De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 8 november pagina 9

8 november 1885 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

No. 437 OS AMSTERDA5IMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Het tweede bedrtff opent weder met tal van bgpersonen, die elkander over '«laadt toestand, en 's koning» letenswij* onderhouden. Dan komt echter de froote scène vol dramatisch effekt. Salome laat door haren man de koningin «anklagen, dat zij haar geslacht boven dat des konings getofctnd beeft; tijerodes, in toorn ontstoken vóórdat de naam der schuldige genoemd is, verdedigt Mariamne», zoodra deze verschijnt. Salome gaat voort en rept van het geval van den vorigen avond. Soëm, door Antipater op gezet, ontkent «lies, zoodat het hof moet geloo ven dat Mariamne een anderen minnaar heeft doen ontvluchten, en ofschÜon Glycera vol schaamte bekent, dat 2|j Soëm wachtte, men houdt hare getuigenis voor een list om de ko ningin te redden. Herodet, Strijdend tusschen liefde en jaloezie, zendt allen Weg ett ondervraagt Mariamne, die het beneden zich acht, zich te recht vaardigen; hij verlaat haar, rampzalig en besluiteloos. Het darde bedrijf geeft een origewachte wending. Soëm is gevlucht. Salomo komt het den twijfelenden Herodes mededeelen en vuurt zijn arg waan door welberekende woorden aan; Antipater echter, geslingerd tus?ohen den eed, aan zijn moeder afgelegd, en de liefde voor Mariamne, legt voor den koning getuigenis af, dat het werkelijk Soëm geweest is die Glyoera kwam zoeken; na deze verklaring echter met Mariamne alleen gebleven, Jrtort de jongeling voor haar de bekentenis zijner liefde uit, en is, door hare afwijzing bitter gekrenkt, tot alles bereid. Het vierde bedrijf voltooit zijn wraak. HO heeft weten te bewerken dat Mariamne ook den koning verafschuwt, door haar een vreeselijk geheim te doen openbaren. Herodes, door liefde en jaloezie verteerd, heeft, zeven jaren vroeger, toen hij ten oorlog trok, aan zijn broeder bevel gegeven, .ingeval hij mocht vallen, Mariamne te doen vermoorden, opdat zij geen ander ton toebehooren. Mariamne, die Herodes waarlijk liefhad, bemerkt na,'.dat n}j aleohts haar lichaam beminde, en wendt zich met walging van bent af. Als Salomo in haren laster verder is gegaan, en Herodes heeft doen gelooven, dat de Macchabeesche met Antipater tot zijn dood heeft saamgezworen, antwoordt Mariamne vol trots en verachting en de koning doet baar ter dood brengen. De vervloeking waarmede zij afscheid neemt, ia in zeer achoone verzen vervat In het naspel ontvangt Herodes de straf voor zijne euveldaden. Hij l* ottd; hy heeft Mariamne's zonen doen dooden; Antipater, die naar Home gevlucht was, heeft getracht hem te vergiftigen en zich in een valstrik laten vangen. Men laat een ter dood veroordeelde van den wijn, die voor den koning bestemd was, drinken; zyn korte doodstrijd en Antipaters bekentenis, dat hij al de rampen over zijn vader gebracht beeft, berooven Herodes van het verstand. In het slottooneel herhaalt hij, tot het bewustzijn teruggekomen, Mariamne's vloek; Menahem de Esseër komt hem zijne profetie uitleggen, de Judeëers bestormen zijn paleis en bespotten Zijn doodstrijd. De*e lange analyse, die niet korter zijn kon, zal doen zien, dat het drama Herofos met grootsche grepen in elkaar gezet is, dat zoowel treffende karakters als op'bekwame wijs aangebrachte tooneelen er niet in ontbreken. De dichter Maaldrink heeft vooral de groepen met talentvolle hand Verdeeld; het' koninklijk paar is er omringd door de valsebe vrouwen, wier n\jd en haat gemotiveerd is, door veldheeren, wier rol in de korte Schets niet vermeld werd, door dienaren en verwanten, allen behoorlijk gekarakteriseerd en noch te veel, noch te weinig in het licht gesteld. De groep der labbijoen, de groep der soldaten staan weder verder; dit alles is met zorg geschikt. Een ander deel van het geschreven treurspel is echter de taal, en deze EOU voor de opvoering, zoowel als voor genietbare lectuur groote wijzigingen behoeven; voor de opvoering zouden deze gemakkelijk te maken zijn. Een zonderlingen indruk maakt reeds een stuk dialoog, in gebonden en ongebonden stijl dooreen, ala het volgende: (Boom) Zoo *as mijn gissing juist. Welaan! Toor 't oor des boezomvriends zij geen geheim! Weet, «roet dan: ik bemin. (Antipater) 't Zal wel niet de eerste beer cljn, dat jou zoo iets overkomt, ouwe jongenl (Soëm) Helaas! welk hart Welk vurig klopp»nd hart is te allor tijd Zijn awalAeid zich bewust? Het is hier nog wél de tragische persoon, Antipater, déwreker zijner moeder, die in zoo gemeenzaam proza spreekt, terwijl Soëm, de comparse zich in verzen uitdrukt. De taal der Soldaten, aan een negentiendeeeüwseh Wachthuis ontleend, zou op de planken onmogelijk aan te hooren 2ijn. Als Doris, déverstooten koningin, een soldaat, die haar aanspreekt, afstopt, klinkt het Van een der anderen: Na, ik Was er niet zoo gauw van doorgejast, als die Idumeesche haas! Zoo'üouwe snoeper! -Maai1 ook in de verzen komen, o. a. in het kenschetsen van Herodes' hartstocht, zinsneden - voor, waarin ruwheid voor kracht moetldoorgaan. Bit alles ayn echter détails, die voor eene opvoering door bespreking met eeae smaakvolle en beschaafde directie zouden vervallen. In andere gedeelten is de dichter zeer goed geslaagd en houdt de toon van zyne tirades geleken tred met het tragische der toestanden. Als Mariamne hem gevloekt heeft, zegt Herodes: Weg I weg! Gesmaad, vernederd door een vrouw} Veracht, gevloekt door haar! O Mariatrnel Een» 't oog mijns eoga en ziel van mijne ziel f Een vronweninoorder ik, een kinderbeull fej) God en al Zijne eng'len! dat's gelogen,! >at's «reed, dat's bitter wreed gelogen! Zie, tk gaf den buit van heel mijn handelsvloot, Gaf al het goud van Ophir's rijke mijnen, Gaf willig 'n werelds schatten, alle, alle, Kon ik van ganscher hart' haar haten met Een haat, zoo fel, zoo diep, zoo grond'looa diep Dat daar eens Kaïns haat in 't niet bij zonk. Ja, dat de Hemel op zijn zuilen trilde En de Aard' zich aidd'rend boog, van angst verplet! Maar 'k min haar DOK l Haar nu nog laiuaen l Heen l Geen zwakheid meer, Eerodes! treed den worm, Die sohaamt'loo» aan uw koningseer dorst knagen I Dwaast Is niet d» een» vrouw aan d'iar gelijk? Wat is een vrouw ? Wat zijn er honderd, duizend ? Een speelpop slechts om zonen bij te wekken, Dia erfgenaam eens zijn van 'a Vadera roem! Toch, deez' was schoon als 't blozend morgenrood Dat schuchter zich tsr kimme nauw vertoont; Nog schooner, toen zij prijkt' in middagglans, Als Sarous rooa, die zaoht baar geuren spreidt; Maar 't schoonst daar straks, d'ontemb're zee gelijk, Wanneer ze in woesten toorn haar golven zweept. Bat Zijn niet meerder vrouwen schoon als zij? Blaar deez' is toch iets anders, toch iets meer, Is edelsteen, all' and're kralen slechts. Zij, zij's alleen Herodes' liefde waard! En 'k wierp die parel weg, ik zinneloozet Wat let m', ik kan haar nog beminnen, nog I 'k Sluit haar met zorg in engen kerker op, Daar wil 'k haar vrijen, als de leeuw zijn braidi Wat deert mij haar verachting, wat haar vloek, Als zich mijn blik verzadigt aan haar schoon, Als heel mijn ziel in lonter wellust baadt I Zij leev'l zij loev'! (D» officier) Het vonnis werd voltrokken. (fferodes). Te Iaat l Te laat! (Antipater). Moedert gij triomfeert! Het tooneel met de rabbi's, de groote scène der beschuldiging, d« ge sprekken waarin Herodes zijn twijfel uitdrukt, Mariamne's rol bevatten ook zeer schoone verzen. Het treurspel van Maaldrink is, hoever ook van litteraire volmaaktheid verwijderd, ongetwijfeld een merkwaardig ver schijnsel in onze letterkunde, en toont, dat deze het recht heeft van den bard uit vrello iets te verwachten. Searamouche, XXXV. BALZAC ENÜET GELD. L De meeste groote kunstenaars hebben geldverlegenheid gekend aan enkelen, o. a. Daudet, is de fortuin reeds spoedig gunstig geweest, maar v$or het meerendeel zijn de goede jaren eerst heel laat aangebroken. Niet een heeft echter zulk een 2waren, bitteren strijd doorgemaakt ala de schepper van La Comêdie humaine. Zijn geheele leven heeft hij ge* worsteld om er boven op te komen, en voortdurend werd hij weder onder zijn schuldenlast bedolven. En ware hij niet kort voor zijn dood met da rijke, Russische gravin Hanska in het huwelijk getreden, Balzac zou niet Bonder schulden den eeuwigen slaap zijn ingegaan. Om aan zijne financieele verplichtingen te kunnen voldoen, werkte hij jaren achtereen van vijftien tot twintig uur daags, en deed Wonderen. Le Secret des Euggieri werd in n nacht geschreven, La Vieïlle Fïiït in drie nachten, La Perle Irisée in enkele uren, de roman Ctsar BirotteaM ce poème de la faillite", als Jules Chriatophe het noemt, in vijfentwin tig nachten. Van 1827 tot 1349 gaf Balzac zeven en negentig werken uit, die te ramen meer dan dertig duizend octavo bladzijden uitmaken. Daarbij komt nog dat zijne romans hem ongeloofelijk veel werk gaven, o. a. door las hij voor Serapliita de werken van Saint-Martin, Swedenborg, BOUTguignon, Mme Guyon en Jacob Boehm, welke te zamen ruim honderd defilen vormen. Geen wonder dan ook, dat hij in Juli 1832, van tut Touraiae (waar* heen hij gereisd was om aan zijne schuldeischers te ontvluchten) aan zijne moeder schreef: Tu me demandes de t'écrire en détail; maïs, ma pau* vre mère, tu ne sais 'done pas encore, comment je vis? Quand je pais crire, je fais mes manuscrits, quand je ne fais pas mes manuscrits, j'y pense. Je ne me repose jamais. Songe donc, que j'ai trois cents pages de manuscrit a faire, a penser, a crire pour te BatailU!" Que j'ai cent pages a ajouter aux Conversations, et qu' a dix pages par jour, cela fait trois mois et a vingt, quarante cinq jours, efc qu'il est physiq'uement - impoïsible d'en crire plus de vingt, et que je ne demande que quarante jours, et que pendant ces quaranto jours, faurai les prenves de Gosselin. Het is waar, dat andere auteurs, o. a. Dnmas père, ook bergen boeken hebben geschreven, maar hunne werken, slordig samengeflanst, zijn thans onder dikke lagen stof bedolven, of wel tot den rang van keukenmeiden* lectuur afgedaald. Met Balzac is dit geenszins het geval. Zijn kolossale figuur Verheft zich boven allen aan den letterkundigen horizont. Gedurende zijn leven werd hij niet begrepen, belasterd en miskend (de drie voor naamste fransche critici van zijn tijd: Saint-Beuve, Jules Janin en Gustav' Planche hebben zijne werken steeds aangevallen) en eerst jaren na zijn dood heeft men ingezien, wat hij voor zijn land heeft gedaan. Zijn invloed op de moderne letterkunde is verbazend groot, en iedereen is thans over tuigd van de waarheid van Taine's woorden, dat men om Balzac's gelijke te vinden, tot Shakespeare moet teruggaan. In een meesterlijke studie, die in Les Romanciers nattiralistcs voorkomt, beeft Zola La Comêdie Humaine vergeleken bij een toren van Babel, que la main de l'architecte n'a pas en, et n'aurait jamais eu Ie tempa de terminer." De bouwmeester heeft voor grondstof alles gebruikt wat voor de hand lag, zoowel pleister als marmer, steeds vol haast werkende. Enkele ge* deelten zijn spoedig ingevallen, maar het marmer is ongeschonden ge bleven, en het reusachtige gebouw staat nog stevig op zijne grondslagen. Mêrae dans un avenir lointaiu, si quelque vent terrible, en emportant notre langue et notre civilisation, jetait par terre la carcasse de l'édifice, les décombres feraient sur Ie sol une telle montagne, qu'aucun peuple ne pourrait passer devant eet amas sans dire La dorment les ruines d'un monde." Hst is werkelijk een wereld die Balzac heeft geschapen. Meer dan twee duizend personen spelen een rol in La Comêdie Humaine, en de groote kunstenaar heeft hun allen het leven ingeblazen. Le Père Goriot, Lucien Rubempré, Ie baron Hulot, Le Père Grandet, César Birotteau en zooveel

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl