Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 448
van Scheba had blgkbaar ook reeds een goed Parijsch kanaal voor haar
fiat|jnen schoentjes. De gevolgtrekking ligt dus voor de hand, dat reeds
Vele eenwen voor 't begin onzer tijdrekening de schoone sekse in't verre
Oosten in betrekking stond met de beste Parijsche leveranciers. Dit
ia een wenk voor sommige historie-schilders, die zich wellicht in den
vervolge nog aan den blunder zouden bezondigen om dames uit de oud
heid met sandalen aan de voeten af te beelden. Ook trok het mijne
aandacht dat de Oostersehe dames een uitstekend Parysch huis voor
corsetten moeten hebben gehad. Dat van de reeds genoemde Benoni
ten minste deed haar sierlyke leeat allervoordeeligst uitkomen.
Alles bjj elkander genomen, bestond er dus veel reden tot tevredenheid
en ik kan me best begrijpen dat er menschen zijn, dia geen enkele
opera-voorstelling overslaan. Tevens kan ik me voorstellen dat er weer
anderen zjjn die met de Haagsche groote-opera-voorstellingen minder
zijn ingenomen, zelfs zoo weinig, dat ae er nooit heengaan. Maar
dat is alweder een quaestie van smaak-, de kullunnel zou zeggen van
standpunt",
Ga verder naar 't Hollandsch tooneel als ge tf n Haagschen kunstmin
wilt verheugen. Evenzeer als dat tooueel vroeger b\j de beau-monde
in discrediet stond, b^jna evenzeer valt het nu in den smaak, vooral
wanneer H.H. M.M. den schouwburg met een bezoek vereeren.
En daarvoor bestaat dan ook meer dan n goede reden, behalve het
doorgaans zeer goed spel onzer tooneelisten en de goede mise-en-scène;
want als de koninklijke familie haar bezoek doet' aankondigen, weet het
publiek zeker dat het een uitgezocht stuk te zien zal krijgen of 't
daarom altjjd een der beste stukken van het répertoire is, laat ik daar ;
dan weet het publiek dat het op zijn plaats moet zitten vóór dat het
Bcherm opgaat, wel is waar geen bepaald voordeel, maar wel is 't
een voordeel dat men zich in de tusschen-bedrijven niet behoeft te
vervelen, want even moeilijk en langwijlig het veranderen van decora
tief anders dikwijls in zijn werk gaat, even vlug geschiedt dat bij een
Koninklijk bezoek. Gaat men na een gewone voorstelling om elf uren
naar huis, als Z. M. komt, is diezelfde voorstelling om tien uren
afgeloopen. Al die voordeelen beletten echter niet, dat er alweder sceptici
zgn, die beweren dat sommige kunstminners nooit in den Hollandschen
Schouwburg komen dan alleen om er de Koninklijke familie te kunnen
zien, en dat bij voorstellingen voor het Hof, de plaatsen die 't gezicht
op de Koninklijke Loge geven, 't dichtst bezet zijn. Geen kunstliefde
dus, maar dan vorstenliefde. Die is ook goed. Maar ze moet echt, niet
nagemaakt zijn.
Ik zou n nog naar andere plaatsen kunnen brengen, waar ge u niet
mjj over kunstzin zoudt mogen verheugen; bijvoorbeeld naar de groote
zaal in 't Gebouw van Kunsten en Wetenschappen, wanneer die ia een
modern café-concert is herschapen; daar vooral aoudt ge onze mannelijke
jeugd, en niet alleen jeugd maar ook ouderdom, leeren kennen als echte
bewonderaars van het plastisch schoone, maar dat is eigenlgk geen
kunst", dat is . , , natuur.
Pasqnino,
K U N S T.
« JT«
HET TOONEEL TE AMSTERDAM.
Grand Théatre: Marie Seebach.
Maria Stuart, Ir, 3r, 5r Akt. Die
alte Schachtel.
Graf Essex.
Salon des Variétés: Liefdadige Dames,
Höiflrich Lanbe wordt tot de beste duitsche tooneeldiehters gerekend;
j is een specialiteit voor tooneelbestuur, en heeft beurtelings in voor
name steden, als Weenen en Leipzig, zijne bekwaamheden
ten-toongespreid.
Men zou dus denken, dat wy in Essex", als een zijner meest bekende
Stukken, een wel geordend Trauerspiel" mochten begroeten. Maar dat
is geenszins het geval. Den Duitscher ontbreekt la bossc de l'enfente
theatrale, hoe veel sesthetika anders bij onze oostelijke buren ook to
Vinden zij.
Koningin Elisabeth van Engeland had (ook historiesch) op haar ouden
dag nog een paramour van jongen leeftijd. Het was de krijgsheld
Graaf Essex. Deze, 33-jarige Pair van Engeland is in het bezit vau een
diamanten ring onderpand der gunst van zijne hooge beschermster,
en (in 't geheim) van een lief jong vrouwtjen, optredend als GrüfinltuÜand.
Hssex is, zonder verlof, van zijn post in Ierland naar Engeland
te-ruggekomen en wordt door zijne Lady met open armen, door de Koningin
met een gemengd gevoel ontvangen. Hij heeft natuurlijk machtige be~
nijders. Deze klagen hem aan bij Elisdbelh, en zij meent werkelijk als
Rebel" hem te moeten straffen; maar welhaast triomfeert, in dat ouda
hart, de liefde over het strenge recht, en zij wil Essex begenadigen. Onge
lukkig werpt Lady Riitland zich aan de borst van haar man, en nu is
Elisabeth weer onverbiddelijk.
Essex zit in den Tower en zal moeten sterven. 2ijne vrienden nemen
het echter voor hem op. Hij wordt uit de gevangenis verlost, maar
door het volk mishandeld, als verdacht van het Katholicisme en de
dagen van Bloody Mary" te willen te-rug-brengen. Wat Lady Rulland
Ook doe, van wie de Koningin verneemt, dat zij sints een jaar getrouwd
zijn, hoe zekere Lady Nottingham, die ook sterk op de hand van den mooyen
Essex is. zich ook te weer stelt, de Koningin teekeut zijn doodvonnis, en ver
oorlooft zich eerst nog het genoegen aan Essea? vrouw te zeggen, dat i
hij van de armen der Koningin in die van de Edelvrouw is overgegaan.
Essex, uitgeput, valt op den vloer, zijne vrouw bij hem, en het
publiek denkt, dat het stuk uit is.
Zoo even hadden wij eeue herhaling van de onderteekening van Maria
Stnarti doodvonnis, na krijgen vqj eene herhaling van het krankzinnig
optreden eener Opïiélia. Ook Lady Eutland zingt klaagliederen in haar
waanzin. In het laatste tafereel een gezicht in den Tower herinnert
Lady Nottingham zich, dat Essex in het bezit is van een ring van
Elisabefh. De Koningin heeft toegegeven Eseex te begenadigen, als hij
haar vergeving wil vragen. Maar de groote Pair meent, dat de Koningin,
die hem zijn eer ontrukt heeft, zich voor hem behoort te vernederen.
Toch stelt hij aan Lady Nottingham zijn ring ter hand: want eer deze,
als bewijs dat hij zich onderwerpt, de Koningin bereiken kan, zal hij
onthoofd zijn.
Zijne vrouw heeft nog heldere oogenblikken gehad, toen zij hem her
kende. Zwarte rechters en een roode baul komen Essex wechleiden, die
zijns vrouw vaarwel zegt tot in een betere waereld. De herhalingen
in het stuk, de herinnering van tooneelen uit andere werken, de lange
monologen, waar men au fait wil komen, zijn even zoo vele redenen, om
deze kompozitie niet toe te juichen.
Mevrouw Seebach echter heeft de rol van Elisdbetli uitnemend gespeeld:
vooral de mededeeliug aan Lady Rulland. Voor deze trad Fraulein
Krauss op, en ofschoon de eischen, die de partij aan de kunstenaresse stelt.
misschien wel wat boven hare krachten gingen, heeft de interessante
blondine zich met talent van -de opdracht gekweten,
Voor Essex speelde de Heer Bergmann-Elimar. Hij had een goed voor
komen, al droeg men (in 1601) nog geen Rnbenshoeden; en heeft zeer
gelukkige oogenblikken gehad. Zijn krachtig stemgeluid leidt hem wel
eens tot overdrijving. Nog verdienen de Heeren Lüpschütz(flcws hof meister),
Scheedel (Sir James BalpJi), de akteur, die het verhaal van Essex' weder
varen kv/am doen. en Fraulein Winkler met onderscheiding genoemd
te worden.
't Is zeer belangrijk de zelfde aktrice, na elkander, voor EUsabeth en
voor Maria Stuart te zien spelen. Mevrouw Seebach is, volgends Dr. N.
Beeck, pas 51 jaar, dus niet te oud om eene Koningin van 45 voor te
Stellen; maar wij hebben hier minder te doen met de hulpmiddelen, die
de natuur aan de hand geeft, dan met de kunst, die deze natuur verrijkt
en hare werking verveelvoudigt. Het was een groote vreugde voor deu
schoonheidzin, de fraaye vaerzen -van Schiller met zoo veel bewustzijn,
gevoel, en daardoor schakeering, te hooren zoggen. Het spel vau Me v.
Seebach, in iiet 3e en f>e bedrijf der Tragosdie, haar toon, haar blikken,
haar gebaar, het spel met den slnyer in hare verhouding tegenover
Elisabeth, Mortimer en Mei vil, is een atudicboek voor elke jonge
tooneelEpselster, die deze rol vervullen wil.
De rol van Mortimer is door den Hoor Harden voortreflijk gezegd en
gespeeld. De koelheid van het publiek tua zijnen aanzien na het groole,
hartstochtelijke tooneel met de Koningin, was onverklaarbaar. Deze jonge
kunstenaar heeft waarlijk Ie feu sacré. De groep; Maria Stuart, gevan
gen, cp het punt om het schavot te beklimmen, eu Mortimer, de onstui
mige, van lainnedrift blakande jonkman, Leeft mij, bij Schiller, altijd
mishaagd: maar het tooneel kon niet schitterender gespeeld worden dan
dit maal het geval v;as.
Mej. Winkler heeft haar best gedaan, om oi;s eene niet al ie storende
Elisalcih te geven: maar ieder-een acht haar persoon, haai- talent nog
niet op de hoogte van deze taak, al heeft zij een klankvolle stem
en al heeft zij zich zoo veel mogelijk van het voor ts stellen eharakter
doordrongen.
Aan liet, indrukwekkend tooneel met Mei vil, die zich tot Priester had latea
wijden, om Maria de laatste genademiddelen der Kerk te kunnen toe
dienen, werd door den bekwamen en schranderen Hear Lttpschütz alle
recht gedaan.
Nog hebben zich onderscheiden de Heer Sclieedel als Paulet, en Misch
als BiirMgh.
En nu, als Lever de rideait, de li&ve komedie van Zn Putlitz Die alte
Scliaclifd. Het, stuk is ook in 't Hollandsch overbekend.
Bewonderenswaardig was de vrouw, die zoo goed een Koningin kan
wezen, iu het eharakter van de oude keukenmeid Lottc. Wat verschei
denheid van uitdrukkingen en wat harmonie in het geheel dezer schepping.
Ook als blijspel-aktrice kwam Mev. Seebach hier schitterend uit., en het
was goed, dat haar, ook voor deze komische kunstopenbaring, een paar
boeketten ten deel vielen.
Rijk was de bioemenoogst, dien aij waardig werd gekeurd, de ovatie,
na ailoop, oprecht eu algemeen. Mcv. Seebach heeft ieders 'nart gestolen,
met da ie.e woorden door haar tot het publiek, ten afscheid, gesproken;
zij getuigden van een even lioogen graad vfin beschaving als van
zuiver en oprecht gevoel. Mev. Seebach kan zich overtuigd houden, dat
zoo lang zij nog het tooneel zal betreden, do Amsterdammers haar met
genoegen in rollen, aan haar leeftijd passende, zullen zieu optreden.
Het blijspel van L'Arrongc, dat in don schouwburg der Ileeren Bamberg,
Charlier gespeeld wordt, behoort tot zijne goede stukken.
Ik laat de strekking daar. De schrijver tracht de les dramatiesch voor
te stellen, dat de vrouwen in de eerste plaats bedacht moeten zijn op
het gelukkig maken harer huisgenoten en zich niet door
gesystematizcerde liefdadigheid moeten laten brengen tot uithuizigheid en wat daar
mee samenhangt. Bonrdaloue vreesde dat de afschildering van een huich
elaar de oprechte Godsvrucht schaden zou; 't is te wenschen, dat de
ware filanthropie niet lijden zal door rteze schets eener verkeerde.
De komedie heeft enkele fouten, die men bijna duitsche zou mogen
noemen. Zij is, hier en daar, wat lang; ook moesten niet twee man
nen door hunne vrouwelijke huisgenoten verdacht worden ieder op
eene inwonende goevernante verliefd te zijn. Zulk eene tweevoudigheid
kan eene vis comica bevatten; maar daar is het hier niet op aangelegd.
De vertaling vau den Heer Boudier had iets losser kunnen zijn. Woor
den als echter en slechts gebruikt men in het dagelijksch leven niet.
Het stuk wordt goed gespeeld. De Heer de la Mar, die als regisseur
zich met kennis en takt van zijn taak heeft gekweten, treedt in de hoofd
rol op een gepensioneerd Majoor van RodecJ;; de Heer Barends is
ey'u militaire oppasser; Mevrouw de la Mar de vrouw van dezen; Mevrouw