De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 27 december pagina 5

27 december 1885 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 4-14 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. ken ligt voor vele dirigenten, die niet aoo volijverig zonden zijn, als het hun geen genot was, als mede-auteur van het meesterstuk te mogen op treden. Hij houdt echter vol, dat de instrumentatie verouderd en voor onze oorea ongenie:baar is: un travail lourd et grossier." T)e koren daarentegen schat Saint-Ssens als vocale compositie, zeer hoog. Maar de aria's! Talrijk als het zand der zee, en eentonig. Naast schatten van melodie en van grootschea stijl, stortvloeden van schrikkelijk ouderweteche roulades. Als slot eene deftige, gezwollen formule, een recept, dat op alle gevallen wordt toegepast, en, tot afwisseling, plompe ritornellen, in welke de violen loodzware figuratiën maken. Slaat men eene partituur van Bacb. op, dan wordt men op ganseh andere wijze verrast. Daar stuit men op eene wonderlijke flora en fauna. De flora zijn de bizarre harmonieën en de vreemdsoortige melodieën die aan eene schilderij van Memlinc of eene gravure van Dürer doen denken. De fauna zijn de instrumenten: drieërloi fluiten, op verschillende sleutels geschreven, een gewone ohoe, een ol>oe ffamore, een óboe di caccia, ver scheiden soorten van trompetten, waaronder enkele, die tot eene voor onze instrumenten onbereikbare hoogte opstijgen; de hoorns mede veel hooger dan die van onzen tijd. Onder de strijkinstrumenten een violino piccolo, een violoncello piccolo, eene viola d'amore en eeno viola di gamba. Verder eene fantastische fagot, die tot de contra-G afdaalt De koren, waarschijnlijk geschreven voor een klein aantal zeer geoefende eangers, wemelen van moeielijkheden, van trillers, van 'samengestelde passages, van sprongen van bijna twee octaven. En de soli geven op dit punt aan de koren niets toe. Na dit zondenregister, dat wel vrat aan Fransehe overdrijving lijdt, Tionit Saint-Saens tot de conclusie, die wij in menig opzicht onder schrijven, dat de v/erken van i);uh en Handel sterk besnoeid moeten worden, eer men ze ten gohooro brengt voor een publiek, dat niet, zooals het Engelsche, de verveling ais een noodzakelijk kwaad aanneemt. Gelukkig erkent hij teven?, dat eene dergelijke opvoering mér kan zijn dan eene curiositeit, of een daad van muzikale piüteit, maar dienen kan tot opvoeding van de executanten, van het publiek en van do compo nisten. Do. artisten zuilen er een grootschcn stijl uit leeren kennen; het publiek zal aich de gewoonte eigen raak?, om naar ernstige zaken te luisteren; de componisten zullen er een uitgangspunt, vinden." En met ouverholen en onverdeelde bewondering spreekt de schrijver over de groota muziekfeesten te Biimingham, waar de oratoria van Handel liet dagelijksch brood zijn. Zullen wij Saint-Saens van zijne openhartigheid een verwijt, maken? De oude Bach zou het zeker niet doen. In 1730 schveoihii: ., Uie Kunst ist ura sehr viel gestiegen, der Gasto hat sich verwundcrungswiirdig geandert, daherauch die ehemalige Art der Mnstk in unscren Ohren nicht melir klingen will." En Each was een veel te heldere kop om zich te verbeelden, dat zijn werk al blijkt Let ook een mnmnneniiim aere pcrtmnius te, wezen, voor alle eeuwen da Alpha en de Omega der kunst bevat. Aan Liszfc wijdt do Fransche schrijver eenige met groote warmte ge schreven bladzijden. Hij vindt het zwaarfonunt van den arbeid van den lïongaarschen virtuoos en componist in diens SymphoniscJie Jjich/iinycn en beweert, dat deza nieuwe vorm, het gebied der toonkunst op buiten gewone en vruchtbare wijze heeft verrijkt. Haydn, Mozart en Beethoven hadden voor orchest niets anders geschreven dan symphoniüo en ouver tures. Weber, Mendelssohn, Schubert en Schnmann hadden zich ook niet verder gewaagd. Liszt ?wol: hij heeft gedurfd". Durven is in de kunst het verschrikkelijkste, dat men zich denken kan. In theorie is niets een voudiger. Er zijn geen wetten tegen de kunst; de artisten zijn vrij om te doen wat zij willen wie zou liet hun beletten;' Maar in de praktijk is het geheel anders. De nieuwe vormen, die men eischt en verlangt, schijnen schrik en afkeer in te boezemen. Om zich daarin thuis te ge voelen, is geestelijke inspanning noodig, en de lieden, die zich willen in spannen, zijn zeldzaam. ;,Ce qu'on aime. c'est i se pelotonner dans sa paresse et dans sa routine, düt-on crever d'enuui et de satióté." De St/mphonische DicUungcn geven Saint-Saens aanleiding, om de qviaestie der programma-muziek ter sprake te brengen, Hij heeft geen bezwaar tegen een program, dat het juiste begrip der compositie gemak kelijk, dikwijls zelfs mogelijk moet maken. De schilderkunst heeft het eveneens noodig. Een schilderstuk zal voor een toeschouwer, die zijn Bybel niet kent, nooit Adam en Eva voorstellen, maar een paar naakte menschen in een tuin." Saint-Saens sluit zich hier geheel bij Liszt aan, die schreef : Die Musik gehort ihrer Natur nach nicht ausscliliesslich dom Bereich des Gefühls an. Sie vermag duroh mehr ais ein Ankn pfnugspunkt sich den Interessen des Gedankenszu versitiigen. Die vocale kann es durch die Wahl ihrer Texte, deren Sinu durch ihre Iliilfe au erh htem Ausdruck geiangt, die Instrumentale kann es durch I'rogramme." Het is niet moeielijk, tegen deze opvatting eene wolke van getuigen aan te voeren, die in het programma uen bewijs van muzikaal onvermogen fcien, of wel eene poging, om de kunst, ten kostu vau haar zelfstandigheid, tot een vreemd gebied uit te breiden. Richard Wagner schrijft: \Yenn dor Musiker das heisst der absolute Musiker zu malen versacht, so briiigt er weder Musik noch ein Ge malde zu Stande". Ferdinand Hillcr: Die Tonkunst Kitte gar keine Berechtigung zu existiren, wena maa das, was sie auaspricht, in kLre Worta bersetzun oder in Oei malen könnte." A. W. Ambros: Eine blosse Ueberschrift liisst dom Hürer noch immer den weitesten geistigen Syielraum, ein Programm macht ihn zum Sclaven und mit diesem geistigen Zwange hort so aiemlich die geistige Freude aui". Moritz Hauptmann: ,In der Kunst, welcho sie auch sei, soll die ErEcheinuns» selbst wirkea, nicht was wir uns dabei zu denken habcn.'' < * * Wij hebben ons door de weinige bladzijden, die Saint-Saens aan Lisz oawiüejseui'ig tot een kleinen uitstap op het gebied der formale aesthetica laten verlokken, De lezer, die Harmonie et Melodie ter hand neemt, zal zich daarover niet verwonderen. Er is geen opstel in den gansehen bundel, dat niet opwekt tot nadenken en vergelijken, al heeft het den vorm van een luchtig op het papier geworpen schets. Juist daarom wenschen wij het boekje in de handen van velen. Mogen de en« kcle losse grepen, die wij in deze aankondiging konden doen, onze lezers tot nadere kennismaking met het werk van den geestigen, kundlgen, en bovenal onbevooroordeelden FranEchen musicus aanmoedigen. E. D. P. ALMA TADEMA. Den Ssten Januari a. s. zal het eene halve eeuw geleden zijn dat onze beroemde landgenoot, de schilder L. Alma Tadema, in bet noorden des lanils het levenslicht aanschouwde. Daarom scheen het thans de tijd om meer in het bijzonder de aandacht op hem te vestigen en te do«n zien, hoe een ander beroemd man, de Egyptoloog G. Ebers, hier télande wel bekend, met veel waardeering en lof over Tadama spreekt. Al is men ook niet zoo ingewijd in de antieken als deze beide oud» heidkenners, men behoeft maar eenmaal het schitterend licht, de door schijnende lucht, de kleurenpracht van zee, bloem en blad, en iets van het leven in het zuiden gezien en genoten te hebben, om die heldere tonen, die diepe schaduwen, ook de figuren op Tadema's stukken uit Home, Griekenland of Egypte, beter te begrijpen, al dragen de laatste ook antieke gewaden. LAUEENS ALMA TADEMA. van Georg Ebers. Het heerlijke van de dubbele, de wetenschappelijke en de poëtische roeping van den steller van dit stuk is, dat deze hem vergunt, zich altjjd slechts met dingen bezig te houden, die met zijne neiging overeenkomen; eu wat kon er aangenamers zijn dan het leven en werken van een man na te gaan, dien wij zeer genegen zijn, wiens voortbrengselen ons slechts genot en vreugde verschaffen, en van wiens wijze en kring van werken