Maar bij de ontzettende indrukken, die ook deze tooneelvoorslelling te-weeg-bracht, stapt men over zulke bijzaken licht heen. Met groot genoegen zien wij voor Vrijdag Kean" aangekondigd. De bezorging van het Weekblad" kat echter niet tos hiervan vóór de volgende week verslag te geven. Ik lieb wel eens oneerbiedig over de schouwspelen van VonMoserc. s. gesproken, en, ieders oordeel vrij latende, moet ik erkennen, dat, bij het klimmen der jaren en het toeneraan der gelegenheden om tooneelwerken te onderzoeken, ik nog altijd meer lof aan de zedelijke schadeloosheid dan aan de dramatische kracht der duiteehe tooneel- en blijspelen geven moet. Zelfs het lachwekkends", dat bestemd is het hoofdelement van een groot getal duitsche stukken uit te maken, oefent zijn werking slechts uit 'op personen, die voor hunne beschavingsgeschiedenis, geheel andere paden bewandeld hebben dan schrijver dezes gegeven was. Maar deze week moet ik zeggen zetten de Heeren Bamberg, Charlier & Co. ons een blyspelletjen van Von Moser voor, van de allerbeste qualiteit. In lang heb ik zoo'n goed in elkaar geweven tooneelwerk, vlot maar korrekt gekoncipieard samenstel van charakters, zich openbarend in be schaafde en geestige gesprekken, niet gezien als de Salon-Tiroler" ons aanbiedt. De beroemde schilderij van Franz Defregger (men schenke mij het von) schijnt aanleiding tot de ontwikkeling van dit tooneelstuk gegeven te hebben. Met prijzenswaardige trouw is, in het 3e bedrijf, een tableau vivant gemaakt van het tafereel des geestigen Almer schilders. Ib zal mg ont houden het beloop der komedie ta verhalen, ofschoon het duitsche origineel nog niet gedrukt schijnt: men moet het gaan zien. Men zal zich den avond niet beklagen. Verschillende facetten van het Berlijnsche leven worden met de stralen van de Tiroler zon in aanraking gebracht. Het Tiroler lied dooradert de kompositie. De Heer De la Mar, die den hollen text verzorgde en met muziek doorweefde, heeft oer van zjjn wel vol brachte taak. De eenige aanmerking, die op de eharaktorteekening te maken zou wezen, is, dat de Salon-Tiroler, de Baron von Streksen, schipbreuk geleden hebbende bij Marianna, Brcdo, een lief meisjen, dat van de excessen ham natuurvereering is te-rug-gebracht, de hand van Alice Lichtenberg verkrijgt, zonder dat wij voorbereid worden op deze zonderlinge keuze van dit bevallig schepsel. Trouwens Mej. Sluyters heeft hier het hare MQ toegebracht. Zjj heeft niet door nuffigheden aangevuld wat de auteur in den dialoog had laten ontbreken. Mev. de Boer heeft met goed verstand en sympathieke voordracht zich van het rolletjan v^n ^LZice JBredo gekweten. Ook Mej. Grader (wier voornaam niet wordt), eene zeer prrczentabcle russische studiosa in de medioijp door zang en spel tot het tafereel het hare bij. De Heer en Mev. de la Mar speelden met smaak en entrain de rollen der verliefden! Sep, de Tiroler en Selrna, de kamenier. De Heer van den Heuvel leverde een goed doorwerkten Hans Wernert jongen BerJijner, vol oprechtheid, zelfstandigheid en voortvarendheid. DA Heer Barendse was de goedige, wat zwakke, voorgewend-driftige koopman JBredo in eigen persoon. Dezen kunstenaar wordt de behartiging van hel onderscheid der klankverwante medeklinkers zeer aanbevolen (?virma", ovveiten"). De Heer direkteur Charlier speelde, met zijn bekende gemaklijkueid, de komische rol van den Salon-Tiroler; de Heeren Ketting, fraai gegrimeerde vader van Sep, en Mattern, een knecht van Bredo, waren zeer goed op hun plaats. In 't algemeen moet geprezen worden de matigheid der gelaatene» schildering. Wel had Hans Werner wat minder werk van zon wenkbraauwen en ooghoeken mogen maken. Het samenspel was zeer voldoende. Een zanger, wiens naam op het programma niet voorkomt, oogstte welverdiende lauweren. De Salon-Tiroler" is een in allen opzichte geslaagde voorstelling. 8 Okt. Alb. Th, Der Trompeter von SalMngen. Oper in S Akten, mit einem Vorspiele, mit Benützung ciniger Originallieder aua Viktor von Scheffel's Dichtung van Rudolf Buiige. Musik von Victor JE. Neszier. Op den 3en Mei 18S4 kwam Victor Neszler's opera Der Trompeter von Sakkingen" voor de eerste maal voor het voetlicht, en de bijval waar mede der Trompeter" in verschillende steden van Duitschland werd ont vangen, heeft waarschijnlijk de directie van het Hoogduitsehe Operage zelschap te Rotterdam doen besluiten, deze noviteit ook in Nederland ten tooneele te brengen. De naam van den componist is onzen lezers bekend. Ofschoon de leiding van eeue bekende mannenzangvereeniging te Leipzig hem sedert jaren was toevertrouwd en het verblijf in eene stad, waar de toonkunst zulk eene belangrijke plaats inneemt, op zijne vorming als kunstenaar krachtigen invloed moest uitoefenen, is Neszlor toch naar Straatsburg getogen, terugkeerend naar. de streek, waar hij in 1841 geboren werd. Liederen en mannenkoren hadden den componist reeds langen tijdvrien» delijken toegang tot muzikale kringen verschaft; doch eerst door de op voering van den Rattenfanger von Hameln" op 19 Maart 1879 Werd zijn naam algemeen bekend. Trouwens sedert 1868 was reeds menige proeve op dramatisch gebied verschenen, Dornröschen's Brautfahrt", Am Alexandertag", Der Nachtwachter" zijn daar om het te bewijzen. Niet met een eersten, krachtigen greep heeft dus Neszier de harten der schouwburgbezoekers veroverd; ook hem is de lange tijd van tasten en zoeken" niet bespaard geworden. Aan den Rattenfanger" is op het repertoire der Duitsche operagezelschappen sedert lang eene vaste plaats aangewezen; Der wilde Jager" heeft het slechts tot enkele opvoeringen o. a. te Leipzig kunnen brengen. Doch bij der Trompeter" waren de Muzen hem weder gunstig. Het oorspronkelijk gedicht van Viotor von Scheffei is zoo diep in het hart van het Duitsche volk geworteld, dat het billijk mag heeten, het succes der Opera niet alleen uit toonkunatige gronden te verklaren. Vooral de Trompeterlieder", op handige wijze in het tekstboek verspreid, hebben hun invloed doen gelden. Rudolf Bunge's libretto, in hoofdzaak op het oorspronkelijke poëem steunend, staat wat versificatie en dichterlijke vormen betreft, heel wat beneden het epische gedicht. Men beeft het reeds opgemerkt, de povere rijmelarij, die zoo raenigen operatekst kenmerkt, is op enkele bladzijden in volle gunst gebleven. Of kan het er door, dat in den dialoog herha lingen worden aangebracht met een armoede van vormen als b. v Werner: Herr Oberat, Spott verdien ich nicht. Maria: Nein Vater, Spott verdient er nicht. Conradin: Nein, wahrlich, Spott verdient er nicht? Het Voorspel brengt den toeschouwer in de nabijheid van het Heidel. berger slot, waar studenten en soldaten vroolijk., Alt Heidelberg" bezingen en eindelijk aan de Füvstin" eene serenade brengen, waarbij Werner Eirchlwfer als Trompeter" optreedt. De Rector Magnificus" komt dan in persoon de tierende studenten, die met alle vermaningen spotten, bun vonnis mededeelen: Darnm aei der ganz Trosa iieligirfc und esmittiri Esernirt und escludirt!" Als gevolg van dien strengen maatregel wordt Werner Kriegetrom» peter" en zijne kameraden nemen dienst als freie Reiter." Het eerste bedrijf speelt eenige jaren later. Conradin de Werberoffizier" en Werner komen ten tooneele en nu verschijnt ook Maria, die met de Gravin in de kerk het feest van St. Fridolin wilde bijwonen en door Werner op ridderlijke wijze tegen het woeste boerenvolk kordt verdedigd. Met den vrijheer von Schönau, die in het slot is achtergeble ven, maken wij weldra kennis. Niet zonder ongeduld luisteren wij naar de descriptie van de parten, die het podagra dezen adellijken slotbewo ner speelt, wien de vroolijke dagen van het studentenleven nog immer als eene opwekkende herinnering zijn bijgebleven. Eene familieveete staat op het punt te worden bijgelegd, wijl een brief van den graaf Vom Wildemsteiu het middel tot verzoening aan de hand doet. Het plan is een* voudig: Sieh! du haat doeh eine TocJitert, CDA icb habe eiaen Sukn.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl