Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Nol 434'
D. Hebt u geen overtuiging? De moed zal u toch zeker niet ontbreken.
S i r, O. Misschien heb ik geen van beide ik weet het. niet. U begrijpt,
er 'is niets om mij op de proef te stellen; ik heb altijd gedaan, waar ik
lust in bad en als je een luie garde-kolonel bent, verwacht niemand
overtuiging" van je.
D. De garde! Is u in Ecryote geweest?
S i r O. O ja, Kassassin en Caïro en dat alles. Het was te gauw
voorbij, dat was het ergste. Als Arabi het Suezkanaal maar onbruikbaar
had gemaakt, KOU er veel meer aardigheid aan geweest zijn; dan zoudan
we-er nu nog hebben kunnen zijn. Ofschoon (zachter sprekend) dan zou
ik niet zoo gelukkig zijn geweest, om Torn Claremont's dochter te ontmoeten.
D. (heftig) Als 't u blieft, begin niet met complimentjes. Denk er aan,
dat ik er niet voor kan wegloopen.
S ir O. Voor de honderdste maal, vergiffenis! Maar het was geen
complimentje. Hebt u van uw vader teekeiien geleerd?
D. Keen; maar hij moedigde mij aan, om hier te studeeren. Hij hoopte,
dat. ik in staat zou zijn, voor mij zelve te zorgen. Hij wist, dat hij ons
maar honderdvijftig pond 's jaars kon nalaten.
S i r O, Goede hemel, zooveel geeft men voor een goed paard (a
weigM-carrier).
D. U noemde het zoo even een weight-carrier; dat woord ken ik niet.
S i r O. Ik vergat, dat u niet gewend is aan het Engelse!), dat wij to
huis spreken. Clarémont heeft u zeker opgevoed met Shakespeare en
Marlowe.
D. Waarom spreekt u dat andere Engelsch?
S ir O. Ik weet niet waarom. In de wereld raakt men aan een soort
van jargon gewoon. In 't Franschishet evenzoo; wat wij op de boulevards
«preken en in de cercles, zou Voltuire of Marmontel of Madame de
Se?vignéals Duitsch in de ooren klinken. De mode heeft altijd haar patois.
U weet, zij is haar eigen wet.
D. Daar weet ik niets vaa. De mode en ik zijn nooit aan elkaar voor
gesteld.
S ir O. (denld). En toch wat zoudt ge bekoorlijk zijn, als men u in
handen stelde van Wörth en u vijf streng parelen ora den hals dsed en
handschoenen tot den elleboog en een waaier met saffieren ingelegd erbij
in vyf seconden zou het u alles eigen zijn. Het ewig-weib'iclie is in n,
ofschoon ge zoo ijverig werkt met verf en vernis op dat leelijke. ruwe
doek. Hoe genotvol zou het zijn, u alles te Iceien u uw eigen
macht te toonen en alles, vat er in u schuilt en het zou niet mogen,
omdat ge slechts Torn Claremont's dochter zijt! (luid) Mag ik nog iets
vragen? U sprak van uw moeder trouwde mijn oude vriend met een
Italiaansche?
D. Mijn moeder is pen Duitsche; zij was gravin Iledwig von Brander.
Zij ontmoette mijn vader in Rome. Haar familie heefr, haar sedert haar
huwelijk Biet willen kennen; zij laten ons aan ons lot over. Zij is blind.
S ir O. Blind! Och, arm kind, wat hebt ge het noodlot gedaan, dat
het n zoo vervolgt?
D. Het noodlot kon nog veel wreedcr zijn geweest. Ik heb ook mijn
geluk. Mijn moeder is volstrekt niet ongelukkig. Zij heeft een prachtige
stem gehad en zingt nog mooi. Als zij zich met haar familie kon verzoenen,
zou zo niets meer begeeren; maar, zij zijn zeer hardvochtig. Zij oordeelen,
dat huwelijk beneden haar, omdat mijn vader niet van adal was en arm;
maar nu u hem gekend heeft, svcet u, dat hij een keizerin waaidig zou
zyn geweest.
S ir O. Voorzeker. (denU lg zich .selvcn) Vandaar uw blonde krullen
en air de lumteur. Ten slotte zijt ge een Duitsch aristocraat je, ofschoon ge
Claremont's bruine'Oogen en zijn gezond verstand hebt. Je bent \ve,;cnlijk
interressant; en hoe onschuldig neemt ge aan, dat ik u\y vaders vriend
ben, ofschoon ik u wel een hoop leugens kon vertellen.
D. (onrustig). Is het niet vreemd, dat dio custos niet komt? Eens heeft
hij mij hier tot zes uur vergeten, maar toen was ik alleen nu weet hij
toch, dat u hier is.
ir O. Nu ik mij bedenk, vrees ik, dat ik zijn geheugen met vijf francs
nad moeten opfrisschen. Maar als u geen haast heeft, ik niet; als hij op
het gewone uur was gekomen, zou ik niet uitgevonden hebben, dat u
Claremont's dochter was. Nu ma? ik u een visite komen maken, niet waar?
D. (aarscknd). Ja, ik denk het wel ik weet het niet?ik zal moeder
/ragen. Zij houdt niet van visites; zij maakt niet graag nieuwe kennissen.
Sir Ó. (binnensmonds) Bang voor de haviken om haar duifje
natuorlgk; en zij kan niet zien, die arme ziel. Maar ik zal haar kind geen
kwaad doen; ik zon Torn Claremont's geest altijd waarschuwend achter
m§voelen.
D. (onrustig) HQQ laat is het? Misschien is mijn horloge blijven stilstaan.
S.ir O. Op het mijne is het half zeven; maar mogelijk gaat het voor;
ik heb in 't laatst niet op de stadsklokken gelet. Vertel mij nog iets van
uw vader. Heeft hij veel geleden? Och, wat is dat treurig! Waar zei u,
dat hij stierf? Te Cauialdoli? Waar ligt dat?
D. 't Is een klooster tusschen heuvels en 't is in een hotel veranderd;
't staat midden in de dennenbosschen. De dokters rieden hem aan naar
l)avos te gaan, maar het was te duur om zoo ver te reizen. Hij was zoo
geduldig, zoo kalm, 't is of het gisteren gebeurde, och, spreek er niet van...
Sir O. Als hij de predikantsplaats maar had aangenomen! Het was
die van Rivaux, mijn eigen goed. Als klein meisje zou ik u dan gezien
hebben, u zou als een Engelsch kind hebben gespeeld, op een pony heb
ben gereden en geroeid, u zou Eivaux mooi vinden, denk ik. 't Is een
oude plaats uit den Stuart-tijd, begraven in dichte bosschen; dertig mijlen
kunt ge er door rijden. Ik vond het eerst gruwelijk vervelend, maar in
den laai sten tijd ben ik er aan gehecht geraakt; 't was zoo koel na de
brandei)de zon vaa Egypte, zoo groen en kalm, dat ik blij was het
terug te zien.
D. Ala ik zoo'n huis had, zon ik er nooit uit weg gaan.
Sir O. Nu ja, ik geloof ook, dat het voor het land beter zou jzijn,als
de menschen op hun landgoed bleven. In de vorige eeuw kenden niet
meer dan een handjevol mensghen het bekostigen, om in Louden of Parijs
aan het hof te leven en de landgoederen profiteerden daarbij; de adel
leefde altijd op eigen grond in hun eigen district. Dat is nu alles veran
derd ; zelfs de eenvoudige landedellieden meenen, dat zij de season in de
stad moeten meemaken en gaan niet naar hunne goederen dan met Kerst
mis of in den herfst om te jagen. Het is koren op den molen der socia
listen; het is belachelijk, dat massa's groote huizen en parken
gemonopolizeerd worden door menschen, die er nauwelijks zes weken 'a jaars verblijf
houden.
D. Waarom is u te Florence in April?
Sir O. Och, omdat ik ook aan de kwaal van den tijd lijd, wat de
Franschen pérégrinomanie noemen. En dan, u begrijpt, een man alleen
als ik getrouwd was, «ou ik meer dan mijn halve leven op Rivaux slijten.
Nu zelfs ben ik er nog vrij veel.
D. Maar u is toch krijgsman.
Sir O. O, ja, dat ben ik; maar ik ben er niet erg door gebonden.
Ik ben in Egypte geweest; ik zou overal anders heen gaan, als ze ons
ergens anders heen stuurden, maar het gebeurt niet. Soms :denk
ik, dat uw vader gelijk had. Ik mosst niet in de garde zijn gegaan, ik
moest gestudeerd hebben en in de plaats daarvan heb ik mijn beste jaren
in dat luie Loudensche leven laten voorbijgaan, waardoor iemand tot
niets nut wordt.
D. Hebt u geen familie? geen moeder of zusters?
Sir O. Mijn moeder is vroeg gestorven; ik heb twee zusters; groote
dames op en top, die niets om mij geven noch ik om haar. Ze zijn beide
getrouwd, terwijl ik in Eton was en er is volstrekt geen sympathie tus*
schen ons. Ik heb een massa familie wel vijfhonderd leden; maar ik
zie ze zoo weinig mogelijk; zij hebben altijd iets noodig een
arabtenaarsplaats of de stemmen van mijn pachters of honderd pond voor'lief
dadigheid, altijd komen ze iets vragen, al is het maar, of ik te
Hurlingham kom dinecren,
D. U is de honig, die de vliegen lokt.
Sir O. Neen, zeker, ik ben geen honig; ik kan soms erg bitter zijn,
vooral als ik merk, dat de menschen misbruik van mij willen maken. Dan
stuif ik op; dat is een gewooote. van mij, ? een slechte gewoonte op
de manier van cigaretton rooken. U rookt toch niet; wel?
D. Ik! Rooken! Ik !
Sir O. Wat een heleedigd gezicht zet u! Ik dacht wel, dat u het niet
deed. Als u wist, hoe het tegenstaat, om een vrouw te zien rooken,
terwijl zij doet, alsof ze het prettig vindt en h aar lippen en tanden bederft.
D. Ik wist niet, dat vrouwen ook rookten. In welk land gebeurt het?
(Wordt vervolgd.)
NIEUWS VAW 1>E WEEK.
In de Tweede Kamer is deze week behandeld het wets-ontwerp tot wijziging van
liet ter., boek van slrafenrrlering.
Door c! en heer de Savornin Lohman o. a. zijn eenige amendementen voorgesteld
op de wijz;ging iu de strafproces-orde.
Het vo. rnaam-te daarvan heeft de strekking om de bevoegdheid tot toevoeging
van een raadsman aan deu beklaagde reeds van den aanvang der insbnctie af te
doen vervallen, behuudona bevoegdheid der rechtbank om, termesrlere verzekering
van het recht van beklaagde in m eilijke zaken, desverlangd overleg met een raads
man toe te staan.
Amendementen van de bh. De Meijer en Gralama tot wijziging van de bepalingen
betroü'eude de eedsaflegging door deskundigen, weiden verworpen.
Bij do Tweede Kamer ia ingekomen een wetsontwerp tot veroeniging der gemeenten
Rotterdam eu Delfsfoaven. De beid» betrokken gemeenteraden en de beide
comniisBiën uit de ingezetenen. h>-bben zich met het voorstel niet vereenigd.
l)e Kumer zal het zaluitractaat Donderdag 22 Getover in de afdeeliugen onderzoeken.
De Kamer vsn Koophandel te Zwolle heeft adressen aan de Tweede en de Eerste
Enmer verzond' n, om- haar adhaesio te betuigen aan het adrea der Alrneli o-clie
Kamer, botreüeude do wijze waarop de lijn Zwolle?Almeloo door de Maatschappij
tot Exploitatie van Slaatsspoorwegon tot nog toe geëxploiteerd werd en vooral thans
geëxploiteerd wordt. Ook de Zwolsche Kafnor is van oordeel, dat daardoor de be
doeling raiakeud wordt, die aan den aanleg dezer lijn ten grondslag heeft gelegen
en zij verzoekt dus de beide Kamers der Staten-Generaal deze zaak in ernstige
overweging te nemen.
Donderdagovond heeft de Kiesvereeniging Burgerpligt alhier vergaderd, ter behande
ling van de volgende vragen :
lo. Moet de Grondwet de voorwaarden tot kiesbevoegdlieid aanwijzen?
'2.0. Wordt algemeen stemrecht verlangd ?
3o. Wordt stemrecht verlangd op grond van capaciteiten ?
4o. a. Wordt stemrecht verlangd geregeld naar de huurwaarde?
b. Zoo ja, is de maatstaf van de huurwaarde, zooals die door de Liberale Unie
wordt voorgesteld juist, of welken maatstaf verlangt men ?
5o. a. Wordt stemrecht verlangd geregeld naar den Census?
b. Zoo ja, welke maatstaf moet daarbij worden aangenomen ?
611. Zal bij io. en 5o. bovendien een capaciteitensteisel in aanmerking worden genomen?
De twee eerste vraagpunten werden besproken; punt lo. werd in ontkennende
zin beantwoord; punt 2o. aangehouden; ter behandeling van de andere punten zal
- Maandag a. s. vergaderen.
Deze weok, \verd alhier eene vergadering gebonden van eenige industrieelen, waar
ook in verband tot de \vurkel< o beid de vraag werd besproken of de
Nederlandsclie industrie door invoerrechten op producten der bnitenlandsche nijverheid
dient te worden beschermd en in staat gesteld hare werklieden aan het werk te
houden. De vraag werk bevestigend beantwoord, en zal naar aanleiding dier ver
gadering in de Veretniging tot bevordering van Fabrieks- en Ilandwerkstiijverlieül
ter sprake worden gebracht.
Mej. Cath. Alberdingh Thijra, hoofdredactrice van Lelie- en Itozttikiwppen, die
zich haar veeljarig verblijf in het buitenland vooral voor kunststudie heeft ten nutte
gemaakt, is benoemd tot conservatrice van het door de Internationalt,
Kimstrereeniyinff op te richten museum, in het voormalig gebouw van het Blinden-Iastituut
alhier. De benoemde heeft deze taak aanvaard.
De pogingen van het Hoofdbestuur der Maatschappij tot Xtd van 't Algemeen tot
oprichiing eener arbeid ersbenrs zullen geen voortgang hebben, nu het Bestuur der
Maatschappij voer den Werkenden stand besloten heelt die zaak tot staad te brengen.
Tengevolge van de bevolen uitbreiding der dienstdoende Bchuttcrijen zal het
BChutterskorps der residentie met 700 man vermeerderd worden De kosten voor
de gemeente zullen hierdoor met f 20,000 verhoogd worden voor bezoldiging van
personeel en betaling van uniibrmldeeding.