De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 25 oktober pagina 6

25 oktober 1885 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLANP. No. 435. - Vuillaume heeft zelfs enkele malen schitterend succes behaald. Margue rit e en Ophélie o. a. schonken haar gelegenheid verschillende zijden van haar talent aan den dag te lessen. Het Aoisterclanm-hc publiek zal haar de toejuichin gen niet onthouden, waarop ze aanspraak kan maken. De koren zijn gebleven wat ze waren. Telken jaro treden de bekende figuren op de zelfde wijze voor het voetlicht. Wij kennen ze allen. Wat ook moos' wijken, deez' staan pal". De Orkcst-vereeniging kwijt zich verdienstelijk van de taak der begeleiding ; do orkostdirccteur is zijne taak gewassen. En toch de trek naar de Fransche operavoorstellingen is nog niet teruggekeerd. Alleen des Zondags, bij verminderde prijaen, is de toeloop zeer groot. Voor de artkten moet het een werkelijk genot wezen voor een zoo talrijk en zoo dankbaar publiek nis op dieu dag in den Parkschouwburg plaats kan vinden, op te treden. En voor de directie niet minder. Lohengrin, Der Freischütz, Fidelio, Der Troubadour, Der Tromdeter von Sakkingen, Hans Helling, ziedaar de retks van operavoorstelüngen in den Stadsschouwburg en het Paleis voor Volksvlijt door het Rotterdamsche gezelschap gegeven. Frau Blielke, op wier artistieke gaven we in een vorig artikel de aandacht vestigden, heeft onze goede venvachtin. gen niet beschaamd. Elsa, Fidelio, Leonore, werden door deze avtiste op .voortreffelijke wijze vertolkt. Spel nn dictie staan boven het gewone peil. In de uitdrukking der passie is soberheid nimmer afwezig. Teedcrheid en innigheid schenen tot op heden minder hare karakteristieke eigen schappen. Ook in het gesproken woord toont zich een gezag, dat over accentuatie niet meer twijfelt. Doch de s'embuiging is soms meer dooi de intelligentie voorgeschreven, dan door het gemoed verwarmd. Wij hebben ons niet vergist, toen we voorspelde», dat de lieer Paul Haase met zijn Trompeterlieder" zijne joyeuse entree in de hoofdstad zou koiaen houden. De rol van Werner is voor dezen bariton als bij uitstek geschreven. Voorkomen en zang stemden het publiek al dadelijk zeer gunstig en men was geneigd over enkele onvolkomenheden in het spel niet al te streng te oordeelon. Trouwens, do afstand tussclien de concertzaal en hst tooneel is gvooter dan mou 't zich zou voorstellen. En dit .niet alieou mat het oog op de eischen, die men den acteur heeft te stellen en waaraan dan toch in zekere mate dient voldaan te worden, maar .ook oai het verschil van den zang zelve. Concertgangers, vooral wanneer ze als solist 311 optreden, kunnen in het lyrische vak veel succes bohaJea, tenvijl b. v. de voordracht van epische fragmenten hun allerlei teleurstelling oplevert. Wijdt o>cn zich aan do opera, dan is mot die ..eenzijdigheid van aanleg of voorkeur geen rekening te houden. Het emplooi, zoo als het heet, gebiedt rollen te vervullen, die heel wat uit . elkaar liggen, in liavakter wol te verstaan. :, Sien heefc zich dus vcrsohiiicnde roi'cn eigen te maken en do klip der eenzijdigheid met zorg te vermijden. Van Paul Haa;e kan althans ge zegd worden, dat hij als zanger zeer goeden indruk heeft gemaakt, en dat hem, to oorJeelen naar da warmte, waarmede hij ook als Hans Heilicg. word toegejuicht, er in zal slagen de sympathie van het publiek in allen deele te verdienen. Met de HU. Udvardy en G. wring is men weder bij de ..tenoren" ge komen, zeldzame vogelen, waarvan de beste, helaas! tot de oiseajx i!e passage" l ehooren, die 's winters ons vocht;g en lullig klira.iat. niet bij voorkeur met hm verblijf begunstigen. Die we hier behouden, tenzij toeval ons begunstige, zijn elders niet gemakkelijk te plaatsen. De middelmatigheden schuilen echter niet alleen in de voix aigercs" ook de voix gvaves'1 tollen mede. Zeker is hot dat, de Heer Gcinens en Frau Jaide aa;i de spits blijven van hun pui tijen. Is het louter toeval? Wij wagen niet het te beslissen; mits de Heer Böhrens ook regelmatig optreedt en niet de kern van enkele rollen voor zich uitleest. De koren der Duitsche Opora zijn in allo opr/chten beneden den eiscli; alleen het timbre dor vrouwenstemmen kan or even door. De concerten zijn in aautoeht. Zaterdag in OJe'on de dames Isabclla Oppenheim (sopraan), Sara Benedicts (piauo) en de II.IJ. Willem lies (viool) en Henri Bosmans (violoncel. Weldra de Bülowkanol in den Stads schouwburg ; hot Caccilia-conccrt, de aanvang der I'Vlix-eoncertüa, thsna . reeis het Apollo-Concert onder do leiding van den Heer Dan iel de Lange ,jnet welwillende medewerking van den lieer Messchaert (hasj. Op het eenigszins kleurrijk samengesteld programma kwam de svmphonie, van Bruckner voor die, hier en daar besproken werd. Belangrijk.beid-zal,men wellicht aan dit werk niet ontzeggen; do vrijheid der modulatiën is eenigszins buitensporig; en de lengte van dien aard dat het woord van Boileau ook in niuzikalen zin toepasselijk wordt Qui nssut se borner, ne sut jamais cvire." IL C. P. D. TEN-TOON-STELLING AKTI. I. Afgeluisterde gesprekken. A. Wat denk-je voor onze Ten-tooa-stelling te maken? B. Ja, ik had gedacht, iets in sombere u toon. Dat is zoo artistiek. A. Ja, ik vind ook, we kunnan nu la contrc-parüe van Rembrandt wel eens bij den kop pakken. De groote meester wordt altijd geroemd om zijn krasse lichteffekten, wij moeten, dunkt me, bewijzen, dat v/e 't zonder licht, des noods, stellen kunnen. Rembrandt wordt geroemd om zija transparence, tot zelfs in de donkerste partijen; maar wat zal men zich van achtergronden enz. veel rekenschap geven ? Als men die maar zoo wat volsehommclt, dan drukt hot toch altijd een stom m i n g uit... .en als. men .hier en daar een toontjen op zijn plaats zet, dat niet al te zeer in strijd is, wat den vorm van den toets aangaat, in et een onder stelde teekening, dan krijgt men toch effekt, en reputatie ook... B. (Ernstig) 't Is ook in den peest van de tijd... Schepenhaiier en Hu'tmann laten, in hun pessimisme, den grondtoon hooron vau do moderne, van de toekomstige maatschappij... De schilderkunst moet het niet be neden zich rekenen daarin mee te gaan. (Fluisterend) Onder ons gezegd: ik geloof, d.if. in dn wolic van de halve tonen, een v/aas van diepzinnig heid gelogen is. dat. . . een toekomst heeft... A. Ik bea geheel van ie gevoelen. Maar,., wat zul-je maken? B. Wat ? Och, d;it is onverschillig, Het komt er maar op aan, hóe men het doet; niet wat men schildert. Wat zal men zich een blok aan het been binden? Straks komt C hier, om voor zijn portret te poaecrcn.Ik heb daaromtrent wel oen plannet.jen (7«/ nlimlacht scherpzinnig). A. (Hij ziet Jtcm niet vragende Mikken aan) Ja;? B. (Ui) knikt, met half gesloten oogen). Het spreekt van zelf, dat ik het vaandel trouw blijf; mijn kleurengamma mijn zedige graauwe tonen blijven gehandhaafd : maat' ik ben van plan den heelen halven man in dat duister te wikkelen, behalve zijn rechter hand. Die zal ik, met eenig gebaar, hem doen uitstrekken, en laten daar een flink licht op vallen. A. Dat zal vau een fameus en ongemeen effekt zijn. X. Mooi! mooi gskomponcerd! Leve toch de hollandsche weide! Trou wen-:, lees welk verslag in eec vreemd tijdschriftje maar wilt,'?ze zija altijd vol lof voor ons natuurgevoel. Wij zijn ons-zelf. Wij zijn de nako melingen van Potter en Adriaan van de Velde. Y. (JJ ij schildert) Ja, ik ga me gang maar. Ik hou ook niet veel van innoveeren... X. Of je gelijk hebt. Wordt dat een rood-bonte, of een wit en zwarte? Y. Ja, dat moet ik nog e:ns zien, hoe 't het beste met de kleur vau de boosnen, de sloot en de wei uitkomt. Vin-je 't waarlijk goed? X. Heerlijk! Y. Maak mij eens een panr aanmerkingen. X. Ik heb geen aanmerkingen SI air vin-je niet, da' die koe op het tweede plan,... die liggende wat lang is? Y. (Glimlachend') Je vergist je! het zijn er twee. Dat is met die poo« ten.... zoo achter malkaar heen... Hoe vin-je de staande beesten? X. Mooi, prachtig. Hoe zul-je zo verlichten ? Y. (J/ei een uiiinlitcli, niet vreemd aan smaad). Verlichten? Wel.... je wc2t toch wal hoe ik dat doo Van achteren Een schamplicht over den rug van cle koeyen. Vin-je d.at niet goed ? X. (üld ccn iratin in 't oog, slaat hij Y op zijn schouder) Dat weet je toou wel. Ik vind hot uitmuntend. Heb is pittig en petilmnt. 't Zou jammer wezen, als jo dp.ar afstapte.... en je hebt het al zoo dikwijls gedaan,.... dat het kan j« haast niet meer mislukken, Je hebt een nieuw gcnrs geschapen. Y. ((jiimuichi) Je overdrijft. I. Weet jij nog, K., wat aan de beurt is? K. (XaJcuke-inl.) Js hebt toen twee stukken te gelijk onder handen gehad Het J;;atst hcb-je nog gewerkt aan dat echuurtjcn mot het gewone vettige licht vau de rechter hand, en daar zat ze aardappelen te schillen. I. J;>, me dunkt voKcheitlenhcil behaagt... dan nu maar weer de ko-.iiTivn bnutl'iau. (Tot ccn oud vroxiv'je») Griet jen, ga maar rois staan, zoo half met io rug naar mo toe, en dan hier aau deze tafel. .. als'i niet te laag ie... en dan hou-je ja maar net of je schuurt. Grietje. Zo:> meheer. Best mshecr.. heel Lest... Ik wa°s, in me jonge tijd, met droog on nat echuru een hcele bol... Heel best. Maar ik zul d t r bij motte th'an... en ziet uwe, mehcer, de oudei'dane die wille precies zoo nic mcüi' voor?. K. Zo heeft gLÜjk, I. En buiten dat ik. vind aardat.pelenschiller1, dia c;!-.'le, voedzame aardvrucht.... Bildordijk mug er nog zoo veel. on schelden.... eigenlijk nóg interessanter dan ketslsehui'en. I. Ja, je hebt gelijk. Goed, ga daa je gang maar, Griet; hier is de bak, en daar de pot. (11 ij scJtciai de levensgroote beeltenis, ten voeten uit, van de aardappelenschilder.) 23 Okr. '85. Alb. Th. WAT DE MUNTTOREN VERTELDE. Een droom. Eeftige dagen geleden myne goede geboortestad, de stad der burgerij aan Gijsbrechts erf ontsproten", weder bezoekende, was het mij bij het overgaan der Muntsiuis telkens een oprecht Amsterdammer wandelt dik wijls in de laue, alias de Kal verstraat?opgevallen, hoe vreemd die Munttoren van alle steun beroofd, naast dat getimmerte, hetwelk volger s een gees'.ig op merker veel gelijkt op het, paardenspel van Blanus in opbouw, er uitzag, hoe eenzaam als de wachter Siona hij daar aan den waterkant stond, uu het oude logement op welks eerste verdieping men des Maan dags, zooveel menschen, boeren en burgeiiui ten voeten uit kon zien zitten aan kleine tafeitjes, al etende en rockende of de krant lezend, is verdwenen. Het is vreemd, maar ik kan dat idee niet uit mijn hoofd zetten van dien Munttoven zonder Munt. Op een nacht, toen ik weder iii de stad myner inwoning te bed lag, en nauwelijks was ingeslapen, werd ik eensklaps uit mijn slaap opgeschrikt door de woorden : ik bin soo duiselig," die mij met een dof en brommend geluid in de ooreu klonken maar in echt Amsterdamsen, dat ik zoo gaarne hoor (vooral sinds ik ge lezen heb, wat ook wel mogelijk is, dat de uitspraak der Amsterdammers van de e als i in ben het cotisme der Nieuw Grieken verklaart. 1) Ik werd wakker, wie kon dat zijn ? Die stem had ;k nog nooit gehoord, ik zie op, ea daar staat me in levenden lijve met klokkentoron en al voor mijn bed de munt van Amsterdam. Pijlsnel schoot me de gedachte door het hoofd: Hoe is die me achterna gereisd? Ik bin de munt van Amsterdam, schrik je van mo ?" Zoo klonk het uit do gaten van den klokkentoreu. .,Je hebt me 200 dikwijls met belangstelling en medelijden aangekeken, dat ik dacht, uiijri bezoek zou u niet onwelkom wezen; ik kon alle-en met denlaatstea

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl