Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER
A°. 1885.
WEEKBLAD VOOK NEDEKLAND.
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgeven: ELLERMAN, HABM8 A Oo.
Kantoor: Singel 211.
Hoofd-Agenten: te Batavi», O. KOLFP & Ho.
Zondag 18 October.
Abonnement per 8/m. ..?....? 1.?. fr. p. p. f 1.15.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar a » 0.10,
Advertentiën van 1?5 regels f 1.10, elke regel meer . . 0.30,
n tussohen den tekst per regel . . . , . , o.40
INHOUD:
BUITENLAND.?BINNENLAND. uit het Haagje, door Pasqnino. Kunst:
Eet tooueol te Amsterdam, door Alb. Tb. Der Truinpeter von Sakkinpon, II, be
oordeeld door H. C. P. D. Het tooneel te Itotterdam, door M. H. Silvana van
Weber. Uit Parils, XXXX, door A. B. Letterkunde: Kunst en Letteren,
li. L. de Bo. Litteraire kritiek, door Honranculue. Godsdienst buiten het
Onderwijs (slot), door Henriette van der Mey, door Mej. E. F. en Mevr. M. M.
De Bevue Coloniale Internationale. Gevierde Auteurs, door F. v. d. G.
Nieuwe Tijdschriften. Cachet van Büderdii'lc, door B. Laurillard. De Vader.
Bene sage in Pantoenvorm. Inhoud van Tijdschriften. Nieuwe Uitgaven.
Militaire Zaken: Een pleidooi voor verouderde beginselen, door Oambreanx.
Overzicht van Militaire artikelen in de dagbladen. Feuilleton: Tusschen
de graven, I, naar het Noorgch van L. Dilling. Schaakspel. Uit Ouïd&'s
jongeten bundel, H. NIEUWS VAN DE WEEK. Brievenbus. Faillissementen.
? Overzicht van de Effeetenmarltt. Te huur. Advertentiëfl.
De rede van Lord Salisbury, den leider der Engelsche conserva
tieven, in het midden der vorige weck te Newport gehouden, geelt
nog dagelijks aanleiding lot de meest uiteenloopende kritiek. Al
gemeen wordt echter erkend, dat de Premier eene behendige
poging heeU gedaan, om bij het verloopen van het getij de ba
kens te verzetten en aan de liberale partij een groot gedeelte van
haar programma te ontfutselen. Het conservatieve programma
door hem uilgegeven, stelt eischen die voor weinige jaren door
roenigen liberaal geavanceerd zouden zijn genoemd.
Wal de buitenlandsche politiek betreft, hebben wij in ons laatste
overacht reeds met een enkel woord aangestipt, dat de houding der
Tories tegenover de Oostersche quaestie, d. w. z. tegenover het
streven naar zelfstandigheid bij de verschillende nationaliteiten op
het Balkanschiereiland, eene merkwaardige zwenking vertoont.
Kwamen z(j vroeger in de allereerste plaats op voor de handha
ving van de Turksche souvereiniteit, thans verklaren Lord Salis
bury en zijne geestverwanten alleen dan tot die handhaving te
kunnen medewerken, als de heerschappij van den Sultan
bestaanbaar is met het welzijn van zijne reeds halverwege van hem
onafhankelijke onderdanen.
Doch ook in de binnenlandsche aangelegenheden worden de
wenschen en beloften der liberale woordvoerders, speciaal van den
heer Gladstone, met eene merkwaardige volledigheid door Lord Salis
bury overgenomen en tot geloofsartikelen gemaakt. Plaatselijke auto
nomie, decentralisatie, billijker verdeeling van lasten, eene zekere
mate van zelfstandigheid voor Ierland (natuurlijk met behoud van
de eenheid des rijks!), bevordering van den overgang van land
bezit, T?alle deze punten van het liberale programma worden
met de meeste bereidwilligheid door den leider der Tories onder
schreven on hare verwezenlijking zonder aarzelen toegezegd. Alleen
ten opzichte van de handhaving der Engelsche staatskerk blijft
verschil bestaan.
Terwijl de heer Gladslone aarzelend en schoorvoetend toegeeft,
dat in eene ver verwijderde toekomst wellicht aan de opheffing
van deze instelling kan worden gedacht, verklaart Lord Salisbury
in de meest krachtige bewoordingen, dat zijne parlij als n man
voor het behoud der staatskerk zal strijden.
Ongetwijfeld zal deze redevoering niet nalaten op de kiezers,
die zich met de vraag naar de oprechtheid der bekeering
en de zuiverheid der motieven bij voorkeur het hoofd niet
breken, een gunstigen indruk maken; velen hunner zullen zich
door deze sierlijke bloemlezing van zuiver liberale en democratische
beginselen aangetrokken gevoelen. Er dreigt dan ook een ernstig
gevaar voor de liberalen en het is meer dan tijd om krachtige
maatregelen te nemen tot nauwe aaneensluiting. Inderdaad
schijnt reeds eene schrede in die richting gedaan te zijn. De
heer Chamberlain, de bekende leider der radicalen, is naar
Hawarden gereisd, waar de heer Gladstone sedert eenigen tijd weder
verblijf houdt. Volgens de laatste berichten is het den ouden
leidsman der liberalen gelukt, den al te voortvarenden radicaal
iets kalmer te stemmen, zoodat een gemeenschappelijk optreden
bij de aanstaande verkiezigingen mogelijk wordt gemaakt.
In Ierland wordt het er nog steeds niet beter op; het schrikbewind
der nationale partij doet zich dagelijks sterker gelden, en het
B boycotten" wordt toegepast met een eenparigheid, die de slacht
offers er van volkomen hulpeloos te midden der maatschappij
maakt. Een pachter, die zijn pacht betaalt, soms zelfs met reductie,
wordt als een misdadiger beschouwd en feitelijk in den ban ge
daan. Inderdaad, het gevaar dat het Vereenigd Koninkrijk van
lersche zijde bedreigt, wordt van ernstigen aard, en het zal een der
eerste plichten zijn van de aanstaande regeering, om het even
of deze liberaal dan wel conservatief zij gekleurd, dit vraagstuk
in ernstige overweging te nemen.
*
i* *
De herstemmingen, niet minder dan 270 in aantal, die Zondag
18 October in de meeste departementen van Frankrijk zullen
plaats hebben, houden sedert den noodlottigen dag van 4 Octo
ber aller gemoederen in spanning. De les, bij de eerste stemming
aan de republikeinsche partij toegediend, heeft hare uitwerking
niet gemist. In de meeste departementen zijn de verschillende
republikeinsche fracliën tot het inzicht gekomen dat nauwe aan
eensluiting het eenige middel is om, zoo al niet den verloren in
vloed te herwinnen, dan toch het gevaar dat een oogenblik van
conservatieve (d. i. anti-republikeinsche) zijde dreigde, af te
wenden.
Met ingenomenheid wordt dan ook door de toongevende oppor
tunistische organen geconstateerd, dat sedert het echec van 4
Oct. een geest van verzoening onder de republikeinen schijnt tot
stand gekomen, die den uitslag der aanstaande herstemming met
vertrouwen doet afwachten. Er wordt in de meeste departementen
slechts ne vraag gesteld: Welke republikeinsche candidaten hebben
de meeste stemmen verkregen? Op deze zal men stemmen, om
het even of zij intransigenten, radicalen of opportunisten zijn.
*
* *
Ook in Duitschland vormen de aanstaande verkiezingen voor den
Pruisischen Landdag het onderwerp van den dag. Over de onder
linge verhouding tusschen de nationaal-liberalen, de conservatieven
en het centrum deelden wij in een vorig overzicht reeds het
een en ander mede. Een gemeenschappelijk optreden van de beide
eerstgenoemde partijen tegen het centrum en de
Duitsch-vrijzinnigen valt hier en daar reeds waar te nemen, ofschoon een alge
meen wachtwoord voor een dusdanige coalitie nog niet is gegeven
en wellicht geheel zal uitblijven.
De Duitsch-vrijzinnige partij heeft in haar orgaan, de Freisinnïge
Zeitung, onlangs door den heer Eugen Richter opgericht, een ma
nifest openbaar gemaakt, waarin zij uiteenzet, wat zij wil en wat
zij niet wil. Uit dit belangrijk document blijkt o. a. dat de partij
eischt: bevestiging der nationale eenheid, handhaving van de rech
ten des volks, bevordering der algemeene welvaart, billijke en aan
het draagvermogen evenredige belastingen, behoud van de volle
militaire kracht der natie. Zij wil echter niet: besnoeiing van de
rechten der volksvertegenwoordiging, beperking van het recht van
vereeniging en de vrijheid van drukpers, staatssocialisme, belasting
wetgeving ten bate van enkelen (bescherming) en onnutte uitga
ven op militair gebied, tiet programma, waarvan wij hier slechts
de hoofdtrekken hebben vermeld, onderscheidt zich door duide
lijkheid en beknoptheid en zal zeker bij de aanstaande
verkiezingen goede diensten bewijzen.
* * *
De stand der Oostersche quaestie wordt dagelijks ernstiger.
De oorlogzuchtige stemming, die zich van de bevolking van ver
scheidene Balkan-staten heelt meester gemaakt, neemt hand over
hand toe, terwijl het oponthoud en de onzekerheid, die het gevolg
zijn van den tragen gang der beraadslagingen in Constantinopel,
het gevaar, dat vooral van de zijde van Serviëen Griekenland
dreigt, voortdurend grcoter maken. In de beide genoemde landen,
zijn de volkstiartstochten ontketend en kunnen, zoo de mogend
heden niet spoedig en op krachtige wijze hun wil laten hooren»
tot onberekenbare gevolgen aanleiding geven.
Koning Milan en koning George hebben de handen vol werk,
om daden van geweld te voorkomen, maar er is geen sprake van