Historisch Archief 1877-1940
i* nu,
ft;
No. 445
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Neef scheen goed geslapen te hebben, want 's morgens nam hjj mijn
jongste Op de knie, liet hem rijden naar Rome naar den mooien mooien
Oome", ik vermoed zelfs dat hij in verzoeking kwam om 't ventje een
zakje lekkers te koopen, toen hij ongelukkig zijn tanden zette in een
onschuldig kadetje. Uit was de pret!
Heb je nog altijd dat akelige brood!"
Maar neef," zeide mijn vrouw, maar neef, neem dan liever een sneetje".
Sneetje, kadetje! zijn even zoovesl evenveeltjes, 't goed blijft tusschsn
de kiezen zitten en stop verf is er een heerlijkheid bij. Toe nicht een
beschuit met een homp kaas. A propos, ze laten zich hier toch niet
koeieueeren door de bakkers zooals bij ons ? Dat volkje wordt dik en
vet. 't Koren duur 't brood duur, 't koren goedkoop de broodjes
natuurlijk ook goedkoop maar kleiner, " W. II.
(Wordt vervolgd).
K U N S T.
OONEELVOORSTELLINGEN TE AMSTERDAM.
Grand Théutre. Ernst Possart.
Nathan der Wcise.
Freund Ffits.
Der Kmifmann von Vcncdig.
't Is allerbelangrijkst grooïe talenten in de fijiute scliakeeringen
hunner j-uinst to genieten en na te sporen.
Men heei't, in mijn jeugd, zich dikwijls tot geestdrift voelen stemmen,
door het na elkaar vervullen der rollen van vader osewiju" in den
Gijsbreght" en van Thomas-vaér" in Kloiïs en Roosje" als de zelfde
oude Majofski in beide optrad. Van alle groote tooneelkunstsnaars van
Garriok en Mlle Mars we't de traditie (ca ook de geschreven geschiede
nis) te verhalen, dat zij op dan zelfden avond in het treurspel eri in het
burgerlyk blijspel optritden.
Bleestal echter geeft dit slechts stof tot plompe vergelijkingen. Onein
dig kioscher en levendiger wordt onze «esthetische zin gestreeld, wanneer
verschijnselen naast elkaar worden geplaatst, die inniger aan elkaar
verwant zijn. Vari dien aard is bijv. de vergelijking door Bests tusschen
Bilderdijk en Van der I'altn ingesteld: maar weinige gelegenheden doen
zich voor om den bloescmgeur der antitheeze met zoo veel eerbiedvolle
weelde in ons op te nemen, als het geval is bij de vergelijking der drie
J<> , .ntypen, door Ernst Possart geschapen.
Ons bestek laat ons niet toe, in bizonderheden de talrijke variëteiten
na te gaan, in fysionomie, taal, stem, gebaar, optreden en eiiidindruk,
door Possart hier geleverd. Wij nemen slechts een oogenblik het woord,
om voor hen, die met ons de kunstscheppingen van den vermaardcu
akteur hebben genoten, er de herinnering van te bewaren.
De stukken trouwens gaven van zelf aan dat de rijke, waereldwijze
Jeruzalemmer, de vriendelijke Elaasser Rabbijn, en de Venetiaansche
woekeraar, zoo wijd uit elkander zouden loopen als men het zich maar
denkeu kan. Possart behoefde Lessing, Erckmann-Chatrian en
Shakespeare geen geweld aan te doen, om de drie mannen niets op elkaar te
doen lijken: maar met welke een meesterlijken blik werd in elks
charakter dat gene uitgelezen ea met welk to overmacht in het licht gesteld
wat de kern der oorspronkelijke dichtergedachte uitmaakte!
Welk een genot, tegen over elkaar te kunnen stellen: G ottfried Ephraïm
Lessing, den genialen theorist, zwakken praktikus in het boefseeren van
dramatische groepen, maar volkomen bewust van hot ivijsgeerig-sociaal
doel, dat hij bereiken wil, en volkomen in staat eene figuur te ontwerpen,
die het uitzicht van den wijsgeer, met behulp van t3n schoone taal,
levendig vertegenwoordigt; de fransche elzasser romanciers, en den
Koning van het moderne charakter-drama, Shakespeare, den man van
alle tijden!
In den Nathan komt vooral een der voorname kunstmiddelen van den
Heer Possart duidelijk uit: zijn bewustzijn, dat hij veilig met bedaard
heid spreken kan, dat hij nooit verveelt. Zijn stem, zijne intonaties recht
vaardigen d- zekerheid, waarmee hij 's dichters text volledig, nimmer
overhaast uitspreekt. Hij kan alles redden; hij weet altijd te boeyen.
Gelukkig de dichter, die zulk een tolk heei't.
Tegenover het ideale dor bedaarde figuur van Nathan (wiens leer niets
minder beoogt dan dat allo stellingen gelijk recht op waardeering habben),
staat het gevoelige, naturalistische, bedrijvige, lieliijk-aand enlijke van den
franschen Rabbijn Sècliel. Heerlijk, onvergetelijk is het tooncel van den
berninlijken beschermer met do goede en bokoorlijke Susel aan de put.
En welk effekt maakt uu en dan, te midden van zijne goedhartigheid,
zijne oiid-testamentische vermaning, en ook zijne sublieme voordracht van
oen paar vaerzen van het Hooge-Lied. Zijn hoogste triomf' vierde Possart,
voor mij. in zijn Sichel- schepping.
En dan de vreesljjke Shylocls do inkarnatio van den haat der ver
volgde Joden tegen de Christenen. Ontzettende kleuren had Possart
hier op zijn palet en hoog ernstig blijft de indruk, dien hij maakt -- ook
te midden van het maar al te veel tot een luimige voorstelling leidend
geval, door Shakespeare uit een oude volksvertelling, reeds vroeger in
dramatischen vorm behandeld, genomen.
Nooit zal ons de herinnering dezer drie Jodentypon uit den geest gaan,
en daarmee zal de hulde verbonden blijven, die wij den veelzijdigen, lijn
beschaafden tooneolkunstenaar van gantscher harte brengen.
Wat de uitvoering betreft, valt in het dramatiesch gedicht van Lessing
in-zonderheid te prijzen en te dankeu: de Heer Lüpschütz, als
Klostcrbruder". Wij hebben meermalen het kunstvuur geprezen, dat den Heer
Harden (jimger Tempelherr) bezielt, maar hij sciiijnt al even weinig als
zijne medeleden van het Resideiiz-Ensemble aan kostuumstudie te doen.
De zelfde witte mantel, dien de Tempelridder droog, vercierdo G-rasiano.
Waarom de Tempelridder zijn zwaard, bij wijze van een zuigeling, in zijn
armeu^droeg, zal ik niet vragen, Aan het Duitscho tooncel schijnt liet
zelfs gebruikelijk de zwaarden met schede en al als staven bij den knop
te houden. Barnay en Possart, in King Lear", gingen beide, er aldus
mee te werk.
Freucd Fritz" werd zeer goed gespeeld. Hier was de
duitsch-burgerlijke toon van Frl. Frey beter te rechtvaardigen dan in Nathan" (Daja),
Frl. Krauss gaf eene allerliefste Susel en heeft veel in haar voordcel om
ook in de ondankbare rol van Jessica te slagen. De herinnering der
rolvarvsdling bij de hollandsche voorstelling van The merchant of Venice"
was, in 't algemeen, niet in 't voordeel der Duitschers. De Heeren Harden
en Eritropel hebben zich gunstig onderscheiden. Ook Mej. Ranianowska
heeft mot opgewektheid gespeeld.
Over de inrichting der JJarstëlluwg van Shakespsares komedie zou te
spreken zijn. De Hesr Possart heeft, voor zijne tooneelschikking, zeker
goede redenen.
Wij brengen hulde aan den Heer van Lier voor hetgeen van zijnen
kant gedaan werd, om zoo belangrijke uitvoeringen als deze Duitsche
zoo goed van stapel te doen loopen.
Eoue kleine aanmerking: Voor degenen, die aan de linker hand van den
toeschouwer in de gezellige schouwburgzaal gezeten zijn, is bizonder
hinderlijk de gasvlam, die buiten het hokjen van den soefleur staat.
31 Dec. 1885, Alb> h.
EEN SCHOUWBURG VOL AKTEURS.
Op den 18 December 1885 had in den Stadsschouwburg op het
Leidscheplein eene gebeurtenis plaats, zóó eenig, dat ze wel in geen enkel
land der wereld ooit zal hebben plaats hehad. Op het tooneel werd de
Aütigone van Sophokles vertoond door 'jonge studenten en leerlingen van
het gymnasium, dus geen eigenlijke akteurs, en de schouwburg zelve was
tot den nok tos gevuld alleenlijk on uitsluitend met acteurs: een ver
tegenwoordigde het gezond verstand, het was de rahonneur of deDorine
van den troep, de anderen gaven mooie typen van dankbaarheid, liefde,
bewondering enz.
Dat althans is het kort begrip van hetgeen de heer Alb. Th. ons me
dedeelt in twee kolommen van dit weekblad, de vorige week verschenen.
Den avond van den ISn ia de Autigone opgevoerd en kooplieden, oude
rechters, oude doktoren (die sints lang hnn Grieksch vergeten hebben),
Dames en rneisjons van den eersten stand" hebban die opvoering bijge
woond en aan ieder die het hooren of niet hooren wilde, met
opgetogenheid van deze voorstelling gewaagd. Welnu, als de uitspraak van het
eenvoudige gezonde menschenverstand in dit geval (niet) voor
jikompetent v?(o)rd(t) aangezien" dan hebben al die toeschouwers eenvoudig
comedie gespeeld, ze hebben niet kunnen bewonderen, f.e hebben verteld
wat ze niet meenden want die voorstelling staat gelijk met een voor
dracht van een Siamees of een Chinees in diens eigene taal." Zoo althans
verklaart de heer Alb. Th. zonder evenwel eerig bewijs aan to voeren,
dan alleen de bewering, dat men voor den gek wordt gehouden" wan
neer men een treurspel ziet spelen, waarvan men geon enkelen regel
verstaat. Ik gevoel me medeplichtig aan het feit van huichelarij, waar
van de heer Alb. Th. de toeschouwers beschuldigt, en gevoel behoefte
mij en een paar anderen te verdedigen.
Terloops aij gezegd, dat deze bewering mij van niemand sóozeer be
vreemden kon als van den heer Alb. Th., die zelfs nog kunstgenot smaakte
bij de opvoering van de Mascotta, waarvan aeker hoogstens nn derde
verstaanbaar is, zonder dat eenige andere eigenschap van stuk of spelers
de rest komt aanvullen.
De heer Alb. Th. is zeer teleurgesteld en ontstemd uit den schouwburg
gekomen en waar elders met hooge bekers schuimnnde champagne hulde
werd gebracht aan allen, die tot het welslagen hebben medegewerkt,
daar heeft de heer Alb. Th. een druppel citroen gemengd in den
suikerzoeten lof" en een glas limonade gedronken om zijne zenuwen tot
bedaren te brengen.
Ligt daarin eene beschuldiging opgesloten?
Volstrekt niet, er is alleen verschil over n woord:
De bewonderaars kregen meer dan ze verwachtten, de heer Alb. Thi
kreng iets anders dan hij verwachtte.
De toeschouwers meer.
Tal van personen, ook velon, die niet gewoon zijn iets anders dan
romans to lozen, hadden dagen te voren den inhoud on de vertaling van
de Antigoiio Mrgvnldig gelezon of herlezen. De omvang was niet zoo
groot oi ZQ herinnerden zich de opvolgende tooneelcn en behoefden
slechts even hun tekstboekje te raadplegen om zich den geheelen toestand
levendig voor den geest to roepen. Dat beurtelings op het tekstboekje
en op het tooneel zien moge vermoeiend zijn, zonder dat is het even
onmogelijk eenige opera o i' operette te genieten of ook zelfs maar te
volgen en bij zooveel heerlijks en verhevens was het stuk dubbel der
moeite waard, De voorbereiding vóór den 18en en de inspanning op den
l<Sn maakten het mij, die ook tot de ')7 percent van het Leidscheploin
auditorium" behoorde, mogelijk, het geheel te genieten en ik kreeg meer
dan ik dacht to zullen krijgen, den indruk van het schouwspel weer:
de medewerking der koren, de zuivere stemmen, de schoone standen, dat
alles werkte mede om het geheel, ook zelfs voor mij, op de meest vol
doende wijze te vertolken.
De heer Alb. Th. was echter onder geheel andere omstandigheden de
voorstelling gaan bijwonen; hy was op reis geweest of ziek, of in studiën
verdiept, althans van alles wat aan dien 18 Dec. was voorafgegaan, had
hij niets gehoord; het was hem onbekend, of de vertooning tot eene
zekere hoogte ook voor het publiek toegankelijk is geweest" iets wat
niets ter zake afdoet, maar toch bewijst, dut de schr. geheel buiten de
! beweging en de dageiijksche gesprekken en circulaire-verzendingen moot
gestaan hebben. Aileen bij geruchte is hem iets aangaande de voorstel
ling bekend geworden, althans we lezen: Naar men zegt heeft de ge
leerde M. Mendes da Costa zijn kennis en jjver weken lang aan het
monteeren ea met den heer B. Wilson aan de regis vau deze
Antigone