De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 18 oktober pagina 11

18 oktober 1885 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

No. 434. DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. In frissche golpen gudst het water: Zij drinkt niet, slurpt... en wordt niet zat Welk vroolik kabb'len... welk geklater! Gered is zij! Ginds grauwt de stad! Zij drinkt niet, slurpt... en wordt niet zat... Ja, Vaderliefde is waerd bezongen !... Gered is zij... Ginds grauwt de stad.., Zij juicht! O! hadd' zij duizend tongen. Ja, Vaderliefde is waerd bezongen! Al heeft ook Moedermin haar recht: Haar prees ik, hadde ik duizend tongen, Als goud zoo puur, als marmer hecht! Pol de Mont. INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN. Leeswijzer, no. 12. Nieuw Leven? door W. Gosler. Musicalia, door Conlisticr. De Tooneelschool. Hervormings-voorstellen in 't licht der geschiedenis en ervaring (slot), door L. Simons Ma. De nieuwe Gida, door J. II. Fraaie letteren: Kelati van Java, Het Vioollje van St.-Gormain. Urda, Oude wijn in nieuwe vaten. G. Von Amyntor, Drie Kussen. Het Doinpertje van den ouden Valentijn, door \V. Gosler, K. F. Hollo, De Aap en de Schildpad. Wetenschappen: C. van Tiel, Cnrsus Engelache Taal. Feuilleton: De Manesse's te Zürich (slot), door II. C. C. Bondam. Berichten: Aan staande Uitgaven. Ons artikel over Carel Vosmaer. Mevrouw Kleine-Gartman en T. C. Gobcef. Nederlandsch Tooneelverbond. Het nieuwe Kunst museum. Jan C. De Vog. Brochure Werkverschaffing. Een Catalogus. Jan Van Beors gehuldigd. Vlaamsen en Waalscb. Jef Casteleya. Een brief van Eubens. Gordon's Dagboek. Nieuwe Uitgaven. Portefeuille. 18 October. Inhoud: Waar en valsch naturalisme. Salce, Eobert Ie Diable. Salce, Der Troubadour. Halve, Apollo-conceit. De Internationale Kucstvereeniging. Mr. C. Bale, De ladder, hulpmiddel bij de bestudeering van Opzoomer's Burgerlijk Wetboek. Idler, Oude wjjn in nieuwe vaten, door Urda. Met een woord vooraf ?van P. H. Hagenholtz Jr. De Salon. A. 31. Kulletciju Ns., Zciten. Völker und Menschen vou Carl Hillebrand. T. ZW, Geschichte der Jüdischen Littoratur von Gustav Karpeles Taco II. déBeer, Het Tooneelverbond. Mr, II. Cosmau, Daniël Itochat. A., Die schone Galrthee, Gisella. Spectator, 17 October. Inhoud: Berichten en mededeelingen. Eene kritische uitgaaf van Linachoten's Itinerarium, door Robidévan. der Aa. E. Haym, de biograaf van Herder, door dr. W. G. C. Byii/inck. Verslag van mijn zending in de Kamer, door Lucilius. Vrouwen als soldaten, door A. F. Pluksel. Nicuive uitgaven in Nederland: M. Avlitt, Da vrouw met het strijkijzer ftililïf 0.50 Dr. K. E. Jung. Australiëen Ta.sraania 1.25 Jules Verne's Wonderreizen. De Vondeling van het fregat Cynthia. p. afl. 0.30 MILITAIRE ZAKEN. EEN PLEIDOOI VOOR VEROUDEKDE BEGINSELEN. Het is geen zeldzaam verschijnsel, dat grootsche hervormingen, op welk gebied ook, na van alle zijden beschouwd te zijn; tijdelijk op den achter grond gedrongen worden, en alleen door de stem van den tegenstander uit den toestand van voorbijgaande vergetelheid gewekt kunnen worden. Niemand is voor de bestrijding dankbaarder dan de voorstander der her vorming, die, op ongezochte wijze, zij het dan ook in passieven vorm, zonder gevaar van zijn lezers te vervelen, den strijd op nieuw kan beginnen. Zoo scheelde het weinig, of ook het beginsel der moderne volkslegers, d. i. de persoonlijk militaire dienstplicht, zou in het vergeetboefc geraakt zijn, indien niet de oud-minister van oorlog, generaal Enderlein in het Febrnarinummer van de Vragen des Tyas als kampioen voor het ver ouderde begrip der plaatsvervanging ware opgetreden. Merkwaardiger wijze vond tot dusverre de stem van den Generaal geen enkelen weerklank; aan bestrijders was daarentegen geen gebrek. Nadat door ons in een tweetal artikelen van hot Dagblad voor Neder* land (21 en 22 Februari) de hoofdzaken van het betoog in beschouwing genomen waren, volgde in het Apiïlnumiaer van de Tijdspiegel, een echerpe, niet onverdiende, aanval van den geestigen schrijver van onze militaire bijeenkomsten" op bijna den geheelen inhoud van het artikel. Ook de Nieuwe EotterdamscJie Courant van 15, 17 en 18 Maart vond in Professor Spruijt een uitstekend woordvoerder voor den persoonlijken dienstplicht. Eindelyk werd door den schrijver van De Band tusschen volk en leger" in het Meinummer van de Vragen des Tyds de gelegenheid aan gegrepen, om de hoofdzaken van het reactionnair betoog in zijn grond slagen aan te tasten. Maar de generaal Enderlein toont zich ontrefbaar voor al deze pijlen. Met weinige woorden over deze bestrijdingen heen stappende, wordt door hem in het Septembernummer van de Vragen des Tyds onder een nieuwen naam en in nieuwen vorm de staf gebroken over het beginsel van de persoonlijke dienstvervulling. Dat betoog bevat in hoofdzaak een verheer lijking van de huurlegers der 16e en 17e eeuw; het bekende feit, dat de vrijwilliger beter bruikbaar is dan de milicien en dus ook de plaatsver vanger, thans door den schr. genoemd een vrijwilliger met hoog handgeld". Eindelijk treedt de generaal in een vergelijking tusschen het Duitsche en het Nederlandsche stelsel van legervorming, om tot verrassende resultaten te komen, die, omdat zij ter neergeschreven zijn door een eenmaal hoog geplaatst officier, niet zullen nalaten eenigen invloed uit te oefenen op de stemming van hen, die in deze zaak niet tot een zelfstandig oordeel bevoegd zijn. Gelukkig berusten de verkregen resultaten op grondslagen, die gemakkelijk omvergeworpen kunnen worden. Laat ons daarom aanvangen bij de waarde der hunrlegers in de 16e en 17e eeuw. Het valt niet te ontkennen, dat er tijdperken in de geschie denis te noemen zijn, o. a. de zevenjarige oorlog, waarin door de troepen dier legers grootsche daden zijn verricht. Maar daartoe was bovenal uoodig een oorlogsgenie, dat met buitengewone bekwaamheid niet alleen de veld slagen, maar ook de oefeningen der troepen leidde, een man die de kracht en de macht bezat, om het geheele leger van zijn geest te doordringen. Zulke mannen zijn echter zeldzaam in de geschiedenis der volken. Een andere, niet minder gewichtige reden voor de deugd dier staande legers, was gelegen in de gesloten gevechtsvormen, die de handhaving der discipline niet weinig vergemakkelijken. Men had dan ook den moed niet het hoogst gebrekkige stelsel van verpleging, dat gevolgd werd in het tijdperk tusschen Lodevvijk XIV en de Fransche Kevolutie, vaarwel te zeggen, angstig ala men was, troepen bij fourageeringen etc. aan zich zelven over te laten, terwijl men wel wist tot welke baldadigheden, die ook schadelijk op da discipline moesten werken, deze vrijheid aanleiding zou geven. Roeda de samenstelling der huurlegers van de 16e en 17e eeuw uit da heffe der volken, is voldoende om de waarde dier legers, in het algemeen te kunnen beoordeelen. Het beeld Jat o. a. door den meer genoemden schrijver van: De band tusschen volk en leger" daarvan wordt gegeven is verre van verkwikkelijk. Toch is die schets geenszins overdreven; men behoeft slechts de geschiedenis op te slaan, of een blik te werpen in het Groot Plakatenboek der Staten, om te zien, dat hier naar waarheid is geteekend. Daarom is de vargelijking door den S. gemaakt van dezelfde huurlegers met onze Hollantlsche soldaten, die voor den eersten Napo leon in Spanje streden zeker niet zeer vleiend, maar bovendien ook onjuist. Onze Hollandsche jongens dienden niet voor geld ; zij werden door de macht van den overheerscher gedwongen, het land te verlaten om verre van den geboortegrond hun leven te offeren voor een zaak, die zij niet konden liefhebben. Dat zij toch hun plicht deden, pleit wol voor hun trouw en voor hun waarde als soldaat; geenszins echter voor de waarde van een huurleger, veeleer kon dit voorbeeld dienen om aan te toonen, dat de Hollandsche soldaat, dat vooral ook de meergegoede, niet voor het grootste offer terug deinst. Cambreaux. (Slot volgt). OVERZICHT VAN MILITAIRE ARTIKELEN IN DAGBLADEN. Onpartijdig? door Dagobert ( Vaderland van l September). De examens aan de Militaire Academie, door Mars (Handelsblad van A September). De 2e afdeeling der Krijgsschool en de betrekking van adjudant in het leger door Egbertson (Vaderland van 3 September). Militaire oefeningen, door N. N. (N. Eotterdamsche Cour. van 6 Sept). De overgangsexamens aan de Militaire Academie (Handelsblad van 9 September). De Koninklijke Militaire Academie van 1883?1885 (Vaderland van 9 September). Torpedowezen (Dagblad De Amsterdammer van 5 September). Antwoord van Egbertson, door X. (Vaderland van 10 September). De ligging der Marinewerven door Nautilus (Handelsblad van 13 en 2 September). Een organisatie op papier, door A. A. Beekman (N. v. d. D. van 14 September). De Kon. Militaire Academie van '83?'85 door G. (Vaderland van 16 Sept), Onze Schutterijen (Vaderland van 17 September). De drilscholen door Dr. A. Kempe (N. RotterdamscltëCourant van 18i September) Onze schutterijen (Arnltemsche Courant van 17 en 24 September). De Koninklijke Militaire Academie door een belangstellende in den bloei der Militaire Academie (Dagblad de Amsterdammer van 23 September). Adres van de machinisten bij de Marine door Nautilus (Handelsblad van 24 September). Hoo men soldaten vervoert ( Vaderland van 24 September). De Koninklijke Militaire Academie door Dr. J. J. de Hollander (Faderland van 24 September). Antwoord van Egbertson (Vaderland van 24 September.) Militaire overdenkingen door Vuurpijl (Dagblad de Amsterdammer vaa 24 September. De Koninklijke Militaire Academie door F, (Daglad de Amsterdamme.% van 26 September). Praafjens voor de vaak, een amsterdamsch schutter (Handelsblad van, 27 September). Tucht bij de Marine (Dagblad de Amsterdammer van 27 September). Slotwoord in zake ons artikel de Koninklijke Militaire Academie vaa 1883?1885 (Vaderland van 29 September). TUSSCHEN DE GRAVEN. NAAR HET «ODRSCH, VAN 3C,. r> i n. JL, i JV G-, Als een bom k?vam zij uit Zweden aangesneld, en a. pension van juffrouw Walding binnenvallen. Zij was onderwijzeres en deed in haar zomervacantie de reis, naar Kopenhagen, niet om de stad te zien, maar om de plaats4e bezoeken, waar hij gewoond en gewerkt had; niet om zich te. vermaken, maar om te schreien, eens recht uit te schreien bij*het graf, dat het liefste bevatte, wat zij het hare had mogen noemen. Het was een eenvoudige geschiedenis, treurig in al haar eenvoud. Hij was naar Kopenhagen gegaan oni te studeeren; hij zou^ daar

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl