Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 434
De vertooning van Daniel Rochat" is een zegepraal en een les geweest
voor de Koninklijke Vereeniging": een zegepraal, om dat er, ouder de
mannen en vrouwen van studie en smaak, maar n stem was over de
voortreffelijkheid van de voorstelling; een les, om dat, ondanks dit oor
deel, de tooneelspelera zich met een religieuze oplettendheid, in plaats
van het stormachtig handgeklap, waarop men zegt dat zij prijs stellen,
hebben moeten behelpen.
't Schijnt ma een groot geluk toe, dat Sardou, nu hij znlk een
vonkelnieuwen greep in de stoffen heeft durven doen, welke 't maatschappelijk
leven onzer dagen aanbiedt, een zoo groot talent aan de bewerking dier
stof heeft kunnen besteden.
Men beeft gezegd, dat zulke onderwerpen niet ten tooneele behooren
te worden gebracht: men vindt het namelijk beter, gezelliger, dat kleur*
loze humanistische begrippen, schijnschoone gelijkheids-theoriën, die tegen
allen geopenbaarden Godsdienst gekant zijn, van het tooneel verkondigd
worden, dan dat men midden in den strijd wordt gevoerd en dat allerlei
partjjschakeeringen met afwisselend geluk zich uitspreken. Alle eerbied
voor het recht dat men heeft zoo iets te verkondigen: maar jammer zou
het zjjn, indien de nieuwe ader, door Sardou geopend, uit zekere sociale
kieschheid weer aanstonds verstopt werd.
Men heeft ook gezegd, dat Sardou niet sterk in charakt er-schildering
was. Mij is geen tooneelwerk bekend, waarin de gebeurtenissen zoo zeer
z^n een gevolg van het optreden en zich uitspreken der verschillende
en zeer veelzijdige, zeer kleurrijke charakters, die Daniel Rochat" ons
aanbiedt.
Met-nog grooter. volkomenheid, nog dieper indringen in de onderschei
dene bedoelingen van den Auteur, heeft Mevr. Freukel, die 4 jaar geleden
op een klein tooneel de rol van Lea Henderson kreëerde, haar dit-maal
gespeeld. Hoe heeft men den moed, na dat men die eenvoudige edele
ten-toon-spreiding van natuurgaven, zonder de minste overdrijving, vrij
van alle gemaaktheid, genoten heeft, te zeggen, dat deze kunstenares
alleen voor rollen van hevige hartstocht geschikt is. Hebben de lieden
geen oogen, geen ooren, en vooral niet dien C me Sens, waarmee zulke
fijne, teêre kunstopenbaringen waar te nemen zijn?
Ook de Heer L. Bouwmeester is op de hoogte gebleven van zijn roem.
De rol is vol redeneering; maar liïj heeft ze altijd weten te bezielen; hij
is zich geen oogenblik ontzonken. Alleen het laatste gebaar, als hij Lea
toeroept: Teeken!" had wat wanhopig pozitiever kunnen zijn.
Ik zeide, dat het gezelschap zich eene nieuwe onwelkbare kroon door
deze uitvoering verworven heeft: en inderdaad niemant is beneden zijn
taak gebleven. Allen hebben aanspraak op hulde en dank. Behalve de
reeds genoemden, ook Mev. de Vries (Mev. fowers), Mev. R
ssingSablairolies (Miss Esflier Henderson)^ de Dames Lorjéen Bos (Dames
Eloomfiéld), Mej. Weiman (de jonggetrouwde, die den centenaire wil zien);
de Heer Morin (Dr. Sidache), de Heer van Schoonhoven (Guillaume
Fargis), Schulze (Camilk), Clous (Gliarley), Ising (Turler), Schwab
(Clavaron), Meynadier (Mirmann), van Dommelen (Septimus ClarJce),
Wensma en Plas (de bedienden), Rombrich, Van der Hilst en Haverkamp
(de reporters).
Men ziet, de direktie heeft hare beste krachten voor deze uitvoering
.Veil-gehad, en de mise-en-scène heeft daar grootendeels aan beandwoord.
Jk verheng mij, dat een volle schouwburg deze pogingen beloont.
15 Okt. 1885. Alb. Th.
In mjjn vorige artikel staat hollen text", lees: hollandschen text."
Der Trompeter von SiïKkingen. Grosse Oper
in 3 Akten nebsteinem Vorspiele. Rudolf Bunge.
Musik von V. Neszier,
II.
. J» een vorig artikel hebben wij 't een en ander medegedeeld over den
componist, die het libretto, door Rudolf Bunge, naar der Trompeter"
van Scheffel bewerkt, in muziek heeft gezet; en ook in groote lijnen den
voortgang der handeling, de beteekenis der hoofdpersonen en de
bestgeslaagde tooneelen trachten te schetsen. Thans volgt de korte
bespreking van het zuiver muzikale gedeelte.
Wie aan de teekening der hoofdfiguren van deze opera den eisch eener
treffende karakteristiek wil stellen, zal geheel onbevredigd moeten wezen.
Noch de figuur van Werner, noch die van Maria zijn in muzikalen zin
zoodanig geschetst, dat zij eene blijvende plaats kunnen innemen.
Zonder de Trompeterlieder", en dan in vele opzichten om den tekst
en de eigenaardige effecten, die de trompet in het orkest op het groote
publiek teweegbrengt, zon Werner alierlei namen kunnen dragen; tot
eene van krachtig leven tintelende individualiteit heeft de componist hem
niet kannen opvoeren. Hetzelfde is op Maria van toepassing. In het
gedicht van Scheffel is Margarethe eene belangwekkende verschoning, die
onder de bekende gestalten heeft plaats genomen, welke in onze
Lerinnering blijven leven. In het tekstboek van Bunge en de muzikale bewerking
door Neszier, verheft Maria zich niet boven het alledaagsche peil eener
zoetsappige en deugdzame tooneelfiancee.
Wjj hebben echter over den componist niet een al te streng gericht
te honden; aan den hoogsteu eisch te veldoen, zoover strekte zich de
weasch van den toondichter niet uit. En het moge in ieder geval hem
als eene verdienste aangerekend worden, dat hjj de grenzen van zijne
kracht volkomen heeft gekend.
Deze opera bedoelt dus in de eerste plaats haar invloed op het
publik uit te oefenen, dat voor eenvoudige gevoelens de noodige ontvanke
lijkheid bezit, tot uitdrukking van naïeve sentimenten gaarne ongezocht, en
natuurlijke middelen wenscht gebezigd te zien, en voor welluidende
melodien ook met een eenigazins honigzoet smaakjo het zintuig nog niet ver
loren heeft. Want in de reeks liederen, die op geregelde afstanden in
de opera verspreid zijn, en in de eenvoudige bewerking van enkele koren
waarvan sommige bij goede voordracht voldoend effect kannen krijgen,
ligt toch wel de grond voor de populariteit, die aau Der Trompeter" is
te beurt gevallen,
Misschien valt er nog eene andere reden op. te sporen, waarop reada
de aandacht werd gevestigd.
De behoefte om interessant und bedeutend" te schijnen, Verlokt menig
componist aan om de goede natuur den rug te keeren eu in gezochtheid,
affectatie en ijdele diepzinuigheid heil te zoeken. Is het niet voor velen
onder de toehoorders, die niet tot de geheimen van dien stijl zijn toegelaten,
eone werkelijke verkwikking, eens weder een werk aan te hooren, dat
sfgeronde melodiën aanbiedt, die van den aanvang af, bij goede voordracht,
genoegen doen. Men versta ons wel. Wij houden geen pleidooi voor ba
naliteit in de toonkunst, ook ons is het triviale, en dat niet alleen in
de muziek, een gruwel, doch wij laten ons niet inlijven bij de bewonde
raars van het zoogenaamd wetenschappelijk coroponeeren, en ons niet
op de knieën dringen voor toonwerken, die in het hoofd en niet in het
hart zijn ontstaan en waaraan do Muze part noch deei heeft.
En ook op dien grond is het te verklaren, dat der Trompeter" in
Duitschland veler harten heeft gewonnen en ook in Nederland niet zonder
succes werd gegeven.
In het Voorspel, tegen welks noodzakelijkheid wel iets aan te voeren
zou wezen, komt No. l, als Studentenlied und Landsknechtchor"
Alt Heidelberg, du Feine,
Du Stadt an Ehren reich,
Am Neckar und am Rbeine,
Koiii and're kommt Dir gltdch."...
op eenvoudige wijze bewerkt, met een enkelen overgang in den dominant,
het geheel openen en reeds dadelijk het eenvoudige karakter van het
werk, ook in zijn orchestratie, aan den dag brengen, terwijl de trompet"
vóór en tusscheu de serenade
loh kniee vor Euch sTs getreuer Vasall
Pfalzgriifin, schönste der Fraueu,
Sefeület, so streit ioli met Eaiaer und Reicli,
U. B. W.
voor het eerst optreedt en tot het succes van het koor veel bijbrengt.
Het Tempo di Marcia aan het einde van het voorspel heeft wel het
gewenscht karakter: doch het motief is al heel weinig oorspronkelijk.
DeBauerntanz und Chor, in d dur, verheft zich niet boven het middel
matige. Het Finale, Andante maestoso, O Heilger Fridoline, is eenv oudig
geschreven en sluit dit gedeelte op geschikte wijze, terwijl het
O Maria, wunuersama Maid,
Aii3 ileints Auges Sonne,
Lacht DUQ erat mir die Woon» l
door Werner gezongen, goed effect maakt.
Na de Verwandlung" komt het Podagralied van der Freiherr" in
gerekten vorm en minder gelukkigen humor" den toehoorder bezig hou
den. Het Terzeit Allegro grazioso, Zürne Nicht, mein Viiterchen!" wat
uitgebreid, heeft ook door 't eigenaardig karakter van de Grafin, van
Maria en der Freiherr" wel iets aantrekkelijks. Het quartet, Lied und
Finale
Ha, da ist er! welene Fréude l
Ach, wie klop f t mein Herz ao lautl
is het best bewerkte nummer van deze acte.
De Lautenstunde" maakt goeden indruk en wekt veel belangstelling
Het Liebesduett", vooral aan het con passione en het p'm mosso, zon
der veel pretentie geschreven, mist het gewenschte effect niet; vooral
wanneer 't spel aan den eisch voldoet.
Ook het Quintett, ofschoon het bij de eerste opvoering, die we bij
woonden, niet pakte, is een goed bewerkt nummer. De diepste indruk
wordt echter verkregen door het Abschied
Das ist im Leben hasalich eingerichtet,
Daas bei deu Bosen gleich die Dornen ateh'n
TJnd was das arme Herz auch getint und dichtst,
Zum Sclilusse Uommt das Vcmeinandergeh'ii!
Het lied is in den 'trant van Abt of indien men wil van Kücken be
werkt ; door de herhaling loopt het gevaar wat suikerzoet" te worden,
doch aan het moment der handeling ontleent het veel beteekenis. Wan
neer dan in de verte de Trompet" weerklinkt, wordt menigeen getroffen
die zich tegen aandoening gepantserd acht. Het derde bedrijf mist de
eigenschap dat het in beteekenis der nummers de wet der gradatie op
volgt. De caricatuur van Damian, dien we in ons vorig artikel als den
Rival pour rire" brandmerkten, verhoogt het muzikaal genot niet, omdat
voor hem naast Werner geen plaats is. De finale is althans nog een
voldoend ensemblestuk.
Bij voldoende bezetting, en goede instudeering der koornummers, komt
het ons voor, dat der Trompeter" eene plaats op het repertoire kan
innemen. Vooral wijl er plaatsen open zijn. De opéra-litteratuur van den
laatsten tijd geeft waarlijk geen blijken van krachtig leven; wanneer dua
ook de aantrekkelijkheid van sik nieuw werk mag in rekening gebracht
worden, en men klem legt op wat er in der Trompeter" te prijzen valt,
kan men met de opvoering van dit werk van Nessier ook in Nederland
vrede hebben. H. C. P. D.
HET TOONEEL TE ROTTERDAM.
In den Gemeenteraad.
Lessing zegt in zijn Hamburgische Dramaturgie," sprekende over den
titel van Voltaire's Nanine: Ein Titel musz keiu Küchenzettel sein. Je
weniger er von dem Inhalt verrath, desto besser ist er." Deze woorden
moeten zeker den zich Soranus noemenden vertaler van Moser's
Hypochondrist door het hoofd zijn gegaan, toen hij zijn vertaling noemde
In ;den Gemeenteraad." Deze titel verraadt zeker niets van den inbond,
want er komt in het geheele stuk geen gemeenteraad voor; wel wordt er
een vergadering a la Kiesvereeniging van Stellendijk gehouden door enkele
gemeenteraadsleden, met dat onderscheid evenwel, dat onze Hollandsche
blijspeldichter daarbij honderdmaal geestiger is. En laten wij het er maar
dadelijk bijvoegen, deze vergadering is zonder twijfel het minst geslaagde
deel van het geheele stuk.
Toch geloof ik, dat Soranus een bepaald plan had, toen hij zijn verta
ling dien titel gaf. Hij wist, dat de menschen gaarne, dolgaarne zelfs,
alle mogelijke (en ook onmogelijke) dwaze dingen willen zien van ge*