Historisch Archief 1877-1940
:'M,1886.
AMSTERDAMMER
/
v
WEEKBLAD VOOB NEDERLAND.
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
fFitgevers: ELLERMAN, HABM9 & Oo,
Kantoor: Singel 211.
Hoofd-Agenten: te Batavia, Q. KOLFP ft Co.
Zondag 24 Januari.
Abonnement per 3/m. . .". . . . . ? 1.?. fr. p. p. f US.
Afconderlpe Nummere aan da Kiosken verkrijgbaar & . 0.10,
AdTertentiên van 1?5 regel» f 1.10, elke regel meet . , 0.20.
tuBsohen den tekat per regel ..,,,?0.40
INHOUD;
BUITENLAND. BINNENLAND. Warme Kadetjes, een
Zaterdagavondpraatje CVII, door Aquarins. Cit hot Haagje, LXIV, door Pasquino. Kunst:
Het tooneel te Amsterdam, door Alb. Th. Het tooneel te Botterdam, door d. V,
Lakmé, door H. C. P. D. Muzikaal Overzicht, door V. Alma Tadama, V.
tlit Parijs, LIII, door A. B. Letterkunde: De convant in Nederland, II. door
W. P. C. K. Galathea, door Cath. Alb. Th., beoordeeld door Scaramonolie XI.
Militaire Zaken: Kustverdediging en vlagvertoon, door rH. Feuilleton:
MVJD neef James, II, uit bet engelech van E. Lijnn Linton, Schaakspel. ?
NIEUWS VAN DE WEEK. Faillissementen. Overzicht van de effectenmarkt.
Veiling van vaste Goederei). Te huur. Advcrtentica.
BUITENLAND.
De Engelsche troonrede, die reeds weken lang met klimmende
belangstelling werd tegemoet gezien, is eindelijk jl. Vrijdag uit
gesproken. Het gewichtige document, dat door den Lord-Kanselier
in tegenwoordigheid van de koningin, bijna alle leden van het
Koninklijke Huis en een overgroot aantal vertegenwoordigers der
Engelsche aristocratie werd voorgelezen, heeft een einde gemaakt
aan de onzekerheid, die de binnenlandsehe staatkunde van Enge
land sedert eenige maanden volledig beheerschte.
Ons bestek gedoogt niet, dat wij den geheelen inhoud, die in
meer dan een opzicht van groot gewicht mag heeten, hier kun
nen mededeelen; wij zullen ons derhalve moeten beperken tot
eene vermelding van de belangrijkste punten.
In de allereerste plaats dan is de Troonrede hoogst merk
waardig om hetgeen zij over de lersche quaestie bevat, daar toch
van dit vraagstuk op dit oogenbük het lot van het
mirdsterieSalisbury afhangt. Wij laten hier de door de Koningin gebezigde,
op Ierland betrekking hebbende zinsneden, in letterlijke vertaling
volgen.
»lk heb, sedert ik mij de laatste maal tot u wendde, met diepe
droeiheid de hernieuwing gezien van de pogingen, om het volk van
Ierland aan te zetten tot vijandschap tegen de wetgevende een
heid tusschen dit land en Groot-Briüanniö. Ik ben op de meest
besliste wijze gekant legen elke verstoring van dit grondwettig
beginsel, en ik ben overtuigd, dat ik in dit verzet van ganscher
harte door mijn Parlement en mijn volk zal worden gesteund.
«Zoowel de maatschappelijke als de stoffelijke toestand van dit
iand is een voorwerp van mijne nauwlettende zorg. Ofschoon in
het laatste jaar het aantal der ernstige misdrijven niet op in het
oog vallende wijze is toegenomen, bestaat er op vele plaatsen een
voorafberaamd verzet tegen het ten uitvoer leggen van wettelijke
verplichtingen; ook belreur ik het, dat de praktijk van georga
niseerde intimidatie blijft bestaan. Ik heb last gegeven, dat alle
pogingen zullen worden in het werk gesteld om deze misdaden
op te sporen en te bestraffen; evenzoo zal geene inspanning door
mijne regeering worden gespaard, om mijne lersche onderdanen
te beschermen in de uitoefening hunner wettige rechten en het
genot van hunne persoonlijke vrijheid. Indien, gelijk de mij ver
strekte inlichtingen mij doen vreezen, de bestaande bepalingen
der wet onvoldoende blijken te zijn om dit toenemend kwaad te
bestrijden, zie ik met vertrouwen uwe bereidwilligheid tegemoet,
om aan mijne regeering al de noodige volmachten te verleenen."
Gelijk men ziet, heeft de regeering op de meest ondubbelzin
nige wijze een einde gemaakt aan den twijfel van hen, die een
compromis tasschen Lord Salisbury en den heer Parnell voor niet.
onmogelijk hielden. Thans zal het moeten blijken, of de heer
Gladstone het met den leider der lersche nationalisten eens kan
worden, en geschiedt ook dit niet, dan zullen de beide groote
partijen een compromis moeten sluiten, om te verhinderen, dat
de heer Parnell met zijne 85 volgelingen eiken wetgevenden ar
beid onmogelijk maakt.
De troonrede geeft duidelijk te kennen, dat de regeering niet
alleen de pogingen afkeurt, welke in Ierland in het werk worden
OJM aan dit laad eene legislatieve onafhankelijkheid d. i.
een nationaal Parlement, te verzekeren, doch tevens dat zij het
stelselmatig verzet tegen de wettelijke orde, zooals dit zich thans
in Ierland weder op bedenkelijke wijze openbaart, niet langer zal
dulden, en dat zij genoodzaakt zal zijn hare toevlucht te nemen tot de
eerst voor weinige maanden afgeschafte uilzonderingswetgeving.
Welke overigens de maatregelen zijn, die de regeering denkt
te nemen om aan de rechtmatige grieven der Ieren tegemoet te
komen, blijkt niet bijzonder duidelijk. De Troonrede zegt, dat
ontwerpen zullen worden ingediend, om verschillende takken van
plaatselijk beheer in de graafschappen van Engeland en Schotland
over te dragen aan vertegenwoordigende lichamen, en dat dus
eene belangrijke schrede zal worden gedaan op den weg der
decentralisatie, terwijl voor Ierland een dergelijk ontwerp in voor
bereiding is. Het blijkttechter niet, hoever de regeering op dien
weg wil gaan. De heer Gladstone heeft dan ook in het Lagerhuis
verklaard dat hij met het oog op de onduidelijkheid dezer
toezeggingen zou afwachten in hoeverre de aangekondigde
ontwerpen11 aan de bestaande grieven zouden tegemoet komen en
dat hij eerst daarna zijn oordeel over de politiek der regeering
zou uitspreken.
Wat de buitenlandsche staatkunde betreft, verdient vermelding
dat de regeering openlijk erkent, bij de onderhandelingen, door de
mogendheden in zake de Oostersche quaestie gevoerd, de vereeniging
van Bulgarije en Oost-Roemeliëals de uitdrukking van den wensch
der bevolking zooveel mogelijk te hebben voorgestaan, met eerbie
diging natuurlijk van de wezenlijke rechten des Sultans. Overigens
betreurde de regeering de inzichten van Serviëen Griekenland
ten opzichte van hunne belangen en plichten; zij was van meening
dat die rijken door hunne onmogelijke eischen niet alleen hunne
eigene onat hankelijkheid, maar ook den vrede op het Balkan
schiereiland, ja zelfs den Europeeschen vrede in de waagschaal
stelden. Engeland zal daarom al zijn invloed aanwenden, om
dergelijke willekeurige schending van den vrede in het Oosten te
voorkomen.
De miriisterieele verklaring van het nieuwe Fransche kabinet
is in het laatst der vorige week door den heer de Freycinet in
de Kamer voorgelezen en heeft een zeer goeden indruk gemaakt.
Wat vooral de aandacht heeft getrokken, is ongetwijfeld de
mededeeling geweest, dat de regeering noch eene nieuwe leening, noch
de invoering van nieuwe belastingen noodig achtte. Voorts ver
klaarde zij zich op zeer besliste wijze voor de noodzakelijkheid
van een meer gestrenge tucht onder de ambtenaren, waaronder
verscheidene zich niet ontzien, om openlijk de republikeinsche
instellingen te bestrijden. Hetzelfde geldt van de geestelijkheid,
die zich in tal van politieke aangelegenheden mengt en zich niet
bepaalt tot de strikte uitoefening van hare taak.
De benoeming van den heer Paul Bert tot resident-generaal
over Annam, Ton kin en Kambodja wordt in de dagbladen nog
druk besproken. Behalve generaal de Courcy, zullen nu ook do
generaals deNégrier en Jarnot dientengevolge uit Annam
enTonkin worden teruggeroepen, terwijl generaal Warnet voorloopig
met het opperbevel over de troepen in Tonlun zal worden belast,
De parlementaire werkzaamheden in Duilschland zijn in vollen
gang. Zoowel de Duitsche Rijksdag als de Pruisische Landdag
hebben sedert de vorige week hunne zittingen geopend en eischen
van menig volksvertegenwoordiger, vooral van hen die een dubbel
mandaat op zich hebben genomen, meer dan gewone inspanning. Bij
de opening van de zittingen van den Pruisischen Landdag heeft het de
aandacht getrokken, dat in de Troonrede met geen enkel woord mel
ding werd gemaakt van de verhouding tusschen Pruisen en het
Vaticaan en geheel werd gezwegen, over de indiening van nieuwe