men zeggen mag bescheiden stelt de schrijver als kunstenaar zich achter Tadema dat zij dikwijls en in het oogvallend overeenkomen met de onze. Toch aarzelden wy lang voor wij besluiten konden een levensbeschrijving van den vriend te schrijven. Hij is schilder, en daar de schrijver slechts een vriend der kunst is, geen kunstbeoordeclaar van beroep, zoo moest hij wel opzien tegen eene taak, waartoe zijn kunde en zijne gave der beoordeeling niet toereikend schenen, daar hij een gebied betreedt dat tegenwoordig door de wetenschap is in bezit genomen. Maar hoe meer sympathie hij koestert voor den mensch wiens leven en werken het geldt, hoe meer het hem aantrok; nadat hij by zich zelven overlegd h?d, hoe hij die tnak kon ten uitvoer brengen, en hij de ont wikkeling en het werl:en des meesters had nagegaan, meende hij, dengeen, dien hij als mensch zoo goed keilde ook als kunstenaar begrepen te hebben, en zóó wol in staat te zijn een trouw beeld van zijn leven te s;even. Dit beeld ino;t eahtor niet als kunstkritiek beoordeeld worden, en de schepper er van zal tevreden eu dankbaar zijn als het hem gelukt door zijn werk het welgelijkend portret van een der grootste en meest eigenaardige kunsteuaarsnaturen van onzen tijd, aan andere vrienden der kunst naar het leven en begrijpelijk te doen aanschouwen. Icma;id die er meer toe gerechtigd is, de kunstbeoordeelaar en dichter Vosmaer, heeft in zijn kunstenaarsroman de Amazone" (een werk dat in Duitschland niet genoeg bekend is, hoewel vertaald door Mevr. L. Schneider) reeds vóór ons een beeld van Tadema ontworpen, als hij zijne persoonlijkheid als mensch en kunstenaar in den Echilder Aisma trek voor trek trachtte na te teekcnen; maar de dichter heeft de hem ver gunde vrijheid gebruikt om aan hot portret veel van het zijne toe te voegen, en zich ook meer met den reeds bekwamen meester dan met zijn ontwikkelingsgang beziggehouden. In dit laaUto opzicht toch isVosmaer het meest afgeweken van den waren loop der dingen; mij schijnt het echter bijzonder aantrekkelijk, niet als dichter, maar als geschied schrijver, het vlerken des meesters te volgen, en den voleindigden kun stenaar niet in het licht der verdichting, maar zooals hij werkelijk is aan den lezer te toonen. De familie Tadema is, zooals de naam reeds aanduidt evenals die der families Hobboma, V/ybinga, Eisinga, enz., een oud friesch geslacht. De vader van onzen Tadema was notaris in het deftige welvarende dorp Dronvijo bij Leeuwarden, zijne moeder heette Brouwer van zichzelve. Don sten Januari l83ügeboren, ontving de knaap, die zijne ge boorteplaats zoo groote eer zou aanbrengen, bij den doop den naam van Laurens. Alma is een naam zijner fantasie, dien hij als ionp kunstenaar er bij heeft afingenomen, gedeeltelijk om den wolluideuden klank, gedeoltelijk ou\dat het, hem verdroot dat, zijne schilderijen in do catalogus sen der tentoonstellingen altijd eerst op eene der laatste bladzijden stonden genoemd, omdat ziju naam met een T begon. Men weet algemeen hoe vlak en arm aan verheffing van den grond Nederland in de meeste zijner provinciën is; doch die van de geboorte streek van ORZCU vriend is eenigszius golvend heuvelterrein. Goed on derhouden korenvelden liggen hier naast malsche weiden, waarin bonte runderen grazen. Licht <;ii schaduw wisselen vriendelijk af op deze vruchtbare landerijen, die zoo rijk zijn aan allerlei kleur en tint, en schilderachtig groepeoren de huizen van Dronrijp zich om de wat hooger gelegen kerk. Bij zonsondergang glinstert het malsche gras, schittert het rijpe koren in gouden glans, en op den achtergrond dezer schilderij verheft zich boven de golvend», vruchtbare heuvelen en de nette boeren woningen, het godshuis, zóó schilderachtig alsof een kunstenaar het daar geplaatst had. Hier ontving Tad?ma de eerste indrukken der kindsheid, hier hebbeu zich wellicht in zijne ziel geprent die heldere kleuren en dat vroolijke licht, waarvan zijne kunst later zoo heerlijk wist gebruik te maken. Uit dezen grond zijn ook de eenige in Holland gevondene oudheden

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl