Historisch Archief 1877-1940
r>v
Ifjh wrLwgwo des Konings tot den gravenstand en tot Minister van Staat
VM verheven. t ?
Ironie, niet, tegen den overledene. l
Maar «r z$n inderdaad ook personen, die elkander bij wijze
vanvrien^J^Wa^n^ Ministervan Staat maken.
H«n trol de hulde ala verwp.
Si'
4»'
, i UIT HET HAAGJE.
r,v,-'-'.-./"...- . .- LV. .. .
'"*? OOM wb'ist-krans is ntt voor-goed geregeld en mijn vriend Paradosis
heeft zich laten overhalen, permanent lid van ons clubje te wezen.
We hebben nu 'voor; vast een vierden man. Hij ontbrak ons inderdaad;
?' niet ? alleen omdat we nu ontslagen zjjn van dien op den duur toch ver
velenden blindeman, maar ook omdat, hu een even goed speler als aange
naam prater ut. Ge znlt misschien zeggen, dat een whist-speler de laatste
qualificatie wel missen kan, of liever, dat de kunst van zwijgen hem.
overeenkomstig den aard en den naam van 't spel, beter te pas komt
dan die van praten. Maar, mijnheer, we zijn zulke verwoede spelers niet,
of we leggen nu en dan de kaarten wel eens neder, en dan komt er later
ook een oogenblik, dat de inwendige mensch om versterking vraagt, en
ge' weet, evengoed als ik, dat het heel trivièl is, zooals de referendaris
zegt, te eten en te drinken zonder er bij te keuvelen eu, waar 't zoo te
pfta komt, onze afwezige kennissen en vrienden een veer te trekken.
Nu dan, onze vriend Paradoxus gaf verleden week zijn eerste avondje,
en hoewol h§'ons beloofd had, zich ten opzichte van de aan te bieden
spijzen en dranken alias verversching^n - te honden aan ons
pro; tframam, dat op' enigszjöt, economische leest iugeschoeid, hadParadoxiis
erg uitgehaald. Da referendaris die, ik moot het'eerlijk bekennen, de
zainigste ran ons clubje is, zette bij deze gelegenheid een allerzuinigst
c gezicht en verkjaarde, dat de heer Përèdüxus infrectie mukte op
dehuishóudehjke bépètogen ven oozen krens.
Paradoxus, van zyn kant, verklaarde dat hij, evenals Pilattis, zijn
han,:den in onschuld waschte; mevrouw Paradoxus had alles beredderd, niet
tegenstaande z(j; keunis ? had genomen van het gewoon menu van ons
kranke. Maar deze lieve vrouw had voor dat menu, dit konden we
vak dei hoeren Paradoxus' woorden vrij duidelijk opmaken, haar voor
naam neusje opgetrokken en tegelijk met veel klem verzekerd, dat zij
.niet verkoos'baar huis ^ te onteeren door den alloreersten keer dat haar
gemaal zjja vrienden bij zich ontving, hen te onthalen op een . . . kale
boterham". Dit moet de benaming zijn geweest, die ze gaf aan ons ge»
woon soupeetje, dat wel-is-waar 'geen festijn van Bolsazar is, maar toch
ook a»o kaai aiet, om er met zulk een geringschatting over te spreken.
Om kort te gaan, mevrouw Paradoxus, in blijkbare conniventie met
? -haar echtgenoot, had, goedgevonden ons, eenvoudige menschen, te over
bluffen met een fijn,souper, voorgediend uit fraai geschilderd, Fransch
porselein, en met fijn» wijnen nit.bestoven flesschen, te drinken uit glazen
van t fijnst kristal.
Evenals onze vriend de kullunnel, heb ik er altijd een hekel aan ge
had, zoogenaamde beleefdheden" aan te nemen, welke mijn beurs me
verbiedt-, te ypeoiprooéeroh", '?->- zooals de referendaris zich uitdrukt; maar
. Jk ben, «venals de kolonel, van nature tot practische philosophie- geneigd,
en; deze leert me, dat men, voor het fait-accompli staande, niet beter kan
doan, dan zich manmoedig in het geval te schikken.
: , Alzoo .deden we. 't Zou ook zonde zijn geweest, die fijne schoteltjes!
onaangeroerd'van tafel te laten gaan; en wat den fijnen wijn betreft-..
ge weet het: quand Ie vin est tiréil faut Ie boire. Ter eere van onzen
zuinigen referendaris moet ik constateeren, dat hij bij deze gelegenheid
-. een.mate van philosophüche gelatenheid aan den dag legde, die de onze
beschaamde. De zuinige uitdrukking op zijn gelaat maakte van lieverlede,
onder den invloed van de geurige spijzen en den edelen wijn, plaats voor
een milder en eindelijk, ollermildste expressie; zijn hoekig geelachtig ge
laat kleurde zich .met'een ongewoon blosje en zijn oog, dat gewoonlijk
niet meer uitdrukking heeft dan dat van een gesneuvelde schelvisch,
straalde met oogewonen glans. Ook kwam zijn tong op merkwaardige
wyze los en sloeg4 hg nu en dan op zijn Hègsch door, dat het een aard
had.
De -kullunnel, die zooals we weten, in gewone omstandigheden reeds
tamelijkveel praats heeft, nam al heel spoedig 'zijn blnfferig standpunt in,
en Paradoxus zelf verkondigde de meest krasse paradoxen die men be
denken kan.;
Ik beboor tot de menschen die gewoonlijk een stillen dronk" over zich
hebben, vooral wanneer ik in gezelschap ben van drukke praters, die huu
best doen om elkander niet aan het woord te laten komen.
; Welke zwaarwichtige onderwerpen er gedurende ons souper werden
behandeld, kan ik met juistheid niet meer zeggen, want hun aantal was
aanzienlijk en mijn geheugen behoort niet tot de sterkste, vooral waar
't' zaken betreft, die onder een met milde band geschonken glas wijn
?'? wórden besproken. Maar dit weet ik me nog wel te herinneren, dat het
gesprek begon over politiek en daar er tegenwoordig, heel gelukkig voor
de politieke tinnegieters, weer een Turksche quaestie te bespreken valt,
behoef ik niet te zeggen, dat we al dadelijk hoog en droog op den
Balkan zaten. Uit de zee der politiek liepen we vrij spoedig de
Scheveningsche haven binnen, hoewel haar aanleg nog in 't vooruitzicht en haar
voltooiing in een eenigszins verwijderd verschiet liggen. Uit deze
denkttëldtge'haven zeilden we naar de overdekte winkel-galerij, waar, zooals
' ik n^Iaatsteltfk schreef, de helft der winkels toen nog ledig stonden, en
Sinds dien tgd "de ledige lócaliteiten vermeerderd zijn met n, het
Wiener Gafé-zaliger. welks kastelein heeft goedgevonden, op zekeren
fègenachtigen morgen de piek te schuren, om aan zijn Schonen blauen
Donau te gaan vertellen welk een ellendig land dat natte Holland en
welke eflendeiingen die Hollanders zijn. Van de o verdekte galerie naar
de overdekte markt, tl n'y a qu'tm pas. Daar was onze zuinige
referendwia eerst goöd in zijn, element. Van hem vernamen we, dat opdeCViée,
die daar dagelijks gehouden wordt, alles schier te geef is en hu verbaasde
er zich over, dat wij met deze gelukkige omstandigheid zoo goed als
onbekend waren. Zijn echtgenoote ging er nagenoeg eiken dag heen,
vergezeld van haar keukenmeid, en dan kwamen ze terug, beladen met
allerlei keuken-voorraad prima qualiteit, zoo te zeggen voor een zuur
gezicht gekocht. Hoeveel Delftsche en andere slagers in de overdekte
markt hun zetel hadden opgeslagen, wist de referendaris zelf niet juist,
maar wel dat ze hun puike waar zoo goedkoop leveren, dat het niet
veel meer scheelt of de koopers krijgen nog geld toe.
Dit bekoorlijke tafereel deden den kolonel, die wel blnfferig maar
geen verkwister is, en mij watertanden. Welk een economie in 't
huishouden! En ik verbaasde me, op mijn beurt, dat onze respectieve
dames, evenals wij, onbekend waren gebleven met de nieuwe Haagsche
goudmijn, genaamd Overdekte Markt.
Paradoxus is een voornaam heer en hij zit terdege warm in zijn kopstuk
ken. Hu verklaarde, dat hij sinds lang op de hoogte was van wat de referen
daris had verteld, maar dat hij zijn. vrouw had verboden, op dat goedkoopje"
uit te gaan. De Haagsche slagers, poeliers, kraideniers n gróeritêBoëfën
moesten ook leven. Die Criée en Eigen Hulp" %a7@$T zoo beweerde
Paradoxus, woekerplanten" ik vond het woord niet gelukkig gekozen
die de gepatenteerde slagers, winkeliers enz. het brood uit den mond
namen". Op dit aambeeld hamerde onze gastheer door, dat de vonken
er afvlogen. Ik waagde 'tbjj deze gelegenheid ook een woordje in't mid
den te brengen en de leer te verkondigen, dat iedereen die geen boom
heeft waaraan gouden tientjes groeien of een ezeltje je weet wel, gerech
tigd, zoo niet aan zijn huishouden verplicht is, naar de goedkoopste markt
tégaan; maar Paradoxus verpletterde me ouder zijn paradoxen.
Ook herinner ik me nog, dat onze ryke gastheer dien avond te kennen
gaf, dat hij voor zich en zijn familie reeds vijf plaatsen, elk ad f 20.
dus samen ?100.?, in de Fransehe opera had genomen voor de voor
stelling op den 26en van Adeline Patti. De referendaris zei met
lofWaardige nederigheid, dat 't hem wat duur was; maar dat hij zijn
vrouw had beloofd, haar mede te nemen naar de voordracht van Ten
Kate; dat zou ook wel mooi zijn en kostte maar n gulden. Ik zweeg,
in mezelf glimlachend om 't buitensporig idee van met mijn dames
Adeline te gaan hooren voor de kleinigheid van f80.?. Zoo gek zouden
we althans niet zijn. De kolonel zette een voornaam gezicht, maar ik
was in mijn ziel overtuigd, dat hij er over dacht als ik.
Tot mrjn schande moet ik bekennen dat het dichter bij half-drie, dan
bij tweeën was, toen we naar huis gingen. De referendaris was vrij luid
ruchtig op straat en bleef voortgaan de Overdekte Markt ten hemel te
verheffen. Toen we hem thuis hadden afgezet wateenigen tgdduurde,
vrant hij kon het sleutelgat niet dadelijk vinden en wij, die hem te hulp
kwamen, slaagden er nog minder in, zetten de kullunnel en ik het
gesprek over 't zelfde onderwerp voort en we zwoeren onder het licht
eener gas-lantaren, dat we onze vrouwen den volgenden morgen al dade
lijk naar de Criée zouden zenden; want de referendares had ook verteld,
dat het er altijd vol wao met fatsoenlijke dames.
Och, mijnheer, wat zal ik u zeggen 'i 't Is wel een profane variatie op
zekere spreuk, maar ze is niettemin even waar als de spreuk zelf: de
man wikt en de vrouw beschikt. Vooreerst moet ik u zeggen, dat ik
den volgenden morgen hoofdpijn had. Ik wijt dit niet aan de qualiteit
des hèeren Paradoxus' wijn, want die kon niet beter, maar wel aan
de buitengewone quantiteit, waaraan ik niet gewoon was. Onder den in
vloed van mijn haarpijn ging de herinnering aan de Overdekte Markt,
dat Haagsch paradijs van alle huishoudelijke Haagsche dames met die
van den referendaris aan 't hoofd, voor mij verloren. Toen ik einde
lijk tegen den middag van mgn stonde verrees, kreeg ik een vrjj droog
sermoen van mijn geliefde wederhelft over mijn laat thnis»komen en over
dea... zonderlingen toestand waarin ik, thuis komende, moest verkeerd
hebben, getuige mijn hoofdpijn, mijn verhit gelaat en ontstoken oogeu.
't Mensch sprak de waarheid; ik boog deemoedig 't hoofd ea in deze i
voor mij zoo onvoordeelige positie durfde ik met geen economische plan-,
nen voor den dag komen, die, ik had er een heimelijk voorgevoel van,
niet geheel in den smaak van mevrouw Pasqnino zouden vallen.
's Middags in de sociëteit zag ik den kullunnel, die me blijkbaar uit,
den weg bleef, want bij groette me uit de verte en hij bleef hardnekkig
bij het clubje gepensionneerden die ik nooit spreek. Maar bij 't naar
huis gaan, wist ik hem te snappen.
Wel, kolonel," vroeg ik, hebt ge uw dames van morgen naar de
Criée gezonden?"
De kolonel keek me van ter zijde aan en ik merkte iets in zjjn oog
op, dat me niet zeer welwillend toescheen.
Neen", antwoordde hij bits; wel beschouwd is dat het werk niet van
fatsoenlijke vrouwen en bovendien kunnen we onze leveranciers, die ons
jaren lang: goed bediend hebben, niet aan de deur zetten."
Ik glimlachte, want ik begreep heel goed dat de kolonel uit den mond
zijner wederhelft sprak.
Maar," hernam de kolonel, hebt go de uwe er heen gezonden?"
'?Neen, want ik heb de gelegenheid nog niet gehad, ze er over te spreken."
Ge hebt toch gelegenheid gehad met haar over de voorstelling van
Patti te praten, want ze waren van-morgen, tegelijk met mijn dames, aan
de opera om plaatsen, te bespreken, hoewel ge gisteren nog zeidet, dat
ge zoo gek niet zoudt zijn, er viermaal twintig gulden voor neer te leggen.'*
Dat heb ik niet' gezegd, maar wel gedacht!" riep ik verbaasd.
Ge hebt het gezegd, amice; maar ik begrijp best, dat je 't niet meer
weet, want je waart aardig aangeschoten."
Thuis gekomen, stormde ik naar de slaapkamer, waar ik mijn vrouw
voor de spiegel vond staan.
't Is immers niet waai-," riep ik, dat ge plaatsen voor Patti's voor
stelling hebt genomen?"
Ja, voor mijn eigen sreld," antwoordde mevrouw Pasqnino droogjes.
Of mag dat, niet? Zouden we de eenige gelegenheid, die zich voordoet
om de grootste zangeres van onzen tjjd te hooren, ongebruikt laten
voorbijgaan?"