De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1886 3 januari pagina 4

3 januari 1886 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 445 om ieder van je dochters een ton mee ten huwelijk te geven een fat soenlijk jongmensch dat zelf geen fortuin heeft, kan 't tegenwoordig vooral niet minder doen dan kun je ze nog wel ordentelijk aan den man brengen, maar heb je geen kapitaal, meneer, dan zit je er mee ge schoren, en je knapste meisjes worden mettertijd even zoo vele vaatjes zuur bier.... sacré"....! De kolonel besloot zijn wijsgeerige bespiegeling met een knoop dien >ik welstaanshalve maar heb afgebroken. .Helaas, kolonel," zei ik weemoedig, wat ge daar zegt, is niet van juistheid ontbloot! Waar zijn de goede oude tijden toen; de meisjes alleen ten huwelijk werden gevraagd om haar mooie gezichtjes en haar huise lijke deugden, en dikwijls nog om de laatste alleen. Ik heb mijn moedeizaliger dikwijls hooren vertellen, hoe mijn papa verliefd op haar werd omdat ze zulke lekkere flensjes kon bakken en zoo keurig zijn boordjes Streek. Kom daar nu eens om, kolonel." De kolonel vond mijn verzuchting zoo lyrisch, dat hij plotseling staan bleef en me met zijn stevige handen bij de schouders pakte. Kerel", sprak hij, je hebt volkomen gelijk. Kom daar nu eens om, voor den d ! Onze meisjes worden tegenwoordig voor niets anders opgebracht, dan om te pronken met haar toilet en om met eenige modeknnstjes de mannen tot zich te trekken. En bij alle d.... 't helpt niet of je haar huiselijkheid wilt inprenten en haar voorpreekt dat die huiselijkheid een der grootste sieraden is van de vrouw. Altemaal predicaties in de woestijn, meneer. Je kunt tegen den stroom niet op. Ik heb me lang met hand en tand verzet tegen dat eeuwig uitgaan, maar ik heb al mijn batailles, de eene vóór, de andere na, verloren. In de laatste, die lang onbeslist is gebleven, heb ik eindelijk ook de nederlaag geleden. Er was verleden jaar reeds een sterke aandrang om in de Strauss-avonden mee te doen je weet wel, de danspartijen der officieren in 't Gebouw? maar ik hield me Oostinjesch doof, begrijp je ? Ik had er mooi renonce aan, zie je om me daar een heelen avond te gaan vervelen. En dan dat drommelsch toilet, je rijtuigen etcaetera, die zulke avondjes beestachtig duur maken, wat bliefje? Ja-wel," zei ik, weer voortstappende en mezelf vergenoegd de handen wrijvende, bij de gedachte, dat ik in 't zelfde geval van den kolonol had verkeerd en me, evenals hij, Oostinjesch doof had gehouden, maar blijk baar met gunstiger gevolg dan hij. Dat begrijp ik, kol.nel," zei ik, en mag ik vragen welke uw verde diging in de laatste bataille was, toen de oostinjesche doofheid niet meer opging ? .Wel zeker", antwoordde de kolonel; ik zal je dat vertellen, want ik geloof dat mijn verdedigingssysteem ie ook nog wel eens te pas zal komen, 'al zal 't je even weinig helpen als 't mij geholpen heeft. Ik somde mijn vrouw al de nadeelen van die zoogenaamde Strauss-avondjes op. Vooreerst was 't een dure liefhebberij; ten tweede, als de meisjes niet ten dana warden gevraagd, zouden de schepseltjes diep ongelukkig thuis komen; ten derde zou de mama van die meisjes met bitterheid, wrevel en wrok in 't hart moeten toezien, dat andere meisjes, veel minder mooi en beminnelijk dan de hare, werden voorgetrokken door de cava liers die hun vaste danseuses hadden; ten vierde, ik zelf zou me doodeljjk vervelen; ten vijfde, de kans voor de meisjes om er een geschikten man op te doen was bijna nul; ten zesde als ze er een man mochten vinden bereid om haar te trouwen, dan was 't hoogst waarschijnlijk een officier en we weten altemaal dat onze officieren heel charmante menschen zijn, maar in den rage! alleen rijk in hoop en vooruitzichten, als ze namelijk met een zeer optimistische natuur zijn bedeeld.... Ik noemde nog veel meer nadeelen aan die Strauss-avondjes verbonden op.., maar ja-wel, morgen brengen!... Mevrouw en uw dochtera wisten ze zeker alle te wederleggen", zei ik ironisch. ^ Natuurlek, voor alle d.;.! Duur was 't niet, verkl.'.ren ze, want ze lieten alles wat voor het toilet benoodigd was uit Parijs komen en dat was tegenwoordig zoo goedkoop, dat hoe meer men uit de LouvreMagazijnen" of uit die van Ie Printemps" ontbood, hoe rijker men werd; het rijtuig was maar een bagatel; dat meisjes zoo mooi en beminnelijk als de onze niet zouden te dansen, was een onderstelling die alleen in hot brein van een gek notaben e, dat was ik kon opkomen; bijgevolg zouden de meisjes zich ook uitstekend amuseeren en haar mama zou, als do benijde bezitster van zulke pronk-juweelen, haar hart van trots voelen zwellen, terwijl andere mama's van spijt zouden barsten; als ik me verveelde, was 't natuurlijk mijo eigen schuld, en dat kwam er overi gens ook niet op aan. En eindelijk, wat de quaestie betrof van ... een man?... Ja, de meisjes zouden zeker wel een man krijgen als we haar achter slot en grendel hielden en buiten de gelegenheid stelden om jongelui te ontmoeten,... Tegen zulke argumenten, meneer, is niets be stand. Achter slot en grendel! Notabene, meisjes, die bijna nooit thuis Bjjn als er een geschikt of ongeschikt voorwendsel is om uit te gaan... Sacré..."! Kolonel," zei ik, om toch iets te zeggen; 't is jammer dat ge u niet beter Oostinjesch doof hebt gehouden." Ja. voor den d...! Maar ik wilde ja wel eens in mijn plaais zien. Enfin, je bent er nog niet. Ik lach me een quadraat als ik je ook je entree op de Strauss zie maken." Kolonel," zei ik, stilstaande om afscheid van hem te nemen, want we waren op een punt gekomen waar onze wegen uit elkaar liepen, als dat gebeurt schenk ik u eene fijne flesch." Du, kan ik licht aannemen," zei de kolonel want het ia voor mij pure winst; ik wil zelfs op mijn beurt ook een fijne flesch schenken. Dan behoeven we ons ten minste dien avond niet, te vervelen." We drukten elkaar recht hartelijk de hand en ik ging genoeglijk neuriënd naar huis. Hier wilde ik eindigen, om daarna mijn wekelijkscu opstolletje aan de Amsterdammer te verzenden; maar 't was of een inwendige' stem mij waarschuwde dit stuk maar in portefeuille t,9 houden of te verscheuren. Ik besloot tot het eerste. Nu, mijnheer, zal ik 't u in 's hemels naam maar zenden, want de kolonel loopt al sinds langer dan veertien dagen rond met het vermakelijk praatje, dat ik altijd nog haarpijn heb van den zwaren bourgooje, dien hij me op den laatsten Strauss-avond heeft ge schonken. Dat is natuurlijk maar gekheid, maar de bourgonje was zwaar, en ik geloof ook dat mijn oostiniesche doofheid op den bodem der bruin aangeslagen flesch is blijven zitten. Aan mijn lezers al wat wenschelijk is. Pasquino, UIT DE KOEKSTAD. En?" vroeg ik in spanning. Nu, ik moet zeggen, dat uw hondenbelasting goed werkt." Ik weet niet, lezer, of het u wel eens is overkomen, dat ge, terwijl gij uw tanden zettet in een smakelijken krentenbol, onverhoopt beet op een steentje; of ge het eigenaardig genot wel eens gesmaakt hebt in een duistere kamer met uw neus tegen een half openstaande kamerdeur te loopen of onder dezelfde omstandigheden uw knikker in aanraking te brengen met de nijdige punt van een gasornament. Hebt ge een dergelijk voorrecht gehad, clan kent ge bij benadering het gevoel, dat bij mij opge wekt werd door bovenstaand antwoord op de eenvoudige vraag: En?" Wat toch was hot geval? Ik had een neef over, een beste kerel, ofschoon hij ietwat nurksch is. Hij leefde van zijn rente in een plaatsje van een paar duizend zielen. lederen zomer bezocht hij mij voor een dag of wat en ofschoon mijn vrouw hem liever zag gaan dan komen, zoowel door genoemde nurkschheid als door mijn beperkt inkomen, ik ben stedelijk ambtenaar met pensioenstorting, plus kinderzegen, zoo ontving ik neef op de meest voorkomende wijze, want... ik moest van hem erven. Verder bewijs ia overbodig. Gelukkig was mjjn cousin in de laatste jaren zeer geplaagd geworden door rheumatische aandoeningen, waardoor ik het betwistbaar genot van zijn gezelschap in geen jaren had gesmaakt. Met het vertrek der ooievaars en zwaluwen ontving ik dit jaar evenwel een briefje, dat mij hoogstdeszelfs aankomst meldde. En parenthèse: lui die geld hebben en van wie ge moet erven, vragen geen belet als een bom vallen ze 'op uw lijf. Wat was onze goede koekstad veranderd in al de jaren, dat neef haar niet had bezocht. Nu kon ik hem wat nieuws vertellen, wat nieuws laten zien. Train, spoorweg Koning Willem III, ziekenhuis, stadsuitbreiding, mooie dienders; mijn hart zette zich van wellust uit, bij de gedachte, dat ik neef bij het toonen van al dat fraai's onwillekeurig als met glae handsehcenen onder den neus kon duwen: daar kan je bij jullie naar fluiten, in je kraaiennest. Lezer, ik liet hem alles zien; toen vroeg ik zijn oordeel doordat kleine woordje en", waarop ik 's mans loftuiting op de hondenbelasting als antwoord ontving. Bij nader inzien had ik mij niet moeten verwonderen. Onverholen had hij zijn oordeel over al ons moois ten beste gegeven, maar 't scheen wel of de vleescbgeworden duivel der kleinsteedsche ijdelheid zich van mij had meester gemaakt, toen ik, na al zijn op- en aanmerkingen nog weer bij hem aan boord kwam met genoemd beteekenisvol woordje. Ik*wil, misschien tot stichting van zeer vele Ini, hier eens openlijk mecdeelen, wat mij alzoo met mijn cousin is overkomen. Bonjour neef, hoe staat 't leven." 't Kan beter; 'k ben zoo stijf als een hark; een fraaie inrichting hier aan 't station! met een beetje buik kun je niet, door de deur en dan Jaten ze je door een hek kruipen, bij welke plechtige gelegenheid je wordt aangegaapt aisof je een aspirant voor Leeuwarden bent." 't Was duide lijk: neef had de bokkepruik op. Blij als een engel gevoelde ik mij toen ik hem uit het station geboegseerd hacl, daar ik in het heilig denkbeeld verkeerde, dat de man, dio niet anders kon verwachten, dan dat de onoogelijke wallen voor zijn blikken zouden opdoemen, in den grond zou zinken bij het aanschouwen der grootsehe, in den meest harmonischen stijl opgetrokken villa's, die doen denken aan Multatuli's beeldspraak: Zij slingeren zich langs den Singel als een gordel van smaragd. ,,'k Zal je. mijn kleermaker eens zenden." Je bedoelt neef?" Och, dat heerschap leutert altijd, a's ik hem een jas te verstellen geef, van uitleggen voor en van uitleggen na. Hier Jcan hij een lesje nemen. Kijk me dat gestrnat eens voor je monu mentaal station! Hier keien, daar klinkers met obligate kuilen en bulten en wat een zee van licht! ti Propos, schreeit gij mij niet, dat men eindelijk besloten ha 3, den prijs van het gas te verminderen? Hier schijnen ze de schade te willen inhalen, 't is of je ik-weet-niet-' waar bent. Nüef sloeg blijkbaar door als een blinde viuk. Denkende aan hè'-. Salomouisch spreekwoord: die een gek antwoordt, beleedigt zich zelf" hield ik den mond en zonder een woord te spreken, de man vroeg mij niet eens naar mijn vrouw en bloedjes van kinderen, zonder een woord te spreken gingen wij naar huis. Ik herinner mij slechts, dat hij ergens in de Keizerstraat mompelde: wat stinkt het hier verduiveld". Te ontstemd was ik evenwel om te antwoorden: Neef, hier moet het stinken, want een groot afvoerkanaal loopt onder die fraaie huizen" 't gou ook maar boter aan de galg gesmeerd zijn geweest. Altijd heb ik diep respect voor mijn vrouw gehad. De innemende wijza waarop zij neef ontving, deed mij voor haar nog een dieper opvatten, een respect slechts te vergelijken b. v. met de diepte van do put bij het chalet, en die is heel diep. 't Was neef voor en neef na. Of hij liever gekookte dan gebraden aardappelen at, of neef ook gaarne een kruikje in bed had (wij waren in September) en 's morgens een eitja, neef? Man, hJo 30 nog van de sigaren van ie verjaardag, of misschien rookt neef liever een pijp". Wat heeft een vrouw al niet voor haar kinderen over. In mijn ziel ben ik er van overtuigd, dat zij den brombeer het liefst met een luiwagen het gat van de deur had gewezen, inaar in onze omstan digheden.... een ambtenaarsinkomen en kinderzegen; Maak zelf de gevolgtrekking.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl