Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 440
'f*Geen geld?" riep de verzekeraar, Hoe heb ik 't nu met je? Den
Haag is een van ie welvarendste steden van Europa. Ik kwam zooeven
door de Pooten en Hoogstraat en daar was geen doorkomen aan van de
eqnipages vóór de winkels en magazijnen en de heeren en dames op hot
trottoir die al bezig zijn hun a c h a t s zoo noem jelui dat immers hier,
want inkoopen", > dat is te gemeen; dat doet je aan Amsterdam den
ken hun achats te doen. Geen geld! Kom, assureer je maar zelf
dadelijk voor tien mille en geef me de adressen van al ie kennissen met
je recommandatiën erbij. Ik geef je vijf procent van mijn provisie voor
elke assurantie die ik door je aanbeveling sluit."
Zoo ratelde mijn vriend de levens-verzekeraar voort. Ik bood hem een
Bigoar en een glas port aan, die hij niet afwees en ik bestelde een vigilante.
Ik zal je overal rondrijden, amice," zei ik met mijn bekende
bereidvaardigheid. Ik heb gelukkig op 't oogetiblik geen dringende bezigheden,
en", voegde ik er even fier als edelmoedig bij, voor uw procenten be
dank ik..."
Volstrekt niet," protesteerde mijn vriend en nu volgde er een com'bat
de générosité, waarin ik eindelijk een schitterende nederlaag leed, die ik
me echter getroostte bij de gedachte dat de beer, wiens huid we onder
ling verdeelden, nog geschoten moest worden en dat zeer waarschijnlijk
zgn kogel nog niet gegoten was.
Wg reden weg en ik bracht mijn vriend allereerst bij een jong getrouwd
paar, genaamd Windbuidel. Een rare naam," merkte mijn vriend op,
toen luj den naam op het deurplaatje las.
Ja," zei ik, een zeer uitgebreide familie; maar deze Windbuidel is
jong, pas een jaar getrouwd, en zulke cliënten moet je immers hebben?"
Natuurlijk," bevestigde hij, die kunnen zich op de voordeeligste voor
waarden assureeren."
We vonden gelukkig mijnheer thuis. Hij was gecharmeerd me te zien
en toen ik hem mijn vriend voorstelde, was hij andermaal gecharmeerd.
Ik liet natuurlijk mijn vriend aan 't woord; toen hij had uitgesproken en
al de weldaden had opgesomd, welke zijn maatschappij uit louter
philanthropie over het zich assureerend meuschdom uitstort, antwoordde mijn
heer Windbuidel, dat hij inderdaad gecharmeerd was dat alles te hooren
? en dat hg werkeljjk gezind was, zich voor een aanzienlijke som te assu
reeren, want hij was van idee dat als men 't deed, men 't ook goed
noest doen; maar om cavalièrement te spreken zoo drukte mijnbeer
Windbuidel zich uit convenieerde hem dit vooi 't moment riet. Hij
zou er nog een jaartje mee wachten en dan, zoo beloofde hij op zijn
parole d'honneur, zou hij de zaak in ernstige overweging nemen
Windbuidel hoopt mettertijd minister te worden en wanneer hij
er toe besloot, zou hij zeer zeker in geen andere assurantie-maatschappij
gaan dan in die van mijn Amsterdamschen vriend. Deze gaf echter
den kamp niet zoo gemakkelijk op, en hij spreidde een welsprekendheid
ten toon, die verbazingwekkend was, zoo wegsleepend, mijnheer, dat ik
niet anders dacht of hij zou ten slotte zegevieren. Dus begon ik reeds
in mezelf na te cijferen hoe groot de percentage was die me dit zaakje
zou opleveren. Maar de heer Windbuidel was tegen alle aanvallen
beBtand. Met de meest mogelijke beminnelijkheid bleef hij weigeren en her
baalde hij zijn schitterende belofte van zich voor een zeer belangrij ko
som te zullen assureeren, zoodra 't hem maar eenigszins 9onveniëerde.
We trokken eindelijk onverrichter zake af, de aangename verzekering
medenemende, dat mijnheer Windbuidel gecharmeerd was, mij zoo wel ge
zien en tevens de kennis van mijn vriend gemaakt te hebben.
Dat is een slecht begin, amice", zei ik, toen we weer in de vigelante
zaten.
Mijn vriend stemde dit volmondig toe en opperde het vermoeden, dat
die jongelui met al hun uiterlijke brille, die hij in de gelegenheid was
geweest waar te nemen, misschien wel moeite hadden om van den eenen
dag tot den anderen te komen zooals hij wel eens had gehoord dat
bier by sommige uiterlijk deftige families 't geval was.
Ge vergist u," zei ik; die jongelui konden best eenige honderd gulden
per jaar afzonderen voor een levensverzekering, en dan nog hoogst
ordentelijk leven; maar diezelfde jongelui kennen te veel de behoefte der
weelde, zooals wg Hagenaars meest allen. Ik weet, dat ze reeds plaatsen
hebben genomen voor de Patti-voorstelling, ad f40 voor hen beiden.
Zooiets behoort tot de noodzakelijkste uitgaven", waarop mijnheer
^Windbuidel in zijn gesprek doelde."
Had ik dat geweten!" riep mijn vriend; dan had ik stellig in mijn
pleidooi laten doorvloeien, dat Patti niet komt; dat zou hem misschien
nog hebben doen besluiten, het uitgewonnen geld in onze maatschappij
te steken."
Dat kan je begrijpen! Neen, amice, ik heb heel goed kunnen mer
ken, dat deze Hagenaar er even sterk aan denkt om zijn leven te verze
keren als om een uitstapje naar de maau te ondernemen. Maar als mijn
heer Schürmann den prijs der eerste plaatsen op veertig gulden, in plaats
van twintig brengt, ten einde te beproeven, om langs dien weg de Diva
van hare ongesteldheid te genezen, dan gaan die jongelui toch de voor
stelling bijwonen, geloof me vrij. Voor zulke noodzakelijke uitgaven ia
hier altijd geld, maar niet voor levensverzekering."
Maar, wat drommel," riep mijn vriend, dan hou-jelui er hier een stom
egoïsme op na, neem 't me niet kwalijk!"
Ik was te beleefd, hem tegen te spreken.
Breng me dan bij uw vriend den kolonel!" riep de verzekeraar in
Egn drift.
Ik zal er wel zalig voor passen. Bovendien is de man te oud."
Dan bij den referendaris en meneer Paradoxus."
Onnoodige moeite; maar ik heb nog een paar andere kennissen, bij
wie we 't kunnen probeeren."
Ik liet den koetsier stilhouden en we stapten af bij de familie Van
der Bluf.
Weer een karakteristieke naam
Ja", antwoordde ik, en ook
maar we zullen slechts bij deze Van der Bui is j^ian
slagen, dan komen we bij de andere zuker niet terecht.
mrrkte mijn vriend op.
ecu ze f r vertakte fam. ;e te dezer stede;
we bij hen niet
Mijnheer was niet thuis; maar mevrouw wel.
Des te beter", fluisterde ik mijn vriend toe; want mevrouw is een
van die uiterst zeldzame Haagsche dames die, zooals men dat triviaal
uitdrukt, den broek aan hebben; en een noodzakelijk gevolg daarvan iS|
dat ze ook de koorden der beurs in de hand houdt."
Mevrouw ontving ons allerliefst; met veel belangstelling won ze be
richten in nopens den gezondheidstoestand mijner familie en toen ik baar
op dat punt de meest geruststellende verzekering had gegeven, vroeg ze
mijn vriend allerinnemendst of dit de eerste maal was dat hg Den Haag
bezocht, waarop hij min of meer gekrenkt antwoordde, dat hij Den Haag
bijna evengoed kende als zijn zak, eene verklaring welke mevrouw
Van der Bluf verwonderd deed opzien. Blijkbaar vond ze mijn vriend
niet erg comme il faut.
Ik meende uit dien hoofde, wel te doen hier het initiatief te nemen en
ik kwam dus maar dadelijk met het eigenlijke doel onzer komst voor
den dag.
Waarlijk, ik dacht dat mijn vriend hier een zaakje zou beklinken;
want nadat hij met zijn gewone welbespraaktheid al de voordeelen der
levens-verzekering had aangetoond, verklaarde mevrouw Van der Bluf,
dat zij na al het gehoorde, wel genegen was zich in zulk een voorbeeldige
assurantie te begeven, maar ze diende eerst haar lijfarts eens over de zaak
te sprekeu; ze had wel eens van levens-verzekering gehoord, maar tot
nog toe had ze niet recht geweten wat het eigeulyk was; nu begon ze
't zoo wat te begrijpen. Zonderling dat de dokter haar nooit er over
gesproken had; maar", liet ze er dadelijk op volgen, dat sou ook niet
in zijn belang zijn, want als zijn patiënten hun leven lieten verzekeren,
hadden ze hem, wel beschouwd, ook niet meer noodig."
't Is historisch, waarde heer; dit puik der Haagsche dames, die
allergracieust weet te recepieëren, verkeerde in den meer dan kinderlijken
waan, dat een levensverzekering-maatschappij ten doel heeft de menschen,
tegen billijke betaling, zoo oud te laten worden als ze verkiezen.
't Was heel komiek, maar toen mijn vriend haar met veel moeite eindelijk
aan 't verstand had getracht hoe eigenlijk de vork in den steel zat, ver
klaarde ze op den nadrukkelijksten toon, dat ze op die wijze haar leven
niet verzekerd wilde hebben, want dat ze 't hunne wel noodig hadden,
dat de tijden slecht waven enfin in eenigszins andere woorden 't zelfde
wat Windbuidel had verklaard.
We dropea af en ik nam ter vergoeding voor onze mislukte poging
heel veel vriendelijke complementen aan mijn familie mede; mijn vriend,
daarentegen kreeg niets als een vrij impertinent hoofdkcikje.
We laadden bij nog een paar andere families aan, en bij alle met het
zelfde negatieve succes totdat eindelijk mijn vriend mismoedig uitriep:
Laten we 't nu maar opgeven!" En we reden naar huis.
Ik hield mijn vriend met de meeste gastvrijheid ten eten en uit erken
telijkheid voor al de hem bewezen weldaden, beloofde hij, zoo spoedig
mogelijk mijn stukken op te maken voor de assurantie ad. tien mille,
zooals we overeengekomen waren.
Wel, we zijn niets overeengekomen!" riep ik en van verbazing liet ik
mijn sigaar vallen, die ik pas had aangestoken.
Wel allo d !" riep mijn vriend we waren alleen op mijn kamer.
Gij ook al? Ben ik dan hier totaal voor niets gekomen?"
En rnijn vriend begon weer al de voordeelen der levensverzekering op
te dreunen, totdat ik eindelijk ongeduldig uitriep:
In alle geval, ik kan zooicts niet doen zonder mijn vrouw."
Mijn vriend zweeg. Hij zag me strak aan en zei toen sarcastisch: O,
is mevrouw ook een van die Haagsche dames die den broek?.... Enfin,
amice, na alles wat ik vandaag heb ondervonden, begrijp ik heel goed
dat je er al een even stom egoïsme op nahoudt als de rest. Bonsoir;
nogmaals de groeten en mijn bedank-je aan de dames." Exit.
Pasquino.
K U N S T.
HET TOONEEL TE AMSTERDAM.
Grand Théatre: Fédora.
Janus Tulp.
Théodora.
Mevrouw de Vries heeft deze week, onder aller toejuiching, haar
jubiloeum gevierd. De schrijver dezer tooneelbeschouwingen wenscht onder
naar warmste vereorders gerekend te worden. Omstandigheden verhin
derden hem Mevr. De Vries in De familie Benoiton te gaan applaudissee.ren.
Hij hoopt nog menig maal aanleiding te vinden, om zijn lezers over het
buitengewoon en zoo gedistingeerd talent van Mevr. De Vries te onder
houden.
Voor heden moet hij nog rekenschap geven van de indrukken, dezer
dagen in het Grand Théatre" ontvangen.
Fédora, Janus Tulp:
Deus noms fort tonnés de se trouver ensemble!"
En toch zijn de gestalten, die daarachter schuilen, twee avonden na
elkander, op het zelfde tooneel te voorschijn getreden, en hebben ons vier
bedrijven lang in haar zieleleven doen deelen.
De dagbladen hebben, bij den schier onvoorwaardelijken lof, aan Mev.
Franziska Ellmenreich toegezwaaid, zeer zeker de plichten der gastvrijheid,
ten opzichte van deze begaafde vrouw, niet uit het oog verloren.
Toch was het, in de hoofdstad van ons landtjen, ten tooneele brengen
der Russische Princes, na dat den 12n Nov. 1884 hier ter stede de 100e
voorstelling van het roerende drama gegeven was, naar eene mise en scène
waarmee men zich gemeenzaam bad gemaakt en met eene vervulling der
hoofdrol, die de kunstenares een grooten roem had doen behalen, ?
geene gemakkelijke zaak.
Over er.d' over heeft men gelegenheid gehad het stuk in het
oorspronklijk en in vertalingen te lecrcn kennen. L*e talrijke voorstellingen hadden
voor hot publiek gelegenheid gelaten liet bjjna te merao'-i/eeren.