Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
gsu
aan de organen' der Duitsche pers overvloedig stof tot politieke
beschouwingen.
De Duitsch-vrijzinnige parlij heeft wederom verscheidene zetels
moeten prijs geven, ofschoon hare woordvoerders en overigens
alle liberale krachten van den eersten rang zijn herkozen, zoodnt
haar invloed op den gang van zaken, hij moge dan niel overwe
gend zijn, in elk geval biijft gewaarborgd. Opmerkelijk is het feit
dat niel de middenpartij, doch het zuiver reactionair conserva
tisme de meeste winst heeft behaald. Aan eene conservatieve
meerderheid, die in den vorigen Landdag nog 32 stemmen te
kort kwam, zullen bij de nieuwe samenstelling niet meer dan l b'
stemmen ontbreken.
*
* »
T£ Spanje blijft, ondanks alle pogingen om den waren staat yan
zaken verborgen te houden, de toestand van bedenkelijkcn aard.
Koning Alfonso is nog steeds zeer ziek; het hof heelt zijn ver
blijf verlegd naar het kasteel Pardo en de koning zal een deel
van den winter in een nog zuidelijker luchtstreek doorbrengen.
Zijn uiterlijk is lijdend en afgemat, en slechts zelden krijgt men
hem te zien.
De republikeinen vermeerderen hunne inspanning, en schijnen
zich gereed te maken, een eventueel ledig komen van den troon
terstond met een opstand te doen samengaan. Generaal Lopez
Dominguez, bij het Spaansche volk zeer bemind, wordt van ver
schillende zijden aangemoedigd, zich aan het hoofd der republiek
te stellen. De regeering neemt alle voorzorgsmaatregelen die
mogelijk zijn; zij manoeuvreert met troepen, gendarmerie en
politie; hare zwakte is echter voor een deel gelegen in den zeer
revolutionairen geest, die het leger zelve kenmerkt. Telkens ont
dekt men kleine complotten, en het door de regeering zoo ge
vreesde woord vronunciamento zweeft op ieders lippen.
. * *
De Oostersche quaeslie biedt een schouwspel van de
schromeHjkste verwarring; schier lke dag brengt nieuwe verwikkelingen
en gevaren. De conferentie, die te Constanlinopel hare
bijeenkomsten houdt, heeft nog geene resultaten opgeleverd. De oppositie
tegen het voorstel der drie keizerrijken, die herstel vragen van
den status quo ante, komt zooals bekend is hoofdzakelijk van de
zijde van Engeland, dat de unie van Noord- en Zuid Bulgarije
onder den scepter van vorst Alexander in bescherming neemt.
Intusschen wacht Rusland het prestige der mogendheden niet
af, om het gezag van vorst Alexander op alle mogelijke wijnen,
zoowel openlijk als in 't geheim, te ondermijnen. Vooral de jongste
maatregel van den Czar, die den Bulgaarschen vorst schrapte van
de lijst der Russische generaals en hem het bevel over het 13e
bataillon scherpschutters ontnam, moest dienen om den gehaten
Kallenberger, die door zijn vermetel optreden den Russischen in
vloed op het Balkan-schiereiland zulk een gevoeligen slag dreigt toe
te brengen, zooveel mogelijk te vernederen en machteloos te maken.
Elk woord, dat ten gunste van vorst Alexander wordt gesproken,
krijgt thans de betcekenis van eene daad van vijandschap tegen
den Czar.
De ngelsche regeering had haren wensch, om vorst Alexander
te handhaven, reeds- hef haalde malen uitgesproken; het was een
Tolitiek geheim, dat Koningin Victoria iedere beleediging, den
broeier van haren schoonzoon aangedaan, op de pijnlijkste wijze ge
voelde. Onder die omstandigheden heeft de daad van den Czar
tusschen Engeland en Rusland eene spanning doen ontstaan, die
voor. den loop der onderhandelingen te Constantinopel bijzonder
weinig goeds belooft. De resultaten van de zittingen, die de con
ferentie tot dusver heeft gehouden, zijn daar om de juistheid dezer
opvatting zoo duidelijk mogelijk in het licht te doen stellen.
».
Graaf Schimmelpenninck interpelleerde de Regeering over de concessie
aanvraag van Jonkheer Hora Siccama, voor den aanleg eener zeehaven
te Scheveningen.
Met welk doel?
Wat de Graaf vroeg had de Jonkheer hem reeds te voren kunnen be
antwoorden.
Waartoe dan den omslachtigen weg gekozen van een interpellatie?
Och, men mag toch ook wel iets voor zijn kiezers doen. Nu, in dat
opzicht kan de graaf gerust zijn.
Der Graf hat seine Schnldigkeit gethan, der Graf kann. . . . bleiben !
Dinsdag, bij zijn eerste ontmoeting met de Kamer, ter verdediging van
een wetteke betreffende zijn Departement, werd de heer Gericke door
den heer Verniers van der Loeff gewogen.
Hg bleek in het debat niet beneden do gemiddelde zwaarte van
marinespecialiteiten te zijn.
Maar tocb was hij op 't punt van te licht te worden bevonden.
De Minister begreep niet dat 't te doen was om zijn krachten te meten,
toen de heer van der Loeff, hem geen verwaten makende -over de
wersclirijdin? van begrotingscijfers door zijn voorganger, hem toch waar
schuwde voor navolging van dat voorbeeld, zij 't ook in bedekten vorm.
De Miuister had flink van zich af moeten slaan en bij 't weerleggen
van den scltiju alsof hij ook reeds een weiniffje van de kwaal zjjner voor
gangers had, geen zweem van angst moeten toonen in den vorm van een
belol'tn om beter op te passen. .
De heer Gericke gaf geruststellende beloften, heel lief, maar :heel
onbedacht. Tweemaal zulk een bewijs van gehoorzaamheid en men
werpt hem over boord!
Het kan verkeercn.... ??' , ?-???- ? ?>
Bij de Indische begrootingsdiscussie waren betuigingen van teleurstel
ling, door dea Gou ver-Géneraal van Rees zyn ouden vrienden berokkend,
schering en inslag. ' '...???
Ontrouw aan de koloniaal-liberale politiek, ontrouw aan zijn programma
van 18Ö3-werd hetntverweten. -- ? ' >
W. van Dedera en Van Gennep,teleurgesteld door Van Hees^wiebad
het mogelijk geacht?' '- : ' .' . ? ??'
Wie? 'De heer Sprengèr van Eyk. Alle» losttézich toch maar op ia
de vraag: wat liberale koloniale politiek is! Zij, die onder de vlag van
den heer van Rees meeliepen, begrepen er niete van. Want nu blijkt
het pas dat de heer van Rees iets andera wilde dan zjj.
Dat men dat nooit heeft bemerkt, toen de vrienden nog bgeen waren!
Misschien heeft de heer van Kerkwijk de wftre berale koloniale poli
tiek juist gevat.
Hy pleitte voor zuinigheid in Indiëbehalve met betuigingen van
liefde omdat Nederland ten slotte voor rente en amortisatie moet
opdraaien.
Geen ontginning van de Ombiliën-Irolenvelden; geen spoorwegen; geen
verlaging van vrachten voor de nijverheid. Ambtenaren die zulke dingen
vragen, moest men ontslaan.
Als dat de ware koloniale liberale politiek is, dan beware de Hemel de
koloniën voor deze viijzinnigheid, die by verschil van naam, precies den
familietrek heeft van het uitzuigend conservatisme van weleer.'
Nog eens constateerde de heer Rutgers duidelijk, kort en krachtig, dat
de Atjeh-blo>kade nutteloos en de daarvoor besteede U/a milüoen weg
ge worpen geld was geweest.
Een ooguriblik zei de minister; maar we hebben er dan. toch mee
bereikt dat onze troepen niet langer door groote benden langs de kust
zijn bestookt. ? '
Precies maar dat was het doel niet. Het doel was door onderdruk
king van den sluikhandel in oorlogscontrabande uit de Straits de
kuststaten tot onderwerping te dwingen.
En het resultaat?
Dat we na eeu maand oprukten en ons in een geconcentreerde stelling
opsloten, waar wy miu of meer rustig afwachten wat de tyd ons brengen
zal.
Dat kan men voor minder dan l,1: millioen klaarspelen.....
Behalve de schermutselingen over de hooge politiek heeft bet debat
over de Indische begrooting al zeer weinig opgeleverd.
Alleen is vrij duidelijk gebleken:
dat het financieel evenwicht nog niet is hersteld en dat de lijst der
nieuwo laston dus nog wel niet zal zün gesloten.
dat de Rcgnering de vrijmaking van den bodem als een overbodige
luxo eu verlichting der lasten van de industrie als even noodelóos beschouwt;
dat de concessie-verordening nog altijd in do maak?de
Ombilienkolen-veld-ontginning in voorloopig onderzoek een school voor
inhtndsche vroedvrouwen overbodig ean schietschool voor 't Ind. leger onbe»
reikbaar het plan voor de verdediging van Indiëin bewerking de
reorganisatie van de oorlogsmarine in Indiëeen punt van ernstig overleg is.
Meer kan men waarlijk voor 't oogenblik niet verlangen. Deliberante
senatus pert Saguutum. . ???.,...
Lieflijk als altoos had de heer Keuchenius m et christelijke zachtmoedig
heid twee dagen zitten peinzen over den zachsten vorm om den heeren
van Rees en Sprenger van Eijk zijn vertrouwen te ontzeggen.
Eindelijk kwam het.
Ik heb wel begrepen dat de heer van Rees, toen hjj door dit Kabinet
werd benoemd, zy'n liefde voor den Javnan in Nederland zou achterlaten,
en alleen liefde voor den heer Heemskerk en zijn ministerie
naarBuitenzorg zou mcdenenen."
Van den heer Sprenger van Eyk heeft Indiëniets goeds te verwachten.
Jaren lang heb ik n in Indiën hier te lande tegen zy'üuitgebreider)
en daardoor te verderfelijker invloed gewaarschuwd." ,
Kan 't zachter ? O, christelijke liefde, uw naam is Keuchenins!
Behalve de koloniale politiek, besprak de heer Keuchenius ditmaal- bij
de Indische begrooting:
de wijziging van art. 194 der Grondwet;
de Liberale Unie in Nederland;
de dood van graaf van Lijnden;
de Congo-conferentie;
het conflict over de Carolinen-eilanden;
En dat alles in vijf kwartier!
De heer van Kerkwijk bracht welverdiende hulde aan de nagedachtenis
van graaf van Lijnden.
Zonder overdrijving liet hij aan de eigenaardige talenten van dien
Btantsman recht wedervaren.
Toch was er ironie in de herinnering dat van Lynden op
uitdrukke