De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1886 10 januari pagina 5

10 januari 1886 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

So. 446 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. De eerste voorstellingen waren zeer druk bezocht en het ontbrak clirijver en medespelende niet aan succes. "Werkelijk de directie van onze kleine schouwburg weet met de middelen ie haar ten dienste staan to concjireeren met de Vereenigde Tooneeüsten". ["oen op eersten Kerstdag in den grooten Schouwburg Radier Faassen's templacant voor het voetlicht kwam, wist ook de directie van den kleinen ichouwburg het publiek door iets nieuws binnen zijn muren te lokken. Iets nieuws? ... Nu ja, nieuw, vatte men hier niet al te letterlijk op. Iet was een oud gerecht opnieuw bereid. Het opnieuw monteeren van stukken, die al sinds eenige jaren in zoete ust en dikke stoflaag op de planken der bibliotheek hebben doorgebracht, tost menigmaal al even veel zorg als penvruchten, die zoo heet van de iaald ingestudeerd worden. Eu Olympia, of het leven van een tooneelspselster" kon, na menig K interslaapje, het Rotterdamsch publiek wel weer eens als noviteit aan geboden worden, .,01ympia. of het laven van een tooneelspeelster"! Doet dat of" ons liet onwillekeurig aan iets drakerigs" iets melodramatisch" denken? Dat inschuldige of" speelde in vroegere tijden in den titel onzer tooneelitukken een voorname rol. Men, hiermee het proote publiek bedoeld, vond iet zoo al niet noodzakelijk dan toch wel gekleed staan, dat de titel iets meer daii een eigen naam te lezen gaf. Dat of" gaf stof tot nadenken, oiet waar? Dertig jaren of het leven van een dobbelaar" b. v. was dat geon Deerlijke titel? Dat leven van een dobbelaar" voorafgegaan door dertig jaren", deed der fantaseerende menigte groote verwachtingen koesteren. Of dit thans nog zoo is ? Ik weet het niet. wel is het aangenaam te kunnen constateeren, dat de directie van den kleinen schouwburg gedurende de drie feestdagen deivoorgaande week met: Olympia of " goede zaken maakte. Een vol huis, een dankbaar publiek wat verlangt men meer. Het stuk van Anicet-Bourgeois en Théodore Barrière heeft wel een Hapje van de zweep beet, nl. van de zweep die onze tooueelschrijvers vroegere javen tot het produceeren van draken aanzette. Olympia" kan echter onder do goede draken gerangschikt worden. Het pakt" om den technischen term te gebruiken. En dat pakken" is zeer zeker geen geringe verdiensten. .iieuw is het stak niet. Mededeeling van den inhoud kan dus achter wege blijven en verheugt u hierover lezer, want het stuk is zeven taferefchn Ling. Zeven tafereolen die ons var- 's avonds acht uur tot ruim na middernacht bezig hielden. Of wij Rotterdammers ook waar voor ons geld krijgen ! De opvoering was over het geheel bevredigend. Hoe jammer dat het gehs igen ook wel eens aan artisten parten speelt! Hoe gelukkig echter voor hen, dat in het onderaa i'dsehe een geest aanwezig is, die, zonder eigen geheugen te gebruiken, toch het geheugen der artisten te gemoet komt. Houdt Dames en Heeren dien gedienstigen geest ia eere, maar maakt van zijn goedheid geen misbruik. Alvorens iets over het spel te zeggen een bijzonder woord van lof vóór misc ens-cène en coslunies. Beide waren zeer poed. De costumes van den Heer H. L. Chrispijn waren frisch, in den stijl, en met zorg afgewerkt. liet komt mij voor dat de Heeren Koster en Sprinklmizen liever mo dern gekleed gaan. Nu dit is te begrijpen. Muar waar meu eenmaal iii castume op moet treden, is het dezen Heeren toch sterk aan te raden hun bijzonders voorliefde in dit opzicht niet met zoo'n voorname non chalance aan den dag te leggen. Het contrast met de o vorige Heeren was te sterk. Met veel talent vervulde Mevr. de Graaf-Verstraete den titelrol. Gevoel en warmte ontbraken niet. Jammer echter dat mevr. de Graat' de scène van het repeteeren in het vijfde tafercel zoo overdreef. Mevr. de Graaf ontwikkelde wel kracht, maar helaas! te veel. Bovendien waren haai' gestes in strijd met het gedeclameerde. De gestes werden gechargeerd. Mevr. Korlaar-Van Dam speelde het naïeve rolletje van Rose Mieiion recht verdienstelijk en opgewekt. Zij en de Heeren Van Nieuvvland en Ruyachbroek, de Heer Van Nieuwland als IJndor en de Heer Ruyschbrosk als markies Einile de Rudeutz, zorgden, dat de lachspieren van het publiek behoorlijk in werking bleven. De heer Tartaud vervulde de rol van graaf Karel de Rurlentz. 01 deze rol den hcsr Tartaud niet sympathiek genoeg was? Met de middelen waarover de heer Tartaud beschikt, hadden wc eon betere vertolking verwacht. Da heer Alex. Faasscn als Saint Phar bracht als altijd tot het geheel zeer vcsl goeds bij. De heer Chrispijn trad als gast op in de rol van Georges". De geschokte gezondheid van den Heer Chrispijn verloo chent zich niet. Do zeggingskracht van vroeger ontbreekt. Toch was zijn spel dat van een artist, zag mea, dat hij zich nog volkomen thuis Be voelde op de planken. Onze beide tooneelgczelschappcn hadden in de laatste dagen van 1SS5 geen reden tot klagen; 1S86 scheuko directié'n en artistcii vcsl goeds! V + V. SOTIERDAM. MUZIKAAL O VERZICHT. Ld Fille du Regiment f \Via onzer herinnert zich niet, deze iïissehe Opwekkende muziek reeds in zijne jeugd te hebben gehooid, en er met zuovele andere melodiun uit de Frauscho opéras-eomi<jiies vau het goede oude gehalte als 't ware mee te zijn opgegroeid? Wij voor oas althans behoeven bij het aanhooren dezer ongezochte vrooüjke tonen slechts de oogen te sluiten, om een reeks herinneringen uit lacg vervlogen dagen op te roepen; het ouderlijk huis, met al zijn lief en al zijn leed in onze verbeelding weder voor oas te zien, vrienden en magun, die ons lief v/a ren doch sedert zijn heengegaan, ons als levend voor oogcn totooveron... Zoo zal het wel met nog vele tinderen gaan; er zijn meiodien, waaraan zith voorvallen uit ons leven als onafscheidelijk vastknoopen, on welke ons ze weder hooiende er onweerstaanbaar aan herinneren. Zóó dan is het met Marie, die Tochter des Regiments, en daarom gaan Wif eene opvoering daarvan gaarne hooren; op Donderdag 24 December werd zij als Eerebenefiet voor mevrouw Nicklas-Kempner weder voor het voet licht gebracht. De zaal was slechts matig bezet; kon het ook andera ? Vele trouwe opera-bezoekers behooren tot de hier gevestigde Duitsche familiën, en daar brandde op dien avond de kerstboom; het mag wel aan den onpleizierigen aanblik, dien een half gevulde zaal steeds voor de artisten oplevert, gelegen hebben dat de opvoering niet zoo flink van stapel liep als voor een werk van dit genre bepaald noodzakelijk is, wil het boeien; zelfs de beneficiante was niet altijd zooals we het van haar verwacht had den, althans in het eerste bedrijf, waarin we bij het Lébet wohl en bij het slot-ensemble twee, driemaal onzuiverheid constateerden, eertijds toch bij mejuffrouw Kempner onbekend. In het tweede bedrijf echter nam zij schitterend revanche, met name door de voordracht harer Einlagen, waarvoor zij n Fransch en een Hollandseh nummer gekozen had; vooral dit laatste (Het B reist er f je, van W. HittscJienrwjter) miste wederom niet levendigen bijval te vinden, zoowel om de bevallige muziek als om da boven^allen lof verheven geestige voordracht.?Zooals dit liedje is zijn ei} nog vele van hollandsche toonzetters, Dames en Heeren dilettanten} zoekt die eens op en wijdt daaraan eens uwe krachten, inplaats van Schubert-, Schumann-, Mendelssohn- en Beethoven-albums af te zingen, zon« der ooit u tot de hoogte te kunnen verheffen die ingenomen moet zijn, om deze meesters te verstaan en behoorlijk te vertolken. Zoekt ze op, de meeste zijn nog maagdelijk en moeten nog gvcreëer& worden; daar is dus nog eer aan te behalen! De beneficiante dan oogstte met deze Einlagen een groot en welverdiend succes niet alleen, maar bovendien eenige fraaie bouquetten en prachtig opgemaakte bloemcnmandjes. Mevrouw v. Ophemert werkte alsMarquise verdienstelijk mede; daar dit haar eerste optreden op ons tooneel was, na de huiselijke gebeurtenis, die haar eenigen tijd (maar goede hemel! 7we kort, onder zulke omstandigheden!) belette op te treden, willen wij haar om hare weinige rolvastheid niet hard vallen, maar der veelzijdig ontwikkelde kunstenares liever onze gelukwenschp^ Aanbieden met haar herstel. De heer Krieg gaf als Sulpkc wat hij w geven had, de heer Grüniug als Tonio zoer stellig niet; het moet jammer genoemd worde» van een bezitter van materiaal als dat van den heer G., dat hij het of niet beter gebruikt, óf het niet beter heeft leeren gebruiken; want er was (en is nog) van de stemmiddelen des heeren Grüning wat te maken, mits de erkenning van onkunde vooraf ga. Ook als Tonio had de heer G. recht goede oogenblikken, die echter helaas al te spoedig door de minder goed? overschaduwd werden. Koor en orkest beschouwden eene opvoering van de Reginientstochter blijkbaar en bagatelle, er was niet altijd de gewenschte attentie. De nimmer rustende activiteit der Directie bracht den Opera-bezoekers op Zaterdag, behalve de Tuinscène uit Faust, het Ballet uit den Parkscliouwburg te Amsterdam, onder leiding van den heer Ales. Genée, hetwelk met de opvoering van Ad. Adam's Gisella veel bijval oogste; de muziek van dit ballet is werkelijk over 't geheel zeer goed, en in over eenstemming met hetgeen er in behandeld wordt geschreven. Over het dausea zelf kunnen we niet genoeg oordeelen: we hoorden echter in onze buurt verzekeren dat Gisella een goed geluid in de beenen had", waar mede waarschijnlijk bedoeld werd dat zij goed danste. De aan het ballet voorafgaande akte uit Faust werd verdienstelijk weergegeven; des heeren Udvardy's stemmiddelen leenen zich veel beter voor ecu' Faust dan voor een' Eleazar e. t. q.; over den heer Paul Hinze laai zicli alleen op hetgeen hij in deze akte te zingen heeft geen oordeel uitspreken. Mejufï'r. Spohr was een allerliefste Siebel, die het Blümleim t r nut spriclifür midi recht braaf zong, Mejuffrouw Bettaque de Gretchen, die wij allen van haar kennen. Mevr. v. Ophemert-Schwencke gaf eene zeer goede Martha te aanschouwen en te hooren. Do aankondiging van Figaro's Ilochseit had Zondagavond een zeer talrijk publiek naar den schouwburg gelokt; Mozart's heerlijke muziek mist hare aantrekkingskracht nooit en uit een muzikaal oogpunt be schouwd zal de Figaro voorloopig nog wel onovertroffen blijven; wan" neer we ons echter eens voor oenen avond konden voorstellen dat wij in de Figaro's llochze.t een nieuwe opera van een hedendaagschen componist gingen hooren, wat zou het oordeel van het publiek dan zijn ? We hebbben getracht dit bij ons zelf eens te onderzoeken, en vonden dan in do eerste plaats eene handeling, zoover beneden de weinige cischen die gewoonlijk zelfs aan een opera-tekst gesteld worden, dat elk hedendaagse!) componist zich stellig tweemaalea bedenken zou, alvorens dis ter bewerking aan to nemen; 't is niet meer dan een klucht, en dan nog wel een klucht van een zeer gering allooi. Hier en daar een koddig ell'eclje, maar slechts verkregen door het met geweld en ongemotiveerd bij elkaar sleepen van bijna onmogelijke omstandigheden. Herhaaldelijk wordt de handeling (voor zoover er van eene geregelde handeling sprake kan wezen) verdraaid oi' vertraagd door de zucht van den tekst-dichter (?) of misschien door de noodzakelijkheid, wijl het hem wellicht opgedragen werd om elk der optredende solisten eone groote aria te geven; kortom, het is moireiijk dat men zich dit alles vroeger liet welgevallen ter wille van do muziek. Sedert dien tijd heeft de opvoeding van het operabezoekend publiek vorderingen gemaakt, welke het in eene opera iets anders doet verlangen dan eene gelegenheid om verschillende op zich zelf staande nummers ten gehoore te brengen; men wil niet meer een touw met knoopeu, al is iedere knoop een aria, zoo heerlijk als Mozart ze in Ftytirtfs llochzdt geschreven heeft. Deze tonen zullen voortleven, zoola-ig er zin is voor fijne, geestige en recht uit het hart komende mu ziek : de opera als zoodanig moet echter reeds nu als verouderd beschouwd worden. Wat de opvoering aangaat, zij gaf dooreengenomen genoeg zaam reden tot tevredenheid, al hebben wc ze dikwijls beter bijgewoond; neemt ineii echter in aanmerking dat de heer Behrens (Figaio) nog ma?.r juist genoegzaam van zijn heeschheid genezen was om de uitvoering te kunnen doen doorgaan (waardoor hij waarschijnlijk ook belet werd zyne groote aria te zingen) dan mag men hem voor zijn optreden dank baar zijn en. het vele goede, dat tuj te hooren gaf, waardeeren,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl