Historisch Archief 1877-1940
442.
DE AMSTERDAMMER
A°.
1885WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgeven: ELLEBMAN, HABMS * Oo,
Kantoor: Singel 211.
Hoofd-Agenten: te Batavia, G. KOLFP & $0.
Zondag 13 December,
Abonnement per 3/m f 1.?. fr. p. p. f 1.15.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar a 0.10.
Advertêntiên van 1?5 regels f 1.10, elke regel meer . . 0.20.
tusachen den tekst per regel ...... 0.40
INHOUD:
BUITENLAND. Warme Kadetjes, Een Zaterdagavond-Praatje, CIII, door
Aquarma. uit bet Haagje LIX, door Pasquino. Kunst: Het tooneel te
Amsterdam, door A. Th. Het tooDeel te Eotterdam, door V. + V. Bobert
Bchujnann en de Programma mv.ziek. De Cid van Massenet. Harmonie en Melodie,
UI, door E. D. P. Ten-toou-gtelling internationale kunstvereeniging|II, door Alb. Th,
De Heraldiek in het decoratief van het Kijks-Museum te Amsterdam, I, door J. A.
Koopmans. Uit Parijs, XLYIII door A. B. Letterkunde: Ouida/s Othmar",
door F. J. v. U. Middelbaar Onderwija-vragen, II. Astronomische Poëzie. De
komeet, r Kometenem&rt, door B. A. Inhoud van Tijdschriften. Nieuwe uitgaven.
Errata. Militaire Zaken: Gelijktijdige behartiging [ der belangen van
Leger en Schutterij, door X. Overzicht van Militaire Aitikeien in Dagbladen.
Schaakspel. Feuilleton: De vrouw eens Dichters, naar het Deensch, I,
door B. P. *- NIEUWS VAN DE WEEK. Overzicht van de Effcetenmavkt.
Faillissementen. Veiling van Vaste Goederen. Te huur. Advertentiëa.
BUITENLAND.
De Engelsche verkiezingen zijn zoo goed als afgeloopen. In de
verhouding der partijen, zooals zij zich tegen het einde der vorige
week liet aanzien, is weinig of geen verandering gekomen. Ge
kozen zijn: 332 liberalen, 250 conservatieven en 8öParnellisten,
zoodat de conservatieven met behulp van deze laatste een kleine
meerderheid op de liberalen kunnen vormen.
fiene andere vraag is het, of Lord Salisbury tot het sluiten
van zulk een verbond zal willen overgaan. Zekerheid voor deze
hulp kan hem slechts in geringe mate worden gegeven; Parnell
zal hem alleen steunen, zoo vaak en zoo lang als hij dit tot be
reiking van zijn eigen doeleinden noodig acht. Van daar dat van
meer dan eene zijde reeds wordt gewaagd van eene coalitie van
de Whigs met den linkervleugel der Tories. Het is echter te
vreezen, dat zulk eene poging zal afstuiten op de diep gewor
telde antipathie, die de beide groote politieke partijen in Enge
land van elkaar gescheiden houdt. Toch zou het niet onmogelijk
zijn, dat het kabinet-Salisbury een soort van compromis sloot
met de meerderheid der liberalen, en zich dus, om aan de heer
schappij van den ongekroonden koning Parnell te ontkomen, de
voogdij van enkele liberale leiders liet welgevallen.
In elk geval zal, naar het ons voorkomt, de toestand, door de
laatste verkiezingen in het leven geroepen en waarbij geen der
partijen over eene working majority beschikt, niet van langen duur
kunnen zijn. Onder dergelijke omstandigheden moet het denk
beeld eener parlementsontbinding noodwendig en spoedig tot
rijpheid komen, te meer nog nu de financieele bezwaren tegen
zulk een maatregel, sedert de invoering der wet tot beteugeling
van kwade verkiezingspraktijken, tot een minimum zijn terug
gebracht.
De heer Ghamberlain heeft in eene onder den verschen indruk
der geleden nederlaag uitgesproken rede betoogd dat de slechte
resultaten, door de liberalen verkregen, niet waren toe te schrijven
aan het door hem opgestelde radicale programma, doch aan de
»oppositie der 5 p's." De beginsellooze coalitie nl. van spriests,
publicans, parsons, Parnellites en protectionists" was oorzaak
geweest van de nederlaag van vele liberale candidaten. De katho
lieke priesters waren, volgens den heer Chamberlain, nog de minst
gevaarlijke tegenstanders geweest; dan volgden de kroeghouders,
dan de Anglikaansche geestelijken, dan de Parnellisten en eindelijk
de vijanden van den vrijen handel.
Terwijl de expeditie naar Birma een in alle opzichten voor
spoedig verloop heeft, schijnt het lastige Soedan-vraagstuk, waarvan
men in langen tijd niet meer hoorde, weder in allen ernst ter
sprake te zullen komen. Ondanks den dood van den Maddi en
de ontruiming van het Soedaneesche grondgebied door de Engel
sche troepen, blijft onder de opstandelingen nog voortdurend eene
oorlogzuchtige stemming heei'fchen. De stad Dongola is weder
door hen in bezit genomen; van hier zijn zij, den loop van den
Nijl volgende, naar Akashed getrokken, op ongeveer 130 kilometer
afstands van Wady-Ilalfa, waar zich de nieir-v. door Engeland zelf
bepaalde grens van het eigenlijke Egypte be .dl. Inden laatsien
tijd werd de bezetting van deze plaats herhaalde malen door de
Soedaneezen verontrust, zoodat de Engelsche regeering het noo
dig heeft geacht, eenige bataillons Engelsche troepen, onder bevel
van generaal Stephenson, van Caïro derwaarts te zenden. Belang
rijke ontmoetingen echter met den vijand hebben tot dusver nog
niet plaats gehad.
?<: * *
De werkzaamheden der Tonkin-commissie vormden in de afge
loopen week het hoofdonderwerp voor de politieke beschouwingen
der Fransche pers. Inderdaad zal men moeten erkennen, dat de
onthullingen, die de enquête dezer commissie aan het licht brengt,
zeer belangrijk zijn, en menige omstandigheid, die tot dusver
duister was en tot allerlei verdenking aanleiding gaf, volkomen
verklaren. Ook begint de nagedachtenis van het kabinet-Ferry weer
in een beter licht te komen, nu het is gebleken dat tot twee malen
toe de nederlagen der Fransche wapenen zijn veroorzaakt door
verregaande dronkenschap van kolonel Herbinger!
Welk een indruk deze ontdekking heeft gemaakt op de leden
der Tonkin-commissie, die bij haar optreden volstrekt geen geheim
maakte van hare bedoeling om de koloniale politek van Jules
Ferry op de scherpste wijze te veroordeelen, laat zich licht begrijpen.
Zoo b. v. had ook de oppositie steeds beweerd, dat Ferry be
vel had gegeven tot de expeditie naar Langson, om zijne positie
tegenover het Parlement door eene schitterende overwinning te
bevestigen. Generaal Briêre de l'Isle heeft thans verklaard, dat
hij alleen het bevel tot dien tocht heeft gegeven en dat het
ministerie hem volle vrijheid had gelaten. Ook ten opzichte der
eterfte en in het algemeen van het verlies aan manschappen bleek
Veel overdrijving te bestaan; de uitvoerige rapporten van ver
schillende deskundigen hebben dit duidelijk aangetoond.
Onder zulke omstandigheden is het niet te verwonderen dat de
kansen van de voorstanders der ontruiming, om hun zin te krij
gen, gaandeweg verminderen. En al moge men aannemen, dat
het eindrapport van de Tonkin-commissie, die voor 3/s gedeelte
uit zulke voorstanders is samengesteld, op onmiddellijke ontrui
ming zal aandringen, het is niet minder waarschijnlijk, dat de
Kamer zich bij een dergelijk advies niet zal aansluiten en integen
deel een besluit zal nemen, dat meer strookt met den geest van
de groote meerderheid der Fransche natie.
*
* *
De zittingen van den Duitschen Rijksdag hebben in de afge
loopen week weinig belangrijks opgeleverd. In de bijeenkomst
van Woensdag werd een aanvang gemaakt met de beraadslagingen
over een voorstel van de Duitsch-conservatieven, om den duur
van het mandaat der afgevaardigden en dus delegislatuur-periode
van den Rijksdag te verlengen tot vijf jaren. Daarentegen is door
de sociaal-democraten een voorstel ingediend, om dien duur te
beperken tot 2 jaren en tevens te bepalen dat gedurende dien
tijd de Rijksdag niet mag worden ontbonden.
Het hoofdargument, door de conservatieven aangevoerd, is, dat
men de nadeelen eener verkiezingsagitatie niet moet vermenig
vuldigen, en dat de belangstelling der kiezers vermindert, wan
neer zij al te dikwijls tot den verkiezings-arbeid worden opge
roepen. Van vrijzinnige en sociaal-democratische zijde wordt deze
redeneering bestreden met de opmerking, dat elke verlenging
van den duur van het mandaat, eene verkorting is van de rechten
des volks, en dat in landen, waar de afgevaardigden geen bezol
diging of vergoeding ontvangen, langdurige legislatieve periode
onvermijdelijk tot plutocratie voeren.
Intusschea is het te voorzien dat noch voor het eene, noch voor
het andere voorstel eene voldoende meerderheid zal worden ge
vonden, daar het Centrum zich voor het behoud van de bestaande
driejarige periode heeft verklaard.
*
* *
De toestnnl in Spanje en in verband daarmede de vooruitzichten
der monarchie, zijn - naar het zich tot dusver laat aanzien
niet ongunstiger geworden. De welwillende houding vau de con
servatieve oppositie draagt hiertoe niet weinig bij, en men kan.
gerust beweren dat, zoolang deze gunstige stemming zoowel onder