De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1886 24 januari pagina 9

24 januari 1886 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

No. 448 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Dan zullen wij haar hooren. Keeds tijdens haar laatste oponthoud hier was do heer Plumkett, do bekwame en ijverige directeur van het Eden-lheatre, met haar in onder handeling getreden. Maar de zaak wilde toen niet vlotten. Vooreerst had men nog niet genoeg onderzocht of de zaal wel goed klonk en verder kon men het op het punt der cijfers nog niet eens worden. Nu de ervaring door de concerten Lainoureux geleerd heeft, dat de acoustiek der zaal niets te wenschen overlaat, zijn do onderhandelingen opnieuw geopend en ditmaal tot een goei einde gebracht. Patti zal zingen op drie concerten en daarvoor telkens een honorarium van vijftien duizend francs ontvangen, 't Is geca kleinigheid, maar de heer Plumkett heelt toegeslagen, want hij schijnt niet afkeer!» te zijn van hot, plan om deu een of anderen dag zijn Eden-theatre te metamoribseeren tot iets, wat te gelijkertijd als Italiaauscho Opera en heatreLyrique, twee veelbesproken zaken, zou kunnen dienen. En nu wij toch eenmaal op dit chapitre zijn, nog een nieuwtje, dat evenwel nog slechts gefluisterd mag worden. Men heeft veel gesproken over den lago van Terdi. Pas begonnen ! bc» weerde de een; kant en klaar! verzekerde een ander. i)e waarheid is, dat de partituur, ofschoon nog niet voltooid, binnen Ees weken gereed zou kunnen zijn als.... Er is zulk een als, waar alles van afhangt. Verdi zon namelijk in Patti de meest begeerlijke persoon voor zijn Desdeniona zien. En dan .... zou bet kunnen gebeuren, dat binnen niet al te lang tijdsverloop Parijs zich de verrassing zag bereid van eene première van Verdi's Jago met de beroemde Adeüne als Desdemona... Dat zou dan zijn in de Opéra of wel Later meer daarover. Nog een kersversch nieuwtje op tooneelgebied, maar van geheel anderen aard. Gij weet, dat wij te Parijs een genootschap hebben, dat ijvert tegen het misbruik van tabak. Volgens zijn naam bestrijdt het liet miiïbruil: maar feitelijk is het tegen alle gebruik gekant en in de door die vereeniging uitgegeven tractaatjes en blaadjes worden alle kwalen der mensenheid zonder onderscheid aan sigaar en cigarette toegeschreven. Vóór dat Nicot dat haiscae kruid invoerde, waren ziekten onbekende zaken voor het monscheiijk geslacht, alle deugden heerschfen onbetwist op aarde en deze was een echt paradijs. Do geschiedenis vertelt geheel andere dingen, maar deze heeft het misschien bij 'c verkeerde eind. Toch schijnt dit genootschap, ondanks al de in het werk gestelde pogingen om de ongeloovigen te bekceren, nog weinig succes gehad to hebben van zijn arbeid. Het wil nu beproeven eon grooteu slag to slaan. En deze groote slag zou bestaan in een tooneel-voorstelJing, wolke do volgende maand in het Ghateau-d'Eau zal gegeven worden. Men zal ilan natuurlijk een gelegenlieidst.uk opvoeren, dat don naam draagt van Les Dratncs da la Nicotine en waarin aan het publiek aanschouwelijk zal worden voorgesteld, welke allerverschrikkelijkste onheilen door dat noodlottige kruid in de wereld veroorzaakt worden. Dat is een idee en tegelijk een precedent. Gelukt deze proefneming ?van het genootschap tegen het misbruik van tabak, dan zal het niet lang duren of wij krijgen een schouwburg van een geheel nieuwe soort den schouwburg van het Proefondervindelijk Bewijs. Ieder tooneelstuk zal zijn eigen leering meebrengen, die te voren door den titel is aangeduid. Zoo zal men daar achtereenvolgens zien opvoeren: De gevolgen eener Indigestie, bestemd voor alle gulzigaards. Eet Drama van een Lucifer, opgedragen aan onvoorzichtige ouders, die hun kinderen alleen tehuis laten. Bet vochtige hitis, antirheumatische Vaudeville Bij den overvloed van stof zal alleen de keus eenige moeielijkheid tuimen geven bij het samenstellen van een volledig repertoire van stuk ken, welke over de gezondheidsleer of moraal, over geneeskunde of wijs begeerte handelen. En als wij dan daarna niet al onze fouten en gobreken lielAon afgelegd, niet bevrijd zijn geworden van alle kwalen en ongemakken, dan zal men met recht aan het castigat ridendo mogen wanhopen! A. B. LETTERKUNDE. DE COURANT IN NEDERLAND. Ce Courant. Geschiedenis, Samenstelling PB beheer van groote en kleine nieuwsbladen door JK. van der Meulen. Leiden A. W. iSijthofl'. (Slot). Het boek van den heer van der Meulen tievat tal van afbeeldingen van nieuwsbladen uit vroegeren en latcren tijd on onder dozen facsimiles in de gewone grootte van de oudste Hollaudsche couranten. Zij besloegen gewoonlijk twee bladzijden in folio, in twee kolommen gedrukt en de meeste ruimte wordt ingenomen door liet buitenlandse!) nieuw,". Nedorlandsche staatszaken ontbraken 200 goed als geheel, wijl gewestelijke en plaatselijke overheden die onderwerpen liever niet besproken zagen. In den aanvang werden ook advertentiën gemist, deze kwamen eerst lang zamerhand in zwang. In :t begin zijn het meest aankondigingen van boeken, terwijl er zelden meer dan drie advertenties in een nummer voorkomen. Vrijheid van drukpers kende men niet. 'tPlakaat van '?> Dec. 1702 bepaalde dat de toestemming der plaatselijke overheid noodzakelijk was voor het uitgeven eener courant. Die toestemming werd in vele 'steden slechts aan n courantier gegeven en veelal tegen betaling van een iaarlijksche som. Zoo moesten de Enscbedé's te Haarlem van af 1737 jaarlijks 2500 gulden betalen ; in 1750 werd dat 2000 en in 1770 5000 gulden. In Leiden beliep de som in 1772 8372 gulden. Daarenboven werd van alle nieuwspapieren belasting geheven. In 1674 b. TT. werd bepaald, dat v. au alle couranten voor een half vel geheel of gedeeltelijk bedrukt 4 penningen moest worden voldaan ; van grooteren meer en ook de invoer van buitenlandsche dagbladen was belast. Maar behalve deze fiscale maatregelen werd de vrijheid van drukpers op allerlei wijzen belemmerd. Wel had men hier geen eigenlijk gezegde censuur, maar de uitgevers moesten velerlei voorzorgen nemen, wilden zij niet telkens met de overheid in botsing komen. Herhaaldelijk kwam het voor, dat buitenlaudsche vorsten en steden zich bij gewestelijke of stedelijke overheid beklaagden over do in Holland verschijnende couranten. Daaraan is het toe te schrijven, dat de Staten van Holland in 1091 het drukken en verkoopen van Fransche couranten verboden, welk verbod door de Staten-Generaal over alle provincies werd uitgestrekt. Ook werden telkens plakaten afgekondigd, waarbij verschillende onderwerpen werden opgesomd, over welke cie couranten het stilzwijgen moesten bewaren, terwijl zij niemand aanstoot mochten geven. Uit verschillende staaltjes door den heer van der Meulen mede gedeeld blijkt, hoe moeielijk het voor de courantiers was om geheel buiten schot te blijven. In 1731 werd een courantier gestraft, wijl hij een bericht uit Napels had opgenomen, inhoudende dat de Infant Don Carlos den soon van den Praetendent soude beschonken hebben met een strick van diamanten op sijn hoed" en in 1730 had eau ander zich straf op den hals gehaald, v/ijl hij bericht had, dat hare Kaiserlijke Majesteit van Rusland zich in het huwelijk zoude begeven met den Prins Dolgoroucki." Langzamerhand begint in de 18e eeuw de courant in omvang toe te nemen, hoewel men zich bleef bepalen tot het medeüeelen van feiten; beschouwingen ontbraken geheel. Meermalen komt de klacht voor, dat de couranten zoo weinig beantwoordden aan hare bestemming en veel meer nut zouden kunnen stichten. De in ons land verschijnende Fransche dag bladen overtroffen de Hollandsche in degelijkheid. Uit de zeventiende eeuw is zoo goed als niets bekend ten opzichte van het debiet, de onkosten enz.; uit de achttiende oeuw daarentegen deelt de schrijver belangrijke opgaven mede. De tweede periode in de geschiedenis der Nederlandsche dagbladpers loopt van 1780 tot 1813. Met eerstgenoemd jaar breekt een nieuw, belang rijk tijdvak aan ; de meer en meer aanwakkerende partijschappen gaven het leven aan de polemiek en daardoor werden tal van blaadjes te voor schijn geroepen. In vele ratriotten-lilaadjcs werd de stadhouderlijke partij aangevallen en bespottelijk gemaakt. Vooral de politieke weekbladen vervulden een groote rol ia den strijd; onder dezen komt in de eerste pir/its in aanmerking de Post van den Neder liliïjn, welke van 1781 tot 1787 to Utrecht bij van Pacldcnburg werd uitgegeven; de schrijver was P. 't Hoen. Hot blad was weldra in ieders handen en het debiet werd op niet minder dan 21.000 exemplaren geschat. Do Oranje-partij trachtte to vergeefs de uitgave te doen verbieden; slechts in den Haag werd de verkoop korten tijd gestaakt, terwijl ook Arnhem maatregelen nam tegen do verspreiding van den Post. Een andere veel gelezen patriotten-courant was De Po/ittcke Kniijcr; elk deel kreeg een spotprent tot titelblad. Tegenover deze organen der patriotten stelde de Oranje-partij De Poliiiguc Krvijcrs-Knegt en De Post naar den Neder Ehfjn. Het laatste blad in den Haag uitgegeven werd geschreven door Ph. Verbrugge te Delft, aan wien de predikaat D. W. Smits zijne medewerking verleende. Schrijver en uitgever geraakten in de gevangenis; de zaak van Verbrugge werd bepleit door den advocaat W. Bilderdijk. Ik kan hier niet alle bladen welke door den schrijver besproken worden, opnoemen; slecata nij nog vermeld dat Rijklof Michael van Goens de samensteller was van De Ouderwetse Nederlandsche Patriot, een orgaan der Oranje-partij, evenals de Geldersclte Historische Courant, waarin verschillende mededodingen werden geplaatst door Gijsbert Karel van Hogendorp. Da heer van der Meulen' deelt niet onvermakelijke staaltjes mede van de vinnige wijze, waarop de strijd van weerskanten werd gevoerd. Meer dere vrijheid genoot de drukpers evenwel niet; integendeel het toezicht cler rcgeering was or eerder nog strenger op geworden. Vooral de Staten van Gsliïerland vaardigden in 178G een gcsi.reng plakaat uit, terwijl ook in Utrecht, nauwkeurig toezicht werd gehouden. Wat een journalist, die zich <ie ongenade der overheid op den hals haalde, zooal boven het hoofd hing, kan blijken uit et. door den schrijver ]>lz. 74?7!' mede gedeelde. Sedert 1703 komen de geboorte?-, huwelijks- en doodsbericliten in zwang. Die advertenties waren oorzaak dat er minder brieven verzonden werden en 'slauds schatkist dus schade lood door de vermindering van briefport. Daarom besloot het 'Provinciaal Bestuur van 'Holland om van 'loze wijze van iafflilie-gebeurlemtóübekend te nwken, belasting te IK il'cn. Den 1ste November 17ij7 werd bspaald dat betaald moest worden voor elk bericht van c,oboorto f l, van huwelijk i' 3, en van overlijden i'2, behalve t, wc s stuivers voor zegelrecht. In 1805 werd de belasting over alle adver tenties uitgebreid. In 17!Vi went het plakaat van 1702, waarbij He goedkeuring der plaatEeüjko overheid trnOiseht, werd om een courant to mogen uitgeven, opgeiifivi'n «n i u i7i'ödo vrijheid van drukpers afgekondigd. Mam- weldra bleek dat men <!io vvijV'id op mciiigprlei w ij zo kortwiekte cudouit-^vers hadden weer veel to jdcn. In 18 i<) verscheen do eer^e fiinrtf.ïfimirnnt. In datzelfde iaar werd 0113 land bij Frankrijk ingelijfd en duarrufde kwam een einde run do vrijheid van drukpers voor zooverre die nng bestond Allerlei drukkende bepalingen werden bij decreet v n TI 181.0 vastgesteld. Ook moesten do couranten in Holland voortaan i" tvve-e talen worden gedrukt. Het moest belemmerende wan wel «Ie bepaling, dr.t voortaan in elk r.sr.artement (uitgezonderd dat van de Ssine) slechts <ién politiek dagblad mocht worden uitgegeven, terwijl de prefekten de regels vast stelde», volgens welke de uitgevers der departemnntalo bladen cich had den te gedragen. l-V andere couranten daald-^ af tot den rang van advertentie-bladen, Ju welke behalve de gcwoi:.> advertenties opgaven gevonden werden aangaande Beurs en markt, .: ;crstand, aankomst en vertrek van schepen on den burgerlijken stand. Dit bleef zoo tot, 1813. Met het jaar 1813 begint de tierde periode, welke tot 1869 loopt,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl