Historisch Archief 1877-1940
No. 440
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
LETTERVERKEEB.
In 3e fceri te ernrathausen, in Wnrtemberg, staat, naar men zegt,
pp een zuil, met bet jaartal 1741, het volgende opschrift:
G. -S. M. S. G.
S. S. E. S. S.
M. E. M. E. M.
S. S. E. S. S.
G. S. M. S. G.
De eerste regel en de vijfde beduiden: Gou sei mir siinder gnadig.
De tweede en de vierde: So stirbt ein siinder selig. En de derde wil
zeggen: Mein einziqer Mittler erlüse miclt. Het fraaie van deze spel
ling ligt hierin, dat de eerste regel- aan alle vier de zijden voorkomt en in
alle richtingen, op en neer, linka en rechts, dezelfde is; dat de tweede
regel van boven, die ook de tweede van onderen is, en hare letters ook
in de loodrechte richting weer voorkomen, als tweede regel van de linker
hand af en als tweede regel van de rechterhand af, terwijl ze tevens van
boven naar beueden 't zelfde geven, als van boneden naar boven; van
links naar rechts 't zelfde als omgekeerd; voorts dat de derde regel met
zichzelven een kruis maakt, waarvan de letters ook weer hetzelfde geven,
't zij men ze van boven naar onder leest, of van onder naar boven, van
links naar rechts of van rechts naar links; en eindelijk, dat de letters
G. S. M. S. G. ook in de schuinte, van alle kanten, kunnen gelezen wor
den, en dan samen een liggend kruis vormen X, zooals de letters M. E.
M. E. M. samen een staand kruis geven. +. Do regel G. S. M. S. G.
is dus 12 koeren te lezen; de regel S. S. E. S. S. 8 keeren; en de regel
M. E. M. E. M. 4 keeren. De volksoverlevering zegt, dat het opschrift
afkomstig is van een ter dood veroordeelde, die het op den muur zijner
gevangenis stelde, en die, toen hij den zin er van had verklaard, begena
digd werd.
E. Laurillard»
OORSPRONG VAN HET DOMINOSPEL.
Twee monniken van het vermaarde klooster te Monte Casino, in de
kloostergevangenis opgesloten, verzonnen een tijdverdrijf, hierin bestaande,
dat ze romen speelden door het aaneen leggen, om beurte, van stukjes
kalk, die ze voorzien hadden van merken en teekens. Zoodra zij echter
den gevangenbewaarder hoorden naderen, zongen zij, om alle vermoedens
af te weren, den HOdon Psalm: Dixit Dominus Domino (De Heer heeft
gezegd tot mijnen Heer.) The London Journal, van 6 Januari 1866,
geeft dit op als oorsprong van het dominospel en voor den naam, dien
het draagt.
E. Laurillard.
OPLOSSING VAN HET NIJMEEGSCH RAADSEL.
Die eens op eon winteravond wat tijdverdrijf zoekt, mag zich met de
zijnen verdiepen in het nagaan en ontwarren der familieverhoudingen,
waarop onderstaande regelen wijzen.
Heer Brakel trouwde na elkaar twee weduwvrouwen,
Waarvan de eerste een zoon, de tweede een dochter had;
En wrjl de liefd' hem tot zijn egaas 't hart bezat,
Liet hij zijn stiefzoon en Btiefdochter samen trouwen.
Het dochtertje, 't welk uit dit paar is voortgekomen,
Was kwalijk zeven en tien jaar geworden oud,
Of 't is met Brakel, haar stiefgrootvader getrouwd,
Waardoor zg moeder werd van haar vier halve oomenj
De zonen van zijn eerste en tweede en deze gade
Zijn broeders, neven en oud-oomen met elkaar
Geweest van moederszijde; een voorbeeld, wonderraarj.
Want zonder uitleg zal 't geen een van honderd raden.
E. Laurillard.
SCHAAKSPEL.
No. 48
Vin GIOACHINO QRECO, den beroemden Calabrees. ry
ZWART.
a b o d ? f
WIT.
Wit speelt voor en geeft in 4 zetten mat.
fWit 5 en Zwart l met K. E 5).
OPLOSSING VAN SCHAAKPROBLEEM No. 40,
l F 7 E 51 K. D 5
a D 2 D 4 Ad libitnm
3 E 6 D 7 of F 5 D 3 mat.
De verleiding; * Dame P 5 B 5 laait bij juist tegenspel van zwart. Bgv.:
F 5 B 5
F 7 nt H 6
Geen mat.
B 5 O 4
Geen mat.
F 7 E 8
Geen mat.
F 7 E 5
Geen mat.
(D
(2)
(of)
D 4 E 4
E 4 - D 41
K. P 6 of
K. P 4 of S
K. P 3
(l
INGEZONDEN OPLOSSINGEN.
5'ist is no. 46, 47, de eindstoHingen en Cornelie-probleem opgelost door W. v. H
te Delft. Verder de vorige week te laat. ontvangen (de brief NB. droeg hetpott
scompel Emmerik) goede oplossingen van W. d. V. te Amsterdam, 45, 46
pikant partijtje en de Eindstelling; Fleuügafed te Kaatsheuvel no. 46 en de
Eindepelen. Voorts «met z'n vieren" no. 4f!, Probleem-Cornelis en de eindstt Hingen,
alsmede no. 47; Idem Mei" en .Henri" allen te Amsterdam; Flenügafed te Kaats
heuvel, no. 46 en 47 benevens de eindspelon, insgelijks V. d. M. te N.N.
(1) G. Greco werd omstreeks het jaar 1600 in Calabrieëof op het schiereiland
Morea geboren. In elk geval werd hij in Calabriêopgevoed. Zeer jong verliet Greco
zijn vaderl?,ud en vermoedelijk legde hij den grond tot zijn roem in Lotharingen
voornamelijk in Parijs, waar hij voor den sterksten schaakspeler van zijn tiji gold.
Daar verkreeg hij den bijnaam, tevens eernaam van den Calabriër, dien hij sedert
behield. Omstreeks het jaar 1622 bezocht Greco Kngeland en werd op deze reis
berooid van de winst (5000 eondi) die hij te Parijs had behaald. Hij won echter
op nieuw geld in Frankrijk, reisde vervolgens naar Madrid en ging eindelijk meteen
Spaansclie grande naav Indis (Spaansche bezittingen in Amerika?)?Greco is niet
oud geworden. Immers Salvio spreekt reeds in 1634 over den dood van Greco.
Zijne verzameling van Schaakpartijen, vormt geen eigenlijk leerboek, toch zijn deze
partijen rijk aan locring en volgens Ponziaui, zeer geschikt om in eon jeugdige
fantazie nieuwe ideeën op te wskken. Vele partijtjes, als het ware uit het leven
gegrepen, daar er jnist die fouten in gevonden worden, welke in de praktijk, ook
soms zelfs bij geoefende spelers voorkomen. Ook zijn ze rijk aan juist gekozen
valstrikken eii een groote hoeveelheid geniale kombinaties. Wij moeten ons tot
bovenstaande bijzonderheden over Greco bepalen, voor breedvoeriger détails ver«
wyzende naar de schriften van den groote schaakgeloerde Von der Lssa, die door
do uitgave van Bilguers Handbuoh en Sehaeherinneringen" (Leipzig 1859) waarin
ooit do schaakpartijen van Greco met enltele kritische noten opgehelderd de
schaakwereld grootelijks aan zich verplicht hoeft. (2) Wij voegen hier nog bg de
volgende problemen van Greco:
No. l: Wit K. F 8, T. D 1 en E 1, Pd. F 3, P. E 4.
Zwart K. E 6, T. B 7 en G 6, Pd. G 6 en H 6, D. A 5, P. A 6,
B 6 en E 5. Wit 5, Zwart 9. Wit geeft in drie zetten mat.
No. 2: Wit K. E 5, T. D 5 en F 5. Zwart K. E 7. Wit ;3,
Zwart K. E 7. Wit geeft in drie zetten mat.
No. 3. Wit K. F 2, Pd. G 8. Zwart K. H 2, P. G 6 en H 3.
Wit 2, Zwart 3 met K. H 2. Wit geeft in vier zetten mat.
(2) Het beknopt boekje van A. v. d. Linden. De schaakpartijen van Greco.
Nijmegen, Blomhett 18C5, kan met vracht geraadpleegd worden.
Oplossing der Eindstellingen.
No. l Pikant partijtje:
No. 2 vandenoud-redi
van Sissa":
D l nt H 5 E 7 nt G 5 't beste
H5?H7t GS?E7
H 4 G 6 t H 7 G 8
H l H 8 mat.
E 6 C 4 f K. E 3 of 4
B 2 E 2 f Koning F 4
E 2 F 2 f E 4
Pd. F 7 D G mat.
ft
K. nt Bh.
2 Dame C 2 -J'
K. B 5!
3 Dame C 6 mat.
Idem Probleem-Cornelis.
l B 5 - B 211 A l nt B 3 (l
2 D. A 6 mat. (1)
l
BlntB2ofC62 D. F 6 mat. (2)
l ..... T. nt F l of anders.
g B 2 B 6 mat. (Mooi!)
NIEUWS VAW »E WEEK.
De Tweede Kamer heeft met 62 tegen 6 stemmen aangenomen het regeerings
ontwerp om voor dan aanleg van een stoomtram van Breskens naar de Belgische
grenzen, eene subsidie te verleenen, nadat met 37 tegen 33 stemmen was aangeno
men het amendement des heeren Van der Sleijden op art. l van genoemd ontwerp,
om de subsidie te bepalen op f 200.000.
Verworpen werd het ontwerp tot verhooging van Hoofdstuk VII B, dienst 1885,
met een post tot vtreeniging dor belasting-kantoren te Groningen in n gebouw,
Het ontwerp tot ?wijziging der kieatabel is met 44 tegen 42 stemmen verworpen.
Bij het afdeelingsonderzoek is bet regeeiïngsvoorstel tot wijziging van art. 194
der grondwet, zoowel van katholieke als van anti-revolutionaire zijJe niet bevredi
gend verklaard. De beide genoemde fractiön der rechterzijde zouden zich
in hoofdzaak eenstemmig hebben betoond in het stellen van eenige oischen als aan
vulling van het voorstel der Kegeering, volgens welke een eventueel nieuw grond
wetsartikel over het onderwijs ongeveer volgenderwijze zou luiden:
1. Het openbaar onderwijs ia een voorwerp van de aanhoudende zorg der Begeeriag.
2. Het onderwijs is vrij.
S. Wat het lager onderwijs betreft, worden het toezicht der Kegeering en de
eischen van bekwaamheid en zedelijkheid der onderwijzers geregelt bij de wet.J
4. In of voor elke gemeente wordt lager onderwijs gegeven, voldoende aan de
behoefte der bevolking. Het wordt, voor zooveel daarin niet op andere wijze i
Voorzien, van overheidswege verstrekt iu openbare scholen.
5. De openbare scholen zijn toegankelijk voor leerlingen zonder onderscheid vak
godsdienstige gezindheid.
C. Op de openbare scholen wordt schoolgeld geheven, in evenredigheid tot d.
kosten van het onderwijs.
7. De kosten van het gewoon lager onderwijs aan kinderen van bedeelden, onver
mogenden en minvermogenden worden van overheidswege vergoed, onverschillig of
dit onderwijs op openbare of bijzondere scholen genoten wordt.
8. De koning doet van den staat der hoogn, middelbare en lagere scholen jaar
lijks een uitvoerig verslag aan de Staten-Generaal geven.
Bij de Tweede Kamer ia ingekomen een wetsontwerp tot voorziening in de dekking
van het nadeelig slot der algemeene rekening wegens de Staatsontvangsten en
uitgaven over het dienstjaar 1883.
Daarbij wordt voorgesteld het nadeelig «lot der algemeene rekening wegens de