De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1886 10 januari pagina 8

10 januari 1886 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. niet weinig het genot van zijn zielvol spel, waarbij men de misslagen (!}, d fa Rubinsteio, gaarne vergat. Nu heeft de uitmuntende bariton concertzanger Heusebling op derge lijke w\jze een solo-zang-rtóaZ gegeven. De gedachte is hier nog nieuwer. De ernstige, goed geschoolde (o, welk germanisme!) kunstenaar was zoo handig geweest voor deze eerste proeve bijna uitsluitend stukjes van belgische componisten te kiezen, wat het publiek niet weinig vleide. Deppe, Hubertin, vervolgens ook Schumann en Mozart verschijnen op 't program; maar het grootste succes was voor Poènie iïamour van Auguste Dupont, op woorden van Lucien Solvay. Wij mogen de twee vrouwelijke violisten niet vergeten, nu wij van zon derlinge zaken spreken. Zonderling ?... In 't orkest van 't conservatorium vinden eenige jonge pieisjea geregeld hare plaats. Onze voorouders hadden nog nooit op de viool hooren spelen," dat de eerste beste student het eerste beste juffertje bij de taille neemt oai dertig of meermalen half ademloos rond te draaien door de balzaaT. Zij znnlan de jonge dochters in onze orkesten gaarne Beethoven, Mozart, p Jasaeuet, Jan Block en Tinel hebben zien spelen. Welkom zij ons Jeanne Eisler, na de Milanoilo's, na Norman Neruda (tegenwoordig Mme Charles Hallé) en anderen; welkom zij ons mejufvrouw Douglas van 't Brusselsch conservatorium. Wij verademden bij haar spel, toen zij in een conea.'t optrad, waar ook de parijsche salonzanger Diaz de Soria zich liet hooren, wiens zang bij méringues met maagbedervenden room is te vergelijken. Wezenlijk maag- en smaakbedervend is ook de voordracht van MHc. Anna Grégoir, die zich in don laatsten tijd hier en daar liet toejuichen. Zelfs (horrible, horrible, most horrible) zon?, zij na eene fuga van Bach, en de Quide Musical zeide: Mlle. Anna Grégoir a ehantéavec iniiuemeat de gout les variations du Toreador", van Adam. Zoo schrijft men kritiek! Dfej. Grégoir heeft to Antwerpen zonder het minste begrip van den geest der melodie en der woorden ,,Ah, vous dirai-je maman" doorgechevrotteerd, alsof zij de kopletten zong van het als 80-jarige groot mama verkleede meisje in La Fiola de Caffltostro. Het wa*? meer dan eenvoudig belachelijk . . . Dat geschiedde in dezelfde week als de beroemda Krauss in de opera te Antwerpen optrad. Laat ons ten slotte nog een oogenblik stilstaan hij het eerste C o nserv at ori ti ra-concert dat verleden week werd gegeven onder da gewone leiding van Qevaert. Het programma bestond uit ccneouvcrturo van Bundel (Agrippina), een van Mendelssohn (Athalidj. Op Ililndel volgde Bach's Em feste Burg, en op Mendelssohn, Beethovens zevende: een buitengewoon genot na een vastentijd van vele maanden. Het was vooreerst eene gelukkige schikking der werken en zeer ver wonderlijk dat men het program door de dagbladen niet vroeger bekend had gemaakt. De ware liefhebbers en de kritiek die soms van verre komt was daardoor in de onmogelijkheid de partituren mede te brengen. Nog eenmaal kon men zich toch laven aan de grootsche geloofsuiting van den even innigen als wijsgeerigen Sebastiaan. Dergelijke muziek is evenwel op rt Brusselseh publiek niet berekend, en dat is ook 'niet noodig. Men moet zich verwonderen, dat uitvoering en hoofdrepetitie steeds plaats hebben voor eene goed gevulde zaal. Er is vee} mode bij dat alles. Hier is dezelfde oorzaak herkenbaar als bij do opvoering der Meister singer nieuwsgierigheid bon ton. Aan sluimcraars toch ontbreekt het bij deze gelegenheden niet, van links en rechts wordt geknikkebold. Ook zou ik zeggen, dat, zonder oer.e diepgaande muzikale bescha ving in een katholiek land de fierheid en innigheid van overtuiging in depe omschrijving van Luthers psalm uitgedrukt niet kan worden gevat. Het publiek van Brussel en andere groote bclgische steden kent alleen katholieken" en liberalen." Vóór de uitdrukking: ..Cantate de la ivformation sur Ie choral de Luther" staat het gapend stil, indien de titel ten, minste gelezen wordt. Eene de cy, de schrijver van een artikel in do Revue des deux mandes, naar aanleiding der in de laatste jaren verschenen biographiën van Joh. Sebastiaan Spitta, Greniei- (Forkcl), David, Reissmann, Bitter, Lane Poole, Cart deelt ons (aflev. V. 15 -ÏSov. blz. 415) mede, dat hot Parijsche publiek verrukt was na de eerste uitvoering der genoemde cantate, vooral bij het optreden van het unisono voor mannen-stemmen, afgewisseld door groote orkestfiguren: Lorsque Ie cantique de Luther, annonce dés les premières mesures et longtemps retardén, dessein est enfin entonnépar les voix d'homrnes a l'unisson, l'effet est irrésistible. Le jour oüla Concordia Fa fait cntendre au Conservatoire, toute la salie a frémi d'enthousiasme u ce passage." Ik voor mij geloof hier aan groote overdrijving. Eenó de llécy zal zich zelvcn in dat oo^enblik voor 3/^ van de zaal hebben gehouden, Verder valt hierbij op te merken dat dit unisono door Bach niet als do hoogste uitdrukking van geestdriftig eu vertrouwend geloof is gageven. Het effect van den tekst klimt nog steeds na het mannenkoor en 't is eerst in het slotkoor, waar de psalm polyphoniwh wordt aangestemd, dat de- componist de hoogste uitdrukking der veelzijdigheid eu rijkdom Van geloof, liefde en dankbaarheid heeft gezocht. Dat krachtig unisono werkt eenigszins verblindend op den minder geoefendcn hoorder. Hoe het zjj, de uitvoering was, voor Brussel, zeer voldoende; want ik behoef niet; te zeggen dat de koren hunne partij wel afzongeu, tepgovoige van ernstige repetitiëo, maar dat, de geest zoowel aan dezen als aan de so listen ontbrak. De bas-solo vooral was week en te elegant. Aan de koren miste men ook de noodige kracht, die men in 't orkest genoegzaam vond. Doch ook hier waren Je blaasinstrumenten te zoetzappig, vooral de oboe, die meende dat het eerste vereischie niet, de dui delijkheid maar het piamssimo is, wat voorwaar slechts weinig blazers bereiken, maar hier overdreven was. (Slot volgt.) M. A. LETTERKUNDE. ENGELSCHE LETTEREN, In de goedkoops Atnerikaansche editie van Harper and Brothers NewYork, die tot een ongekend lagen prijs den roman van den dag, maar ook ernstiger studieboeken binnen ieders bereik brengt, is in den laatsten tijd opgenomen de Autobiography of Antlior.y Trollope. Wij kennen dezen als een der vruchtbaarste romanschrijvers van het romau-voortbrengende Engeland en de lust bekruipt ons te hooren wat deze self-mademan ons te zeggen heeft aan het einde van eene voorspoedige loopbaan en, wat meer zegt, van een gelukkig leven. Uit den overvloed des harten spreekt do mond en de geschreven bladzijden ziju slechts de uitstorting van den vollen stroom der dankbaarheid. Wat zijn leven geworden is na eene jeugd vol moeilijkheden en bezwaren, dat dankt hij aan de beoefening der letteren. En, zelf op den top gekomen, voelt hij zich gedrongen om, uit den rijken schat zijner ervaringen mee te dealen aan wie nog aan den voet, van cleu berg staan, opdat het hun steunen mocht bij den moeilijken tocht bergopwaarts. Bij allen eenvoud van aanleg en uitvoering is dit boek een belangwek kend bock. Belangwekkend omdat hut eene meening heeft te verdedigen die, althans voor den schrijver-zelf, op glansrijke wijze werd gerechtvaar digd. Reeds van het begin af, staat hij met warmte voor wat ten on zent eeuigsziua verachtelijk broodschrijverij" wordt genoemd. Het stand punt dat hij tegenover de litteratuur inneemt, is bij uitstek practisch. Hij erkent volmondig, dat, zij hom steeds middel en niet doel is geweest en zijn oogmerk bij het openbaar maken van den weg, dien bij hieitoe in sloeg is: mannen en vrouwen te leeieu hoe zij met schrijven hun brood kunnen verdienen, (uit zegt hij met zoovele woorden. Romanschrijven c'est uu métier comme un autre", dit is de stelling, waarvan hij uitgaat eu die hij in zijne uiterste consequentie toepast.) Hij heeft die stelling bevestigd gezien door het leven zijner moeder, die door eene groi/tc werk kracht, gevoegd bij een verwonderlijk vermogen om haar geest te doen wer ken onafhankelijk van de omstandigheden, waariu zij leefde, er in siadgde een verbazend aantal romans voort to brengen, romans die nu vergeten zijn, maar wier opbrengst jarea lang het eenig middel van bestaan was voor haar en haat- gezin. En op dat voetspoor voortgaande, zija voor Authony Troliope de vele romans die hij heeft geschreven omgezet ia materie. Ie onafhankelijkheid en al wat zij meebrengt; afwezigheid van zorg, tijd om zich te wijden aan zijne geliefkoosde vermaken, gelegenheid om in aanraking te komen met ontwikkelde mensehen, in 't kort het ge not van aiic suïlijke en geestelijke genietingen, wuarvan het gemis zijne jeugd zoo vreugdeloos en vol ontberingen heeft gemaakt. Zooals hij zelf zegt: in staat te zijn te geven, wanneer een vriend mijn hulp vraagt, er mij uiet over ta bekommeren of do kolen spoedig verbruikt Eiju enz., dat beiiourt voor mij tot de genoegens des L-vens."' Men moet die genoegens ontbeerd hebben, om za te genieten en, in dit licht gezien, verwondert bet ons niet dat- Trollopa zijn talent slechts waardeert, om de renten, die het afwerpt en dat bij zijn kapitaal interest op interest beeft geïet. Maar de sterkte eener overtuiging, uit ervaring gesproten, maakt hem eenzijdig. Hij ontkent het goed recht van eene andere opvatring der kunst, het eigendom van anders bewerkluigdcn, vnn beu, door aanleg eu Icven.toroEtandighc'.lon geroepen de hoogten te bestijgen, terivijl hij tien gebaanden wfg volgt.. Hij schijnt er niet nnn te denken, dat er rnenschen zijn, die het scheppend vermogen niet gelijkstellen met een handwerk dat men aanleert, die uc knust liefhebben om de kunst, die, in vrijheid geboren, :-,ich echter verlon.len hebben in haar dienst rn haar weliteiuinJc zonen zijn geworden. T<jch heeff. bij jaren lajjg tien persoonlijken omgang j;x::ot-jn van ecu die, in 'naar ilagbcek en brieven, onlangs bijeenverzameld dooi' hanr echtgenoot J. W. Cross, ons vergunt een blik to slaan op een o zoo geheel andere wording iiarer gccstes-productii'. Ook George Eiiot moest van haro pen leven, ook zij heelt erenals Buiwer, l'iekens, l:ucker;iy zich een vermogen er mee verworven, zooals dat mogelijk is bij een omzet ais in Engeland plaats heeft. j\iaar al ver acht zij evenmin als Trollo^a <lo stoffelijke resultaten vanhaar arbeid, welk eene liefde zien wij bij haar voor dat werk, hoe zeer is hst haar een levensdoel en Eiefc enkel een middel o;n ts leven, hoe is het, gehalta ervan hoofdzaak en de verkoopbaarheid bijzaak, hoe menigmaal heeft zij geldelijk voerdeel verzaakt, waav zij meende niet te kunnen voldoen aan de hoogo eischen, die zij zich zelve stelde. Hoe heeft zij geworsteld ora er baar geheelo ziel iu te leggen, hoe heeft hot haar getroost onder lichaamssmart en lichaamszwakte; boe kenschetsend zijn bekentenissen als deze: (jeorgo en ik schreiuea beiden toen ik hem het steribnd van Milly uit cie Cierical scones voorlas/' Trollope verwijt baar dut zij zich te veel inspant, ora uitmuntend werk to levereu en dat die inspanning in hare werken zicht baar is. Hij betwijfelt het en zeker terecht of jeugdigen van jaren haar gaarne zullen lezen. Maar, zooals zij zelve ergens eegt: .,2 ij n dun da smaak, de liefde.de ge jstesvoortbreugselen onzer jeugd de baste?" Ook Trollope heeft zijn best gedaan om goed werk te leveren, maar ei* is iets fabriekmatig in zijn arbeid. IIij leidt ons zijne werkplaats binnen, toont ons zijne instrumenten, beschrijft ons zijne wijze van dcen en schijnt tot, ons te aegtfcn: doet gij desgeiijks. Tot, twee of driemaal too vergelijkt hij zich zelf met een schoen maker en zijne romans met zoovele paren schoenen, die besteld ziju. Toen de uitgevers van The Graphir. hem verzochten eene ktrstverteilicg te leveren, schrijft hij : In betrekking tot de litteratuur heb ik onge veer het/.eifde gevoel ais, naar ik veronderstel, een aannemer van begra fenissen, als hij eece begrafenis aanneemt. Hij moet die wel aannemen, hoe onaangenaam het ook is. Het behoort bij zijn vak en als hij er niet voor zorgt, g.'iat iiij ten onder; zoo voel ik ook, dat, a!s er een roman gevraagd wordt, ik verplicht ben er een te leveren." Zeil krachtii', gehard door liehaamsosfeningon en sport, door en door gezond, kent hij geen medelijnen niet, de zwakheid van wil, die maar al te dikwijls Ceu kunstrnaar belet cle ichuonkcid te belichamen, die hij ia

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl