Historisch Archief 1877-1940
No. 447
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
strekt niet om dien ouden onbekende, die als een schim hen voorbij
sloop, haveloos gekleed en gebogen onder den last der bitterste teleur
stellingen.
Thans tracht men den doode in zijn eer te herstellen. En dat wei-et
tijd ook!
Geheel anders was het lot van Amaury Duval, die dezer dagen over
leed, van Amaury Duval, die grillig toeval! geboren was in die
zelfde wijk van Montrouge, waar assaërt zelfmoord pleegde.
Ook deze was een vergeten burger, maar hij had ten minste zijn tijd
van roem en eer gekend. Hij had de gansche reeks van ofïicieele
belooningen doorloopen en, gelijk de klassieke formule luidt, talrijke bestel
lingen uitgevoerd.
Oud-leerling van Ingres had hij al de gebreken van dien meester over
genomen, zonder tevens al diens goede kwaliteiten zich toe te eigenen.
Hij had een handige manier van werken, maar miste alle oorspronkelijk
heid.
Met met t,e miskennen inspanning zocht hij naar het ideaal, docli
zelden gelukte het hem zij a droombeeld te vemezenlijken en er bleef
in zijn werk steeds iets dorporaehtigs en conventioneels.
Het meest populaire zjjner schilderijen als er van populariteit bij
zijn weinige bekendheid sprake mag wezen was een allegorisch porlret
van Kachel, waarin hij onder de bekende trekken der beroemde
tragedienne het treurspel had willen symboliseeren.
De meeste zijner stukken zijn in het bezit van zijn besten vriend Emile
Augier, die in het vorig jaar te Croissy een paviljoen heeft laten bouwen,
uitsluitend om die collectie, waarouder zich doeken van zeer groote af
meting bevinden en die in de laatste jaren door Duval werden geschil
derd, te herbergen.
Niet ver van dat Montrouge, waaraan wij heden door de werkelijkheid
worden herinnerd, vindt men een bescheiden schouwburg die, naar men
bericht, ook de welbekende klacht zou kunnen aanheffen:
Wii hebben al heel wat beleefd, maar dit overschrijdt toch de grenzen
van de geoorloofde fantasie. Hij schijnt wel, dat wij nu ook al de gewet
tigde misdaad krijgen. A. B.
Mes jours sont condamnés
Het is het theater Montparnasse, ten wiens gunste door tusschenkomst
van Halanzier een uitstel van eenige maanden verkregen is, maar daarna
moet het op bevel der politie of nieuw opgebouwd of met den grond
gelijk gemaakt worden.
Die schouwburg heeft ook zijn. geschiedenis en meer dan ne beroemd
heid heelt daar de eerste schreden op het tooneel gedaan. Daar was
het, dat Larochelle jaren lang bij stukjes en beetjes het geld verzamelde,
dat hem later in staat zou stellen om meer verheven kunst te beoefenen.
Lurochelle mocht later nog gaarne spreken over den. mooiiijkeu tijd, dien
hij daar had doorgebracht.
Wat mij aan 't hart ging, zeide hij eens, dat was, dat ik zoo weinig
doen kon voor de manigte brave nieuschen, wier roeping he.u tot mij
voerde en die zich zelven tot zulke harde beproevingen veroordeelden.
Ik had daar arme meisjes, aan wie ik onmogelijk meer kou gevea dan
vijftig franc niaands, en die toch minstens twee derden van dat magere
honorarium moesten besteden aan het wasschen en strijken van hare
japonnetjes. Zij hielden zoo ongeveer tien sous per dag over om vaa
te leven.
Ik betaalde mijn besten .ictenr met honderd francs. En voor zulke
slechte bezoldigingen moesten ze met mij door alle weer en wind naiir
(.?rrenelln, Suvres en Saint-Cloud trekken. Dan kwam men eerst om drie
uur tehuis en moest 's morgens om negen uur toch weer op de repetitie
zijn. Maar toch hoorde ik nooit ook de minste klacht. Geloof mij, dat
men toen voor zijn roeping heel wat over had!
De uitersten raken elkaar. Terwijl de eene schouwburgzaal in verval
geraakt, is een andere in volle fleur, 't Is faep.t, in de Porte-Saint-Martin,
waar thaus Marton Delorinc gegeven wordt, een groot, meesterstuk van
een groot dichter, vertolkt door een groot kunstenares, Sarah Bevnhardt.
Een andere artiste, in haar soort nir-t minder belcem! en berofmil <lnn
Vimpfiueuse Sarah in de Sehiestad, komt na eenige maanden afwezig
heid in dezo maand te Parijs terug. Mmn Jmiir is «nar Amerika gegaan
en haar impresario, die zich gouden borgen liait .gedroomd van dat bezoek
aan het land der Yankee--', heeft, tot, zijn naden! ondervonden, dat men te
Parijs zeer geliefd kan zijn en toch niet, de harten der Amerikanen
vermag te veroveren. Parijs zal zün enfnnt chéri met open armen
welkom heetei), 't heeft zijn Jiulie maar ui te lang reeds gemist, 't Heelt
niet veel gescheeld, als wij tenminste op couvantenberichten mogen
afgaan, of wij waren, tot een afwisseling niet van komisclieii maar van
dramatischen aard, getuigen geworden van een duel tussrhen vrouwen.
Een vrouwen-duel is ecu heel aardig iets, b. v. op een schilderij, als die
van Emile Bayard. Maar in de werkelijkheid zou het slechts belachelijk
kunnen heeteti.
Van alle mandoenÈi'ijeti, waarvan de vrouw in onze dagen droomt, zou
dc3B buiten eenigen twijfel, wel de meest buitensporige wezen. Ik zie ze
al in mijn verbeelding, zoo'n voorvechtster, naar het terrein trekken met
haar meid achter zich, die het kleintje, draagt. Neen, bij zoo iets zou
alleen de caricatuur rekening maken.
Laten de kinderen bun moeders en do moeders baar kinderen behouden.
Een raad, die des te meer van pas genoemd mag wordca, nu mon de
zonderlinge ontdekking gedaan heeft, dat er te Parijs een vreemd soort
van handel gedreven wordt. Mag men aan die ontdekking geloof slann,
dan.bevindt zich daar op het oogenblik een koopman in kinderen, evenals
men koopman is in oudroest. Hij gaat bij arme gezinnen zijn inkoopen
doen van kleins kinderen en verkoopt die later aan den meestbiedenJe.
£11 de politie schijnt vol egards te zijn voor dezen handelaar in
menschenvleesch en hem stil zijn gang te laten gaan.
Hij heeft een villa iti oan der buitenwijken en houdt er een paard en
een rijtuig op na. Wie weet of hij niet voorkomt op de lijst der eerzame
kooplieden! Misschien krijgt hij 't in zijn hoofd zich bij de volgende
verea candidaat te stellen.
LETTERKUNDE.
DE COURANT IN NEDERLAND.
De Courant. Geschiedenis, Samenstelling en beheer
van groote en kleine nieuwsbladen door
R. van der Meulen. Leiden A. W. Sijthoff'.
voor het thans levend geslacht is het bijna onmogelijk zich terug te
denken in een tijd, toen er geen couranten waren. Gewoon eiken avond
of Eiorcren het belangrijkste nieuws uit de meest verwijderde landen te
lezen, kunnen wij ons bijna niet voorstellen, dat men het ooit zonder
nieuwsbladen heeft moeten stellen. Toch zijn. de couranten zooala wij
die kennen een product van den nieuweren tijd. Wel zijn reeds eeuwen
verloopen, sedert het eerste gedrukte en geregeld verschijnende nieuws
blad het licht zag, mnar aan de tweede helft onzer eeuw was het voor
behouden, de periodieke pers die hooge vlucht te doen nemen, waarvan
wij thans getuigen zijn. 't Loont de moeite zeer, de geschiedenis der
dagbladen nategaan; 't is een stuk beschavings-geschiedenis, dat wij
zoo doende langs ons zien voorbij trekken. Moeielijk zal men daarbij
beter gids kunnen vinden dan den heer van der Meulen. De twee deelen
van zijn boek, welks titel ik boven deze regelen afschreef, bevatten zoo
veel belangrijks, dat het een genot is, er de aandacht op te vestigen. Het
eerste deel is van historischen aard en schetst de geschiedenis der courant
van haren oorsprong tot op den huidigen dag in de verschillende landen
Daarbij komen tal van wetenswaardige zaken ter sprake. Den inhoud
en de langzame uitbreiding der couranten, den invloed van staatkundige
gebeurtenissen op de periodieke pers, de houding door de overheid op
verschillende tijden tegenover de couranten aangenomen en de meerdere
of mindere mate van vrijheid van drukpers in de verschillende lauden
welke daarvan het gevolg was, het debiet, den prijs en de wijze van ver
spreiding der nieuwsbladen, de staatkundige richting der voornaamste
couranten, dit en veel meer heeft de schrijver met de meeste zorg be
handeld.
Het tweede deel is gewijd aan de samenstelling en het beheer der dag
bladen, en het behoeft wel niet gezegd te worden, dat de oningewijde ook
hier secr veel belangrijks te lezen krijgt. Neemt men daarbij in aanmer
king, dat do schrijver menige aardige anecdote tussehen zijne
mededeelingen heeft ingevoegd, dan zal het duidelijk zijn, dat men hier niet alleen
met een aeer degelijk, maar ook met een zeer lezenswaardig werk to
doen heeft. liet is mijn doel in de volgende regelen aan de hand van
den schrijver oen en ander mede te deelen over de geschiedenis der cou
rant in ons vaderland.
Pveeds dadelijk zij opgemerkt, dat ik, van een courant sprekende, daarbij
denk aan gedrukte op vaste tijden verschijnende nieuwsbladen. Het
spreekt van zelve, dat vóór het verschijnen van eigenlijke couranten men
reeds op middelen bedacht was om zich van de gebeurtenissen van den
dag op de hoogte te stellen. Bij onzen schrijver kan men lezen hoe men
in de grijze oudheid en later in die behoefte heeft trachten te voorzien.
In Frankrijk bijvoorbeeld hielden de grooten er nieuwtjes-oploopers op
na, die hun de geruchten, welke in de stad de rondte deden, moesten
overbrengen. Lang vóór de gedrukte bestonden de geschreven couranten,
Men had ook in ons vaderland kantoren, waar men zich kon
abonnceron, om wekelijks esn brief te ontvangen met de loopende
geruchteu; dit eisden ook de stadsbesturen. 'Verder verschenen bij alle
belangrijke gebeurtenissen vlugschriften, welke soms een zeer kort ver
sla!; gaven van het. een ei' ander belangrijk ieit. p het oogenblik kan
Dnitschland do oudste serie eigenlijke couranten aanwijzen, welke in ICÜi)
b'ij .loViaun CavoLus te. ht.raatsbuvg 7,'ju gedrukt. In ons vaderland
bestoudon wf'llioht in 1007 reeds gedrukte couranten. Dat er iu IGI',1 een
geregeld verschijnend nieuwsblad bf.-stüud blijkt uit het Ve.rliHcl van den
duel (van) Johan van ldcn-BarncveU, in 't licht gegeven
door Brom- Jans;:, out Courantier iu "t Leghcr van sijn Princel. Excel. Aan
'r slot van uit stuk, waa-op ik vroeger in dat Weekblad (van 15 Febrnuri
I83i)) de aandacht vestigde en dit door den heer van der Meulen iu
facsimile is medegedeeld, leest men: Wat voerders passeert sal ie V. E.
toccomende Yrijdaghe inde Courante mededeelen; daaruit blijkt dat toen
door genocnxlon boekdrukker een geregeld verschijnende courant werd
uitgegeven.
)u de geschiedenis der Nederlandsche nieuwsbladen onderscheidt onze
Bchi-ijvcr vier tijdperken. Het eerste loopt tot het jaar 1780. Uit hetgeen
de beer van der Meulen van dea aanvang der periodieke pers in ver
schillende- plaatsen mededeelt, blijkt hot volgende. Iu Amsterdam gaven
in den aanvang der zeventiende eeuw Broer Jansz en van Hilten cou
ranten uit. In l G;J l drukte van der Pias de J'',dfa ordinaris Courante,
terwijl in 1G3D Fr. Lieshout uitgever was van ds
tixtraordlnaireoj'Midi!d<''ün('!w Courante, welke 's Woensdags verscheen en drie gulden kostte.
In lütHJ verschenen er te Amsterdam twee, hollandsche couranten en toen
in dat jaar een der courantiers stierf, besloot het stadsbestuur voortaan
slechts aan <va couranticr vergunning to geven. De courant van Comraelin
prijkte sedert dien tijd rnet het sta ds wapen en is de eerste eigenlijk gezegde
Anisterdamsclie stacls-courant. Haarlem kreeg zijn courant in 1C56, den
Haag in lG52enlö5G, Rotterdam in IGGü. Te Leiden schijnt vóór 1G8Ögeen
geregeld verschijnende hollandsche courant te zijn uitgekomen. Te Delft werd
reeds in 1G34 een courant gedrukt, zonder dat men kan zeggen of deze
op geregelde tijden verscheen. Utrecht had in 1659 een eigen orgaan. Van
dn ArnhemscliG Courant zijn twee nummers bekend uit de jareu 1630 ca
1C32, verder weet men niets van nieuwsbladen te Arnhem in de 17e en
18e eeuw; in ;t jaar 1785 verscheen iu Gelderland geen enkele courant.