Historisch Archief 1877-1940
No. 436
BE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
van een Barnmn, die er den dwerg Torn Pouce vertoont tegen een entree
van vijf francs, welke de Parijzenaar gaarne betaalt, ofschoon hij op iedere
kermis voor twee sous een dergelijk wangedrocht zou kannen bekijken.
N» de monsters komen de koopwaren, uitgestald in de hoog-opgebemelde
magazijnen van fes Villes de France, die een tijdlang letterlijk het
pointde-mire onzer goede stad uitmaakten en voor het nee plus ultra van
grootsche en weelderige inrichting werden gehouden. Tegenwoordig zou
men die Villes de France wel een aardig stadswinkultjo noemen.
Dan wordt Frascati weder een danszaal onder directie van Arban.
De danskunst wordt straks verwisseld voor andere vrije kunsten, waar
onder, volgens het gerucht, voornamelijk het spel moet verstaan worden.
Het duurde ten minste niet lang, of die Cercle les Arts libéraux werd
gesloten en Frascati stond weder leeg. Nog heeft men er allerlei dingen
beproefd, inzonderheid zwemmende dames en schilderyen-tentoonstellingen.
Maar die dingen bleven kwijnen. Eindelijk en ten laatste weder voor
hoe lang ? zal Terpsichore er weder een altaar vinden, met Métra
tot opperpriester.
Men spreekt gaarne van teekenen des tijds.
Welnu, zie hier een teeken, dat al heel gekke dingen van onzen tijd
weet te zeggen.
Een achtenswaardig koffiehuishouder krijgt me daar een echt vader
landslievende ingeving. Hij laat op de marmeren tafeltjes, die zijn caf
versieren, den naam van beroemde bezoekers'beitelen, ie onder het genot
van een glaasje van dit of dat, in zijne inrichting hunne gloria heb
ben gesavoureerd.
Die marmeren gedenkteekens volgen wel elkander maar gelijken niet
op elkander.
?Eértjjds werden in de wanden van een Pantheon de inscripties
uitgafaouwen, die bestemd waren om de gedachtenis van nationale beroemd
heden te vereeuwigen.
Tbaris wordt dat in de kroeg gedaan.
En de kofüehnisknecht 'zal eiken dag met een dood gewoon servet de na
men dier notabiliteiten reinigen van de daarop gemorste koffie- en
borreivlekken!
Zoo leert men zijn geschiedenis onder een glas bier!
De poging is zonderling en hoogst stichtelijk tevens. \Vij worden toch
naturalisten in alles en overal. De Parijschc Guides der toekomst zullen
zeker verrassende mededeelingen bevatten. Men za\ er b. v. in kunnen lezen
Vooral tiet te vergeten een bezoek te brengen aan de Brasserie des
Odalisques. De vierde tafel links van de deur is gewijd aan de nagedach
tenis van onzen vooitreffelijken romanschrijver' ? ". die daar iederen avond
zijn twaalf pijpjes onder het genot vau twintig glazen Beiersch kwam rooken.
Van daar begeeft men zich naar de kroeg Van Belleville met het
uithangbord Alt mastroqiiet réformateur. De kastelein heeft daar opzijn
toonbank laten graveeren het sprekend gelijkend portret van den be
roemden X.... door zijn politieke avonturen hoogst, populair geworden,
en vertegenwoordiger in de Kamer van de Démolitionisten,-Ao nieuwe
school, waarvan tegenwoordig ieder den mond vol heeft."
En zoo verder.
Met de reden verandert ook de vorm van beroemdheid. Dat is volkomen
in' den haak! A. B.
LETTERKUNDE.
PAUL MARGUERITTE.
E e n e proeve van naturalistische kritiek.
; door FRANS NETSCHER.
III.
Ofschoon Paul Margiteriite nog jong is en weinig geschreven heeft, zijn
drie werken voldoende om zijn temperament te leeren kennen. Dit tem
perament is zóó sterk ontwikkeld en zóó sprekend, dat het zich met
kracht aan onzen geest opdringt en den indruk, welke wij van de lezing
zijner boeken medenemen, niet meer uit onze herinnering kan gewischt
worden. De geheele Margueritte-boekërjj bestaat uit: Pierrot assassin de
sa- femme, eene pantomime, Man Per e, délevensbeschrijving van zijn va
der en een pbysiologische roman: Tous Qaatre.
Paul Marguëritte heeft niet alleen een sterk sprekend temperament,
maar hij ia bovendien een oorspronkelijk artist. Ziehier het bewijs voor
beiden. Op nauwelijks twintigjarigen leeftijd schreef hij de genoemde
pantomime, niet met het alledaagsere doel'om het publiek over de kluch
tige avonturen van Pierrot en Colombine te doen schaterlachen, maar
met het ernstige en vreemdsoortige voornemen, zooals alleen in het hoofd
van een oorspronkelijk kunstenaar kan opkomen, om eene tragedie te
maken van het leven der twee pantomime-belden. De inhoud kan samen
gevat worden in de beide .volgende versregels van Gautier.
VHistoire dn Pierrot qui cUatonüla sa femme,
Et lui fit de la sorte, en riant, rendre l'ame".
De pantomime wordt alleen door Pierrot gespeeld. Hij komt te huis
van de begrafenis zijner vrouw, bleek, vermagerd, met holle kaken, als
een spook, zooals men nog nooit een Pierrot op de planken heeft gezien.
Het tooneel stelt de sterf kamer van Colombine voor, met een bed op den
achtergrond, in het half duister, waar de schimachtige gestalte van Pier
rot zich akelig wit in beweegt. En bg het bed zijner vrouw gekomen,
worden opnieuw de herinneringen aan het gebeurde bij hem wakker, en
overweldigd door zijne aandoeningen, onder den drang eener onweerstaan
bare behoefte om mede te deelen wat hem overkomen is, begint hij in
gebaren het voorgevallene te verhalen. Colombine was hem ontrouw ge
worden. Pierrot wilde haar straffen en verzon een duivelsche, helsche
pijniging. Hij bond haar op het bed en begon haar aan de voetzolen te
kittelen, zoolang en zoo hevig, dat zij bewusteloos werd en onder de
marteling stierf. Vervolgd door de herinneringen, die zich meer en meer
verlevendigen, spookachtig in zijn witheid, speelt hij het publiek het
doodstooneel zijner Colombine voor, werpt zich op het bed, trekt met zij».,
ledematen alsof hij gekitteld wordt, schreeuwt en gilt in een
denkbeeldigen doodstrijd, vliegt overeind, ten prooi aan een razernij, drinkt uit een
flesch, die zich op het tooneel bevindt, put zich uit, vermoeid, half krank
zinnig, drinkt nog eens en nog eens en slaat eindelijk achterover, ster
vend op de planken. En het scherm valt. ?
Het is onmogelijk den indruk te beschrijven, welke deze pantomime 2elfa
bij lezing maakt. Men kan haar niet verhalen; men moet het stuk lezen '?
of zien. Het is een verschrikkelijke tragedie.
Paul Ulargueritte heeft deze pantomime altijd zelf gespeeld, en bij gebrek
aan een schouwburg om haar op te voeren, vertoonde hij haar in zijn '
woonplaats, op een ouden hooizolder, voor boeren, koetsiers en vrouwen
uit het volk, een publiek van de straat, dat ernstig toekeek en niet begreep.
Uit dit feit leeren wij den schrijver kennen. Ten eerste bezit hij een
oorspronkel ijken geest de keuze van zijn stof bewijst het;-^-ten tweede
heeft hij een dramatisch talent van hooge waarde, want er worden meer
dan gewone bekwaamheden vereischt om een dergelijk onderwerp zoo
meesterlijk te behandelen als hij het deed; en ten'derde is bij artiest in
merg en bloed.
Hij leeft voor zijn kunstwerk, gaat er in op, bezielt het, genietenJ
?voor zich zelven; het is hem niet om eenig succes te doen; om de bijvals-
botuigingen van het publiek bekommert bij zich niet, maar h\j toeeft hét- ?
kunstwerk lief om zijns zelfs wille. Hij heeft een tooneel noödig, n m *
de onmogelijkheid er zich een te verschaffen, stelt bg zich met eenouden'''1
hooizolder tevreden; om publiek te krijgen, zet hij de straatdeuren open;
en zelf maakt hij zijne koelissen. Maar dit alles telt voor h'em niet;
fajj-"denkt niet om zijn publiek, noch om zijne gebrekkige koelissén, want hy '
leeft in zijn rol, als een tweede leven, en als het scherm is neergelaten,
komt hij eerst tot het bewustzijn zijner werkelijke omgeving terug. Men .
ziet het; Marguëritte is een kunstenaar van het zuiverste water, 'iemand ?
die voor de kunst leeft, een fanatist van het schoone. ''-..?
Hij behoort tot het geslacht der Gautkr's en der de Goncourfs, wier
devies luidt ,,1'art pour l'art"; het zijn de fijnproevers der kunst, die het
ongeluk mee ter waereld brengen, slechts door weinigen begrepen te worden
en bij hun dood eenige onschatbare kunstwerken achterlaten, welke Van
het nageslacht de lauweren ontvangen, hun door hunne tijdgenooten
onthouden. Deze kunstenaars met een uiterst fijnbewerktuigd zenuwstelsel
leven, en zijn artiest, door hunne zenuwen. Als regel kan men aannemen,
dat het dunbloedige menschen zijn, die juiat door deze fysologische eigen
schap hunne bijzondere bekwaamheden als kunstenaar verkrijgen. Een
feit is het, dat bij dunbloedige menschen de zenuwtrillingen veel- sterker
dau bij dikbloedigen worden overgebracht, en daar de artiest grootendeels
ee^ gevoels-leven leidt, is het duidelijk, dat tengevolge zijner
dunbloedigheid dit gevoels-leven veel intenser dan bij andere menschen is. De gewaar
wordingen en aandoeningen planten zich bij hem veel sterker dan bij
niet-artiesten voort, de zenuwtrillingen zijn heviger dan in normaal ge
bouwde organismen, en zijn zenuwstelsel is voortdurend in een gespannen
toestand. Voeg hierbij, dat de natuurlijke aanleg menigmaal door veelvuldige
oefeningen nog verscherpt is geworden, zoodat de gevoeligheid zijner
zenuwen tot de uiterste grens van mogelijkheid gebracht is.
Hierdoor wordt een artist als Marguerilte spoedig en hevig door de in
drukken der natuur getroffen, en natuurtafareelen of toestanden, welke
een ander zonder aandoening zou voorbijgaan, bewegen hem en leveren
hem stof voor zijne kunstwerken. Hij geniet van de bijna onnaspeurlijke
fijnlieden der natuur en blijft in bewondering voor iets staan, als ande
ren doorloopen, zonder zijn genot te kunnen begrijpen. Het gevolg hier
van is, dat het groote publiek de verfijningen en de groote, innerlijke
waarde van dergelijke kunstwerken niet vat, ze niet leest, en daardoor
den artiest een kleinen kring van lezers bezorgt meestal alleen- uit
kunstenaars bestaande bij wie hij hoog staat aangeschreven, terwijl
bij bij het publiek onbekend blijft.
Het zijn echter niet alleen de schoone z\jden der natuur of de aange
name kanten van het leven, die zich in den geest van zulke artiesten met
bijsondere kracht weerkaatsen; ook de keerzijde van ons bestaan gevoelen
zij met groote intensiteit. Het materieele van het leven is menigmaal reden,
dat de fijngevoelige kunstenaar er zich van afzondert, achtervolgd door
het schrikbeeld der werkelijkheid. En eindelijk zijn ontevreden en onge
lukkige stemming niet meer kunnende verbergen, rust hij niet voor
hij er zich van ontlast heeft. Een kunstwerk wordt geboren, waarin
de artiest zich van zijne opgekropte grieven tegen de maatschappij be
vrijdt. Dan eerst voelt hij zich verlicht, en kan hij met helderen geest
met de vorming van nieuwe kunstplannen voortgaan. Van dit verklaar
bare verschijnsel eens artiesten-temperamenten, zijn meerdere, voor
beelden aan te voeren: Gustave Flaubert, de gebroeders Se Gort'
court, en Huysmans kunnen dit getuigen. Zij allen verachten de maat
schappij met have domheden, aanmatiging, geest van navolging en
onbekwaamheid, het ware talent op zijn juisten prijs te stellen. Gewoonlijk
zijn zij de verschoppelingen van tijd, waarop zij minachtend neerzien,
maar tcih kunnen zij niet tot rust komen, aleer zij hun gal hebben
uitgespuwd.
(Slot wlgi).
PAEFS NIEUWSTE ROMAN.
Gelimer, Historischer Roman aus der
Völkenwanderung (a, 534 n. Chr.) von
Felix Dahn. Leipzig, 1885.
Gelimer, de laatste koning der Vandalen is de hoofdpersoon van den
nieuwen roman van Felix Dahn. Dit boek is het derde van de serie kleine
romans, welke Dahn aan den tijd der volksverhuizing ontleent. Felicitas
en Bissala gingen vooraf, 't Vorig jaar liet de schrijver deze serie tij
delijk rusten om in Die Kreuzfahrer zijne lezers in den tijd van keizer
Frederik II te verplaatsen. Wellicht dat de gevierde romanschrijver
begreep, dat eenige afwisseling niet kon schaden, 't Aantrekkelijke in
Dahn's roman heeft zijn schaduwzijde.Weinigen zullen met hetzelfde talent