De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1886 7 februari pagina 1

7 februari 1886 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

N°. 450. A°. 1886. DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Verschijnt eiken Zaterdagavond. uitgevers: ELLEBMAN, HABMS & O o. Kantoor: Singel 211. Hoofd-Agenten: te Batavia, Q. KOLPF A 00. Zondag 7 Februari. Abonnement per 8/m. ... . . . . f 1.?. fr. p. p. f U5, Afeonderlgke Nntmners »»n de Kiosken verkrijgbaar & 0.10, Advertentiëa van 1?5 regels ? 1.10, elke regel meer . . OJOi tusschen den tekst per regel ...... o.4o IN H O »s BUITENLAND. Warme Kadetjes, een Zaterdagavond-Praatje, CIX, door Aquarius. ib het Haagje, LXVI, door Pasquino. Kunst: Het tooneél te Amsterdam, door Alb. Tb. Muzikaal Overzicht, door V. Muziek van russische Componisten op de concerten te Brussel, door Dixi. Alma Tadama, VI, door V. Ebers. Uit Balgië, door M. A, OH Parijs, L V, door A. B. Letterkunde! Eagelsohe letteren, door Agnes van Egmond. Die sehümmen Nonnen von Poitiers, roman van Felix Dahn, beoordeeld door F. J. v. U. De nederlandsche taal ia Belgiëgedurende het jaar 1885, I. Lofsangen. Berichten en Mededeelingen. Inhoud van Tijdschriften. Militaire Zaken: Eene Lijdensgeschiedenis, door D. D. Sch. Enkele opmerkingen betreffende de Marine, door Z. Feuilleton: Mijn neef James, IV, uit het engelseh van E. Lijnn Linton. Het roode boek, oor B. Ingezonden. Correspondentie. Schaakspel. NIEUWS VAN D 3 WEEK. Faillissementen. Overzicht van de effactenmarkt. Veiling van vasta ?Goederen. Te huur. Advertentiëa. BUITENLAND. De ministerieele. crisis in Engeland is geëindigd, en de heer Gladstone heeft, niettegenstaande de medewerking van den rechter vleugel der liberalen, onder Lord Harlington, hem werd onthou den, een kabinet samengesteld, dat zijne beteekenis aan eene coalitie van leren en radicalen schijnt te zullen ontleenen. Het nieuwe ministerie is op de volgende wijze samengesteld: Gladslone, voorzitter en eerste Lord van de schatkist; Sir Farrer Uecschell, Lord Kanselier; Lord Spencer, president van den Pivy Council; Lord Eosebery, buiteniandsche zaken; Gliilders, binnen'» landsche zaken; Lord Kimberley, Indië; Lord Granville, koloniën; Sir Wiiliam Harcourt, financiën; Gampbell-Bannerman, oorlog; Lord Ripon, marine; Ghamberlain, Local govemment óo<m£;Mundclla, handel; John Morlcy, oppersecretaris voor Ierland, en Trevelyan, oppersecrecretaris voor Schotland, Verder verdient de benoeming van den lerschen Home Ruler Gh. Russell tot soliicitor geneml nog afzonderlijk vermeld te worden. De benoeming van Lord Rosebery tot minister van buiteniand sche zaken wordt beschouwd als een bewijs, dat de goede be trekkingen met Duitschland, die door Lord Salisbury werden aan geknoopt, door het nieuwe kabinet zullen worden gehandhaafd en dat de dagen der weifelende, aarzelende, van den hak op den tak springende politiek van Lord Granville niet zullen terugkeeren. Meer nog wordt de aandacht getrokken door de benoeming van John Morley tot den gewichtigen post von oppersecretaris voor Ierland. De heer Morlcy, vroeger redacteur van de Saturday Redeio en de Pall Mail Gazette, later radicaal lid voor Nevvcastle, is op het gebied der praktische staatkunde een nieuw man. Hij heeft zich echter menigmaal zeer beslist uitgelaten ten gunste van het nationalistische streven der Ieren, en schijnt be reid om hun een nationaal Parlement toe te staan. De heer Gladstone heeft in een manifest aan zijne kiezers in Midlothian betoogd, dat een omvangrijk onderzoek naar den toe stand in Ierland noodig zou zijn, eer de regeering de hand kon slaan r-an het werk eener afdoende verbetering. Overigens zin speelt het manifest op de mogelijkheid van de wederinvoering der dwangwet, maar levens op eene radicale wijziging der landwetten tea gunste van de lersche pachters. Voorloopig wordt dus de »slag-om-den-arm''-politiek toegepast, en als de heer Parnell en zijne vrienden geduld blijven oefenen, kan die methode nog lang worden voortgezet. * « In den Pruisischeri Landdag werd het belangwekkende debat over de Poolsche quaesüe (uitzettingen op groole schaal van uk de oostelijke provinctéa van Ptuisen) deze week ten einde gebracht. Zooals te verwachten was, werd het voorstel der conservatieven en nationaal-liberalen, waarin voor de regeering een ondubbelzinnig votum van vertrouwen was gele gen, met groote meerderheid aangenomen; men kan thans do regeerings ontwerpen tot bescherming en versterking van het Duitsche element in de oostelijke provinciën weldra tegemoet zien. De merkwaardige rede van den rijkskanselier,- waarop wij reeda in ons vorig overzicht gelegenheid hadden te wijzen, heeft zoo wel in het binnen- als in het buitenland een diepen indruk ge maakt, en vult nog dagelijks de kolommen der dagbladen. Zij werd in eene volgende zitting nog door een tweede philippica gevolgd, niet minder belangwekkend en in menig opzicht zelfs karakteristieker dan die van den vorigen dag. De heer Windt* horst, de bekwame en door de regeering het meest gevreesde leider van het Centrum, is echter op geen der beide redevoerin gen het antwoord schuldig gebleven. Waar de heer v. Bismarck, in zijn uitvoerig en voor een groot deel historisch betoog, getracht had aan te toonen dat de uit zettingen in het belang der Duitsche nationaliteit dringend nood» zakelijk waren, wees zijn tegenstander op de hardheid en onbil. lijkheid dezer maatregelen, waardoor duizenden Pruisische onderdanen, ha lange jaren op Pruisisch Grondgebied te hebben doorgebracht, en lief en leed met de overige bevolking en zonder eenige gegronde aanleiding uit het land worden gebannen. * ? » Het voorstel-Rochefort, tot het verleenen van amnestie aan, allerlei categoriën van veroordeelden, wier misdrijven slechts in een zeer verwijderd verband met politiek staan, is door de com missie uit de Fransche Kamer in onderzoek genomen, en bij monde van den heer Monis zal een afwijzend rapport aan de Kamer worden voorgelezen. De discussie op heden, Zaterdag, zal allicht aanleiding hebben gegeven tot eenige stormachtige tooneelen. De incidenten der week zijn het oproer te Decazeville, de maatregelen van generaal Boulanger en de discussie over de kroondiamanten. Te Decazeville staakten 1200 mijnwerkers den arbeid en ver langden dal de onderdirecteur, een zekere Watrin, over wien zij zich beklaagden, ontslag zou aanvragen. Zij dwongen Walrin» met hen naar den maire te gaan, wiens gedrag in deze zeer te berispen schijnt. Hij zond de gendarmen weg, verzuimde troepen of politie te doen ontbieden; zoodat de menigte ongehinderd Watrin kon mishandelen en deze ten slolte uit het raam geworpen en door de menigte doodgeschopt werd. Zeer karakteristiek is het, dat de nieuw gekozen afgevaardigde Basly, het vroeger hoofd der werkstakers in Nord, deze week gevraagd heeft, de regeering te mogen interpelleeren, »omdat zij niet genoeg de werklieden ge steund heelt in hunne eischen tegen de kapitalisten, wier agent Watrin was." In de Noordelijke departementen intusschen is weder eene srn* stige werkstaking uitgebroken; 1500 wevers hebben het werk geslaakt, en men verwacht hetzelfde van honderden anderen. Hier is echter de Regeering bij tijds bij geweest om wanordelijkheden te beletten; eene talrijke troepenmacht is naar St. Quentin gezonden. Generaal Boulanger, de nieuwe minister van oorlog, wiens be noeming een concessie aan de uiterste linkerzijde was, heeft ter stond getoond, dat hij zou volbrengen wat men van hem ver wachtte. Te Tours ligt karalerie in garnizoen, en het grootst^

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl