Historisch Archief 1877-1940
No. 447
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
BORSTBEELD VAN MEV. KLEINE.
In den foyer van den Stads-schouwburg is op een marmeren
pedeStal de buuste van Mev. Kleine geplaatst. Het is jammer, dat in dien
monumentalen salon de borstbeelden van Punt, Oorver, Kruys, Snoek en
Mev. Wattier nog ontbreken. Maar aanvaarden wij dankbaar wat gegeven
wordt. Mev. Kleine was in de gelegenheid, niet alleen bij hare broeders
en zusters in de kunst, maar ook bij een jonger geslacht, door hare
lessen en aangenamen omgang, zich bemind te maken, 't Is dus zeer na
tuurlijk, dat men eerder aan haar zedig talent en beminnelijk charakter
de hulde van een marmeren borstbeeld brengt, dan aan heroën als Snoek
en Wattier.
De Heer Henri Teixeira de Mattos heeft zich in liet boetseeren en
beitelen van dit kunstwerk overtrofi'en. Hij heeft de trekken van Mevrouw
Kleine genormalizeerd: hij heeft een edelen en toch govoeligen buuste
geleverd. De proporties van hoofd, oogen, neus en mond zijn met
juistheid waargenomen. De uitdrukking is die van eene vrouw, die even
zeer in de tragedie als in het drama op hare plaats is.
Den mond, die hoe veel goeds er ook uit voortgekomen zij, niet fraai
was, heeft de kunstenaar gered en zelfs door zekere détails iets
aangeuaams gegeven. Het haar is gescheiden en gegolfd; van achteren met
een kam opgenomen. Het aspekt is niet met de antieke overleveringen
in strijd. Een gedeelte van den hals ia zichtbaar. De omgevende
draperie is met smaak en losheid geschikt, ook van achteren. Zij ver
bindt zich met het gepolijste voetstuk. Het marmer is fraai bewerkt:
inalsch en toch met plans, die alle tamheid uitsluiten. Men onderscheidt
driorlei oppervlakte: van het vleesch, van de stof, van het voetstuk.
Fisr, ernstig en goedig is houding en blik van den zeer lichtelijk
afgewenden kop.
Difc werk doet den Heer Teixeira de Mattos de hoogste eer aan.
Alb. Th.
MUZIKAAL OVERZICHT,
Rotterdam, 15 Januari 1S8U.
Het toonccl stelt voor het kantoor van den Directeur der Opera.
Directeur. Zie zoo, nu zal alles voor heden en morgen wel in orde
zijn.
Assistent. Ja, van avond Zmiberflöte, morgen Hiigcnotten; alles is klaar,
en het is geen geringe inspanning om het zoover te brengen, dat men
dit zeggen kan.
Directeur. De inspanning, vriend, is het minste, als wij maar niet zoo
dikwijls nog op het laatste oogenblik gedupeerd worden door ziekte,
sterfgevallen, enz. Maar laten we thans, nu ten minste voor heden en
morgen alles in orde is, aan do verdeoliug voor do volgende week be
ginnen. Maandag (er tcordt geklopt),
Binnen!
(Besteller met een briefje).
Directeur. Wel godbewaarmc'. daar ligt do wagen J
Assistent. Wat ia er!
'Directeur. Mevrouw Charles Hirseh is ziek! Wat 1111'? En nu moet zij
juist van avond en morgen optreden. Wat te beginnen? Mieike ziek,
Ophemert ziek, Ilirsch ziek hot lijkt wel een epidemie onder do
?vrouwelijke artisten! Het gemeentebestuur heeft bij iedere voorstelling
een brandwacht gesteld, maar dat staat vast, dat ik de directie het vol
gend seizoen niet meer op mij neem, zonder eene permanente al'deeling
van het Koode Kruis achter de coulissen!
Mij dunkt, zóó ongeveer moet hot Zaterdag il. op het kantoor der Directie
van de Rotterdamsche Opera zijn toegegaan; er kunnen aanmerkingen
zijn op den gang van zaken, sommige dingen zou men wellicht anders
gewenscht hebben, maar men moet rechtvaardig zijn en niet uit het oog
verliezen, dat de beste voornemens soms door geheel onverwachte om
standigheden schipbreuk lijden; dat de Directeur do man is, die zelf het
meest belang heeft bij de opinio van liet publiek; dat hij in den loop van
dit seizoen reeds dikwijls het slachtoffer van zulke onverwachte omstan
digheden is geweest en dat hij daarbij steeds die maatregelen genomen
heeft die mogelijk waren, al was het ook soms dat zij niet aan de ver
wachting beantwoorddon.
liet is zeer gemakkelijk aanmerkingen to maken, waim-jcr men niet
met du omstandigheden bekend is. eene voorstelling dii; l'iiik vai: tüapcl
loopt, hseft dikwijls heel wat minder hoofdbreken eu iiiooieli.iicheilru
vercischt, dan eene, waaruit liet pubiick onvoldaan liuiswaails keert.;
enofschoon hier het tuut s/.ivoir c'«t toni vardcitucïii.-a in U>. juüiug
;;<.',bracht mag worden, geloof ik toch dai, ieder, die iiut wél mul ile z;\:tk
meent, verplicht is verzachtende omstandigheden te j/kiie:i.
Een en ander achtte ik niet oudienstig aan mij u verslag van do
oper.ivoorstellingen der afgcloopen week te doen vcuiaig.uin ; het kon l m:'u
niet anders of de plotselinge verandering van o]>oru, op Zaterdag- en viui
bezetting op Zondagavond moest op do uitvoering van invloed zijn. la
plaats van Zauliur/lii.'.öging Zaterdag Ifidcho mol. mevr. iüro do Mari-in
in de titelpartij ; het bestu is om over d c a u Lfonoro maai' U: zwijgen. Uo
heercn Lehrens, v. Bongardt en iïoiló waren ais Ilocco, Pizarro en
J;.1.quino als gewoonlijk, de lieer UdvarJy al Fiorostun verdienstelijk eii
mej. Betaque als Marzelline zeer goed; het is te appreciëren dat dezu
laatste van haar spel bijna evenveel werk maakt als van den zang, en
dat zij eene kleine rol met dezelfde attentie en torwijduur weórgeel't als
eene groote. Het was een lust haar to zien strijk'.'ii onder hst zingiMi,
het ging haar zoo natuurlijk en gcrcsnkkelijk at', dat <ia be-.wknvs
d-'ivoorstelling van Zaterdag stellig met hoegen (hink van nit-j. U-jtaque'a
huiselijke deugden het gebouw hcbbfin moeten verlaten !
Dezelfde ergeiisoSuippeu zou men gaavne aieu in olie artif.t.; hoe vaak
echter wordt men daarin teleurgesteld! SUip ik v;'.n do Ft<l.;:!i<) ui' en ga
ik tot de Hu'jcn-jltcn van Zondagavond over, dun i.-; zulk ccnc
UkurBtelliug liet eerste waarop gelezen moet worden; do ht.'er Laüatt, bij
Bijn komst hier op de handen gedragen (on waarlijk niet onverdiend),
heeft zich langzamerhand gaan bewegen in eene richting, die elk waar
kunstvriend ten strengste moet afkeuren; hij heeft tegenwoordig blijkbaar
maar n doel: applaus, onverschillig van welke rangen het komt of door
welke middelen verkregen. Om aan het slot van eene aria, een duett of
een ensemble twee of drie hooge tonen met volle kracht en bravoure
te kunnen uitbrengen, ontziet hij zich niet het voorafgaande onbarmhartig
te vermoorden; om er te meer succes van te hebben laat hij handeling,
medespelers, kortom alles los, om vlak voor het voetlicht zijne vuurpijler
af te schieten; is dat künstlerisch ? Neen, neen, en hoezeer ongaarne
zoo positief afkeurende, geloof ik dat het plicht is den Labatt te zeggen
dat zich in den Schouwburg steeds een groot deel der aanwezigen van
applaudisseeren voor dergelijke trucs onthoudt, en slechts door opvoeding
en beleefdheid belet wordt zijn ongenoegen te kennen te geven.
De heer Muller had als Marcel recht verdienstelijke oogenblikken, sSfjn
diep, zwaar geluid leent zich goed voor deze partij, de overige heereu
werkten de een meer, de ander minder tot een geheel, dat redelijk mag
genoemd worden. Mej. von Döttscher trad ditmaal op als Margaretha
van Valois, eene partij die geheel buiten haar emplooi ligt, en die zg
weergaf op eene wijze, die elke dame tot wier emplooi zij wd behoort,
tot eer zou gestrekt hebben; voor de bereidwillige aanvaarding dezer
taak komt haar oprechte dank en voor de wijze waarop zjj haar ver»
vulde warme lof toe. Mevr. Bouman, te elfder ure telegraphisch van
Frankfort ontboden, (wijl Mevr. Biro de partij van Valentine niet zingen
kou of wilde) gaf een goed ontwikkeld en gemakkelijk aansprekend ge
luid te hooren, en ontwikkelde eigenschappen, die haar in de rg harer
kunstzusters eene goede plaats verzekeren. Mej. Betaque vervulde de
rol van Page met hare bekende toewijding. Na dit kort overzicht zal ik
do voorstelling van Woensdag afwachten, Hugeitotte» met gedeeltelijk
andere bezetting, om het overige te bespreken.
Woensdag nacht. Ik kom zooeven uit de Hugcnotten; de avond begon
met eene teleurstelling: de heer Behrens is bij het uitstappen uit een
rijtuig gevallen en heeft zich dermate bezeerd, dat het hem onmogelijk
was op te treden. Hopen we dat het ongeval geene ernstige gevolgen
mag hebben, ea de wakkere Directeur spoedig weder op zijn post zal
kunnen ziju!
Maar nu ook geen woord meer vóór ik den naam van Mevr. Mieike
heb neergeschreven, die na hare ongesteldheid weder voor het eerst
optrad, als Valentine. Ik schrijf hier niet het vele goeds neer, dat ik
van haar spel en zang zou willen zeggen. Door het kunstgenot, heden»
avond in het tweede deel van de vierde akte gesmaakt, voelden wij ons
teruggevoerd naar de schoonste dagen in het verleden der opera. Geheel
opqaaude ia deu toestand, dien zij moest weergeven boeide zij de
geheulo zaal aan hare lippen en deed haar in ademlooze spanning he,t
oogenblik verbeiden waarop Valentine, JKctoul's vlucht bemerkende, be«
wusteloos neerzinkt; toen ook dreunde het gebouw op zyne grondvesten
van de moest geestdriftige toejuichingen, van daverende bravo's.
Dat zulk optreden de mede-arteten rnoest mecsleepen is natuurlijk;
de hoer Labatt was in deze scène dan ook geheel en uitsluitend kunste
naar en zanger, alle vulgaire middeltjes om te schitteren vergetend en
juist daardoor schitterend. Spel en zang waren uitstekend en zijn deel
in het enorme succes was- niet alleen niet gering, maar welverdiend; in
de eerste bedrijven scheen hij mij minder goed gedisponeerd; dit laatste
was ook aanvankelijk het geval bij Mevr. Chares Ilirsch, die zich echter
spoedig herstelde en over 't geheel eene even keurige als geestige Mar
garetha te zien en te hooren gaf.
Do beer Muller trad dus ook heden weder als Marcel op, naar mijr
gevoelen beter op ziju gemak dan Zondag en wezenlijk zeer verdienste'
lijk; de hoeren von Bongardt en Schukowsky waren als Ncvers en St. Bris
recht coed, en allo overigen werkten naar vermogen mede tot ean geheel,
dat zeker tot de beste opvoeringen van de Hugenotten behoort, die we
hier beleefd hebben. Allean het Rataplan-koor en de daaropvolgende
oneenighcid tusschen de burgers en burgeressen was beneden wat zelfs
hier mag gevorderd worden.
Donderdag bad ik het genoegen de generale repetitie van Willem de
Ilsan's KalserstocUcr bijtewoaen; ik wensen op de uitvoering niet
vooruittcioopen, maar durf reeds nu gerust te voorspellen dat dit werk een
(ioürslauud succes to wachten heeft. Melodieus van het begin tot het
einde, soms r.'jk eii i'ortcli altijd lijn en zaakkundig geïnstrumenteerd,
'i; c v ia iic partituur vela blaibijiea die dozen toondichter tot meester
stellijn-ion. Op hei. werk zelf, waarvan de eerste uitvoering alhier (to
Darniïladt word het roedj vele malen grgoveu) zal plaats hcbbsu op het
oogenblik duo dit 'iuni',i;er in Landen dor lezers komt, zal ik ia mijn
vülgiji'deii gelegenheid hobbeii nader terug to komon; ce;i enkel woord
«VOL' don Compotikt rno.rro liier echter reeds mi zijn plaats vinden.
Yiüieni do Haan \vt:rd geboren te Rotterdam oj> '21 September 1810;
i'iiuds vroeg was z^ii buitengewone aanleg voor do muziek bcmcrkbaur
en trad tijdens aijno lessen aan do school der aidoc'mg Rotterdam van
do jlaaltchapi'ij t. b. d. Toonkunst langzamerhand in hoi helderste licht.
Nad.it zijne muziokalo opvoeding bier genoegzaam voltooid was, begaf
iiij zich 111 IbTO naar liet buitenland, bezocht achtereenvolgens het con
servatorium te Loipzig, d;it to Vv eeueu, Derlijn en Keulen en bekwam in
lt>73 esne aanstelling nis muziekdirecteur to l3ing< -n; daar bleef hij tot 187ö,
toeii lüj benoemd werd tot kapelmeester der Hofopera te Darmstadt,
alwaar hij tot bedeu iu het bezit van do achting ea waardeering van het
hot en de lioi'do zijner vaktrenooten en discipelen een nuttigen en zijner
vaardigen werkkring vindt. Zij u t' meest bekende werken zijn: Das Grab
'nu Uazeiito (Mannenkoor met orkest), J)cr Königssohn (Manuenkoor,
Eoli en orkest), lln-rnu (gemengd koor met orkest), Die G-raeien, ver
schillende liederen, duetten. pU.iiitaisiestukken voor klavier, eene sonate
vuur viool en piano ena. Oi'sclioou ik overtuigd ben dat aan zijn
Xiitticrstuck'cr een niinsïeiis even warm onthaal zal te beurt vallen als
in Duitschhind, v; i l ik toch niet sluiten, zonder dun begaafden en daarbij
altijd zoo escheiUen kunstenaar een schitterend succes te hebben
toegewenscht. \".