De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 15 november pagina 3

15 november 1885 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

r>v Ifjh wrLwgwo des Konings tot den gravenstand en tot Minister van Staat VM verheven. t ? Ironie, niet, tegen den overledene. l Maar «r z$n inderdaad ook personen, die elkander bij wijze vanvrien^J^Wa^n^ Ministervan Staat maken. H«n trol de hulde ala verwp. Si' 4»' , i UIT HET HAAGJE. r,v,-'-'.-./"...- . .- LV. .. . '"*? OOM wb'ist-krans is ntt voor-goed geregeld en mijn vriend Paradosis heeft zich laten overhalen, permanent lid van ons clubje te wezen. We hebben nu 'voor; vast een vierden man. Hij ontbrak ons inderdaad; ?' niet ? alleen omdat we nu ontslagen zjjn van dien op den duur toch ver velenden blindeman, maar ook omdat, hu een even goed speler als aange naam prater ut. Ge znlt misschien zeggen, dat een whist-speler de laatste qualificatie wel missen kan, of liever, dat de kunst van zwijgen hem. overeenkomstig den aard en den naam van 't spel, beter te pas komt dan die van praten. Maar, mijnheer, we zijn zulke verwoede spelers niet, of we leggen nu en dan de kaarten wel eens neder, en dan komt er later ook een oogenblik, dat de inwendige mensch om versterking vraagt, en ge' weet, evengoed als ik, dat het heel trivièl is, zooals de referendaris zegt, te eten en te drinken zonder er bij te keuvelen eu, waar 't zoo te pfta komt, onze afwezige kennissen en vrienden een veer te trekken. Nu dan, onze vriend Paradoxus gaf verleden week zijn eerste avondje, en hoewol h§'ons beloofd had, zich ten opzichte van de aan te bieden spijzen en dranken alias verversching^n - te honden aan ons pro; tframam, dat op' enigszjöt, economische leest iugeschoeid, hadParadoxiis erg uitgehaald. Da referendaris die, ik moot het'eerlijk bekennen, de zainigste ran ons clubje is, zette bij deze gelegenheid een allerzuinigst c gezicht en verkjaarde, dat de heer Përèdüxus infrectie mukte op dehuishóudehjke bépètogen ven oozen krens. Paradoxus, van zyn kant, verklaarde dat hij, evenals Pilattis, zijn han,:den in onschuld waschte; mevrouw Paradoxus had alles beredderd, niet tegenstaande z(j; keunis ? had genomen van het gewoon menu van ons kranke. Maar deze lieve vrouw had voor dat menu, dit konden we vak dei hoeren Paradoxus' woorden vrij duidelijk opmaken, haar voor naam neusje opgetrokken en tegelijk met veel klem verzekerd, dat zij .niet verkoos'baar huis ^ te onteeren door den alloreersten keer dat haar gemaal zjja vrienden bij zich ontving, hen te onthalen op een . . . kale boterham". Dit moet de benaming zijn geweest, die ze gaf aan ons ge» woon soupeetje, dat wel-is-waar 'geen festijn van Bolsazar is, maar toch ook a»o kaai aiet, om er met zulk een geringschatting over te spreken. Om kort te gaan, mevrouw Paradoxus, in blijkbare conniventie met ? -haar echtgenoot, had, goedgevonden ons, eenvoudige menschen, te over bluffen met een fijn,souper, voorgediend uit fraai geschilderd, Fransch porselein, en met fijn» wijnen nit.bestoven flesschen, te drinken uit glazen van t fijnst kristal. Evenals onze vriend de kullunnel, heb ik er altijd een hekel aan ge had, zoogenaamde beleefdheden" aan te nemen, welke mijn beurs me verbiedt-, te ypeoiprooéeroh", '?->- zooals de referendaris zich uitdrukt; maar . Jk ben, «venals de kolonel, van nature tot practische philosophie- geneigd, en; deze leert me, dat men, voor het fait-accompli staande, niet beter kan doan, dan zich manmoedig in het geval te schikken. : , Alzoo .deden we. 't Zou ook zonde zijn geweest, die fijne schoteltjes! onaangeroerd'van tafel te laten gaan; en wat den fijnen wijn betreft-.. ge weet het: quand Ie vin est tiréil faut Ie boire. Ter eere van onzen zuinigen referendaris moet ik constateeren, dat hij bij deze gelegenheid -. een.mate van philosophüche gelatenheid aan den dag legde, die de onze beschaamde. De zuinige uitdrukking op zijn gelaat maakte van lieverlede, onder den invloed van de geurige spijzen en den edelen wijn, plaats voor een milder en eindelijk, ollermildste expressie; zijn hoekig geelachtig ge laat kleurde zich .met'een ongewoon blosje en zijn oog, dat gewoonlijk niet meer uitdrukking heeft dan dat van een gesneuvelde schelvisch, straalde met oogewonen glans. Ook kwam zijn tong op merkwaardige wyze los en sloeg4 hg nu en dan op zijn Hègsch door, dat het een aard had. De -kullunnel, die zooals we weten, in gewone omstandigheden reeds tamelijkveel praats heeft, nam al heel spoedig 'zijn blnfferig standpunt in, en Paradoxus zelf verkondigde de meest krasse paradoxen die men be denken kan.; Ik beboor tot de menschen die gewoonlijk een stillen dronk" over zich hebben, vooral wanneer ik in gezelschap ben van drukke praters, die huu best doen om elkander niet aan het woord te laten komen. ; Welke zwaarwichtige onderwerpen er gedurende ons souper werden behandeld, kan ik met juistheid niet meer zeggen, want hun aantal was aanzienlijk en mijn geheugen behoort niet tot de sterkste, vooral waar 't' zaken betreft, die onder een met milde band geschonken glas wijn ?'? wórden besproken. Maar dit weet ik me nog wel te herinneren, dat het gesprek begon over politiek en daar er tegenwoordig, heel gelukkig voor de politieke tinnegieters, weer een Turksche quaestie te bespreken valt, behoef ik niet te zeggen, dat we al dadelijk hoog en droog op den Balkan zaten. Uit de zee der politiek liepen we vrij spoedig de Scheveningsche haven binnen, hoewel haar aanleg nog in 't vooruitzicht en haar voltooiing in een eenigszins verwijderd verschiet liggen. Uit deze denkttëldtge'haven zeilden we naar de overdekte winkel-galerij, waar, zooals ' ik n^Iaatsteltfk schreef, de helft der winkels toen nog ledig stonden, en Sinds dien tgd "de ledige lócaliteiten vermeerderd zijn met n, het Wiener Gafé-zaliger. welks kastelein heeft goedgevonden, op zekeren fègenachtigen morgen de piek te schuren, om aan zijn Schonen blauen Donau te gaan vertellen welk een ellendig land dat natte Holland en welke eflendeiingen die Hollanders zijn. Van de o verdekte galerie naar de overdekte markt, tl n'y a qu'tm pas. Daar was onze zuinige referendwia eerst goöd in zijn, element. Van hem vernamen we, dat opdeCViée, die daar dagelijks gehouden wordt, alles schier te geef is en hu verbaasde er zich over, dat wij met deze gelukkige omstandigheid zoo goed als onbekend waren. Zijn echtgenoote ging er nagenoeg eiken dag heen, vergezeld van haar keukenmeid, en dan kwamen ze terug, beladen met allerlei keuken-voorraad prima qualiteit, zoo te zeggen voor een zuur gezicht gekocht. Hoeveel Delftsche en andere slagers in de overdekte markt hun zetel hadden opgeslagen, wist de referendaris zelf niet juist, maar wel dat ze hun puike waar zoo goedkoop leveren, dat het niet veel meer scheelt of de koopers krijgen nog geld toe. Dit bekoorlijke tafereel deden den kolonel, die wel blnfferig maar geen verkwister is, en mij watertanden. Welk een economie in 't huishouden! En ik verbaasde me, op mijn beurt, dat onze respectieve dames, evenals wij, onbekend waren gebleven met de nieuwe Haagsche goudmijn, genaamd Overdekte Markt. Paradoxus is een voornaam heer en hij zit terdege warm in zijn kopstuk ken. Hu verklaarde, dat hij sinds lang op de hoogte was van wat de referen daris had verteld, maar dat hij zijn. vrouw had verboden, op dat goedkoopje" uit te gaan. De Haagsche slagers, poeliers, kraideniers n gróeritêBoëfën moesten ook leven. Die Criée en Eigen Hulp" %a7@$T zoo beweerde Paradoxus, woekerplanten" ik vond het woord niet gelukkig gekozen die de gepatenteerde slagers, winkeliers enz. het brood uit den mond namen". Op dit aambeeld hamerde onze gastheer door, dat de vonken er afvlogen. Ik waagde 'tbjj deze gelegenheid ook een woordje in't mid den te brengen en de leer te verkondigen, dat iedereen die geen boom heeft waaraan gouden tientjes groeien of een ezeltje je weet wel, gerech tigd, zoo niet aan zijn huishouden verplicht is, naar de goedkoopste markt tégaan; maar Paradoxus verpletterde me ouder zijn paradoxen. Ook herinner ik me nog, dat onze ryke gastheer dien avond te kennen gaf, dat hij voor zich en zijn familie reeds vijf plaatsen, elk ad f 20. dus samen ?100.?, in de Fransehe opera had genomen voor de voor stelling op den 26en van Adeline Patti. De referendaris zei met lofWaardige nederigheid, dat 't hem wat duur was; maar dat hij zijn vrouw had beloofd, haar mede te nemen naar de voordracht van Ten Kate; dat zou ook wel mooi zijn en kostte maar n gulden. Ik zweeg, in mezelf glimlachend om 't buitensporig idee van met mijn dames Adeline te gaan hooren voor de kleinigheid van f80.?. Zoo gek zouden we althans niet zijn. De kolonel zette een voornaam gezicht, maar ik was in mijn ziel overtuigd, dat hij er over dacht als ik. Tot mrjn schande moet ik bekennen dat het dichter bij half-drie, dan bij tweeën was, toen we naar huis gingen. De referendaris was vrij luid ruchtig op straat en bleef voortgaan de Overdekte Markt ten hemel te verheffen. Toen we hem thuis hadden afgezet wateenigen tgdduurde, vrant hij kon het sleutelgat niet dadelijk vinden en wij, die hem te hulp kwamen, slaagden er nog minder in, zetten de kullunnel en ik het gesprek over 't zelfde onderwerp voort en we zwoeren onder het licht eener gas-lantaren, dat we onze vrouwen den volgenden morgen al dade lijk naar de Criée zouden zenden; want de referendares had ook verteld, dat het er altijd vol wao met fatsoenlijke dames. Och, mijnheer, wat zal ik u zeggen 'i 't Is wel een profane variatie op zekere spreuk, maar ze is niettemin even waar als de spreuk zelf: de man wikt en de vrouw beschikt. Vooreerst moet ik u zeggen, dat ik den volgenden morgen hoofdpijn had. Ik wijt dit niet aan de qualiteit des hèeren Paradoxus' wijn, want die kon niet beter, maar wel aan de buitengewone quantiteit, waaraan ik niet gewoon was. Onder den in vloed van mijn haarpijn ging de herinnering aan de Overdekte Markt, dat Haagsch paradijs van alle huishoudelijke Haagsche dames met die van den referendaris aan 't hoofd, voor mij verloren. Toen ik einde lijk tegen den middag van mgn stonde verrees, kreeg ik een vrjj droog sermoen van mijn geliefde wederhelft over mijn laat thnis»komen en over dea... zonderlingen toestand waarin ik, thuis komende, moest verkeerd hebben, getuige mijn hoofdpijn, mijn verhit gelaat en ontstoken oogeu. 't Mensch sprak de waarheid; ik boog deemoedig 't hoofd ea in deze i voor mij zoo onvoordeelige positie durfde ik met geen economische plan-, nen voor den dag komen, die, ik had er een heimelijk voorgevoel van, niet geheel in den smaak van mevrouw Pasqnino zouden vallen. 's Middags in de sociëteit zag ik den kullunnel, die me blijkbaar uit, den weg bleef, want bij groette me uit de verte en hij bleef hardnekkig bij het clubje gepensionneerden die ik nooit spreek. Maar bij 't naar huis gaan, wist ik hem te snappen. Wel, kolonel," vroeg ik, hebt ge uw dames van morgen naar de Criée gezonden?" De kolonel keek me van ter zijde aan en ik merkte iets in zjjn oog op, dat me niet zeer welwillend toescheen. Neen", antwoordde hij bits; wel beschouwd is dat het werk niet van fatsoenlijke vrouwen en bovendien kunnen we onze leveranciers, die ons jaren lang: goed bediend hebben, niet aan de deur zetten." Ik glimlachte, want ik begreep heel goed dat de kolonel uit den mond zijner wederhelft sprak. Maar," hernam de kolonel, hebt go de uwe er heen gezonden?" '?Neen, want ik heb de gelegenheid nog niet gehad, ze er over te spreken." Ge hebt toch gelegenheid gehad met haar over de voorstelling van Patti te praten, want ze waren van-morgen, tegelijk met mijn dames, aan de opera om plaatsen, te bespreken, hoewel ge gisteren nog zeidet, dat ge zoo gek niet zoudt zijn, er viermaal twintig gulden voor neer te leggen.'* Dat heb ik niet' gezegd, maar wel gedacht!" riep ik verbaasd. Ge hebt het gezegd, amice; maar ik begrijp best, dat je 't niet meer weet, want je waart aardig aangeschoten." Thuis gekomen, stormde ik naar de slaapkamer, waar ik mijn vrouw voor de spiegel vond staan. 't Is immers niet waai-," riep ik, dat ge plaatsen voor Patti's voor stelling hebt genomen?" Ja, voor mijn eigen sreld," antwoordde mevrouw Pasqnino droogjes. Of mag dat, niet? Zouden we de eenige gelegenheid, die zich voordoet om de grootste zangeres van onzen tjjd te hooren, ongebruikt laten voorbijgaan?"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl